• No results found

INHOUD FLASH

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INHOUD FLASH"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

C. Aftrekmodaliteiten

De investeringsaftrek gebeurt op de winst of de baten. Wij zullen hierna enkele aspecten van deze aftrek onder de loep nemen.

1. Volgorde van de aftrekken.

De investeringsaftrekken moeten worden verricht in de volgorde die is opgesteld door de artikelen 76, 2 tot 79 van het uitvoeringsbesluit van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB/92). De aftrek die is voorzien bij de “derde verrichting” (niet-belastbare bestanddelen) moet eerst gebeuren, dan die welke wordt verricht bij wijze van definitief belaste inkomsten en van vrijgestelde roerende inkomsten, gevolgd door de aftrek van de vroegere beroepsverliezen en als laatste de investeringsaftrek met opgave op de passende regels in het aangifteformulier voor elk van deze bestanddelen van het bedrag dat voor het betrokken aanslagjaar effectief kan worden afgetrokken1.

Overeenkomstig artikel 207, lid 2 van het WIB/92 mag geen aftrek worden verricht op het gedeelte van de winst dat voortkomt uit abnormale of goedgunstige voordelen.

2. Onvoldoende winst

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst of baten oplevert om de investeringsaftrek te kunnen verrichten, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst of baten van de volgende belastbare tijdperken (art. 72 lid 1, WIB/92).

F L A S H

Federale overheid mag aftrek gewestbelastingen schrappen

Met de hervorming van de vennootschapsbelasting in 2003 werd het algemeen tarief verlaagd maar werden ook een aantal aftrekken geschrapt, zoals de gewestelijke belastingen (hoofdzakelijk milieuheffingen). Tegen deze maatregel werd een beroep tot vernietiging ingediend bij het Arbitragehof.

Maar het Hof besliste op 15 september jl. dat de federale overheid de aftrek in de vennootschapsbelasting van een betaalde gewestbelasting mag schrappen, ook al heeft dat onmiskenbaar een weerslag op de belastingsituatie van de Vlaamse, Waalse en Brusselse bedrijven die zowel regionale heffingen als federale vennootschapsbelasting betalen

Boekhoudkundige verwerking van verrichtingen van tijdelijk vennootschappen

Op verzoek van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, heeft een inter – instituten werkgroep, voorgezeten door de heer Dirk Smets, bedrijfsrevisor, een verslag opgesteld met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van de verrichtingen van tijdelijke vennootschappen.

De Commissie voor Boekhoudkundige Normen wenst, in het kader van de procedure die moet leiden tot de opstelling van een advies met algemene draagwijdte, over te gaan tot een brede consultatie van alle belangstellende partijen over de inhoud van dit verslag (www.bibf.be).

Eerlang zal de franse versie van dit verslag dat oorspronkelijk in het Nederlands is opgesteld, tevens via de website van het Instituut beschikbaar zijn.

De personen die opmerkingen wensen te melden, kunnen dit voor 31 januari 2005 schriftelijk doen op het volgende adres : Commissie voor Boekhoudkundige Normen c/o FOD Economie – North Gate III- Koning Albert II-laan 16, 100 Brussel of via e-mail op cnc-cbn@cnc.cbn.be Volgens een mededeling van de FOD Financiën wordt de periode waarin de belastingsaangiftes kunnen worden ingediend door de vol- machthouders, verlengd tot 30 november 2004 om middernacht.

De stand van zaken inzake het stelsel van de investeringsaftrek – 2

de

deel

1Vraag nr. 322 van volksvertegenwoordiger Daems van 05.03.1996, Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 41.

•De stand van zaken inzake het stelsel van de

investeringsaftrek - 2dedeel 1

•B.T.W. voorafbetaalde telefoonkaarten - nieuwe regeling op 01.01.2005 -

regularisaties tegen 20.01.2005 4

•Het sociaal Vrij Aanvullend Pensioen 5

•Enquête e-government 6

•Contact 6

•Seminaries 7

I N H O U D

Afgiftekantoor 2800 Mechelen 1 • Tweewekelijks • NL : P309340

B

U L L E T I N V A N H E T

B

E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E

B

O E K H O U D E R S E N

F

I S C A L I S T E N

Het eerste deel van dit artikel verscheen in Pacioli nr 172

(2)

De aftrek van de overgedragen vrijstelling op de winst of baten van elk van de volgende belastbare tijdperken mag in geen geval per belastbaar tijd- perk meer bedragen dan 755.280 EUR (basisbedrag 620.000 EUR) of, wanneer het totaalbedrag van de overgedragen vrijstelling op het einde van het vorige belastbare tijdperk 3.021.140 EUR (basisbedrag 2.480.000 EUR) overtreft, 25 % van dat totaalbedrag (artikel 72, lid 2, WIB/92).

3. Wijziging van controle

De nog niet verrichte aftrekken mogen niet meer worden aangerekend in geval van een wijziging van controle die niet beantwoordt aan recht- matige financiële of economische behoeften (art. 207, lid 3 WIB/92).

4. Bewijs en stukken die door de belastingplichtige moeten worden bezorgd.

De belastingplichtige die aanspraak maakt op een investeringsaftrek moet het bewijs leveren dat hij de voorwaarden vervult om die aftrek te genieten. Hij mag daartoe een beroep doen op alle bewijsmiddelen die door het gemene recht worden aanvaard, behalve de eed2.

Ter uitvoering van artikel 77 van het WIB/92, bepaalt artikel 47 van het uitvoeringsbesluit van het WIB/92 dat de belastingplichtigen bij hun belastingaangifte betreffende de inkomsten van het belastbare tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gekomen, de volgende stukken moeten voegen:

1° een ingevuld, gedateerd en ondertekend formulier waarvan het model wordt bepaald door de minister van Financiën of zijn afgevaardigde (formulier 276 U);

2° een staat per categorie van vaste activa, als vermeld in de artikelen 69 en 70 van hetzelfde Wetboek, met voor elk van hen opgave van:

- de datum van verkrijging of van totstandkoming;

- de juiste benaming;

- de investeringwaarde of de kostprijs;

- de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur.

Voor bepaalde soorten van specifieke investeringen moeten bijkomende documenten worden overgelegd (art. 47 bis en volgende van het uitvoe- ringsbesluit van het WIB/92-infra).

De documenten moeten bij de aangifte worden gevoegd. In een zaak waarin de documenten in de loop van de procedure werden overgelegd, was het Hof van beroep van Antwerpen van oordeel dat het bewijs van de investeringen niet op de vereiste manier was geleverd en dat de admini- stratie ze bijgevolg niet in aanmerking kon nemen3.

II. De specifieke investeringen

De wetgever heeft voor bepaalde investeringen verhoogde aftrekpercenta- ges voorzien.

Deze aftrekken moeten voldoen aan de algemene voorwaarden betreffen- de de gewone investeringen en aan de bijzondere voorwaarden van de voorgenomen investering.

Het is niet mogelijk om in het kader van deze bijdrage in detail de verschillende soorten van specifieke investeringen en de toepassings- voorwaarden ervan te behandelen. Dienaangaande verwijzen wij naar de administratieve commentaar en naar de omzendbrieven.

1. Voor de drie categorieën van belastingplichtigen tegen het per- centage van 13,5% (Octrooi-Leefmilieu-Energie)

De natuurlijke personen die winst en baten behalen, de KMO’s en de andere vennootschappen kunnen een met 10 percentpunten tot 13,5%

verhoogde aftrek genieten voor de volgende investeringen die zijn vermeld in artikel 69, § 1,2° van het WIB/92:

a) de octrooien4;

De octrooien maken deel uit van de rubriek “immateriële vaste activa”

in de zin van de wetgeving betreffende de boekhouding en de jaarreke- ning van de ondernemingen (zie Com.IB nr. 68/11).

Een octrooi is een exclusief en tijdelijk recht van exploitatie verleend voor iedere uitvinding die nieuw is, op uitvinderswerk- zaamheid berust en vatbaar is voor industriële toepassing (art. 2, W 28.3.1984 op de uitvindingsoctrooien - B.S. 9.3.1985).

Vanaf het aanslagjaar 1997 geven alle octrooien recht op de verhoogde investeringsaftrek. Vóór het aanslagjaar 1997 konden de octrooien de verhoogde investeringsaftrek maar genieten indien het investeringen betrof voor onderzoek en ontwikkeling met eerbiediging van het leefmi- lieu.

b) de vaste activa die proberen het onderzoek en de ontwikkeling te bevorderen van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu of die proberen het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk te beperken5.

Art. 48, § 4, 5°, KB/WIB 92 bepaalt dat de belastingplichtige die aanspraak maakt op de verhoogde investeringsaftrek bij zijn belasting- aangifte betreffende de inkomsten van het belastbare tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht een attest moet voegen dat is uitgereikt door de bevoegde Gewestregering.

Dit attest moet bevestigen dat de nieuwe producten en de toekomst- gerichte technologieën die voortvloeien uit het onderzoek en de ontwik- keling waarvoor de kwestieuze vaste activa worden gebruikt, geen effect hebben op het leefmilieu of proberen het negatieve effect op het leef- milieu zoveel mogelijk te beperken.

Aangezien deze materie tot de bevoegdheid van de Gewesten behoort, beperkt de rol van de administratie zich ertoe na te gaan of het vereiste attest wel degelijk werd overgelegd. Elke vraag of de betrokken vaste activa al dan niet voldoen aan de voorwaarde betreffende de eerbiediging van het leefmilieu moet door de betrokken belastingplichtigen worden gesteld aan de bevoegde gewestelijke besturen.

Voor meer informatie over de procedure en de toekenningsvoorwaarden van dit attest verwijzen wij graag naar:

• Vlaams Gewest:

Departement leefmilieu en infrastructuur Administratie milieu-,natuur-,land- en waterbeheer Afdeling algemeen milieu- en natuurbeleid Graaf de Ferraris-gebouw

Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel

Tel 02/553.80.66 – Fax :02/553.80.55 http://www.mina.be/efaminabel.html

2Vraag nr. 93 van mevrouw Pieters van 10.11.2003, Vragen en antwoorden, Kamer, 2003-2004, nr. 013, blz. 1823-1825.

3Antwerpen, 29 februari 2000, Fisc. Act. 2000 (reflet), liv. 20, 4.

4Com.IB nr. 68/32.1

5Com.IB nr. 68/35 tot 52.

6Com.IB nr. 68/33 en 34.

(3)

• Brussels Gewest:

Brussels Instituut voor Milieubeheer Gulledelle 100

1200 Brussel

Tel : 02/775.75.11 – Fax : 02/775.76.79 http://www.ibgebim.be

c) de vaste activa die dienen voor een rationeler energieverbruik, voor de verbetering van de industriële processen uit energetische overwegingen en, in het bijzonder, voor de terugwinning van energie in de industrie6; De energiebesparende investeringen zijn diegene die volgens een attest van de Gewestregering waar de investering wordt gedaan, deel uitmaken van de vaste activa waarvan de lijst is vermeld in bijlage II van het KB/WIB 92. Als voorbeeld citeren wij: de efficiëntere isolatie van de gebouwen die vóór 1 januari 1980 werden gebouwd, zonne-energie, windenergie...

Een attest dat bewijst dat het een energiebesparende investering is, moet door de belastingplichtige op straffe van vervallenverklaring worden aan- gevraagd:

- binnen drie maanden na de laatste dag van het jaar of van het boek- jaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht;

- aan de hand van een formulier dat schriftelijk moet worden aange- vraagd bij de Regering van het Gewest waar de investering gebeurt en aan wie het naar behoren ingevuld, gedateerd en ondertekend moet worden teruggezonden.

De administratieve commentaar vermeldt de lijst van de bevoegde dien- sten.

2. Voor de drie categorieën van belastingplichtigen tegen het percentage van 20,5% (leefmilieu – gespreide aftrek) Dezelfde belastingplichtigen kunnen een met 17 percentpunten tot 20,5% verhoogd percentage genieten, zelfs als zij 20 personen of meer tewerkstellen, indien de investering verband houdt met vaste activa die proberen het onderzoek en de ontwikkeling te bevorderen van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect hebben op het leefmilieu en die opteren voor een gespreide aftrek (art. 70, lid 2 WIB/92).

In de veronderstelling van een gespreide aftrek herinneren wij eraan dat artikel 71 bepaalt dat indien bij de overdracht of bij de buitenge- bruikstelling van een vast activum het totaal van de overeenkomstig artikel 70 verrichte aftrekken lager is dan de aftrek die had kunnen worden toegepast overeenkomstig artikel 69, een aanvullende aftrek tot het bedrag van dat verschil wordt verleend.

3. Voor de natuurlijke personen en de KMO’s tegen het percen- tage van 13,5% (veiligheid)

Sinds de wet van 8 april 2003 werd de met 10 percentpunten verhoogde aftrek uitgebreid tot de materiële vaste activa die dienen voor een bevei- liging van de beroepslokalen en waarvan de installatie werd aanbevolen en goedgekeurd door de ambtenaar belast met de adviezen inzake tech- no-preventie in de politiezone waar die activa worden gebruikt (art. 69

§1, 2°, d van het WIB/92)7.

De bedoeling is duidelijk: men wil de zelfstandigen, met inbegrip van de handelaars en de vrije beroepen, stimuleren om bij te dragen tot de strijd tegen het verschijnsel van de gewelddadige aanvallen op de kleine en middelgrote ondernemingen.

7Zie aangaande deze bepaling de omzendbrief nr. AAF/2003-0515 (AAF 1/2004) van 08.01.2004, B.S. van 24 mei 2004.

8Zie betreffende deze problemen, Fiscoloog, 2004, blz. 1 tot 3, “Investeringen in veiligheid: de volgorde eerbiedigen”.

9V.A. Senaat, 2 december

De beoogde investeringen hebben een vrij uitgebreid toepassingsgebied, gaande van preventiemaatregelen (tourniquetdeuren, veiligheidssluis, openen van de deuren via afstandsbediening, kijkgaatjes, nachtloketten, toegangscontrole...) tot detectiesystemen (alarmsysteem).

De procedure die aan de belastingplichtige wordt opgelegd, is echter vrij log aangezien die zich moet inschrijven op een internetsite, een vragen- lijst moet invullen, het akkoord moet krijgen van een ambtenaar. Na de installatie moeten de investeringen bovendien door de ambtenaar wor- den goedgekeurd nadat de aangifte door de belastingplichtige binnen een bepaalde termijn is gebeurd!8

Het probleem van de gemengde woningen stelt zich opnieuw naar aan- leiding van de investeringen in beveiliging. Dienaangaande heeft de minister van Financiën gepreciseerd dat de aftrek mogelijk bleef op voor- waarde dat de investeringen niet onrechtstreeks ten goede komen aan privé-ruimten9.

4. Voor de KMO’s en de andere vennootschappen tegen het per- centage van 3% (herbruikbare verpakkingen)

Artikel 69, § 2 van het WIB/92 staat een percentage van 3% toe voor de materiële vaste activa die uitsluitend bestemd zijn om het productie- proces te verzekeren van herbruikbare verpakkingen die dranken en nijverheidsproducten bevatten, zoals bedoeld in Boek III “Milieutaksen”

van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur.

Gelet op het basispercentage dat voorzien is voor de KMO’s (3%) betreft deze bepaling concreet enkel de andere vennootschappen.

5. Bijzonder geval (schip)

Artikel 123 van de programmawet van 2 augustus 2002 (B.S. 29-08- 2002) voorziet een aftrek van 30% voor bepaalde vennootschappen die beslissen zich een schip aan te schaffen.

Besluit

Gelet op het percentage ervan is de gewone investeringsaftrek ongetwij- feld alleen aantrekkelijk voor grote projecten. Toch blijft het een feit dat de belastingplichtige ongelijk zou hebben af te zien van een zelfs beschei- den aftrek waarover hij misschien onvoldoende is geïnformeerd.

Uit de bestudeerde rechtspraak blijkt een reële wil van de rechters om de teksten toe te passen volgens de doeleinden die oorspronkelijk door de wetgever werden nagestreefd, namelijk de economie aanzwengelen, in plaats van zich te houden aan een letterlijke toepassing van de vaak onge- lukkig verwoorde uitzonderingen, die achteraf in de wetgeving werden opgenomen.

De verhoogde aftrek voor specifieke investeringen lijkt uit financieel oogpunt aantrekkelijker, maar het technische aspect ervan en de opgelegde vormvoorschriften vormen ontegenzeglijk hinderpalen voor de niet-ingewijde belastingplichtige. De investeringsaftrek inzake beveiliging lijkt daar een goed voorbeeld van.

F. Delobbe Advocaat

(4)

B.T.W. - Voorafbetaalde telefoonkaar ten - nieuwe regeling op 01.01.2005 -

regularisaties tegen 20.01.2005 -

1. Situering van het probleem

De B.T.W.-regeling die van toepassing is op de voorafbetaalde telefoon- kaarten betreft tal van belastingplichtigen.

De eerste categorie bestaat uit de telecommunicatieoperatoren (Proximus, Mobistar, Base).

De tweede categorie wordt gevormd door de personen die optreden als kopers-verkopers van voorafbetaalde kaarten (groothandelaars, waren- huizen, boekhandels, exploitanten van nachtwinkels of belwinkels, ben- zinestations, kleinhandelaars in algemene voedingswaren enz.).

De laatste categorie tot slot is samengesteld uit de belastingplichtigen die deze kaarten gebruiken in het kader van hun economische activiteit en die de B.T.W. kunnen aftrekken, die in deze kosten is inbegrepen.

Vanaf 1 januari 2005 zal een nieuwe B.T.W.-regeling van toepassing zijn.

De inwerkingtreding ervan impliceert een regularisatie voor de drie voor- noemde categorieën van belastingplichtigen.

Deze regularisatie bestaat in een aanvullende B.T.W.-betaling in de aan- gifte van december 2004 of in die van het 4de kwartaal 2004.

2. Huidige regeling (tot 31.12.2004).

Momenteel worden de voorafbetaalde telefoonkaarten beschouwd als een vervroegde betaling voor de levering van telecommunicatiediensten.

Bij elke verkoop wordt 21% B.T.W. geïnd.

De B.T.W. die op de aankopen van de kaarten wordt aangerekend, is aftrekbaar volgens de gebruikelijke regels.

Voorbeeld

Een boekhandel koopt kaarten die bestemd zijn voor de verkoop.

De aankoopfactuur dient voor de aftrek.

De ontvangsten worden genoteerd in het ontvangstenboek

3. Redenen voor de verandering van regeling

De voorafbetaalde telefoonkaarten maken een gebruik mogelijk dat afwijkt van de eigenlijke telefonie: het verstrekken van informatie over de beurs, het weer, de dienstregelingen van het openbaar vervoer, de deel- name aan spelletjes, schenkingen in geld ter gelegenheid van humani- taire evenementen, het downloaden van beltonen enz.

In een nabije toekomst zullen met deze kaarten ook aankopen of ande- re diensten kunnen worden betaald (drank en voeding uit de automa- ten enz.).

Vanaf 1 januari 2005 zullen deze telefoonkaarten worden gelijkgesteld met elektronische betalingsmiddelen.

Bijgevolg zullen de verkoop en het herladen aan de B.T.W. ontsnappen.

4. Regeling vanaf 01.01.2005

Bij de inning van de B.T.W. zijn drie categorieën van belastingplichtigen betrokken:

- de telecommunicatieoperatoren;

- de diverse intervenanten bij de “aankoop” en de “verkoop” van de voorafbetaalde kaarten;

- de belastingplichtigen die via deze kaarten het geld van hun klanten ontvangen.

4.1. Telecommunicatieoperatoren

Vanaf 1 januari 2005 is de “verkoop” van kaarten niet langer onderwor- pen aan de B.T.W.

De telecommunicatieoperatoren zullen deze belasting vereffenen naar gelang van de geleverde telefoondiensten.

Met andere woorden, het is enkel wanneer deze kaarten voor telefoonge- sprekken worden gebruikt, dat de B.T.W. door Proximus, Mobistar of Base zal worden geïnd.

De eindconsumenten zullen de mogelijkheid hebben zich bij de tele- communicatieoperatoren kenbaar te maken om de passende facturen te ontvangen.

Zo zullen de belastingplichtigen de B.T.W. waarmee hun gesprekken wor- den bezwaard in een voorafgaande fase kunnen aftrekken.

4.2. Intervenanten bij de “aankoop” en de “verkoop” van kaarten Ongeacht het stadium waarin zij zich bevinden (groothandelaars, semi- groothandelaars, kleinhandelaars enz.) worden deze intervenanten niet langer beschouwd als “kopers-verkopers”, maar als tussenpersonen (dienstverleners).

Concreet betekent dit dat enkel de commissie die hen toekomt belastbaar is met 21% B.T.W.

Bijgevolg ontvangen deze intervenanten niet langer aankoopfacturen met vermelding van de B.T.W.

Anderzijds kunnen zij op hun beurt de klant evenmin nog een factuur met B.T.W. uitreiken.

Enkel de commissie wordt gefactureerd en die factuur wordt in de regel naar de leveranciers van voorafbetaalde kaarten gezonden.

Deze factuur wordt ingeschreven in het uitgaand factuurboek van de tus- senpersoon die de commissie geniet.

De geïnde belasting is aftrekbaar door diegenen die de commissies aan de tussenpersonen betalen

4.3. Betalingen voor andere aankopen of andere dienst- verleningen

Hier worden de belastingplichtigen bedoeld waarvan de economische acti- viteit afwijkt van de “aankoop en verkoop” van voorafbetaalde kaarten.

Het betreft verkopers en dienstverleners die van hun klanten betalingen ontvangen door middel van voorafbetaalde kaarten (automaten, elke andere aankoop of elke andere dienstverlening wanneer het systeem dit mogelijk maakt, zoals informatie, spelletjes, weddenschappen, gesprek- ken enz.).

De B.T.W. wordt door deze verkopers en/of dienstverleners geïnd volgens de gebruikelijke regels.

Voor hen betreft het een betaling zoals een andere.

De telecommunicatieoperatoren van hun kant staan in voor de betaling van de B.T.W. uitsluitend op de kosten die zij de verkopers of de dienst- verleners aanrekenen voor het gebruik van speciale lijnen, die dergelijke elektronica mogelijk maken.

5. Regularisaties tegen 20 januari 2005

De overschakeling op de nieuwe regeling impliceert regularisaties voor de kaarten die in 31 december 2004 in voorraad zijn, alsmede voor de bel-

(5)

Het sociaal Vrij Aanvullend Pensioen

kredieten die op die datum nog niet volledig zijn opgebruikt.

Drie soorten van personen zijn daarbij betrokken:

- de telecommunicatieoperatoren;

- de “kopers-verkopers” van voorafbetaalde kaarten;

- de eindconsumenten.

5.1. Telecommunicatieoperatoren

Proximus, Mobistar en Base kunnen om een teruggave van de B.T.W.

verzoeken op basis van de verkoopprijs aan de consument en niet louter op de verkoopprijs aan de tussenpersonen.

Deze aspecten wijken af van de doelgroep die wij in deze commentaar op het oog hebben.

5.2. Kopers-verkopers van voorafbetaalde kaarten

Er moeten twee regularisaties gebeuren die bestaan in te betalen B.T.W.

5.2.1. Eerste regularisatie

De eerste regularisatie komt erop neer dat de B.T.W. wordt betaald die werd afgetrokken op de aankoop van kaarten die op 31 december 2004 nog niet zijn verkocht.

Bij de waardering moet de FIFO-methode worden toegepast.

Bijgevolg wordt de te betalen B.T.W. bepaald volgens de volgorde van de facturen die als laatste werden ontvangen.

Voorbeeld

Voorraad van 100 identieke kaarten op 31 december 2004

Laatste aankoopfactuur van 75 kaarten voor 85,00 EUR, exclusief B.T.W.

(eenheidsprijs)

Voorlaatste aankoopfactuur van 75 kaarten voor 90,00 EUR, exclusief B.T.W. (eenheidsprijs).

De regularisatie bedraagt:

• (75 kaarten X 85,00 X 21 %) + (25 kaarten X 90,00 X 21 %).

5.2.2. Tweede regularisatie

Voor de kaarten die op 31 december 2004 nog altijd in voorraad zijn, moeten de diverse detailhandelaars nog 21% B.T.W. betalen op het bedrag van hun winst.

Voorbeeld

Voorraad op 31 december 2004: 100 kaarten (zelfde gegevens als sub 5.2.1.).

Ongewijzigde aankoopprijzen in vergelijking met hetzelfde voorbeeld.

Verkoopprijs aan de consument: 100,00 EUR, exclusief B.T.W.

De tweede regularisatie die boven op de eerste komt, bedraagt:

• (75 kaarten X 100,00 - 85,00) + (25 kaarten X 100,00 - 90,00) 5.2.3. Modaliteiten van de twee regularisaties

Deze twee regularisaties moeten worden gespecificeerd aan de hand van documenten (inventaris, aankoopprijzen, winstmarges enz.).

Deze documenten worden door de belastingplichtige bewaard en moeten worden overgelegd telkens als hij daarom wordt verzocht.

De te betalen belastingen moeten voorkomen op de laatste aangifte van het jaar 2004 (december of 4de kwartaal naar gelang van de periodiciteit van de indiening).

De betaling moet dus uiterlijk op 20 januari 2005 gebeuren.

5.2.4. Recupereren van de geregulariseerde belastingen Bij de verkoop van de kaarten die op 31 december 2004 in voorraad waren, recupereren de diverse kopers-verkopers het bedrag van de regu- larisaties die begrepen zijn in de verkoopprijs.

Op de in 2005 gerealiseerde verkopen is immers geen enkele B.T.W. meer verschuldigd op de verkoop van kaarten die op 31 december 2004 in voorraad waren

5.3. Eindconsumenten

De personen die geen enkel recht op aftrek bezitten, moeten geen regu- larisatie doen.

De belastingplichtigen met recht op aftrek die voorafbetaalde telefoon- kaarten bezitten of over belkredieten beschikken die op 31 december 2004 nog niet zijn verbruikt zouden de overeenkomstige B.T.W. moeten betalen die eventueel is afgetrokken.

De boekhouder blijft ontegenzeglijk de bevoorrechte raadgever van zijn zelfstandige klanten en van de ondernemingshoofden die de leiding heb- ben over een KMO. Het is in deze optiek dat het ons meer dan interessant leek u op de hoogte te brengen van de evolutie van de wetgeving betreffende het vrije aanvullende pensioen, om aldus het advies dat u aan uw klanten geeft te optimaliseren.

Gedetailleerde studies tonen aan dat er qua rendement een belangrijk verschil bestaat tussen de geïnvesteerde nettopremie en het nettokapitaal dat bij de afloop wordt ontvangen naargelang de zelfstandige opteert voor het onderschrijven van een vrij aanvullend pensioen, een individuele of collectieve verbintenis (bv een groepsverzekering), een al dan niet gefis- caliseerde individuele levensverzekering of pensioensparen.

Aangezien er voor elk van deze stelsels verschillende toetredingsplafonds bestaan, moet een investeringsstrategie worden uitgestippeld en moet de zelfstandige worden aangeraden volgens een welbepaalde volgorde tot deze verschillende stelsels toe te treden.

Het stelsel van het vrij aanvullend pensioen was al bijzonder perfor-

mant, maar in 2004 heeft de Regering de mogelijkheden die op dit vlak aan de zelfstandigen worden geboden nog uitgebreid.

Om te beginnen werd het wettelijke plafond van de stortingen naar boven toe herzien en bedraagt het voortaan 8,17% van de belastbare netto- inkomsten. Voordien was dat maar 7%.

De rekening is vlug gemaakt: niet alleen levert dat op het einde van de rit een hoger bedrag op, maar bovendien geniet men nu al van een bij- komende belastingaftrek en dit gecombineerd met een aanzienlijke vermindering van de sociale bijdragen.

Voorts leiden de nieuwe wetsbepalingen tot het creëren van twee for- mules van aanvullend pensioen, namelijk: het gewoon Vrij Aanvullend Pensioen (gewoon VAP) dat de financiële wereld (verzeke- raars, bankiers enz.) u nu aanprijst ... en het sociaal Vrij Aanvullend Pensioen (sociaal VAP) dat wordt voorgesteld door bepaalde sociale ver- zekeringskassen en waarop wij u attent willen maken wegens het feit dat maar weinigen u daarover lijken te informeren!

(6)

Contact

Enquête e-gover nment

Het nieuwe sociale VAP is volgens ons immers HET ENIGE wette- lijk stelsel dat uw zelfstandige klanten zal toestaan:

- 15% bijkomende sociale en fiscale voordelen te genieten;

- hen de toegang te waarborgen tot het doel van het aanvullende pensioen dat zij nastreven, zelfs indien zij het slachtoffer zou- den zijn van een arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of beval- lingsverlof enz.;

- ze in alle veiligheid een optimaal rendement te verzekeren.

Met andere woorden, het SOCIALE VAP verschaft het hoogste financiële rendement en is voorzien van een aantal bijzonder aantrekkelijke bijkomende voordelen!

Qua rendement zal hun investering worden gekapitaliseerd tegen de gewaarborgde rentevoet van 3,25% en bij bepaalde in het sociale VAP gespecialiseerde vennootschappen een, jaarlijks bepaalde, bijkomende rente opleveren (voorbeeld: de Voorzorgskas voor Zelfstandigen en Ondernemingen). Dit alles zonder dat de grootte van de winstdeelne- mingen van het fonds worden verminderd.

Bovenop de rentabiliteit genieten zij bij dit type van product een dekking bij overlijden die gelijk is aan de som van hun kapitalisatiepremies en zullen zij de vrijstelling van premiebetaling kunnen genieten in geval van invaliditeit, bevallingsverlof of faillissement enz.

Dit nieuw product is tot slot niet enkel cumuleerbaar met de belasting- verminderingen die worden toegekend voor de andere vormen van pen- sioensparen of van een individuele levensverzekering, maar sinds 2004, mits in acht name van de 80%regel, ook met de groepsverzekering.

Kortom, minder belastingen en minder sociale bijdragen betalen en tegelijk een belegging realiseren die een rendement biedt dat hoger kan liggen dan 8% netto en dat een efficiënte sociale dekking biedt.

Het is om deze redenen dat wij het nuttig achten uw aandacht te vestigen op deze nieuwe wetsbepalingen en bijgevolg op de nieuwe stelsels waar- op uw klanten een beroep kunnen doen.

 Gevestigd boekhoudkantoor (regio Antwerpen + Kempen) verkoopt een deel van de klantenportefeuille. Over te nemen omzet (minimaal 20.000 euro) en andere modaliteiten zijn bespreekbaar.

Stuur uw motivatie en een beschrijving van uw kantoor via het BIBF met vermelding van referte. Ref. : 174/02

 Boekhoudkantoor Provincie Antwerpen zoekt zelfstandig medewerkers in onderaanneming of stage voor boekhoudwerk en voorbereiding van de fiscale aangiften.

Ervaring is noodzakelijk, kennis van Expert / M is gewenst.

Kandidaturen met CV toesturen via BIBF. Ref. : 174/03

 Boekhoudkantoor over te nemen: ligging - het noorden van Vlaams- Brabant, langs de as A12 Brussel-Antwerpen; dit wegens het naderen van de pensioenleeftijd. Gsm.: 0474-94 17 84.

Paul Ledent Past-Voorzitter BIBF

De laatste tijd is het aanbod van e-government toepassingen sterk toegenomen. Digitale aangiften in verband met BTW, personenbelasting en RSZ zijn de meest gekende. Beantwoordt dit aanbod aan de reële noden binnen het bedrijfsleven en leiden ze effectief tot administratieve vereenvoudiging ?

Daarom willen we volgende metingen uitvoeren:

- frequentie van gebruik - gebruiksvriendelijkheid

- mogelijke technische belemmeringen

- is er sprake van daadwerkelijke lastenverlaging ? - is de onderneming tevreden ?

Samen met de Kamers van Handel en Nijverheid van Halle-Vilvoorde, Kempen, Leuven en Mechelen participeert het BIBF in dit E-gov Acceclerator project.

De federale staatssecretarissen voor Informatisering van de Staat en Administratieve Vereenvoudiging hebben het enquêteformulier mee helpen opstellen. Ze zijn enorm geïnteresseerd in de resultaten van metingen op het vlak van e-government. Dienstverlening is immers veel meer dan “zoveel mogelijk on-line”. De conclusies van de enquête zullen een leidraad vormen waar beleidsverantwoordelijken zich zullen op baseren met het oog op verdere e-gov ontwikkelingen.

Daarom dat uw menig van belang is.

U vindt de enquête terug op http://www.e-gov-project.be/enquete

(7)

Seminaries

25/11/2004 Dendermonde BTW ACC VER LBC-NVK

Bart Beheydt, BTW-adviseur Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64

25/11/2004 Ruddervoorde BTW-actualia BBB

Eddy Soenen, e.a. Inspecteur, Diensthoofd AOIF Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24

25/11/2004 Gent Alternatieve Vennootschapsvormen KVABB

Luc Stolle, Advocaat Tel : 09.231 2101 - Fax : 09.231 2120

25/11/2004 Hasselt IFRS 3, IAS 27, 28 en 31 LVAB

Sadi Podevijn, wetenschappelijk medewerker Universiteit Gent Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67

26/11/2004 Elewijt-Zemst BTW studienamiddagen MAB

Jurgen Opreel Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

27/11/2004 Sint-Katelijne-Waver De boekhouding van de VZW. MAB

J. Vercruysse, Jurist, J. Dillen, Accountant-belastingconsulent Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

28/11/2004 Sint-Katelijne-Waver De boekhouding van de VZW. MAB

J. Vercruysse, Jurist, J. Dillen, Accountant-belastingconsulent Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48 29/11/2004 Hasselt Module personenbelasting: afschrijvingen en meerwaarden LVAB

Robert Peulen, accountant - lector Tel : 011/238776 - Fax : 011/238867

30/11/2004 Brugge Alternatieve Vennootschapsvormen KVABB

Luc Stolle, Advocaat Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20

02/12/2004 Dendermonde Milieuwetgeving - Luc Van Middel, ACC VER LBC-NVK

Adviseur in milieu-aangelegenheden Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64 02/12/2004 Antwerpen Fiscale rechtspraak en bewijskracht boekhouding KVABB

Guy Poppe, Advocaat Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20

02/12/2004 Gent Van eenmanszaak tot vennootschap KVABB

Dhr. Bertin Pousseele, Bedrijfsrevisor Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20

02/12/2004 Elewijt-Zemst Grondige cursus IAS/IFRS MAB

Prof. J. Verhoeye., Prof. dr. E. De Lembre Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

06/12/2004 Aalter Vermogensplanning ACC VER LBC-NVK

Frank De Smet, Lic. Notariaat, Bijz. Lic. Ven. Recht Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64

06/12/2004 Lummen Grensoverschrijdende BTW KVABB

Dhr. Patrick Wille, BTW Huis Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20 06/12/2004 Hasselt Bezoldigingen bedrijfsleiders

bezoldiging / toekenning meewerkende echtgenoot LVAB

Bart Smets, advocaat - lector Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67

07/12/2004 Elewijt Onroerende Leasing ACC VER LBC-NVK

Dirk De Munter Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64

07/12/2004 Waregem Successieplanning en schenkingen BBB

De heer Dirk Knockaert Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24

07/12/2004 Leuven Successieplanning KVABB

Wim Vermeulen, Advocaat Tel : 09/231. 21.01 - Fax : 09/231.21.20

(8)

10/12/2004 Elewijt-Zemst BTW Studienamiddagen MAB

Jurgen Opreel Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

11/12/2004 Gent BTW-actualia BBAV

Dhr. Luc Heylens Tel : 09/377.87.88 - Fax : 09/378.06.67

13/12/2004 Aalst Successieplanning en schenkingen BBB

De heer Dirk Knockaert Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24

13/12/2004 Hasselt De aftrekbare bestedingen en de uitgaven die recht geven

op belastingvermindering LVAB

Luc De Greef, fiscaal adviseur Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67

14/12/2004 Lummen BTW intracommunautair KVABB

Dhr. Robert Gillis Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09/231.21.20

14/12/2004 Universiteit Antwerpen Bijzondere Mandaten LBAB

(Wilrijk) Jos Van Wemmel – bedrijfsrevisor, accountant Tel : 0496/272.440 - Fax : 02/426.22.06

15/12/2004 Geel Holdingstructuren ACC VER LBC-NVK

Guy Poppe, Advocaat Tel : 03/220.87.53 - Fax : 03/231.66.64

15/12/2004 Leuven Successieplanning en schenkingen BBB

De heer Dirk Knockaert Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24

16/12/2004 Ruddervoorde Successieplanning en schenkingen BBB

De heer Dirk Knockaert Tel : 056/44.37.21 - Fax : 056/44.37.24

16/12/2004 Kasterlee Updating vennootschappen en rechtspersonen

Jos Mertens, advocaat, Voorzitter van de Europese afdeling KBAB

van Legal Netlink Alliance Tel : 014/41.61.46 - Fax : 014/71.02.67

17/12/2004 Elewijt-Zemst BTW Studienamiddagen MAB

Jurgen Opreel Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

18/12/2004 Universiteit Antwerpen Fiscale Procedures en bewijsmiddelen

(Wilrijk) Leo De Broeck - advocaat, LBAB

Prof. Fiscale Hogeschool Brussel Tel : 0496/272.440 - Fax : 02/426.22.06

18/12/2004 Sint-Katelijne-Waver Sociale wetgeving: updating MAB

John De Graef, Jurist Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

19/12/2004 Sint-Katelijne-Waver Sociale wetgeving: updating MAB

John De Graef, Jurist Tel : 015/62.31.10 - Fax : 015/62.18.48

20/12/2004 Hasselt Module Personenbelasting: Pensioenen LVAB

Ann Misplon Tel : 011/23.87.76 - Fax : 011/23.88.67

21/12/2004 Brugge Van eenmanszaak tot vennootschap KVABB

Dhr. Bertin Pousseele, bedrijfsrevisor Tel : 09/231.21.01 - Fax : 09.231.21.20

Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overge- dragen in welke vorm of op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld.

V e r a n t w o o r d e l i j k e u i t g e v e r: Marcel-Jean PAQUET, B.I.B.F. - Legrandlaan 45, 1050 Brussel • Tel. 02 626 03 80 • Fax 02 626 03 90 • E-mail: info@bibf.be • Url: www.bibf.be. R e d a c t i e : Valérie CARLIER, Geert LENAERTS, José PATTYN. A d v i e s r a a d : Professor P. MICHEL, Ecole d'Administration des Affaires de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het bestuur van OZC.. Cleyo skin experts Rotterdam is een schoonheidssalon waar je terecht kan voor gezichtsbehandelingen, massages en harsen. We zijn gespecialiseerd in

• De tekortkoming van de werknemer ten aanzien van zijn verplichting de werkgever op de hoogte te brengen van zijn afwezigheid wegens arbeids- ongeschiktheid en die te

15.- Een belastingplichtige die de bijkomende interestaftrek wenst te genieten, moet eigenaar zijn van de woning. Met de invoering van de regels betreffende de decumulatie zal

3° alle gegevens die toelaten na te gaan of de rechtspersoon geen han- delsactiviteiten of met het beroep onverenigbare activiteiten uitoefent, noch dat haar vennoten,

De oproeping moet verder op duidelijke wijze aangeven waar en wanneer de vergadering doorgaat en eveneens aangeven of de aandeelhouders hun aandelen al dan niet op voorhand

volgens de modaliteiten van voormeld ministerieel besluit, ongeacht de periode waarvoor de kaart wordt uitgereikt. De gemeentelijke parkeerkaart voor inwoners en 2°residenten

Als u de winst dan niet direct gebruikt voor de aankoop van een nieuwe eigen woning, valt deze winst namelijk per 1 januari 2016 in de heffing van box 3. U kunt de belastingheffing

Naast algemene kenmerken van de NAR-deelnemers, vindt u hierin deelrapporten met resultaten per deelnemersgroep: (1) (jong)volwassenen met autisme over zichzelf, (2)