• No results found

Bijlage 1 Beleidsnota Integrale jeugdaanpak

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage 1 Beleidsnota Integrale jeugdaanpak"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1 Beleidsnota Integrale jeugdaanpak

Inleiding: Inclusieve Stad, ook voor onze jeugd

Tilburg, zevende stad van Nederland. Rauw, maar met het hart op de goeie plek. In onze stad staat een enorme club mensen dagelijks klaar voor anderen: vanuit hun werk, als vrijwilliger, mantelzorger of gewoon als goede buur. Iedereen hoort erbij, ook als je niet zo snel met je woordje klaar staat, als het even wat minder gaat, als je hulp nodig hebt. Dat geldt ook en vooral voor onze jeugd. Zij zijn onze toekomst. In Tilburg spreken we met elkaar uit: ieder kind heeft het recht om gezond, gelukkig, veilig en met gelijke kansen op ontwikkeling op te groeien. Dát is de positieve insteek en energie van ‘Goede Start’. We doen al heel veel, maar uit data en gesprekken met de jeugd, ouders, professionals en experts blijkt ook dat we er nog niet zijn. Juist tussen de thema's, tussen de domeinen en overgang van

leeftijdscategorieën vallen gaten. Waardoor kinderen, jongeren tussen het wal en het schip dreigen te vallen. We hebben dan ook samen met de stad de waarde Goede Start

uitgewerkt tot een integrale jeugdaanpak. Een gezamenlijke opgave voor alle partners in de stad.

Voor álle Tilburgse kinderen en jongeren

Een samenhangend en effectieve jeugdaanpak gaat over alle kinderen en jongeren in de stad. Voor hen die professionele hulp nodig hebben en krijgen, maar ook voor de jongeren die een klein steuntje nodig hebben of met wie het ‘gewoon’ goed gaat. En gelukkig is dat het merendeel. Ieder kind heeft het recht om veilig, gezond en gelukkig op te groeien.

Ongeacht waar z’n wiegje heeft gestaan. Samen spelen, ravotten en ontdekken, buiten spelen, naar feestjes gaan, lachen, ruzie maken en weer vrienden zijn. Wetend dat er altijd iemand is bij wie je terechtkunt. Met een thuis waar je je gekoesterd en veilig voelt. Kortom, een gewone en zorgeloze jeugd.

Perspectief en Preventie

Gek genoeg krijgt dat weinig aandacht in Nederland. Meer dan in elk ander land zijn we hier bezig met jeugdzórg, met problemen oplossen. Wat als we minstens zoveel energie zouden steken in een gewone goede start met perspectief op een gezond en gelukkig leven, waarbij het versterken van de ontwikkeling van onze kinderen centraal staat. Want dat is waar het begint. Daar moeten we aan werken. Samen en met dezelfde doelen voor ogen. Voor ons zijn "vroeg is niet vroeg genoeg" en perspectief bieden het uitgangspunt van handelen.

(2)

Wat willen we bereiken? Naar een integrale jeugdaanpak

We zorgen voor een kindvriendelijke stad, waar alle kinderen van Tilburg veilig, gezond en gelukkig, met gelijke kansen op ontwikkeling, kunnen opgroeien tot sociaal en veerkrachtige volwassenen.

Samen en in samenhang willen we onze jeugd op weg helpen om gelukkige en zelfredzame volwassenen te worden. Op weg naar, zoals we dat noemen ‘Tilburgerschap’. Mensen die zich betrokken voelen bij de wereld om zich heen, het gevoel hebben dat hun stem ertoe doet en verantwoordelijkheid nemen, voor zichzelf en anderen. Dat betekent ook dat daar waar ze uit de bocht vliegen, stevig ingegrepen wordt. Maar uitgangspunt blijft perspectief bieden zodat ze zelf een stabiele en veilige basis kunnen bieden aan hún kinderen.

Bij onze dromen en plannen voor een goede start en toekomst voor elke Tilburgse jongere, zijn de internationale Rechten van het Kind het fundament. Want die zijn universeel en belangrijker dan alle wetten, regels en systemen bij elkaar. Daarom is het zo belangrijk dat we integraal werken, over domeinen en organisatiegrenzen heen. Dat we bekijken wat werkt en wat niet. Witte vlekken opvullen. En loslaten wat niet aantoonbaar bijdraagt.

We willen daarom ook een beweging maken:

Bovengenoemde bewegingen gaan niet vanzelf; het vraagt om meer integraliteit in onze jeugdaanpak. Dat betekent een gezamenlijke werkwijze, heldere uitgangspunten en een gemeenschappelijke taal en verbinding waar nodig.

Dit vraagt niet alleen om een beweging in de stad, maar ook om een beweging binnen onze eigen organisatie. Meer van buiten naar binnen werken, dichtbij en integraal. Maar ook financieel vraagt het om een beweging van inzetten op zorg en ondersteuning naar inzetten op versterking van de ontwikkeling van de jeugd en preventie. Hier geven we door onze transformatieopgaven (bv hefbomen) en wijkgericht werken onder andere vorm en inhoud aan. We investeren o.a. met de hefbomen Kansrijke Start, Bestaanszekerheid, Wonen doe je thuis, Jeugdhulp/Onderwijs in vroegtijdige signalering en interventie en zetten in op het

(3)

bieden van perspectief, waarmee we een verschuiving van kosten van passende ondersteuning naar versterken sociaal en veerkrachtig maken.

Deze beleidsnota valt onder de Inclusieve stad, Goede Start. De integrale jeugdaanpak (het woord zegt het al) maakt onderdeel uit van alle vier de kadernota's, t.w. ingrijpen bij crisis en onveiligheid, passende ondersteuning, stimuleren van persoonlijke ontwikkeling en

versterken sociaal en veerkrachtig Tilburg. Daarnaast heeft de integrale jeugdaanpak ook duidelijk verbinding met de Duurzame en Vitale stad. Kinderen en jongeren maken gebruik van veel openbare plekken en voorzieningen in hun wijk en in de stad. Ze spelen en sporten buiten en zijn een belangrijke motor voor onze economie.

In hoofdstuk 1 lichten we de vernieuwde werkwijze en uitgangspunten toe.

In Hoofdstuk 2 gaan we verder in op onze basisaanpak en in hoofdstuk 3 gaan we in op 4 PLUS thema's die de komende 1 a 2 jaar extra inzet en een stevige aanpak nodig hebben.

De inhoud van de beleidsnota en de keuze voor de 4 PLUS thema's zijn gebaseerd op

gesprekken die we gevoerd hebben met kinderen/ jongeren (o.a. jongerennetwerk, R-Newt) en ouders, gesprekken met professionals die dagdagelijks met kinderen en jongeren werken en experts op het gebied van de ontwikkeling van jeugd (o.a. Nederlands jeugd instituut).

(4)

1. Werkwijze en uitgangspunten

Vanuit Goede Start is samen met de stad een kijk op de ontwikkeling van kinderen

ontwikkeld. Dit gedachtegoed is feitelijk een manier van werken, gebaseerd op waarden en principes. Hoewel we niet voorschrijven wat een professional of organisatie wel of niet toepast, zijn onderstaande 8 waarden en principes ‘heilig’. Omdat we ervan overtuigd zijn dat we op deze manier echt het verschil kunnen maken:

• Welzijn en liefde als basis voor je werk met kinderen en jongeren.

• De ontwikkeling van het kind staat centraal, we werken met acht ontwikkelgebieden:

Actief – Gerespecteerd - Verantwoordelijk – Erbij horen – Veilig – Gezond –Ontplooiing – Gekoesterd.

• De stem van het kind en de ouders wordt gehoord in de stad, op alle gebieden. Denk aan sport, leefbaarheid, spelen, zorg, werk en onderwijs.

• Elk kind heeft, naast de ouders/verzorgers, iemand waar het terecht kan. Bv. een vriendje, een tante of een leerkracht.

 Elke inwoner, professional, bestuurder, draagt bij aan de ontwikkeling van onze jeugd.

 Vanuit de praktijk samen met de jeugd en ouders leren en werken. (doen we het goede en doen we het goed).

De ontwikkeling van het kind staat centraal

Deze acht ontwikkelgebieden1 zijn de doelen die we voor elk kind willen behalen:

2 Actief:

• Elk kind neemt deel aan spel-, cultuur-, ontspannings- en/of sportactiviteiten. ‘Zo kan ik gezond opgroeien en mezelf ontwikkelen. Zowel thuis, op school als in de samenleving.’

Gerespecteerd:

Elk kind voelt zich gezien, gehoord en serieus genomen. ‘Ik word als kind door mijn ouders en medeopvoeders betrokken bij beslissingen die mij aangaan.’

Verantwoordelijk:

• Elk kind kan een actieve en verantwoordelijke rol nemen. ‘Ik krijg kansen en word aangemoedigd en gesteund om thuis, op school en in de samenleving

verantwoordelijkheid te dragen.’

Erbij horen:

Elk kind hoort erbij en wordt geaccepteerd als deel van de gemeenschap. ‘Ik krijg hulp bij het overwinnen van ongelijke sociale-, fysieke-, economische-en onderwijskansen.’

1 Gebaseerd op wetenschappelijke inzichten (o.a. 10 beschermende factoren Nederlands Jeugdinstituut) en de rechten van het kind.

2 Deze icoontjes komen terug in de beleidsnota. Bij de activiteiten kun je aan de icoontjes zien aan welke ontwikkelgebieden ze bijdragen

(5)

Veilig:

• Elk kind voelt zich veilig thuis, op school en in de rest van de samenleving. ‘Ik word beschermd tegen misbruik, verwaarlozing en geweld. Ik leer me veilig te gedragen naar anderen toe.’

Gezond:

 Elk kind voelt zich lichamelijk en geestelijk goed. ‘Ik heb toegang tot de best mogelijke (gezondheids)zorg en ik krijg ondersteuning bij het leren maken van gezonde en veilige keuzes.’

Ontplooiing:

 Elk kind krijgt kansen op ondersteuning, om te leren en zijn talenten te ontwikkelen. ‘Ik krijg steun bij het ontwikkelen van kennis, vaardigheden, (zelf)vertrouwen en

zelfwaardering. Thuis, op school en in de samenleving.’

Gekoesterd:

 Elk kind heeft een plek om te leven, waar het verzorging en liefde krijgt. ‘Ik groei op in een zorgzaam gezin, zo nodig met aanvullende hulp. Of - als dat niet mogelijk is - in een passende omgeving.

De acht ontwikkelgebieden zijn ons nieuwe ijkpunt bij álles wat we in de toekomst ondernemen voor onze kinderen. De doelen en indicatoren van de beleidsnota integrale jeugdaanpak zijn dan ook gericht op deze 8 ontwikkelgebieden (zie hoofdstuk 4, leren en monitoren). De 8 ontwikkelgebieden zijn door het Nederlands jeugdinstituut, in samen werking met o.a. professionals uit de gemeente Tilburg, verwerkt in de Kansencirkel die professionals uit allerlei sectoren, het medisch en sociaal domein, onderwijs en welzijnswerk kunnen gebruiken in gesprekken met ouders en de kinderen.

(6)

Zo ontstaat een gemeenschappelijke taal en instrumentarium waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. Professionals kunnen samen met het kind en de ouders de

verschillende onderdelen doorlopen en bekijken hoe het gaat, het is ter ondersteuning van het gesprek en het is nadrukkelijkgeen risicotaxatie instrument. De kansencirkel is en blijft het eigendom van de ouders en/of het kind.

(7)

2. Basisaanpak jeugd

In de gemeente Tilburg faciliteren, ondersteunen of initiëren we al heel veel voor en rondom kinderen en jongeren. Dit zijn opgaven die wij vaak langjarig uitvoeren, denk aan onderwijs (LEA), Koers Samen met de jeugd (jeugdhulp), Sport en bewegen, Werk en inkomen, Jeugdgezondheidszorg, tegengaan Kindermishandeling etc. We noemen dit de basisaanpak, deze vormt namelijk de basis voor ons lange termijn beleid.Verdere uitwerking hiervan kunt u vinden in bijlage 1.

Deze opgaven van de basisaanpak zijn veelal door de raad vastgesteld in een kadernota of beleidsvisie, met de daarbij behorende doelen, indicatoren en streefwaarden.

Vanzelfsprekend monitoren we dit en stellen we deze basisaanpak bij als dat nodig is.

Van deze opgaven voldoen velen al aan de genoemde werkwijze en uitgangspunten. Denk aan de Koers samen met de jeugd en de LEA die beiden de ontwikkeling van het kind centraal stellen en tot stand zijn gekomen samen met de jeugd en onze partners binnen de gemeente Tilburg. De aanpak jeugdwerkloosheidsvrije regio, deze gaat niet alleen over werk en inkomen, maar sluit aan bij de leefwereld en levert maatwerk daar waar nodig. Sport en cultuur die steeds meer als middel dienen voor de ontwikkeling van kinderen.

Maar uit data en gesprekken met de jeugd, ouders, professionals en experts blijkt ook dat we er nog niet zijn. Juist tussen de thema's, tussen de domeinen, overgang van

leeftijdscategorieën vallen gaten. Waardoor kinderen, jongeren tussen het wal en het schip dreigen te vallen. In het volgende hoofdstuk gaan we hier uitgebreid op in.

(8)

3. PLUS aanpak Jeugd

3

Uit kennis, data en gesprekken komen nu 4 PLUS thema's naar voren die de komende 1 a 2 jaar vragen om een verbeterde aanpak. Gericht op versterking van de ontwikkeling van onze jeugd, preventief (vroeg is niet vroeg genoeg) en integraal, over organisaties en domeinen heen. Dat lijkt logisch, maar de praktijk is weerbarstig. Belangrijke elementen bij deze verbeterde aanpak zijn, naast de eerder genoemde werkwijze en uitgangspunten, het creëren van gedeeld eigenaarschap (jeugd, ouders , partners) en een gezamenlijke leeromgeving. Na de toelichting op de thema's gaan we dieper op deze elementen in.

Deze PLUS thema's kunnen in de tijd wisselen, we blijven scherp op waar extra inzet nodig is, de gevolgen van de Coronacrisis worden hier ook duidelijk in meegenomen.

Het gaat om de volgende 4 PLUS thema's:

 Stem van de jeugd

Uit de gesprekken met de kinderen en jongeren komt als belangrijkste behoefte naar voren dat ze gehoord, gezien en gewaardeerd willen worden. Dat hun stem er toe doet. Door de stem en betrokkenheid van jongeren centraal te stellen en ze van kinds af aan te vragen om hun mening, voelen en leren ze dat hun stem belangrijk is.

 Kansrijke Start

De wetenschap leert ons dat de eerste jaren voor ieder kind cruciaal zijn voor de ontwikkeling, zowel fysiek als sociaal. Uit de praktijkgesprekken blijkt dat juist in deze periode kinderen te weinig gezien en gehoord worden. We zetten daarom samen met de ouders en onze partners extra acties in voor kinderen van -10 maanden tot 4 jaar. (ook bij positieve gezondheid als thema benoemd)

3 Waar we jeugd zeggen, bedoelen we kinderen en jongeren

(9)

 16-27 jarigen in een kwetsbare positie

Uit de gesprekken met jongeren en professionals blijkt dat een groep jongeren in de

leeftijdsfase 16 tot 27 onvoldoende ondersteuning krijgt bij de stap naar volwassenheid en daardoor minder zelfredzaam is. Samen met hen wordt een integrale aanpak ontwikkeld.

 Jeugd en veiligheid

Jongeren worden steeds jonger betrokken bij criminele activiteiten, ook in Tilburg. Dit vraagt om extra inzet om hen een alternatief en echt perspectief te bieden.

3.1 Stem en betrokkenheid van het kind staat centraal

Het maatschappelijke resultaat dat we met deze aanpak willen bereiken is dat kinderen van jongs af aan leren dat hun stem er toe doet, zich daardoor meer gezien en gehoord voelen en daardoor ook verantwoordelijkheid pakken in onze samenleving, nu maar zeker ook als volwassene.

Zo staan we ervoor

Het is in onze stad niet altijd gebruikelijk dat kinderen rechtstreeks bevraagd worden over wat ze zelf ergens van vinden, vaak gebeurt dit via de ouders of professionals, zoals leerkrachten. Wij willen dat de stem van kinderen zelf gehoord wordt. Niet alleen over sociale, maar ook over fysieke thema's zoals speeltuintjes, buiten sport etc

De bedoeling is dat we in Tilburg niet over alleen óver kinderen en jongeren, maar mét hen praten. We hebben hierbij extra aandacht voor kwetsbare kinderen die zelf niet op de voorgrond treden, deze benaderen we proactief zodat ze ook gezien en gehoord worden.

Dat is een van de uitgangspunten in de integrale jeugdaanpak. Het Jongerennetwerk ‘Samen met de jeugd’ bestaat bijna vier jaar en heeft inmiddels vijf hoofdactiviteiten in de regio Hart van Brabant:

 Regionaal Jongeren Netwerk: slimme verbindingen leggen tussen projecten,

jongerenwerk, leerlingenraden, studentenraad en (jongeren)cliëntenraden. Er lopen via deze kanalen verbindingen met ruim 300jongeren.

(10)

 Inspiratie Café: thema-avonden door jongeren zelf georganiseerd.

 Kinderrechtendag: jaarlijkse viering van de Dag van de Rechten van het Kind, in 2019 met een debatwedstrijd voor 115 kinderen uit Tilburg, Hilvarenbeek, Gilze Rijen en Goirle.

 Adviesvangers: jongeren leren om zelf een brainstorm te houden met andere jongeren. Er zijn in 2019 in totaal twintig adviesvangers die de methode inzetten bij hun eigen projecten op school en in de buurt.

 Jeugdwelzijnsraad: jongeren met een bezonken jeugdhulpervaring adviseren beleidsmakers van gemeenten en jeugdhulpinstellingen. De adviesraad bestaat uit vijftien jongeren die in 2019 bij acht jeugdhulpthema’s beleidsadvies hebben gegeven.

Verder zijn er in negen wijken Kinderraden actief onder begeleiding van R-Newt. Gemiddeld zitten er tien kinderen bij elke KART-raad. In 2018/2019 zijn we aan de slag gegaan met de Raad van Kinderen, onder leiding van Missing Chapter in combinatie met Bibliotheek MB, Traverse, Innovatienetwerk Jeugd/Samen met de Jeugd, Zorgbelang, Sterk Huis, R-Newt en Wonen Breburg. De Raad van Kinderen bestond in 2019 uit alle kinderen (22) van groep 7 van BS de Stappen.

Bij het jongerenwerk praten, denken en doen jongeren al gericht mee; bijvoorbeeld binnen projecten van Maatschappelijke Diensttijd (MDT), NextGen013 en Stadsmakers 013 en de Join Us groepen (gericht op eenzaamheid). Maar ook praten jongeren mee op thema's als discriminatie, etnisch profileren en religie.

Daarnaast faciliteren we de Stichting Move die met kinderen van basisscholen (in kwetsbare wijken) de wijk in gaan, samen een wijkschouw houden en ophalen wat zij belangrijk vinden en willen in hun wijk. Heeft dit te maken met sport, bewegen of gezondheid (bijvoorbeeld ook roken en pesten) dan haakt JOGG en/of een gezondheidswerker van de GGD aan. De kinderen worden begeleidt door studenten uit de stad, waarbij de kinderen tevens wordt meegenomen in de leefwereld van de studenten. Stichting Move gaat in 2020 dit project op minimaal 10 scholen in de stad uitvoeren. Op het MBO faciliteren we BOOTS; een debatclub met een belangrijke rol in de meningsvorming van jongeren, die ook actuele (gemeentelijke) thema's tegen het licht houdt. Boots bestaat uit gemiddeld 12 studenten per jaar.

Betekenis voor Tilburg: onze opgave

Als we jongeren van kinds af aan vragen om hun mening, dan leren ze dat hun stem

belangrijk is en worden ze actieve burgers die bijdragen aan hun samenleving. Dit zijn onze doelen:

 De Tilburgse jeugd krijgt de ruimte om met eigen ideeën en initiatieven voor de stad aan de slag te gaan.

 Zij kunnen en mogen meepraten over thema's in de stad, wijk of buurt: wat moet er anders en beter?

 We ontwikkelen een vorm/werkwijze die bij de jongeren past en niet andersom: we gaan niet uit van ons systeem van besluitvorming (de raad) of beleidsontwikkeling.

 Beleidmakers en jeugdprofessionals hebben de tools in huis of weten deze te vinden om jongeren te betrekken bij nieuwe projecten, activiteiten en beleid.

Hoe willen we dit doen?

(11)

 De mening van onze jeugd doet er echt toe, wat vinden ze er nu zelf van?

We ontwikkelen samen met de jeugd een manier om onze Tilburgse jeugd jaarlijks op belangrijke onderwerpen te bevragen. Aanvullend op het burgeronderzoek dat alleen onder volwassenen georganiseerd wordt.

 Ruimte om met eigen ideeën aan de slag te gaan: voorbeelden hiervan zijn onder meer de projecten rondom maatschappelijke diensttijd van R-Newt (‘Kiss the Future’). Ook in de wijken zien we ontwikkelingen waarbij kinderen hun talenten kunnen ontplooien;

samenwerking met de wijkaanpak en het betrekken van buurtsportmedewerkers is hierbij essentieel.

 Meepraten over thema’s in de stad, wijk of buurt: we gaan kinderen en jongeren een echte stem geven bij het opstellen van de wijkagenda's.

 Het ontwikkelen van een passende vorm en werkwijze: we leren vanuit de huidige vormen van participatie zoals Speaking Minds, het Innovatienetwerk, de Adviesvangers, Missing Chapter et cetera en komen zo tot werkbare vormen voor de verschillende doelgroepen. Jongeren vragen om een andere manier van communicatie en benadering, wat ook gevolgen kan hebben voor onze manier van werken.

 Jongeren betrekken bij nieuwe projecten, activiteiten en beleid: Via regionaal project Jongerennetwerk – Samen met de Jeugd:

Regionaal Jongeren Netwerk – slimme verbindingen leggen tussen projecten. Twee aanjagers jongerenparticipatie bezoeken de vele jongerenparticipatieprojecten die er in de regio al zijn, geven advies aan het netwerk en maken verbindingen waar mogelijk.

Inspiratie Café – thema-avonden door jongeren zelf georganiseerd. De aanjagers begeleiden een kleine groep jongeren die zelf een thema-avond willen organiseren waarbij er zoveel mogelijk taken bij de jongeren zelf liggen. Ze organiseren zelf het vooronderzoek, bedenken de werkvormen, regelen een locatie en natuurlijk pizza!

Kinderrechtendag – jaarlijkse viering van de dag van de rechten van het kind (recht op je stem laten horen). Elk jaar weer een andere spannende vorm: dit jaar een debat-

marathon met kinderen (groep 7 en 8) uit alle regio gemeenten. Thema’s worden opgehaald bij de kinderen zelf en hebben een link met kinderrechten. R-newt (kids) en BOOTS debatkuip zijn de partners in 2019.

Adviesvangers – jongeren leren om zelf een brainstorm te houden bij andere jongeren.

Vragen vanuit gemeente en aanbieders worden vertaald naar een centrale vraag, aan de hand waarvan de jongeren de brainstorm bij andere jongeren vorm geven. De

adviesvanger-methode wordt ook gebruik bij projecten van BOOTS (stagebureau ROC zorg en welzijn).

Jeugdwelzijnsraad – jongeren met een bezonken jeugdhulpervaring adviseren beleidsmakers van gemeenten en jeugdhulpinstellingen. Via jeugdhulpprofessionals worden jongeren benaderd om deel te nemen aan deze adviesraad. Elke twee weken komt de raad bij elkaar om aan de hand van een beleidsthema in een spannende werkvorm te adviseren. De aanjagers bereiden samen met de thematrekkers de

bijeenkomsten voor. De aanjagers draaien de bijeenkomst en de thematrekkers maken het verslag.

(12)

Wanneer blijkt dat de bijeenkomsten goede output opleveren, wordt daarvan een infographic gemaakt en deze bieden we aan via www.samenmetdejeugd.nl.

Een goed voorbeeld hiervan is de stem van jongeren die via een infographic expliciet is gemaakt tijdens de Coronacrisis, zie bijlage 2.

Daarnaast kennen we ook een communicatiekanaal -Jongerenlabel “Jongerenpunt” dat door jongeren zelf via het project “Werktuig” wordt beheerd.

En verder door:

 Jaarlijks jeugddebat

 Initiatief: 2 jaarlijks pitchen (incl. coach, denk aan jongeren-pitch-night:

stadsmakers013)

 Digitale interactie met kinderen/jongeren mogelijk maken, bijv. chatmogelijkheden

 Communicatie gemeente meer specifiek op jeugd richten. Bijvoorbeeld informatief pakket als jongeren 18 jaar worden.

 Letterlijk een stembus door de stad laten rijden

Deze initiatieven worden verder uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma.

Wat willen we bereiken?

De aanpak draagt bij aan de doelen:

 Elk kind/jongere voelt zich gehoord en serieus genomen.

 Elk kind kan een actieve en verantwoordelijke rol nemen.

Indicator:

Nog te ontwikkelen: Kwalitatief onderzoek of jeugd zich voldoende gehoord, gezien en gewaardeerd voelt en voldoende kan en wil bijdragen aan de samenleving. Hierbij zorgen we voor een proactieve benadering van kwetsbare jeugd, die niet uit zichzelf naar voren treedt.

(13)

3.2. Kansrijke Start

De aanpak van Kansrijke start is gericht op de ultieme preventie, proberen zo vroeg mogelijk in het leven van het kind, tijdens de zwangerschap, alles rondom het kind te richten op een veilige, gezonde start met gelijke kansen op ontwikkeling. Zelfs soms door een zwangerschap te voorkomen, omdat de keuze voor een zwangerschap op dat moment niet bewust wordt aangegaan en dit zowel voor ouders die in een kwetsbare fase zitten (verslaving, dakloos, huiselijk geweld, tienerleeftijd) als het kind schadelijk kan zijn.

Zo staan we ervoor

In Tilburg worden jaarlijks ongeveer 2.100 kinderen geboren. Gelukkig hebben de meeste van hen een start met volop kansen. Maar van elke 1000 geboortes worden 211 kinderen te vroeg geboren of hebben een te laag geboortegewicht. Sommige kinderen zijn kwetsbaarder bij de start doordat moeders een ongezonde leefstijl hebben tijdens de zwangerschap

(ongeveer 1 op de 10 moeders rookt nog tijdens de zwangerschap). Ook is, na een fikse daling in 2012, het aantal tienermoeders weer aan het toenemen. Bijna 10% van de gezinnen heeft moeite met rondkomen; hier is geldgebrek risicovol voor de gezondheid of het welbevinden van het kind. De opvoeding is voor ongeveer 1 op de 3 ouders een pittige klus en 9% zou daar (professionele) ondersteuning bij willen. Vooral grenzen stellen of opvoeden bij (faal)angst en onzekerheden is moeilijk. Maar er zijn ook gezinnen die niet zo makkelijk hulp vragen of kunnen vinden in onze systemen. Door een valse start komen kinderen vaker in aanraking met jeugdhulp en krijgen ze op latere leeftijd vaker problemen en ziekten.

Betekenis voor Tilburg – onze opgave

De eerste jaren zijn voor ieder kind cruciaal voor de ontwikkeling, zowel fysiek als sociaal.

Een Kansrijke Start is een onderdeel van Goede Start, en specifiek gericht op de leeftijd -10 maanden tot 4 jaar. Een kansrijke start begint immers al voor de geboorte, zelfs nog voor de conceptie en de zwangerschap. De periode van ‘eicel’ tot kleuter legt het

(14)

fundament voor de rest van je leven. We willen gezinnen op tijd de juiste hulp bieden, zodat ouders zelf de regie kunnen houden en om later zwaardere zorg te voorkomen.

We willen minder medicalisering en gespecialiseerde zorg en een integrale aanpak met zorg-op-maat. Het is daarom belangrijk dat we kinderen uit kwetsbare gezinnen vroeg in beeld hebben.

Hoe willen we dit doen?

We nemen deel aan het landelijke actieprogramma Kansrijke Start. Om hier vorm en inhoud aan te geven hebben we een Tilburgse coalitie gevormd met het Elisabeth

Tweesteden Ziekenhuis (ETZ), GGD, Jeugdhulp, kinderopvang en welzijnswerk. Het doel is om zo vroeg mogelijk kinderen bij kwetsbare (toekomstige) ouders te signaleren en de juiste hulp en ondersteuning te bieden. We doen dit al met NuNietZwanger vóór de zwangerschap tot en met de leeftijd van 4 jaar, want vroeg is niet vroeg genoeg.

Aan de slag in Groenewoud

We gaan concreet invulling geven aan Kansrijke Start in de wijk Groenewoud. Dat doen we samen met het ETZ en met de professionals die actief zijn in deze wijk; zij die werken met de doelgroep -10 maanden tot 4 jaar, die dicht bij de inwoners staan en hen kennen, en weten wat er nodig is. Denk aan de kinderarts, kraamzorgconsulent, verloskundige,

jeugdverpleegkundige, medisch en sociaal werker en POH GGZ in de wijken. Maar ook de kinderdagopvang, het onderwijs, medisch maatschappelijk werk, welzijnswerk en

wijkgezondheidswerk. Samen willen we eerst op kleine schaal in een flexibele leeromgeving vorm geven aan oplossingen, door beter te verbinden, sneller te signaleren en het sociaal netwerk van ouders en kinderen te versterken. We willen ervoor zorgen dat

jeugdgezondheidszorg een nog betere preventieve werking krijgt door flexibilisering van de JGZ. Dat betekent meer tijd en een outreachende aanpak voor kwetsbare gezinnen. Dit moet zorgen voor een betere toeleiding van kwetsbare ouders tot de juiste ondersteuning,

bijvoorbeeld deelname aan evidence based preventieve programma’s zoals Voorzorg en Stevig Ouderschap. Na deelname zeggen ouders zich zekerder te voelen, hun kind beter te begrijpen en beter met stress om te kunnen gaan. Beide programma’s leiden aantoonbaar tot minder kans op kindermishandeling. Bij Stevig Ouderschap is kans op kindermishandeling 22% kleiner dan in kwetsbare gezinnen die niet deelnamen. Indien de proeftuin zowel

maatschappelijk als economisch rendement heeft worden de successen uit de proeftuin Groenewoud daarna geborgd in de hele gemeente.

Wat willen we bereiken?

Voor kinderen tussen de -10 mnd en 4 jaar draagt de aanpak Kansrijke Start bij aan de doelen:

 Elk kind voelt zich veilig thuis en in de rest van de samenleving.

 Elk kind krijgt kansen en ondersteuning om te leren en zijn talenten te ontwikkelen.

 Elk kind heeft een plek om te leven, waar het verzorging en liefde krijgt.

Indicatoren:

 Percentage kinderen dat door de GGD geïndiceerd is Voor- en Vroegschoolse educatie VVE.

 Aantal deelnemers Nu Niet Zwanger, Stevig Ouderschap en VoorZorg.

 % kinderen met verhoogd risico op psychosociale problematiek (4-11 jr).

 Aantal recidive meldingen kindermishandeling (0-4 jr).

(15)

3.3. Integrale aanpak voor jongeren 16-27 jaar in kwetsbare positie

Het maatschappelijk resultaat dat we met deze aanpak willen bereiken is dat jongeren in een kwetsbare positie zich kunnen ontwikkelen tot sociaal en veerkrachtige volwassenen.

De aanpak voor jongeren tussen de 16 en 27 jaar draagt bij aan de doelen:

 Jongeren in een kwetsbare positie hebben minimaal één volwassen persoon als support;

 Jongeren in een kwetsbare positie hebben een passende en stabiele woonplek;

 Jongeren in een kwetsbare positie hebben een daginvulling die perspectief biedt;

 Jongeren in een kwetsbare positie hebben een stabiele financiële situatie;

 Jongeren in een kwetsbare positie krijgen de hulp/ondersteuning die nodig is voor (sociale) welzijn en een goede gezondheid.

Zo staan we ervoor

Jongeren zetten in de leeftijdsfase 16 tot 27 jaar de stap naar volwassenheid. In deze periode krijgen zij te maken met veel andere en verkokerde regelgeving en toenemende eisen die de samenleving aan hen stelt. Jongeren gaan zelfstandig wonen, studeren, hun eigen geld verdienen en moeten steeds meer beslissingen zelf nemen. Een groot deel van de jongeren werkt op eigen kracht succesvol toe naar volwassenheid. Een kleine groep jongeren heeft echter problemen op meerdere leefgebieden en is minder zelfredzaam. Zij bevinden zich in een kwetsbare positie. Deze jongeren hebben hierdoor een hoger risico op onder andere:

 het vroegtijdig verlaten van onderwijs zonder afgeronde opleiding;

 werkloosheid of een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt (weinig kans op duurzaam werk, bijstandsafhankelijkheid);

 psychosociale problemen;

 onbedoelde zwangerschap;

 ongezonde leefstijl/gezondheidsproblemen;

 problemen met zelfredzaamheid;

 criminaliteit;

 sociale vervreemding;

 dakloosheid.

Uit een eerste verkenning is gebleken dat er in Tilburg bijna 42.000 jongeren zijn tussen de 16 en 27 jaar zijn. Ongeveer 15% van deze jongeren (landelijke cijfers) zitten in een

kwetsbare positie op de domeinen support, wonen, werk/inkomen, school en welzijn/zorg.

Wanneer we dit percentage ook hanteren voor de gemeente Tilburg, dan verwachten we dat er zo'n 6300 jongeren binnen de gemeente in een kwetsbare positie verkeren.

Betekenis voor Tilburg - onze opgave

De opstapeling van problematiek en daarmee de complexiteit van de vraag en de behoefte aan ondersteuning van jongeren, vraagt om afstemming van ondersteuning in deze cruciale periode. Een meer integrale aanpak voor deze doelgroep kan bijdragen aan het beperken van de risico's en het voorkomen dat problemen verzwaren.

(16)

De bedoeling is om jongeren in een kwetsbare positie te ondersteunen in hun stap naar volwassenheid. Bij het project 'Integrale aanpak Jongeren in Kwetsbare Positie 16-27 jaar' gaat het om het ontwikkelen van een integrale aanpak op alle leefdomeinen en om het effectief en efficiënt laten samenwerken van alle trajecten die we al hebben. Waarbij we zaken die niet werken moeten loslaten en 'witte vlekken' moeten opvullen. Het is hierbij belangrijk dat we aanhaken bij de verschillende projecten die al lopen binnen de gemeente Tilburg (regio) zoals Jeugdwerkloosheidsvrij Zone, Sluitende aanpak van school naar werk voor de PRO/VSO doelgroep, VSV aanpak vanuit RMC, beleid “Tilburg investeert in perspectief”, doorontwikkeling Toegang, HotSpot en het project AMV'ers.

In 2019 is goed zicht verkregen op de knelpunten die nu worden ervaren in de

dienstverlening aan jongeren op de verschillende leefdomeinen. Dit is gebeurd middels gesprekken met jongeren, ervaringsdeskundigen, professionals van interne en externe partners die dagelijks in contact staan met jongeren of hier beleid over maken en de jeugdwelzijnsraad. Deze knelpunten hebben gediend als basis voor het vormgeven van het plan van aanpak.

Hoe willen we dat doen?

Jongeren hebben het recht om gezond, veilig en prettig op te groeien. Iedere jongere heeft gelijke kansen op ontwikkeling, een duurzaam perspectief en kan volwaardig deelnemen aan de maatschappij. Voor een doorlopende, integrale ondersteuning op alle leefdomeinen is het belangrijk dat de verschillende partners ondersteuning op elkaar afstemmen met de jongeren als middelpunt. Jongeren worden pas losgelaten als ze een stabiele situatie hebben op diverse leefdomeinen.

Jongeren hebben een stabiele situatie nodig op de diverse leefdomeinen om op te groeien tot stabiele en veerkrachtige volwassenen. Om dit te kunnen bereiken zijn samen met de jongeren en de stad 4 ontwikkellijnen bepaald:

1. Support

Elke jongere heeft minimaal één volwassen persoon naast zich staan die hem of haar steunt bij alles wat de jongere tegenkomt in zijn leven.

2. Integrale voordeur

Een integrale voordeur is een concept dat ervoor zorgt dat:

jongeren (en ouder(s)/verzorgers, professionals en andere betrokkenen) weten waar ze hun willekeurige vraag of hulpvraag kunnen stellen en;

deze jongeren integraal geholpen worden ("waar je ook binnen stapt, je krijgt antwoord op je vraag").

3. Overgang naar volwassenheid

De overgang naar volwassenheid is de periode waarin aan de jongere steeds meer zelfstandigheid wordt gevraagd rond de domeinen wonen, financiën, zorg, onderwijs en werk. Er zijn verschillende overgangsmomenten, maar het concentreert zich voornamelijk rond de overgang van 18- naar 18+.

We zorgen ervoor dat jongeren meer handelingsperspectief krijgen (wat zijn de overgangen, hoe ga ik daar mee om en welke vaardigheden heb ik nodig). Dit gaan wij doen middels goede informatievoorziening. Tevens zorgen wij als partners ervoor dat we bepaalde

(17)

regelgeving en diensten waar mogelijk aanpassen aan de behoeften van de jongeren.

4. Integraal samengestelde arrangementen

Een integraal arrangement is een gecombineerde en op maat gemaakte ondersteuning aan een jongere in een kwetsbare positie. Het bevat producten en diensten uit meerdere domeinen (bijvoorbeeld uit zorg, schulden, inkomen, onderwijs, werk, etc.) en wetten (Jeugdwet, WMO, Participatiewet, Zorgverzekeringswet, Wet op passend onderwijs, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Wet langdurige zorg). Zo manifesteert de ondersteuning zich op maat, snel en vloeiend naar de jongere. Hierdoor versterken de verschillende

trajecten elkaar, zodat de jongere eerder een positief resultaat kan behalen.

Wat willen we bereiken?

Zoals eerder aangegeven kunnen we de doelen voor de jongeren alleen bereiken als we samen met jongeren en onze partners in de stad de ontwikkellijnen oppakken. De ontwikkellijnen willen we uitwerken middels een overkoepelend integraal

uitvoeringsprogramma, aangezien het ontwikkelen van een integrale aanpak een complex proces is. Het is belangrijk dat het uitvoeringsprogramma een duidelijk doel en opdracht krijgt met betrekking tot de vier ontwikkellijnen, zodat er duidelijk is wat het eindresultaat moet zijn. In het plan van aanpak worden indicatoren vermeld. Deze zijn voorlopig en kunnen waar mogelijk nog worden aangepast dan wel uitgebreid. Voor de kwalitatieve indicatoren wordt nog naar de juiste meetmethoden gezocht. De kwantitatieve indicatoren worden bij uitvoering van de ontwikkellijnen nog SMART gemaakt.

(18)

3.4. Jeugd en veiligheid

Het maatschappelijke resultaat van deze aanpak is dat we zorgen dat jongeren voldoende perspectief hebben, waardoor voorkomen wordt dat ze in de criminaliteit terecht komen.

Jeugd en veiligheid zo staan we ervoor

We mogen verwachten dat Tilburgerschap voor jongeren inhoudt, dat ze open staan en zich inzetten om kennis en vaardigheden te verwerven die ze nodig hebben om nu en later actief te kunnen meedoen en bijdragen aan onze samenleving.

Als Tilburghebben we voor een groot deel beeld bij onze kwetsbare, overlastgevende en criminele jeugd. Een begin is gemaakt met een aantal doeltreffende aanpakken waarmee we de weerbaarheid van de jongeren en hun omgeving versterken. Jeugd overlastcijfers zijn relatief stabiel, met wat schommelingen in de tijd. Dit zegt niet alles, ze zijn verschillend in ernst en urgentie. Om duiding te kunnen geven aan de cijfers zijn we begonnen met de jongerentafels, waar de signalen over overlastgevend gedrag gedeeld worden.

We hebben wel zorgen: we zien in buurten netwerken waar de oudere jeugd de jongere garde ' besmet' en hen aanzet tot problematisch gedrag, variërend van relatief onschuldig overlastgevend gedrag tot en met High Impact Crimes. Ook de georganiseerde criminaliteit schurkt tegen die netwerken aan en maakt misbruik van de vatbaarheid van de (erg) jonge jeugd. Daarnaast zien we ook een leeftijdsverschuiving: steeds jongere jeugd maakt zich schuldig aan het plegen van ernstige strafbare feiten. Dit kan zich snel ontwikkelen en ook snel escaleren; soms waren deze plegers voorheen niet eens in beeld bij hulpverleners en partners in de wijk. We hebben steeds meer zicht op aantallen en effectieve aanpak. De doelgroep verandert voortdurend als ook de manier van overlast geven of vormen van criminaliteit. Hiermee moet ook de aanpak steeds aangepast of aangescherpt worden.

(19)

Betekenis voor Tilburg - onze opgave; het vroegtijdig signaleren van risicogedrag bij jongeren om hen een ander en beter perspectief te bieden.

We willen een trendbreuk; op dit moment zien we dat steeds jongere kinderen in aanraking komen met de criminaliteit en hierin bewust of onbewust keuzes maken die hun verdere leven beïnvloedt. We willen dat jongeren een ander perspectief zien dan de criminaliteit en daarmee ook andere keuzes maken in hun leven. Met name het voorkomen van nieuwe jonge aanwas is hierbij cruciaal. Dat betekent dat je de signalen moet kunnen zien (wie en wat zijn je ogen en oren) en herkennen (wat zie ik nu eigenlijk en hoe vertaal ik dat).

Rol en verantwoordelijkheid gemeente:

Hoe willen we dat doen?

We willen krachtig inzetten op signalering en preventie van risicojongeren. We gaan op zoek naar handelingsperspectief om de jongeren en hun netwerken zo vroeg positief te

beïnvloeden en een ander perspectief te bieden. Met name de heel jonge groep is nog wel te beïnvloeden; zodra ze aan geld en straatstatus hebben geroken, wordt dat veel lastiger.

Dat betekent dat we onze ervaring en casussen analyseren, signalen en de aanpak

afstemmen op dat beeld en vernieuwing zoeken. Daarnaast grijpen we stevig in en straffen waar nodig.

Het veiligheidsdomein kent de volgende inzet ten aanzien van risicojongeren:

 De aanpak jeugdoverlast en problematische jeugd(groepen). Bij opvallend asociaal gedrag van jongeren bij openbaar toegankelijke plaatsen, maar ook wanneer er sprake is van stelselmatige vernielingen bijvoorbeeld op scholen en bij sportverenigingen,

reageren we vanuit onze kernwaarden van de persoonsgerichte aanpak. Natuurlijk wordt strafbaar gedrag bestraft, maar daarnaast proberen we te begrijpen waar het gedrag vandaan komt en zetten we in op het met hulp van het sociale systeem (iemands gezin, buurt, sociale netwerk, school, sportvereniging) voorkomen van herhaling. We werken

(20)

met zes signalerende jongerentafels in de wijken, en een stedelijke Weegploeg Jeugd voor opschaling.

 Ondermijning: We willen interventies ontwikkelen om te voorkomen dat de jongeren in het criminele circuit terecht komen, maar ook om als ze er eenmaal in zitten ze zo snel als mogelijk er weer uit te krijgen.

 High Impact Crimes inclusief geweld en mensenhandel; er zijn signalen dat slachtoffers en plegers van HIC jonger zijn en snel escaleren.

 Leerplicht gaat uiteraard om jeugd en is in staat te signaleren waar het mis gaat met school en dagbesteding. Handelen is gebonden aan wettelijke kaders.

 Binnen de persoonsgerichte aanpak van het Zorg en Veiligheidshuis explicieter een rol inrichten voor jeugd in deze doelgroep (die onveiligheid veroorzaken en/of onveilig zijn, en waarbij reguliere interventies niet meer werken).

 Specifiek op scholen gaan we verder door op de eerder gestarte Regiegroep Veilige School, onder meer gericht op het tegengaan van het dealen van drugs aan/door/met betrokkenheid van scholieren. We werken, samen met alle betrokken partners, aan een aanpak die op alle schoolgebieden toe te passen is. Daarbij zullen we ons niet alleen gaan richten op drugs, maar pakken we alle onderwerpen op die op veiligheidsgebied op en rond scholen kunnen spelen. Er zijn handelingsprotocollen en themabijeenkomsten voor diverse situaties en fenomenen. Momenteel wordt ook gekeken of en hoe Veilige school kan samenwerken rondom preventie en handelingsperspectief bij

'ongemakkelijke fenomenen' als sexting, polarisatie, drugsbetrokkenheid, gedwongen prostitutie, huiselijk geweld.

 Binnen veiligheid onderzoeken we op basis van ervaring en concrete casuïstiek, wat patronen zijn, en hoe wij aan de hand daarvan eerder kunnen signaleren en handelen.

 Ervaringen die wij opdoen uit casuistiek en projecten vertalen we naar de samenwerking in de praktijk en naar andere werkvelden als de wijkaanpak om preventie en perspectief te versterken.

Kindermishandeling – zo staan we ervoor

In 2019 zijn bij Veilig Thuis 650 meldingen gedaan over het vermoeden van

kindermishandeling en 1034 adviezen gegeven bij vermoedens van kindermishandeling.

Betekenis voor Tilburg – onze opgave

De gemeenten in de regio Hart van Brabant en de Regionale Taskforce Kindermishandeling vinden de stem van het kind cruciaal. Bij de aanpak van huiselijk geweld en

kindermishandeling staat het systeem nogal eens centraal, terwijl het moet gaan om de leefwereld van de meest kwetsbare kinderen. Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn thema’s die in feite niet primair thuishoren bij zware instanties, maar besproken moeten worden in het normale leven; op school, bij de sport, thuis en met vrienden. Het gesprek over deze thema’s moet met het kind worden gevoerd, terwijl het nu vaak óver kinderen gaat.

Hoe willen we dat doen?

De Taskforce Kindermishandeling zet in op de volgende onderdelen:

 Doorlopende leerlijn: weerbaarheid binnen het primair onderwijs met Schildje, Kinderrechten nu en Marietje Kessels.

(21)

 De scheidingsstraat, over scheiden en het effect op en hulp aan kinderen, en inzet van twee pilotcampagnes om kinderen en jongeren te bereiken via online kanalen.

 Website en publiekscampagne om signalen te herkennen, in actie te komen en hulp te vragen.

 Implementatie Handle with care, de maatschappelijke variant waarin scholen en

Traverse samenwerken. En de variant waarin politie, leerplicht en scholen samenwerken.

 Aandacht voor kwetsbare kinderen in de Week tegen kindermishandeling

Wat willen we bereiken?

Doel: Elk kind voelt zich veilig thuis, op school en in de rest van de samenleving Indicatoren:

 Het aantal recidive meldingen van kindermishandeling en/of huiselijk geweld gericht op kinderen en jongeren (tot 23 jaar).

 Percentage jongeren (2e en 4e klas VO) dat aangeeft wel eens (nu of in verleden) regelmatige ruzies of geweld tussen de ouders meegemaakt te hebben.

 Percentage kinderen, 4-11 jaar dat aangeeft wel eens (nu of in verleden) regelmatige ruzies of geweld tussen de ouders meegemaakt te hebben. Moet nog ontwikkeld worden.

 Percentage jeugd dat zich veilig voelt op school, thuis, straat, vrienden, samenleving.

Deze indicator wordt meegenomen in nog te ontwikkelen kwalitatief onderzoek jeugd.

Doel: Elk kind kan een actieve en verantwoordelijke rol nemen Indicatoren:

 Het aantal strafbare feiten gepleegd door kinderen en jongeren (12-23 jaar).

 Het aantal verwijzingen naar Halt per 10.000 inwoners van 12-17 jaar.

 Het percentage jongeren (12-23 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-23 jaar).

Doel: Terugdringen van door jongeren veroorzaakte overlast en onveiligheid Indicator:

 Het aantal jeugdoverlast meldingen.

(22)

4. Leren en monitoren

a. Monitoren

Naast de doelen en indicatoren op de 4 PLUS thema's willen we overkoepelend aan de basis- en PLUS aanpak weten hoe het met onze jeugd gaat. Dit doen we aan de hand van de 8 ontwikkelgebieden. Zoals eerder aangegeven maakt deze beleidsnota onderdeel uit van de 4 kadernota's Inclusieve Stad. Drie hiervan zijn nog in ontwikkeling, één kadernota, versterken sociaal en veerkrachtig Tilburg, is vastgesteld. Bij onderstaande doelen en indicatoren wordt aangegeven of deze ook in de kadernota sociaal en veerkrachtig vastgesteld zijn en/of in de drie andere kadernota's, persoonlijke ontwikkeling, passende ondersteuning en ingrijpen bij crisis en onveiligheid meegenomen worden. Verder wordt voorgesteld om samen met de jeugd een jeugdonderzoek te ontwikkelen, aanvullend op het burgeronderzoek dat nu alleen voor 18+ is. Hierin wordt aan hen gevraagd hoe zij zichzelf, hun omgeving en Tilburg ervaren en welke suggesties zij hebben om zaken te verbeteren.

Doelen en indicatoren gericht op de ontwikkeling van de jeugd:

Doelen Actief

 Hoofddoel: Elk kind neemt deel aan spel-, ontspannings- en sportactiviteiten.

Subdoel: Kinderen dat speelt of sport (buiten en binnen) neemt toe

Indicator: % van jeugd ( 4 t/m 11 jr) dat minstens twee keer per week minimaal 1 uur sport of beweegt. (kadernota sociaal en veerkrachtig)

Percentage kinderen dat voldoet aan de beweegrichtlijn Bron: Onderzoek sportdeelname jeugd Gemeente

Tilburg

2016 2019 2024

Tilburg 74 * 76

*De resultaten over 2019 worden in de zomer 2020 gepubliceerd. Wordt aangevuld zodra bekend.

Indicator: % van jeugd (12 t/m 17 jr) dat minstens twee keer per week minimaal 1 uur sport of beweegt. (kadernota sociaal en veerkrachtig)

Percentage jongeren dat voldoet aan de beweegrichtlijn Bron: Onderzoek sportdeelname jeugd Gemeente

Tilburg

2016 2019 2024

Tilburg 72 * 74

*De resultaten over 2019 worden in de zomer 2020 gepubliceerd. Wordt aangevuld zodra bekend.

(23)

 Subdoel: Toegankelijkheid van voorzieningen, zowel financieel als voor kinderen met beperking, neemt toe.

Indicator: % kinderen tot 18 jaar in uitkeringsgezinnen (kadernota sociaal en veerkrachtig) Kinderen in uitkeringsgezinnen

Bron: Kinderen in Tel Verwey Jonker Instituut

2016 2018* 2020 2022 2024

Tilburg 10,39 9,3 8,3 7,8

Breda 6,88

Eindhoven 8,62

Helmond 7,16

's-Hertogenbosch 6,43

* Gegevens voor 2018 zijn nog niet afgerond. Publicatie volgt nog. Betreft een 2-jaarlijkse publicatie.

Indicator voor Tilburg Bron 2019 2020

% kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum dat lid is van een sportvereniging

Gemeente Nulmeting

% kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum dat lid is van een cultuurvereniging / muziekles

Gemeente Nulmeting

Aantal unieke kinderen dat bereikt wordt via Leergeld

Gemeente 3512 3680

* Ook opgenomen in beleidsnota bestaanszekerheid

Over Toegankelijkheid voorzieningen voor kinderen met een beperking zijn op dit moment geen gegevens beschikbaar, hier wordt samen met de GGD een indicator voor ontwikkeld.

Daarnaast kwalitatief aangevuld met mondelinge peilingen bij zowel jonge als oudere jeugd.

Doel Gerespecteerd:

 Elk kind/jongere voelt zich gehoord, gezien en serieus genomen. (kadernota sociaal en veerkrachtig)

Dit doel meten we door het nog te ontwikkelen jeugdonderzoek en door speciale peilingen voor (jonge) kinderen en jongeren te organiseren (jongerennetwerk).

Doel Verantwoordelijkheid :

 Elk kind kan een actieve en verantwoordelijke rol nemen Indicatoren:

 Beleving van kinderen of ze de kans hebben gehad om hun stem voldoende te laten horen bij het opstellen van de wijkagenda's. Deze indicator gaan we kwalitatief meten, nulmeting 2020.

 % integrale plannen van aanpak Toegang, waar de stem van het kind/jongeren duidelijk vermeld staat. Nulmeting 2020.

(24)

Doel Erbij horen :

Kinderen en jongeren voelen zich geaccepteerd en horen erbij ongeacht hun afkomst, geloof en/of seksuele geaardheid.

Indicator: Dit doel meten we door vragen op te nemen in het nog te ontwikkelen jeugdonderzoek en door extra mondelinge/digitale peilingen voor (jonge) kinderen en jongeren te organiseren.

 Doorbreken van intergenerationele armoede

Indicator: Op basis van de evaluatie Armoedeoffensief Kinderen en op basis van kwalitatief onderzoek onder kinderen zelf (Speaking Minds) worden, indien nodig aanvullende

indicatoren toegevoegd.

Doel Veilig:

 Ieder kind is, gedraagt en voelt zich veilig (kadernota ingrijpen crisis en onveiligheid) Indicator: Beleving wordt onderzocht door GGD jeugdmonitor en aangevuld met

mondelinge/digitale peilingen (jonge) kinderen en jongeren. In kadernota ingrijpen crisis en onveiligheid worden streefcijfers opgenomen.

Doel Gezond :

 Kinderen groeien gezond op (kadernota sociaal en veerkrachtig)

 Ouder ervaart gezondheid van kind als goed (0-11 jaar) Bron: GGD /CBS

Gezondheidsmonitor

2008 2013 2017 2020* 2024

Tilburg 95 97 95 96 97

Breda 96 95 97

Eindhoven 94 96 94

Helmond 95 96 94

's-Hertogenbosch 95 96 96

*gegevens zijn in zomer 2020 beschikbaar. Wordt aangevuld zodra bekend.

Ervaart eigen gezondheid als goed (12-18 jaar) Bron: GGD

Gezondheidsmonitor

2011 2016 2020* 2024

Tilburg onbekend 82 83 85

Breda onbekend onbekend

Eindhoven 85 83

Helmond 86 87

's-Hertogenbosch onbekend 84

*gegevens zijn in zomer 2020 beschikbaar. Wordt aangevuld zodra bekend.

(25)

Bron: GGD/CBS gezondheidsmonitor

2016 2020* 2024

Tilburg 82 83 85

Breda X

Eindhoven 85

Helmond 89

's-Hertogenbosch 84

*gegevens zijn in zomer 2020 beschikbaar. Wordt aangevuld zodra bekend.

Doel Ontplooiing :

 Elk kind krijgt kansen en ondersteuning om te leren en zijn talenten te ontwikkelen.

(kadernota persoonlijke ontwikkeling)

Dit doel meten we via het nog te ontwikkelen jeugdonderzoek en door extra mondelinge/digitale peilingen voor (jonge) kinderen en jongeren te organiseren.

Doel Gekoesterd:

 Elk kind heeft een plek om te leven, waar het verzorging en liefde krijgt. (kadernota passende ondersteuning).

In de kadernota passende ondersteuning worden doelen, indicatoren en streefwaarden benoemd.

b. Leercyclus

We willen een beweging maken naar een gemeenschappelijke taal, werkwijze,

uitgangspunten, naar meer preventief, integraal en altijd samen met de jeugd. Dat vraagt om een continue proces van samen leren en door ontwikkelen.

In Hart van Brabant zijn we samen met Fontys, SJS, GGD, Jongerenwerk, gestart met een leerkring, waarin we ervaringen en kennis delen over de integrale jeugdaanpak.

Wij willen dit uitbreiden met Community of Practices waar de jeugd en professionals van verschillende organisaties aan deelnemen.

Ook zijn we gevraagd om deel te nemen aan een Community of practice vanuit het Nederlands Jeugd Instituut om zo met andere gemeenten en kennisinstellingen de jeugdaanpak door te ontwikkelen.

Verder zijn we gezamenlijk met de Universiteit, scholen, jeugdhulp en andere

maatschappelijke instellingen in Hart van Brabant een data science project Smart Start gestart, waarin we gezamenlijk leren hoe data ons kan helpen bij de inrichting van een effectieve ondersteuningsstructuur voor onze kinderen en jongeren . Tevens zullen we hier gebruik maken van landelijke data van bijvoorbeeld netwerk jongerenwerk (bv. Jong en YouthSpot).

(26)

5 Financiën

In bijgevoegd schema ziet u hoe de financiën voor kinderen en jongeren op de verschillende onderwerpen zijn verdeeld. Ook hier geldt dat we een beweging willen maken van minder zorg en ondersteuning naar meer inzet op versterking, ontwikkeling en preventie. Hier geven we door onze transformatieopgaven (bv hefbomen) en wijkgericht werken onder andere vorm en inhoud aan. We investeren o.a. met de hefbomen Kansrijke Start,

Bestaanszekerheid, Wonen doe je thuis, Jeugdhulp/Onderwijs in vroegtijdige signalering en interventie en zetten in op het bieden van perspectief, waarmee we een verschuiving van kosten van passende ondersteuning naar versterken sociaal en veerkrachtig maken.

1. Ingrijpen bij Crisis en onveiligheid: € 7.239.594,- (4) (o.a. kindermishandeling, gezinsmanagement en Veilig Thuis)

2. Bieden van passende ondersteuning: € 74.208.634,- (5) (incl. jeugdhulp, innovatie jeugd en uitvoeringskosten)

3. Stimuleren persoonlijke ontwikkeling: € 20.543.451 (incl. E&A, Sociaal en W&I klantregie jeugd)

4. Versterken Sociaal en veerkrachtig Tilburg: € 8.496.890,- (o.a. armoedebestrijding kinderen, JOGG aanpak, jongerenwerk, speelvoorzieningen OR) De budgetten die hier genoemd staan, maken onderdeel uit van de programmabegroting 2020. Het overzicht is bedoeld om de omvang van de budgetten te duiden. Over de inzet van de middelen wordt besloten in de reguliere P&C cyclus of via separate voorstellen.

4Bij in grijpen Crisis en onveiligheid zijn de budgetten van afdeling Veiligheid niet meegenomen; daar wordt geen onderscheid gemaakt tussen jeugd en volwassenen. De totale kosten liggen dus hoger.

Bij bieden van passende ondersteuning zijn de kosten opgenomen van de Toegang die direct te herleiden zijn naar jeugd (bijvoorbeeld Schoolmaatschappelijk werk). De algemene Toegangskosten zijn niet meegenomen;

hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen jeugd en volwassenen. De totale kosten liggen dus hoger.

5

(27)

Kosten projectleider uitvoeringsprogramma integrale jeugdaanpak Voor de periode van oktober 2020 tot oktober 2021 is een bedrag nodig van € 46.000,- voor projectleiding en ondersteuning. Dekking vindt plaats uit budget lokale innovatiemiddelen jeugd. De kosten voor het ontwikkelen en eerste keer uitvoeren van het kwalitatief

jeugdonderzoek bedragen € 25.000,-. Dekking vindt plaats uit budget lokale innovatiemiddelen jeugd.

Bijlagen:

1. De basisaanpak, wat doen we al?

2. Infographic ervaringen jongeren tijdens Coronacrisis.

(28)

Bijlage 1 De basisaanpak, wat doen we al?

We geven in deze bijlage een overzicht van wat we nu al doen om kinderen te

ondersteunen, zodat ze zich op alle acht gebieden kunnen ontwikkelen, de zgn. basisaanpak.

We hebben bovenstaande 10 onderdelen samengepakt in vier thema's, om zo ook de samenhang tussen de onderdelen te benadrukken. Ze dragen allemaal bij aan meerdere thema's. Door kleuren is dit in bovenstaande afbeelding duidelijk gemaakt, meer kleur betekent meer bijdrage. In deze vier thema’s benoemen we de doelen, hoe we ervoor staan, onze opgave, en hoe we dit aanpakken.

1. Spelen, bewegen, sport en gezonde leefomgeving 2. Erbij horen ertoe doen

3. Talentontwikkeling en perspectief: cultuur, onderwijs, arbeidsmarkt 4. Ondersteuning voor jeugd, Koers samen met de jeugd

2.1. Spelen, bewegen, sport en gezonde leefomgeving

Draagt bij aan de doelen:

 Elk kind voelt zich lichamelijk en geestelijk goed.

 Elk kind neemt deel aan spel-, ontspannings- en sportactiviteiten.

(29)

Zo staan we ervoor

De ouders van kinderen tot 11 jaar vinden voor 95% dat het (heel) goed gesteld is met de gezondheid van hun kinderen. Van de jongeren tussen de 12 en 19 vindt 82% dat ook. In Tilburg is 14,2% van de 2-15 jarigen te zwaar, dat zijn bijna 4.400 jeugdigen. Bij ongeveer 1000 van hen is sprake van obesitas (onderzoek 2018). 28% van de kinderen tussen de 12-18 jaar beweegt dagelijks minimaal 1 uur en 13% van de kinderen tussen 1-11 jaar speelt weinig buiten. 30% van de 0-11 jarigen sport niet buiten school.

Betekenis voor Tilburg: onze opgave

Tilburg wil graag een gezonde en gelukkige jeugd. Hoe dat eruitziet, bepaalt iedereen zelf. Toch kunnen we als gemeente een duwtje in de goede richting geven. Niet met opgeheven vinger, niet dwingend, maar inspirerend. We willen jongeren en gezinnen prikkelen door gezonde en verantwoorde keuzes aantrekkelijker te maken (beleidsnota positieve gezondheid).We hebben rolmodellen nodig, ‘prikkelaars’ die de kunst verstaan om spelenderwijs gezond gedrag te stimuleren, luchtig, want het mag ook gewoon leuk zijn. Het begint bij een stevige basis; kinderen die het goede voorbeeld krijgen van ouders en

leerkrachten.

Daarnaast willen we kinderen en jongeren betrekken bij de inrichting van speeltuinen en een openbare ruimte die uitnodigt tot gezond en sociaal gedrag.

Hoe willen we dit doen?

 Meepraten over de inrichting van speelplekken en openbare ruimte

Wij gaan kinderen en jongeren zelf een expliciete stem geven in de wijkagenda’s en we willen de jeugd ook betrekken bij de inrichting van speelplekken. Ook bij het vernieuwen of vervangen van verouderde en versleten speelplekken, zoeken we in de buurt naar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van leeftijden.

(30)

 Kinderen en jongeren praten ook mee over sport

Elke drie jaar houden we een burgeronderzoek over jeugdsportdeelname onder kinderen van 4-11 jaar (via de ouders die het samen met de kinderen invullen) en jongeren van 12- 18 jaar. Hieruit halen we veel informatie op over hoeveel de jeugd sport en waar

precies, hoe belangrijk verenigingen zijn, of ze vinden dat er voldoende voorzieningen zijn in de openbare ruimte om te sporten/bewegen, hoe tevreden ze zijn over de sportvoorzieningen, wat ze nog missen, en redenen waarom ze niet zouden sporten.

 De Tilburgse jeugd sport en beweegt met plezier

We stimuleren dat kinderen en jongeren zelf leren ontdekken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Brede talentontwikkeling dus, ook op andere terreinen dan sport. Al die kinderen die sporten en bewegen op school, in de wijk of bij de vereniging zijn bezig met hun ontwikkeling. Ze leren van hun gymdocent, trainer, coach en van elkaar. En nog belangrijker: ze maken heel veel plezier. Zij leggen hier een basis voor de rest van hun leven.

Tussen al die Tilburgse kinderen is er ook een aantal met bijzondere sportieve talenten, soms met de potentie om door te groeien tot de Nederlandse of zelfs wereldtop. We benadrukken ook bij deze groep dat plezier altijd voorop moet staan, maar we willen hen tegelijkertijd stimuleren om tot het uiterste te gaan om die top te bereiken. Dit proces en die ambitie ontwikkelen bijzondere kwaliteiten en zorgen voor een voorbeeldfunctie voor anderen. Nog meer dan voorheen willen we op zoek naar maatwerkoplossingen en samen met het onderwijs, sportverenigingen en topsportorganisaties de sporttalenten die onze stad rijk is zo optimaal mogelijk faciliteren.

 Gezonde keuzes stimuleren

De wens en behoefte om ergens ‘beter’ in te worden of gezonder te willen leven, moet diep van binnen komen en kan bijna niet door anderen worden opgelegd.. Daarom zal preventieve inzet op gezondheidsbevordering erop gericht moeten zijn om mensen, kinderen en jongeren te triggeren om vooral zélf iets te willen. We gaan daarom op zoek naar triggers. Dit kan in de vorm van een rolmodel in de eigen omgeving (mentor,

sportcoach of combinatiefunctionarissen) of een regionale of lokale bekendheid. Om goed aan te sluiten bij de belevingswereld van kinderen maken we gebruik van nieuwe media. Denk hierbij aan apps/gamifaction en vloggers die we als ambassadeurs van gezond gedrag kunnen inzetten.

De gemeente zet zich samen met scholen, ouders, sportverenigingen, organisaties en professionals in de wijk, bedrijven en zorgverleners in voor een omgeving waarin de gezonde keuze de normale en meest voor de hand liggende keuze is.

Zo zijn we sinds 2013 bezig met de succesvolle aanpak Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG). Met deze aanpak richten we ons voornamelijk op de omgeving van het kind, zoals het gezamenlijk creëren van een buitenruimte die stimuleert tot beweging, met goede sport-, beweeg- en speelfaciliteiten en activiteiten en is er aandacht voor . gezonde voeding en water drinken.

(31)

2.2. Erbij horen ertoe doen

Draagt bij aan het doel:

 Elk kind en jongere hoort erbij en wordt geaccepteerd als deel van de gemeenschap.

Zo staan we ervoor

91% van de ouders van kinderen tot 11 jaar vinden dat hun kinderen weerbaar zijn. Van de jongeren voelt 95% zich weerbaar. Toch heeft 13% van de jeugd tot 11 jaar een verhoogd risico op psychosociale problematiek en 18- 20% van de jongeren heeft wel eens last van psychische klachten.Van onze jongeren is 74% lid van een (sport)club of vereniging, maar door geldgebrek kunnen kinderen soms geen lid worden van een club (7%).

Betekenis voor Tilburg - onze opgave

Tilburg wil een inclusieve stad zijn, waar alle kinderen erbij horen en zich gezien, gehoord en gewaardeerd moeten voelen. We willen bijdragen aan een veilig thuis en een omgeving waarmee kinderen zich verbonden voelen. Voor de ontwikkeling van een kind is

weerbaarheid en een goede mentale gezondheid een belangrijke voorwaarde. Dit begint bij een stevige basis. Met een veilig ondersteunend thuis, en onderwijs dat verder kijkt dan cognitieve vaardigheden en prestaties. Hiervoor ontwikkelen we in het Primair onderwijs een speciale leerlijn en gaan we extra aandacht besteden aan prestatiedruk op het

voortgezet en middelbaar/hoger beroepsonderwijs en Universiteit (beleidsnota positieve gezondheid).

Deze opgaven volgen uit de nota ‘Sociale Basis - Oog voor elkaar’, die de volgende wensen benoemt:

 Iedere inwoner heeft mensen om zich heen waar hij of zij op kan steunen. Kinderen en jongeren groeien bij voorkeur op in een steunende gezinssituatie, waarbij ouders er echt zijn voor hun ouders. Maar waar ook voldoende steun is voor de opvoeders Met het ouder worden wordt ook de leefwereld van kinderen groter; waarbij ook mensen buiten het gezinssysteem belangrijker worden. Denk bijvoorbeeld aan de docenten op school.

(32)

 Er zijn voldoende laagdrempelige ontmoetingsplekken in de buurt. Kinderen en vooral jongeren willen een plek om te spelen of te 'hangen'. Een sociale omgeving buiten school en thuis waar ze mogen zijn, samen met vrienden. Dit kunnen informele maar ook

georganiseerde ontmoetingsplekken zijn waar je gelijkgestemden kan treffen.

 Iedere inwoner kan iets bijdragen aan de maatschappij. Ook als kind of jongeren heb je recht om je stem te laten horen, mee te denken en doen. Ontwikkelingen als

Maatschappelijke Diensttijd, maar ook pitchavonden waar je als jongere de kans krijgt je idee uit te werken zijn hier mooie voorbeelden van.

 Iedere inwoner vindt een plek waar hij of zij zijn talent kan ontwikkelen. Voor kinderen is dat binnen of buiten school, in sport, cultuur, scouting, ontdekstation etc.

 Er is voor iedereen plek in een 'clubke'. Ieder kind heeft toegang tot een club of

vereniging; gebrek aan geld of een beperking mogen geen belemmering zijn. Het kan een 'formele' club zijn, maar dit hoeft niet. Het gaat om het kunnen ontmoeten van anderen met een gedeelde interesse.

 Voor iedere inwoner die dit nodig heeft is er informele ondersteuning voorhanden.

Voor jeugdigen en hun ouders in kwetsbare positie is ondersteuning op maat voorhanden. Bijvoorbeeld door inzet van vrijwilligers, ondersteuning door jeugdgezondheidszorg of informele trajecten als Coaches 4 Juniors.

 Iedereen heeft positieve rolmodellen in zijn omgeving. Voor kinderen en jongeren is het heel belangrijk een goed voorbeeld te hebben. Dat kunnen de ouders zijn, maar

bijvoorbeeld ook een sportcoach, jongerenwerker of een buurtgenoot.

 Iedereen kan zich ontwikkelen in een (sociaal) veilig omgeving. Opgroeien in een veilige omgeving is cruciaal om je goed te kunnen ontwikkelen. In een veilig gezin, zonder huiselijk geweld, maar ook in een buurt waar je veilig kan spelen.

Hoe willen we dat doen?

Bij opdrachten aan organisaties in de sociale basis zetten we bovenstaande uitgangspunten centraal; gericht op de kinderen en jongeren bij wie dit niet vanzelf gaat; denk hierbij bijvoorbeeld aan het jongeren- en kinderwerk.

Daarnaast zetten we in op:

 Terugdringen van eenzaamheid onder jongeren

Er is steeds meer aandacht voor jongeren die zich structureel eenzaam voelen. Juist voor deze jongeren is aandacht voor een steunsysteem, goede (informele) hulp en ergens bij kunnen horen van groot belang. In de stad is een samenwerking ontstaan tussen enorm veel partijen, specifiek voor jeugd gaan we de aanpak stroomlijnen.

 Ontwikkeling van informele leertrajecten

Veel 'soft skills' (sociale vaardigheden) krijg je mee vanuit huis; dit zit ingebakken in de opvoeding. Denk aan je afspraken nakomen, samenwerken enzovoort. Maar dat geldt niet voor ieder kind. Vanuit de sociale basis worden leertrajecten uitgezet die zich hierop richten; juist om deze kinderen perspectief te bieden.

 Terugdringen armoede

Armoede is veelal intergenerationeel: kinderen krijgen het mee vanuit thuis. We zetten in op het doorbreken van armoede door jongeren mee laten doen aan de samenleving.

Via ondersteuning bij sport, cultuur, onderwijs en bijvoorbeeld door het verstrekken van fashion cheques. Hun ouders worden via maatwerk en nabijheid ondersteund bij het zetten van volgende stappen in zelfredzaamheid.

(33)

We gaan op basis van de evaluatie Armoedeoffensief Kinderen en een traject onder begeleiding van Speaking Minds (betrekken van jongeren bij de aanpak) beoordelen welke maatregelen effectief zijn gebleken. En we onderzoeken welke verbindingen met en extra inzet op andere beleidsterreinen nodig zijn. Op basis hiervan komen we tot een integrale aanpak voor het doorbreken van intergenerationele armoede als onderdeel van bestaanszekerheid.

 Mentaal welbevinden en weerbaarheid

We besteden binnen het beleidsdomein positieve gezondheid zetten we er op in dat elke school in de gemeente Tilburg, in alle onderwijslagen, structureel inzet op mentale weerbaarheid, psychische gezondheid en sociale en emotionele vaardigheden. Jongeren die het nodig hebben krijgen snel passende psychosociale ondersteuning. We gaan met de universiteit en de hogescholen in de stad in gesprek over hoe we de prestatie- en psychische druk bij studenten eerder kunnen signaleren en in beeld kunnen krijgen. We willen dat kinderen opgroeien in een veilige thuissituatie waar aandacht is voor

weerbaarheid en mentaal welbevinden. Ouders weten hoe ze dit bespreekbaar kunnen maken met hun kinderen. Indien nodig krijgen zij hierbij opvoedondersteuning.

Daarnaast zijn er specifieke interventies voor risicogroepen, zoals kinderen van ouders met psychische en psychiatrische problematiek.

2.3. Talentontwikkeling en perspectief - cultuur en onderwijs, arbeidsmarkt

Draagt bij aan het doel:

 Elk kind krijgt kansen en ondersteuning om te leren en zijn talenten te ontwikkelen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De impact van opvoedersgedrag en de bredere sociale omgeving op het welbevinden van kinderen wordt groter naarmate kinderen meer problemen thuis ervaren: Hoe

maatschappelijk relevant zijn en zich inzetten voor een samenleving waarin iedereen de beste versie van zichzelf kan zijn.. Samen creëren we verbinding,

• De jongere is niet meer gemotiveerd voor school... De twijfel over de legitimiteit kan rijzen rond of tijdens het verzuimgesprek. Dit geldt ook als zonder plausibele redenen

Met de inwerkingtreding van de nieuwe CAO ambulancezorg per 1 januari 2011 en het besluit dat 5% van de kosten voor het overgangsrecht FLO voor rekening van de eigen ambulancedienst

Categorie 6 (verwachtingswaarde laag) en 7 (gebieden zonder een archeologische verwachting of archeologisch vrijgegeven terreinen) worden niet als dubbelbestemming in

De Veiligheidsregio zal haar capaciteit en financiële middelen voor 2020 in eerste instantie inzetten op de uitvoering van haar primaire taak voor de brandweer, ambulancezorg,

In basis is de leningenportefeuille van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord afgestemd op het kunnen uitvoeren van de haar gestelde taken. In het verleden zijn enkele

In basis is de leningenportefeuille van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord afgestemd op het kunnen uitvoeren van de haar gestelde taken. In het verleden zijn enkele