• No results found

Omnibusenquête deelrapport veiligheid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Omnibusenquête deelrapport veiligheid"

Copied!
85
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Omnibusenquête 2017

deelrapport veiligheid

(2)
(3)

Omnibusenquête 2017

deelrapport veiligheid

Januari 2018

Samenstelling rapport: Josée Boormans, afdeling JaBo/Onderzoek en Statistiek In opdracht van: Marcel Janssen, afdeling VVH

(4)
(5)

INHOUDSOPGAVE

Pagina

SAMENVATTING 5

1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 7

1.1 inleiding 7

1.2 respons 7

1.3 opzet rapport 7

2. POLITIE 9

2.1 Zoetermeer 9

2.2 Eigen buurt 9

3. BUITENGEWOON OPSPORINGSAMBTENAREN 11

3.1 Waardering voor hun inzet in Zoetermeer 11

3.2 Waardering voor hun inzet in de eigen buurt 12

3.3 Stellingen 12

3.4 De-escalatie 14

3.5 Algemene opmerkingen/aanvullingen over de BOA’s 14

4. VEILIGHEID IN DE BUURT 15

4.1 Verantwoordelijk voor de veiligheid in de buurt 15 4.2 Persoonlijke bijdrage aan de veiligheid in de buurt 16 4.3 Initiatieven ter bevordering van de veiligheid in de eigen buurt 18

4.4 Gevoel van onveiligheid in de eigen buurt 20

4.5 Gemiddeld rapportcijfer voor het gevoel van veiligheid in de eigen buurt 21

5. VEILIGHEID IN ZOETERMEER 25

5.1 Gevoel van onveiligheid 25

5.2 Redenen van onveiligheidsgevoelens 26

5.3 Gemiddeld rapportcijfer voor het gevoel van veiligheid in Zoetermeer 27

5.4 Aangifte van misdrijven

6. UITGAAN IN ZOETERMEER 29

6.1 Uitgaan in Zoetermeer 29

6.2 Gemiddeld rapportcijfer voor het gevoel van veiligheid bij het uitgaan 31

7. GEBRUIK VAN HET OPENBAAR VERVOER IN ZOETERMEER 33

7.1 Gebruik van het openbaar vervoer in Zoetermeer 33

7.2 Gemiddelde waardering voor het openbaar vervoer 33

8 VEILIGHEID IN HUIS 35

8.1 Rookmelders 35

8.2 Noodpakket 36

8.3 Koolmonoxidemelders 36

BIJLAGE 1. Selectie van de vragen uit de omnibusenquête 2017 over veiligheid 37 BIJLAGE 2. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid 45 BIJLAGE 3. Populatie, steekproef, veldwerk en respons 47

BIJLAGE 4. Tabellen 49

(6)
(7)

SAMENVATTING

* Respons

In de Omnibusenquête 2017 is een aantal vragen opgenomen over veiligheid. De omnibus is een jaarlijks terugkerende enquête over uiteenlopende onderwerpen onder een steekproef van 4.000 inwoners van 18 jaar en ouder. De respons op het onderdeel veiligheid bedraagt 28% (1126 respondenten).

* Politie

Gemiddeld waarderen de respondenten de inzet van de politie in Zoetermeer met een rapportcijfer 7,0.

De inzet van de politie in de eigen buurt wordt gemiddeld met een 6,8 gewaardeerd.

* Buitengewoon opsporingsambtenaren

Iets minder dan één op de acht respondenten had in de twaalf maanden voorgaand aan het onderzoek wel eens contact met een BOA.

Gemiddeld waarderen de respondenten de inzet van de BOA’s in Zoetermeer als geheel met een rapportcijfer 6,3 en de inzet van de BOA’s in de eigen buurt met een 5,8.

Bij een aantal stellingen over de BOA’s komt als best scorende stelling naar voren:

“Ze zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad”.

Meer dan de helft van de respondenten is van mening dat de BOA’s zich voldoende aan het principe van de-escalatie houden.

* Veiligheid in de buurt

Bijna driekwart van de respondenten zegt zich persoonlijk verantwoordelijk te voelen voor de veiligheid in de eigen buurt.

Minder dan de helft van de respondenten zegt wel eens iets hebben gedaan om de veiligheid in de eigen buurt te verbeteren. Bij degenen die zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor de veiligheid in de eigen buurt ligt dat percentage beduidend hoger dan onder degenen die zich hiervoor niet verantwoordelijk voelen.

De meest genoemde reden om niets te doen aan verbetering van de veiligheid in de buurt blijkt te zijn omdat men dit niet nodig vindt. Ook is bijna een kwart van mening dat dit een taak van de overheid is.

De gemeente heeft samen met de politie initiatieven ontwikkeld om bewoners te betrekken bij de bevordering van de veiligheid in hun buurt. Iets meer dan een vijfde van de respondenten zegt geen enkel initiatief te kennen. Het meest bekend blijken WAS, Burgernet en de Buurt WhatsApp te zijn. Van degenen die op de hoogte zijn van de initiatieven is slechts een beperkt percentage ook lid van de initiatieven. Het meest populair daarbij is Burgernet.

Zeven van de tien respondenten zeggen zich zelden of nooit onveilig te voelen in de eigen buurt. Voor respondenten die zich vaak of soms onveilig voelen in hun eigen buurt geldt dat het achtereenvolgens vooral (al of niet uitsluitend) komt door de kans op woninginbraak, de kans de kans om beroofd of aangevallen te worden en de kans op diefstal of vernieling van eigendommen en door de aanwezigheid van stille en/of enge plekken.

Uitgedrukt in een rapportcijfer van 1 t/m 10 geeft men gemiddeld een 7,7 aan de mate waar in men zich in het algemeen veilig voelt in de eigen buurt.

(8)

* Veiligheid in Zoetermeer

In totaal zegt 62% van de respondenten zich zelden tot nooit onveilig te voelen in Zoetermeer.

De meest genoemde reden, voor meer dan de helft van de respondenten die zich vaak of soms onveilig voelen in Zoetermeer, zijn stille en/of enge plekken. Daarna scoort ‘de kans om beroofd of aangevallen te worden’ het hoogst.

Dit jaar is er voor het eerst gevraagd naar de aangiftebereidheid van 10 misdrijven.

Het blijkt dat de aangiftebereidheid voor alle tien de genoemde misdrijven bij de politie hoog is. Het hoogst is die bij eventuele diefstal van de auto en/of motor en relatief het laagst bij diefstal van de fiets.

Bij bijna twee derde van de respondenten die geen aangifte zouden doen is dat omdat er volgens hen toch niets met de aangifte wordt gedaan.

Gemiddeld geven de respondenten een rapportcijfer 7,4 voor het gevoel van veiligheid in Zoetermeer.

* Uitgaan in Zoetermeer

Meer dan de helft van de respondenten zegt in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek in Zoetermeer te zijn uitgegaan.

Gemiddeld ging men in deze periode 11 keer in Zoetermeer uit.

Gemiddeld geeft men een rapportcijfer 7,7 voor het gevoel van veiligheid tijdens het uitgaan in Zoetermeer.

* Openbaar vervoer in Zoetermeer

Zeven van de tien respondenten zeggen in de afgelopen twaalf maanden wel eens gebruik te hebben gemaakt van het openbaar vervoer in Zoetermeer.

Gemiddeld beoordelen de gebruikers van het OV in Zoetermeer dit met een rapportcijfer 7,3.

* Veiligheid in huis

Bij 78% van de respondenten hangen er rookmelders in huis.

Bij 17% van de respondenten is een noodpakket in huis aanwezig.

Bij 27% van de respondenten is een koolmonoxidemelder in huis aanwezig.

(9)

1 ONDERZOEKSVERANTWOORDING

1.1 Inleiding

Eind september/begin oktober 2017 is in Zoetermeer de jaarlijkse omnibusenquête gehouden. In deze enquête worden over uiteenlopende onderwerpen vragen gesteld aan de inwoners van Zoetermeer. Eén van de jaarlijkse terugkerende onderwerpen in de omnibusenquête is het onderwerp ‘veiligheid’.

De vragen over dit onderwerp sluiten grotendeels aan bij de vragen die eerder in de omnibusenquêtes 2010 t/m 2016 zijn gesteld.

1.2 Respons

Voor de omnibusenquête 2017 zijn er drie niet overlappende steekproeven getrokken uit het bevolkingsbestand van de gemeente Zoetermeer van elke 4000 inwoners van 18 jaar en ouder. Voor de personen geldt bovendien dat zij op dat moment niet woonachtig waren in een ‘bijzonder woongebouw’ (verzorgingshuis, penitentiaire inrichting, gezinsvervangend tehuis) of in een woonwagen. Aan de personen uit de drie steekproeven zijn verschillende enquêtes (A, B of C)) voorgelegd.

De vragen over veiligheid waren te vinden in enquête A te vinden.

Bij de aanbiedingsbrief bij de enquête zat een papieren enquête met een

retourenvelop. Op de brief stond een inlogcode vermeld die gebruikt kon worden om de enquête digitaal in te vullen. Na 1,5 week is er een herinneringsbrief gestuurd aan al degenen die tot dan toe nog geen digitale enquête hadden ingevuld.

De vragen over het onderwerp veiligheid zijn in voldoende mate beantwoord door 1126 personen uit de omnibusenquête (386 respondenten vulden een digitale vragenlijst in en 740 respondenten een papieren vragenlijst).

Eigen aan steekproefonderzoek is dat de uitkomsten een schatting geven van de werkelijkheid. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid rondom de onderzoeksuitkomsten.

1.3 Opzet rapport

In de volgende zes hoofdstukken worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. In hoofdstuk twee en drie komen de waardering voor de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren in Zoetermeer aan bod. Hoofdstuk vier en vijf gaan over het gevoel van veiligheid in de eigen buurt en in Zoetermeer. Hoofdstuk vijf, zes en zeven gaan over veiligheid tijdens het uitgaan, in het openbaar vervoer in Zoetermeer en de veiligheid in het eigen huis.

Aan het einde van het rapport is een viertal bijlagen opgenomen.

In de eerste bijlage staan de vragen die voor dit onderzoek gebruikt zijn.

De tweede bijlage gaat over de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de onderzoeksuitkomsten. In bijlage drie staan populatie, steekproef en respons naast elkaar. In de vierde bijlage is een aantal tabellen opgenomen.

(10)
(11)

2 POLITIE

2.1 Waardering voor hun inzet In Zoetermeer

Respondenten waarderen de inzet van de politie in Zoetermeer gemiddeld met een rapportcijfer 7,0. Meer dan een derde van de respondenten (35%) geeft een rapportcijfer 7,0 waarmee dit het meest gegeven rapportcijfer is.

Ook in de vorige vijf omnibusenquêtes is gevraagd om de inzet van de politie in Zoetermeer te waarderen met een rapportcijfer. De gemiddelde waardering neemt in de tijd gezien toe van een 6,5 in 2012 tot een 7,0 in 2017.

In bijlage 4 tabel 2.1 staat een overzicht van de resultaten in de tijd.

Grafiek 1. Waardering voor de inzet van de politie in Zoetermeer als geheel, uitgedrukt in een rapportcijfer, in % (n=880)

2.2 Waardering voor hun inzet in de eigen buurt

Gemiddeld waarderen de respondenten de inzet van de politie in hun eigen buurt met een rapportcijfer 6,8. Het meest gegeven rapportcijfer is een 7,0 (31% van de respondenten).

De vraag over de inzet van de politie in de eigen buurt is ook gesteld in de vijf voorgaande jaren.

Ook de waardering voor de inzet van de politie in de eigen buurt, neemt in de tijd gezien toe van een 6,3 in 2012 tot een 6,8 In 2017.

In bijlage 4 tabel 2.2 staat een overzicht van de resultaten in de tijd.

0%

10%20%

30%40%

50%60%

70%

80%90%

100%

1 zeer laag

2 3 4 5 6 7 8 9 10 zeer

hoog

(12)

Grafiek 2. Waardering voor de inzet van de politie in de eigen buurt, uitgedrukt in een rapportcijfer, in % (n=889)

Grafiek 3 laat zien dat het gemiddelde rapportcijfer voor de inzet van de politie in de eigen buurt maar weinig varieert in de verschillende wijken. De hoogste gemiddelde waardering is er onder bewoners van de Leyens (7,1). Gemiddeld het laagst wordt de inzet van de politie gewaardeerd door bewoners van Meerzicht (6,3).

Een indeling naar buurt laat zien dat respondenten uit Dorp (7,2), Stadscentrum, Noordhove-west en de Leyens (allen 7,1) de inzet van de politie in hun buurt het hoogst waarderen. De laagste waardering wordt gegeven door respondenten uit Meerzicht-oost (6,2). Zie bijlage 4 tabel 2.3

Grafiek 3. Waardering voor de inzet van de politie in de eigen buurt, uitgedrukt in een rapportcijfer naar wijk, gemiddeld cijfer (n=889)

Exclusief de wijken Industriegebied en buitengebied 0%

20%

40%

60%

80%

100%

1 zeer laag

2 3 4 5 6 7 8 9 10 zeer

hoog

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Zoetermeer Centrum Meerzicht Buytenwegh de Leyens Seghwaert Noordhove Rokkeveen Oosterheem

(13)

3 BUITENGEWOON OPSPORINGSAMBTENAREN

3.1 Waardering voor hun inzet in Zoetermeer

In Zoetermeer zet een team van buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) zich in voor de leefbaarheid van de openbare ruimte. Daartoe treden de BOA’s op als

gastheer of gastvrouw richting burgers en bedrijven en delen zij zo nodig waarschuwingen en bekeuringen uit.

Gemiddeld waarderen de respondenten de inzet van de BOA’s in Zoetermeer als geheel met een rapportcijfer 6,3 (537 respondenten). Iets meer dan de helft van de respondenten geeft een rapportcijfer 7 of 8.

Grafiek 4. Waardering voor de inzet van de BOA’s in Zoetermeer als geheel, uitgedrukt in een rapportcijfer (n=537)

De vraag is ook gesteld in de vijf voorgaande omnibusenquêtes. De gemiddelde rapportcijfers variëren van een 6,0 in 2012 tot een 6,3 in 2017. Zie tabel 3.1 in bijlage 4.

3.2 Waardering voor hun inzet in de eigen buurt

Gemiddeld waarderen de respondenten de inzet van de BOA’s in hun eigen buurt met een rapportcijfer 5,8. Het meest gegeven rapportcijfer is een 7,0 (25% van de respondenten). Zie ook bijlage 4 tabel 3.2.

0%

20%

40%

60%

80%

100%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

(14)

Grafiek 5. Waardering voor de inzet van de BOA’s in de eigen buurt, uitgedrukt in een rapportcijfer, in % (n=530)

Een indeling naar buurt laat zien dat respondenten uit Oosterheem-zw (6,7) de hoogste gemiddelde waardering geven voor de inzet van de BOA’s in hun buurt. De laagste waardering (4,9) wordt gegeven door respondenten uit Meerzicht-oost. Zie bijlage 4 tabel 3.3

De vraag over de inzet van de BOA’s in de eigen buurt is ook gesteld in de vier voorgaande jaren.

Gemiddeld gezien blijft de waardering voor de inzet van de BOA’s in de eigen buurt door de jaren heen vrij stabiel. Het cijfer varieert tussen de 5,6 en 5,9.

In bijlage 4 tabel 3.4 staat een overzicht van de resultaten in de tijd.

Grafiek 6. Waardering voor de inzet van de BOA’s in de eigen buurt, uitgedrukt in een rapportcijfer naar wijk (n=530)

Exclusief de wijken Industriegebied en buitengebied

3.3 Stellingen

Om nog meer te weten te komen over de beoordeling van de BOA’s is aan de respondenten een zestal stellingen voorgelegd met de vraag om bij elke stelling aan te geven of ze het er meer eens of oneens waren.

0%

20%

40%

60%

80%

100%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

0%

20%

40%

60%

80%

100%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

(15)

Omdat bij elke stelling een wisselend aantal respondenten als antwoord ‘geen mening’

heeft ingevuld, is in de volgende tabel alleen weergegeven of men het eens of oneens met de voorgelegde stelling is.

Uit de volgende tabel blijkt dat het aandeel respondenten dat een stelling onderschrijft (het er mee eens is) varieert tussen de 56% voor de stelling dat de BOA’s te snel bekeuren tot 92% voor de stelling dat ze belangrijk zijn voor de leefbaarheid van de stad.

Tabel 3.2 Mening over een zestal stellingen over de BOA’s, in %

Stellingen over de BOA’s Eens Oneens Totaal aantal

respondenten met een oordeel

Geen mening

Totaal aantal Respondenten

Ze zijn te weinig zichtbaar op straat 79,0% 21,0% 100% (n=748) 334 n=1082 Ze hebben te weinig begrip voor de

reden van overtreding

59,3% 40,7% 100% (n=356) 707 n=1063

Ze gaan te snel over tot bekeuren 55,8% 44,2% 100% (n=353) 707 n=1060

Ze gedragen zich correct en beleefd tegenover het publiek

75,0% 25,0% 100% (n=396) 668 n=1067

Ze zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad

91,5% 8,5% 100% (n=693) 385 n=1078

Ze moeten regels streng handhaven 65,9% 34,1% 100% (n=625) 445 n=1060

In de volgende grafiek staat een vergelijking van de meningen over de verschillende stellingen in de tijd.

Grafiek 7. Stellingen over de BOA’s naar percentage respondenten dat het met de stelling eens is in 2017 en ter vergelijking het resultaat uit 2016 en 2015

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Ze zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad

Ze gedragen zich correct en

beleefd tegenover het

publiek

Ze zijn te weinig zichtbaar op

straat

Ze moeten regels streng

handhaven

Ze hebben te weinig begrip voor de reden van overtreding

Ze gaan te snel over tot bekeuren

2015 2016 2017

(16)

Van de respondenten heeft 12% in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek wel eens contact gehad met een BOA. In totaal had 84% van de respondenten die een antwoord invulden geen contact of wist niet of ze contact hadden gehad (4%).

In bijlage 4 in tabel 3.5 staan de resultaten van de stellingen uitgesplitst voor

respondenten die in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek wel en zij die geen contact hadden met de BOA’s.

3.4 De-escalatie

De-escalatie is een uitgangspunt van het werk van de BOA’s. Dat betekent dat ze proberen in hun contacten met het publiek de gemoederen zo min mogelijk te laten oplopen. Ze doen dat bijvoorbeeld door eerst te waarschuwen en pas als de waarschuwing niet is opgevolgd over te gaan tot het uitschrijven van een boete.

Uit de volgende tabel blijkt dat iets meer dan de helft van de respondenten (52%) met een mening hierover, vindt dat de BOA’s zich voldoende aan het uitgangspunt van de- escalatie houden. Dit resultaat komt vrijwel overeen met het resultaat uit de

voorgaande omnibusenquêtes (2016 53%, 2015 54%).

Tabel 3.3 Mening over het de-escalerend optreden door de BOA’s, absoluut en in %

Vindt respondent dat de BOA’s zich voldoende aan het uitgangspunt van de-escalatie houden?

Aantal In %

Ja Nee

137 126

52,1%

47,9%

Subtotaal Geen mening Geen antwoord Totaal

263 830 33 1126

100,0%

3.5 Algemene opmerkingen/aanvullingen over de BOA’s

Aan het einde van het vragenblok over de BOA’s is aan de respondenten de ruimte geboden om nog aanvullende opmerkingen te geven over de BOA’s, mochten ze daaraan behoefte hebben. In bijlage 4 tabel 3.6 staat hiervan een overzicht.

(17)

4 VEILIGHEID IN DE BUURT

4.1 Verantwoordelijk voor de veiligheid in de buurt

Bijna driekwart van de respondenten (74%) zegt zich persoonlijk verantwoordelijk te voelen voor de veiligheid in de eigen buurt. Meer dan een kwart voelt zich hiervoor niet verantwoordelijk.

Tabel 4.1 Persoonlijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de eigen buurt, absoluut en in

%

Voelt u zich persoonlijk verantwoordelijk voor de veiligheid in de eigen buurt?

Absoluut In %

Ja Nee

804 286

73,8%

26,2%

Subtotaal Geen antwoord Totaal

1090 36 1126

100,0%

De vraag is ook voorgelegd in de omnibusenquêtes van 2002 tot en met 2016. Uit de volgende grafiek blijkt dat na een vrijwel jarenlange opgaande lijn in het gevoel van verantwoordelijkheid er dit jaar voor het eerst een lichte daling te zien is. Maar ondanks deze lichte daling voelt nog bijna een driekwart van de respondenten zich persoonlijk verantwoordelijk voor de veiligheid in de buurt.

Zie voor de cijfermatige weergave bijlage 4 tabel 4.1

Grafiek 8. Persoonlijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de buurt, absoluut en in %

Een uitsplitsing naar leeftijdsklasse laat zien dat, net als in de voorgaande jaren, respondenten uit de leeftijdsgroep 18 t/m 29 jaar zich het minst verantwoordelijk

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

nee ja

(18)

voelen voor de veiligheid in hun buurt. Het hoogst ligt dit gevoel van

verantwoordelijkheid in de leeftijdsgroep 40 t/m 49 jaar. Zie ook bijlage 4 tabel 4.2.

Grafiek 9. Persoonlijke verantwoordelijkheid, naar leeftijd, in % (n=1064)

In bijlage 4 tabel 4.3 en tabel 4.4 staat een indeling van het gevoel van

verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de buurt en wijk. Het meest persoonlijk verantwoordelijk voor de veiligheid in de buurt voelt men zich in Driemanspolder, de Leyens, Noordhove-west en Oosterheem-zw. Ruim minder dan gemiddeld

verantwoordelijk voor de veiligheid in de buurt voelt men zich in het Stadscentrum

4.2 Persoonlijke bijdrage aan de veiligheid in de buurt

Aan alle respondenten is gevraagd of ze wel eens iets hebben gedaan om de veiligheid in hun eigen buurt te verbeteren. Van de 1097 respondenten die de vraag beantwoord hebben, zeggen er 151 niet te weten of ze wel eens iets gedaan hebben.

Van de overige 946 respondenten zegt 45% wel eens iets gedaan te hebben om de veiligheid in de buurt te verbeteren. De overige 55% heeft dat niet gedaan.

Zoals te verwachten is het aandeel respondenten dat een persoonlijke bijdrage heeft geleverd om de veiligheid in de eigen buurt te verbeteren veel hoger als men zich persoonlijk verantwoordelijk voor de veiligheid in de buurt dan onder respondenten die zich hiervoor niet verantwoordelijk voelen (zie bijlage 4 tabel 4.5)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

18 t/m 29 jr 30 t/m 39 jr 40 t/m 49 50 t/m 64 jr 65 jr en ouder ja nee

(19)

Tabel 4.2 Persoonlijk bijgedragen aan de veiligheid in de eigen buurt, absoluut en in % Heeft u wel eens iets gedaan om de veiligheid in uw buurt te

verbeteren?

Absoluut In %

Ja Nee

422 524

44,7%

55,3%

Subtotaal Weet niet Geen antwoord Totaal

946 151 29 1126

100,0%

Dezelfde vraag is ook voorgelegd in de omnibus enquêtes van 2002 t/m 2016. In de tijd gezien is het percentage respondenten dat zegt wel eens iets te hebben gedaan om de veiligheid in de buurt te verbeteren tot 2016 toegenomen. In 2017 is een lichte daling te zien. Zie ook tabel 4.6 in bijlage 4.

Grafiek 10. Persoonlijke bijdrage, volgens de omnibus enquêtes 2002 t/m 2017, in %

*t/m 2013 is de categorie ‘’weet niet’’ nog niet in de vraagstelling opgenomen

In bijlage 4 tabel 4.7 staat een overzicht naar leeftijdsklasse. In de volgende grafiek is deze bijdrage naar leeftijdsklasse grafisch weergegeven zonder de categorie ’weet niet’. Uit de grafiek blijkt dat de persoonlijke bijdrage aan de veiligheid in de buurt het laagst is in de leeftijdsklasse 18 t/m 29 jaar en het hoogst in de leeftijdsklassen 40 t/m 49 jaar en 50 t/m 64 jaar.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Weet niet *) Nee

Ja

(20)

Grafiek 11. Percentage respondenten naar leeftijdsklasse dat wel een iets gedaan heeft om de veiligheid in de buurt te verbeteren (n=925)

Aan alle respondenten die wel eens iets hebben gedaan om de veiligheid in hun buurt te verbeteren, is gevraagd kort op te schrijven wat ze hebben gedaan. Zie bijlage 4 tabel 4.8 voor een overzicht van hun antwoorden.

Aan de respondenten die zeggen dat ze nog nooit iets gedaan hebben om de veiligheid in hun eigen buurt te verbeteren is gevraagd waarom dat zo is. Ze konden die vraag beantwoorden door één of meer van vijf voor geformuleerde redenen aan te kruisen (inclusief de mogelijkheid ‘anders’). De meest genoemde reden (27%) om niets te doen, blijkt te zijn omdat men dit niet nodig vindt. Bijna een kwart van de respondenten (24%) vindt dat dit een taak van de overheid is.

Tabel 4.3 Genoemde redenen om nog nooit iets te hebben gedaan om de veiligheid in de eigen buurt te verbeteren, in % van het totaal aantal respondenten

Men mocht meer antwoorden aankruisen

Aantal keren genoemd In % van het totaal aantal respondenten

Ik vind dat een taak van de overheid 124 23,6%

Ik vind dat niet nodig 143 27,2%

Ik durfde het niet 34 6,5%

Ik was er niet toe in staat 113 21,5%

Anders, namelijk: (zie bijlage 4 tabel 4.9) 95 18,1%

Weet niet 83 15,8%

Totaal aantal respondenten: 525 0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

18 t/m 29 jr 30 t/m 39 jr 40 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr 65 jr en ouder ja nee

(21)

4.3 Initiatieven ter bevordering van de veiligheid in eigen buurt

De gemeente vindt het belangrijk inwoners te betrekken bij de bevordering van de veiligheid in hun eigen buurt. Samen met de politie heeft zij daartoe diverse initiatieven ontwikkeld. Aan de respondenten is gevraagd van welke van die

initiatieven ze wisten dat ze bestaan. Ze konden die vraag beantwoorden door één of meer van zeven voor geformuleerde initiatieven aan te kruisen (inclusief de

mogelijkheid ‘anders’).

Van de 1081 respondenten die de vraag beantwoordden, zegt iets meer dan een vijfde (21%) geen van de genoemde initiatieven te kennen. Het meest bekend zijn WAS (50%), Burgernet (46%) en de Buurt WhatsApp (42%).

Tabel 4.4 Genoemde initiatieven ter bevordering van de veiligheid in de buurt die men kent, in % van het totaal aantal respondenten

Men mocht meer antwoorden aankruisen

Aantal keren genoemd In % van het totaal aantal respondenten

Wijk en Agent Samen (WAS) 535 49,5%

WAAKS! 78 7,2%

Buurt Bestuurt 29 2,7%

Burgernet 497 46,0%

Buurt W hatsApp 449 41,5%

Buurttafel / Buurtforum 34 3,1%

Anders, namelijk: (zie bijlage 4 tabel 4.10) 10 0,9%

Geen van deze initiatieven 226 20,9%

Totaal aantal respondenten: 1081

Aan de 855 respondenten die één of meer initiatieven kennen, is gevraagd van welke initiatieven ze lid zijn.

Uit de volgende tabel blijkt dat 69% (620 respondenten) van geen enkel initiatief lid is.

Het meest populair is Burgernet (19% van de respondenten is daar lid van). Daarnaast is 14% lid van de Buurt WhatsApp.

(22)

Tabel 4.5 Genoemde initiatieven waar men lid van is in % van het totaal aantal respondenten

Men mocht meer antwoorden aankruisen

Aantal keren genoemd In % van het totaal aantal respondenten

Wijk en Agent Samen (WAS) 19 2,1%

WAAKS! 17 1,9%

Buurt Bestuurt 1 0,1%

Burgernet 170 19,0%

Buurt W hatsApp 125 14,0%

Buurttafel / Buurtforum 1 0,1%

Anders, namelijk: (zie bijlage 4 tabel 4.11) 21 2,3%

Geen van deze initiatieven 620 69,2%

Totaal aantal respondenten: 896

4.4 Gevoel van onveiligheid in de eigen buurt

Van de respondenten zegt 71% zich zelden of nooit onveilig te voelen in de eigen buurt. Meer dan een kwart van de respondenten voelt zich soms (25%) of vaak (2%) onveilig. (Zie ook tabel 4.12 in bijlage 4).

Grafiek 12. Onveiligheidgevoelens in de eigen buurt, in % (n=1096)

Op 2010 na is de vraag ook gesteld in de omnibusenquêtes in de jaren 2006 t/m 2015. Zie bijlage 23 tabel 4.13 voor een cijfermatig overzicht.

2%

25%

71%

2%

vaak soms

zelden of nooit weet niet

(23)

Grafiek 13. Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt, volgens de omnibusenquêtes 2006 t/m 2017, in % *

*In 2010 is de vraag niet gesteld

Een indeling naar leeftijd laat zien dat respondenten in de leeftijdsklasse 30-39 jr. zich relatief het meest vaak of soms onveilig voelen. In de leeftijdsklasse 50-64 jr. voelt relatief het hoogste percentage respondenten zich zelden of nooit onveilig.

Tabel 4.6 Onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt, naar leeftijd in %

Hoe vaak voelt respondent zich onveilig in de eigen buurt?

Leeftijd

Totaal aantal (incl. leeftijd onbekend)

18-29 30-39 40-49 50-64 65+

Vaak of soms 25,4 33,7 25,3 25,0 29,2 27,3

Zelden of nooit 74,7 66,3 74,7 75,0 70,8 72,7

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0

Aantal respondenten 75 101 146 369 380 1096

Uit de volgende grafiek blijkt dat het aandeel respondenten dat zich in de eigen buurt vaak of soms onveilig voelt met 36% het hoogst is in de wijk Meerzicht en met 15%

het laagst in de wijk Noordhove.

Per buurt bekeken scoort het gevoel van onveiligheid (vaak/soms) met 53% het hoogst in het Stadscentrum. Maar ook Meerzicht-oost (42%) en Palenstein (36%) scoren hoog.

Het laagst op het gevoel van onveiligheid (zelden of nooit) scoren Rokkeveen-west (80%), de Leyens (81%) en Rokkeveen-oost (83%). In bijlage 4 tabel 4.14 staat een overzicht van het gevoel van onveiligheid naar buurt.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2006 2007 2008 2009 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 vaak of soms zelden of nooit

(24)

Grafiek 14. Gevoel van onveiligheid in de eigen buurt, in % per wijk

Aan alle respondenten die zich in hun eigen buurt vaak of soms onveilig voelen, is gevraagd naar de redenen daarvoor. Ze konden die vraag beantwoorden door één of meer van zeven voor geformuleerde redenen aan te kruisen (inclusief de mogelijkheid

‘anders’).

Ruim meer dan de helft van hen (56%) zegt zich vaak of soms onveilig te voelen door een mogelijke kans op woninginbraak. Dit was ook in 2015 en in 2016 de meest genoemde reden. Iets minder dan de helft van de respondenten (46%) zegt zich daarnaast vaak of soms onveilig te voelen vanwege de kans om beroofd of aangevallen te worden.

Tabel 4.7 Genoemde redenen van onveiligheid (vaak of soms) in de eigen buurt in % van het totaal aantal respondenten

Men mocht meer antwoorden aankruisen

Aantal keren genoemd

In % van het totaal aantal respondenten

stille en/of enge plekken 125 42,5%

gevaarlijke verkeerssituaties 87 29,6%

de kans op woninginbraak 164 55,8%

de kans om beroofd of aangevallen te worden 136 46,3%

de kans op diefstal of vernieling van mijn eigendommen

131 44,6%

de berichtgeving in de media 45 15,3%

anders, namelijk: (zie bijlage 4 tabel 4.15) 31 10,5%

Totaal aantal respondenten: 294 0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

vaak of soms zelden of nooit

(25)

Een indeling naar wijk/buurt laat zien dat respondenten uit Meerzicht en Buytenwegh zich meer dan gemiddeld soms of vaak onveilig voelen in hun buurt door stille en/of enge plekken. Dit speelt duidelijk minder in bv. Rokkeveen.

In Oosterheem voelt men zich ruim meer dan gemiddeld onveilig door gevaarlijke verkeerssituaties. Ook Seghwaert en de Leyens scoren een stuk hoger dan gemiddeld op dit aspect.

Wat betreft het vaak of soms onveilig voelen als gevolg van de kans op woninginbraak dan blijkt dat dat met name ruim meer dan gemiddeld speelt in Buytenwegh en de Leyens.

In Meerzicht, Buytenwegh en Oosterheem voelt men zich meer dan gemiddeld soms of vaak onveilig door de kans om beroofd of aangevallen te worden.

In Buytenwegh voelt men zich meer dan gemiddeld soms of vaak onveilig door berichtgeving in de media.

Van belang bij het lezen van de volgende tabel is wel dat de aantallen respondenten in bv. Buytenwegh en de Leyens laag zien. Hoe kleiner het aantal respondenten waarop de uitkomst betrekking heeft, hoe groter de marges rondom de uitkomsten zijn.

Tabel 4.8 Genoemde redenen van onveiligheid (vaak of soms) in de eigen buurt in % van het totaal aantal respondenten naar buurt

Men mocht meer antwoorden aankruisen Stille

en/of enge plekken

Gevaarlijke Verkeers- situaties

Kans op woning- inbraak

Kans om beroofd of aan- gevallen te worden

Kans op verlies of diefstal van eigendom -men

Bericht- geving media

Anders Totaal

Centrum 39,3% 21,4% 48,2% 48,2% 42,9% 16,1% 5,4% 100% (n=56)

Meerzicht 68,4% 23,7% 55,3% 57,9% 47,4% 10,5% 15,8% 100% (n=38)

Buytenwegh 52,0% 12,0% 76,0% 56,0% 48,0% 28,0% 8,0% 100% (n=25)

De Leyens 42,1% 36,8% 73,7% 21,1% 42,1% 21,1% 15,8% 100% (n=19)

Seghwaert 39,2% 39,2% 52,9% 39,2% 47,1% 9,8% 19,6% 100% (n=51)

Noordhove Aantal respondenten te laag voor een verdere uitsplitsing naar reden onveiligheid (n=9)

Rokkeveen 29,7% 21,6% 59,5% 27,0% 40,5% 16,2% 8,1% 100% (n=37)

Oosterheem 38,3% 44,7% 51,1% 55,3% 48,9% 19,1% 2,1% 100% (n=47)

Totaal 42,5% 29,6% 55,8% 46,3% 44,6% 15,3% 10,5% 100% (n=294)

4.5 Gemiddeld rapportcijfer voor het gevoel van veiligheid in de eigen buurt Aan alle respondenten is gevraagd in een rapportcijfer van 1 (zeer onveilig) t/m 10 (zeer veilig) uit te drukken hoe veilig men zich in het algemeen in de eigen buurt voelt.

(26)

Gemiddeld geeft men een rapportcijfer 7,7 (7,7 in 2016 en 7,5 in 2015) voor het gevoel van veiligheid in de eigen buurt. Bijna de helft van de respondenten (48%) geeft een rapportcijfer 8 of meer voor het gevoel van veiligheid in de eigen buurt.

Grafiek 15. Gevoel van veiligheid in de eigen buurt, uitgedrukt in een rapportcijfer, in %

Uit grafiek 16 blijkt dat het gemiddelde rapportcijfer maar weinig varieert over de wijken. Gemiddeld het laagste cijfer geeft men in Meerzicht en in Buytenwegh (7,3) en gemiddeld het hoogste in Rokkeveen en de Leyens en (8,1).

Grafiek 16. Gevoel van veiligheid in de eigen buurt, uitgedrukt in een rapportcijfer naar wijk, gemiddeld cijfer

Exclusief de wijken Industriegebied en Buitengebied

In bijlage 4 tabel 4.16 staat een indeling naar buurt.

Op één jaar na is de vraag ook gesteld in de omnibusenquêtes in de jaren 2006 t/m 2016. Het gemiddelde rapportcijfer varieert van een 7,3 tot een 7,7.

Zie bijlage 4 tabel 4.17.

0%

20%

40%

60%

80%

100%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Zoetermeer Centrum Meerzicht Buytenwegh de Leyens Segwaert Noordhove Rokkeveen Oosterheem

(27)

5 VEILIGHEID IN ZOETERMEER

5.1 Gevoel van onveiligheid

Van de respondenten zegt 62% (59% in 2016) zich zelden of nooit onveilig te voelen in Zoetermeer. In totaal voelt 36% zich vaak of soms onveilig in Zoetermeer.

Zie ook tabel 5.1 in bijlage 4.

Grafiek 17. Onveiligheidgevoelens in Zoetermeer, in % (n=1101)

Op 2010 na is de vraag ook gesteld in de omnibusenquêtes in de jaren 2006 t/m 2016. Zie bijlage 4 tabel 5.2 voor een cijfermatig overzicht.

Grafiek 18. Onveiligheidsgevoelens in Zoetermeer, volgens de omnibusenquêtes 2006 t/m 2017, in % *

*In 2010 is de vraag niet gesteld 2%

34%

62%

2%

vaak soms

zelden of nooit weet niet

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 vaak of soms zelden of nooit

(28)

Een indeling naar leeftijd laat zien dat respondenten in de leeftijdsklasse 18-29 jaar zich relatief het meest vaak of soms onveilig voelen in Zoetermeer.

In de leeftijdsklasse 50-64 jaar voelt relatief het hoogste percentage respondenten zich zelden of nooit onveilig.

Tabel 5.1 Onveiligheidsgevoelens in Zoetermeer, naar leeftijd in %

Hoe vaak voelt respondent zich onveilig in Zoetermeer?

Leeftijd

Totaal aantal (excl. leeftijd onbekend)

18-29 30-39 40-49 50-64 65+

Vaak of soms 39,5 38,6 37,0 36,2 35,2

Zelden of nooit 56,6 56,6 61,6 63,3 60,4

Weet niet 3,9 3,9 1,4 0,5 4,5

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0

Aantal respondenten 76 101 146 371 381 1101

5.2 Redenen van onveiligheidsgevoelens

Aan de respondenten die zich vaak of soms onveilig voelen in Zoetermeer, is

gevraagd naar hun redenen daarvoor. Ze konden die vraag beantwoorden door één of meer van de zeven voor geformuleerde redenen aan te kruisen (inclusief de

mogelijkheid ‘anders’. Als meeste genoemde reden van onveiligheid in Zoetermeer wordt genoemd ‘stille en/of enge plekken’ (59%). Daarna scoort ‘de kans om beroofd of aangevallen te worden’ (56%) het hoogst.

Tabel 5.2 Genoemde redenen van onveiligheid (vaak of soms) in Zoetermeer in % van het totaal aantal respondenten

Men mocht meer antwoorden aankruisen

Aantal keren genoemd

In % van het totaal aantal

respondenten

stille en/of enge plekken 228 58,5%

gevaarlijke verkeerssituaties 112 28,7%

de kans op woninginbraak 151 38,7%

de kans om beroofd of aangevallen te worden 217 55,6%

de kans op diefstal of vernieling van mijn eigendommen

158 40,5%

de berichtgeving in de media 62 15,9%

anders, namelijk: (zie bijlage 4 tabel 5.3) 26 6,7%

Totaal aantal respondenten: 390

(29)

5.3 Gemiddeld rapportcijfer voor het gevoel van veiligheid in Zoetermeer

Aan alle respondenten is gevraagd in een rapportcijfer van 1 (zeer onveilig) t/m 10 (zeer veilig) uit te drukken hoe veilig men zich in het algemeen in Zoetermeer voelt.

Gemiddeld geeft men in 2017 net als in 2016 een rapportcijfer 7,4 voor het gevoel van veiligheid in Zoetermeer. Het meest gegeven rapportcijfer is een 7 (35%).

Grafiek 19. Gevoel van veiligheid in Zoetermeer, uitgedrukt in een rapportcijfer, in % (n=1075) (1=zeer onveilig, 10=zeer veilig)

Op één jaar na is de vraag ook gesteld in de omnibusenquêtes 2006-2016. Zie bijlage 4 tabel 5.4. Het gemiddeld rapportcijfer varieert door de jaren heen tussen een 6,9 en 7,4.

5.4 Aangifte van misdrijven

Dit jaar is voor 10 misdrijven gevraagd of men hiervan aangifte zou doen bij de politie als het de respondenten zou overkomen.

Uit de volgende tabel blijkt dat de aangiftebereidheid voor alle genoemde misdrijven bij de politie hoog is.

Het hoogst is die aangiftebereidheid bij eventuele diefstal van de auto en/of motor. De aangiftebereidheid is relatief het laagst bij diefstal van de fiets (86%).

De tabel geeft alleen maar weer of men denkt aangifte te doen bij een bepaald misdrijf en niet of men ook echt aangifte doet als met te maken krijgt met één of meer van de genoemde misdrijven.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

(30)

Tabel 5.3 Aangiftebereidheid bij verschillende misdrijven

Genoemde misdrijven

Zou u aangifte doen bij de politie als het u zou overkomen?

Ja Nee Weet niet Totaal

- Geweld

94,1% 1,6% 4,4% 100% (n=1077)

- Woninginbraak

98,4% 0,5% 1,0% 100% (n=1091)

- Straatroof

96,0% 1,3% 2,7% 100% (n=1081)

- Overval

97,5% 0,6% 1,9% 100% (n=1052)

- Vernieling van eigendommen

87,3% 2,6% 10,1% 100% (n=1075)

- Diefstal fiets

85,9% 7,4% 6,7% 100% (n=1034)

- Diefstal brommer en/of scooter

92,1% 3,8% 4,1% 100% (n= 788)

- Diefstal auto en/of motor

98,2% 0,6% 1,2% 100% (n=1018)

- Diefstal uit auto

93,0% 2,4% 4,6% 100% (n=1021)

- Seksueel misdrijf

93,9% 0,7% 5,4% 100% (n=1071)

Alleen aan de respondenten die bij één of meer misdrijven hebben aangegeven geen aangifte te zullen doen, is gevraagd waarom dat zo is.

In totaal zijn er 101 respondenten die bij één of meer misdrijven hebben aangegeven geen aangifte te zullen doen.

Bijna twee derde van hen (65%) geeft als reden om geen aangifte te gaan doen: “er wordt met de aangifte toch niets gedaan”. In totaal zou 42% ook geen aangifte doen als de schade te gering is en één op de drie respondenten (33%) laat een eventuele aangifte afhangen van de situatie of het soort misdrijf.

Tabel 5.4 Genoemde redenen om geen aangifte te doen (n=101)

Genoemde redenen: Aantal keren

genoemd

In % van totaal aantal respondenten

Ik zou geen aangifte doen als de schade te gering is 42 41,6%

Er wordt met de aangifte toch niets gedaan 66 65,3%

Ik vind de aangifteprocedure te ingewikkeld 16 15,8%

Hangt van de situatie / het misdrijf af 33 32,7%

Ik zou geen aangifte doen als ik bang ben voor mogelijk nadelige gevolgen 10 9,9%

Andere reden, namelijk: 9 8,9%

Weet niet / geen reden 4 4,0%

(31)

6

UITGAAN IN ZOETERMEER

6.1 Uitgaan in Zoetermeer

In totaal is 57% van de respondenten in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek wel eens in Zoetermeer uitgegaan. Dit is meer dan in 2016 toen 53%

aangaf wel eens in Zoetermeer uit te gaan.

Tabel 6.1 Uitgaan in Zoetermeer, absoluut en in %

Bent u de in afgelopen twaalf maanden wel eens uitgegaan in Zoetermeer?

Absoluut In %

Ja Nee

556 434

56,7%

44,3%

Subtotaal Weet niet Geen antwoord Totaal

980 37 99 1126

100,0%

Een indeling naar leeftijdsklasse laat zien dat het percentage respondenten dat uitgaat in Zoetermeer relatief het laagst is in de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder en relatief het hoogst in de leeftijdsklasse 30 t/m 49 jaar. Zie ook tabel 6.1 in bijlage 4. Vorig jaar was het % respondenten, dat wel eens uitging in Zoetermeer het hoogst in de

leeftijdsklasse 18 t/m 29 jaar.

Grafiek 20. Uitgaan in Zoetermeer, naar leeftijd, in %

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

18 t/m 29 jr 30 t/m 39 jr 40 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr 65 jr en ouder

nee ja

(32)

De respondenten die in twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek wel eens in Zoetermeer zijn uit geweest, hebben dat in deze periode afgerond gemiddeld 11 keer gedaan. Dit aantal varieert tussen de 1 en 100 keer.

Tabel 6.2 Uitgaansfrequentie, absoluut en in %

Aantal keren dat men ongeveer is uitgegaan in Zoetermeer: Absoluut In % 1-4

5-9 10 of meer

155 140 219

30,2%

27,2%

42,6%

Subtotaal Geen antwoord Totaal

514 42 556

100,0%

Minimum: 1 keer Maximum: 100 keer Gemiddeld: 10,8 keer

Een indeling van de uitgaansfrequentie naar leeftijdsklasse laat zien dat respondenten in de leeftijdsklasse 50 t/m 64 jaar gemiddeld het meest zijn uitgegaan. Gemiddeld 12 keer. Dit was ook in 2016 (ook 12 keer) het geval.

Hoewel het percentage jongeren dat aangeeft te zijn uitgegaan, is gedaald in 2017, is het gemiddeld aantal keren dat ze in 2017 uit gingen gelijk gebleven.

Grafiek 21. Gemiddeld aantal keer dat een respondent is de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek is uitgegaan in Zoetermeer, naar leeftijdsklasse

Betreft alleen de weergave van respondenten die hebben aangegeven hoe vaak ze zijn uitgegaan in deze periode

10,9

7,7

9,7

12,1

10,8

0 2 4 6 8 10 12 14

18 t/m 29 jr 30 t/m 39 jr 40 t/m 49 jr 50 t/m 64 jr 65 jr en ouder

(33)

Als de respondenten worden meegerekend die geen enkele keer (in Zoetermeer) zijn uitgegaan, dan daalt het gemiddelde naar 6,3 keer in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek.

6.2 Gemiddeld rapportcijfer voor het gevoel van veiligheid tijdens het uitgaan in Zoetermeer

Gemiddeld geeft men een rapportcijfer 7,7 (7,6 in 2016) voor het gevoel van veiligheid tijdens het uitgaan in Zoetermeer. Het meest gegeven rapportcijfer is een 8 (42%). Zie ook tabel 6.2 in bijlage 4.

Grafiek 22. Gevoel van veiligheid tijdens het uitgaan in Zoetermeer, uitgedrukt in een rapportcijfer, in %

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

zeer onveilig

2 3 4 5 6 7 8 9 zeer

veilig

(34)
(35)

7

OPENBAAR VERVOER IN ZOETERMEER

7.1 Gebruik van het openbaar vervoer in Zoetermeer

Zeven van de tien respondenten zegt wel eens gebruik te hebben gemaakt van het openbaar vervoer in Zoetermeer in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek. Het openbaar vervoer is hierbij de bus en/of de Randstadrail. In totaal maakte 30% er geen gebruik van.

Tabel 7.1 Gebruik van het openbaar vervoer in Zoetermeer in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek, absoluut en in %

Heeft u in de afgelopen twaalf maanden in Zoetermeer wel eens gebruik gemaakt van het openbaar vervoer, d.w.z. van de bus of de Randstadrail?

Absoluut In %

Ja Nee

768 326

70,2%

29,8%

Subtotaal Weet niet Geen antwoord Totaal

1094 2 30 1126

100,0%

7.2 Gemiddelde waardering voor het openbaar vervoer

Aan alle respondenten die gebruik hebben gemaakt van het openbaar vervoer, in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek, is gevraagd aan te geven hoe veilig ze zich voelden in en rond het openbaar vervoer in Zoetermeer. Het ging daarbij niet alleen over de veiligheid in de bus of de Randstadrailhalte zelf maar ook om die bij de haltes en op de perrons. Gemiddeld geven de respondenten hiervoor net als in 2016 een rapportcijfer 7,3 (7,1 in 2015). Zie ook tabel 7.1 in bijlage 4.

(36)

Grafiek 23. Gevoel van veiligheid in en rond het openbaar vervoer in Zoetermeer, uitgedrukt in een rapportcijfer, in % (n=749)

*betreft alleen de respondenten die in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek gebruik hebben gemaakt van het openbaar vervoer, d.w.z. van de bus of de Randstadrail

0%

20%

40%

60%

80%

100%

zeer onveilig

2 3 4 5 6 7 8 9 zeer

veilig

(37)

8

VEILIGHEID IN HUIS

8.1 Rookmelders

Bij brand kunnen rookmelders voorkomen dat er slachtoffers vallen.

Van de respondenten zegt 78% (81% in 2016) in een huis met één of meer rookmelders te wonen.

Tabel 8.1 Aanwezigheid van rookmelders, absoluut en in %

Hangen er in uw huis één of meer rookmelders? Absoluut In % Ja

Nee

856 236

78,4%

21,6%

Subtotaal Weet niet Geen antwoord Totaal

1082 7 27 1126

100,0%

De vraag is ook gesteld in de omnibusenquêtes 2010-2016.

De aanwezigheid van rookmelders is in de tijd gezien gestegen van 71% in 2010 tot 81% in 2016. Er is in 2017 sprake van een lichte daling maar deze daling is niet significant. Zie ook tabel 8.1 in bijlage 4.

Grafiek 24. Aanwezigheid van rookmelders, volgens de omnibus enquêtes 2010-2017, in %

Een indeling naar wijk laat zien dat het percentage rookmelders varieert van 65% in de wijk Centrum tot 98% in de wijk Oosterheem. Zie ook tabel 8.2 in bijlage 4.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

ja nee

(38)

8.2 Noodpakket

Een noodpakket bevat spullen waarmee men zich thuis enkele dagen kan redden in noodsituaties zoals het voor langere tijd uitvallen van de stroom, de verwarming of de drinkwatervoorziening. Zo’n pakket kan men kant-en-klaar kopen maar ook zelf samenstellen. In totaal zegt 17% van de respondenten dat er in hun huis een noodpakket aanwezig is.

Tabel 8.2 Aanwezigheid van een noodpakket in huis, absoluut en in %

Heeft u een noodpakket in huis? Absoluut In %

Ja Nee

184 877

17,3%

82,7%

Subtotaal Weet niet Geen antwoord Totaal

1061 38 27 1126

100,0%

Ook deze vraag is in de vorige omnibusenquêtes gesteld (2010 t/m 2016). In de tijd gezien blijft het percentage respondenten dat een noodpakket in huis heeft redelijk gelijk en fluctueert tussen de 16% en 20%. Zie ook tabel 8.3 in bijlage 4.

Grafiek 25. Aanwezigheid van noodpakketten volgens de omnibusenquêtes 2010-2017, in %

8.3 Koolmonoxidemelder

Koolmonoxide is een gas dat niet zichtbaar is en dat je niet kunt ruiken of proeven.

Een koolmonoxide melder alarmeert tijdig bij het vrijkomen van koolmonoxide door een luid alarm.

Bij ruim een kwart van de respondenten (27%) blijkt er een koolmonoxidemelder in huis te hangen. Dat was in 2015 nog maar bij 20% van de respondenten het geval.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

ja nee

(39)

Tabel 8.3 Aanwezigheid van een koolmonoxidemelder, absoluut en in % van 2015 t/m 2017 Heeft u een

koolmonoxidemelder in huis?

2015 2016 2017

Absoluut In % Absoluut In % Absoluut Inn %

Ja Nee

222 866

20,4%

79,6%

229 563

28,9%

71,1%

304 749

27,0 73,0

Subtotaal Weet niet Geen antwoord Totaal

1.088 74 9 1.171

100,0% 792

54 9 855

100,0% 1043 46 27 1126

100,0%

(40)
(41)

BIJLAGE 1. VRAGENLIJST ONDERZOEK

VEILIGHEID

56. Kunt u met een rapportcijfer uw waardering aangeven voor de inzet van de politie in Zoetermeer als geheel en voor hun inzet in uw eigen buurt?

a. in Zoetermeer als geheel

zeer lage waardering zeer hoge waardering geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

b. in uw eigen buurt

zeer lage waardering zeer hoge waardering geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

57. In Zoetermeer zet een team van buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) zich in voor de leefbaarheid van de openbare ruimte. Daartoe treden de BOA’s op als gastheer of gastvrouw richting burgers en bedrijven en delen zij zo nodig waarschuwingen en bekeuringen uit.

Kunt u met een rapportcijfer uw waardering aangeven voor de inzet van de BOA’s in Zoetermeer als geheel en voor hun inzet in uw eigen buurt?

a. in Zoetermeer als geheel

zeer lage waardering zeer hoge waardering geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

b. in uw eigen buurt

zeer lage waardering zeer hoge waardering geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

58. Bent u het eens of oneens met de volgende stellingen over BOA’s?

1 eens

2 oneens

3 geen mening

- ze zijn te weinig zichtbaar op straat

- ze hebben te weinig begrip voor de reden van een overtreding

- ze gaan te snel over tot bekeuren

- ze gedragen zich correct en beleefd tegenover het publiek

- ze zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad

- ze moeten regels streng handhaven

   

(42)

59. De-escalatie is een uitgangspunt van het werk van de BOA’s. Dat betekent dat ze proberen in hun contacten met het publiek de gemoederen zo min mogelijk te laten oplopen. Ze doen dat bijvoorbeeld door eerst te waarschuwen en pas als de waarschuwing niet is opgevolgd over te gaan tot het uitschrijven van een boete.

Vindt u dat de BOA’s zich voldoende aan dit uitgangspunt van de-escalatie houden?

1. ja

2. nee

3. geen mening

60. Heeft u in de afgelopen twaalf maanden wel eens contact gehad met de BOA’s?

1. ja

2. nee

3. weet niet

61. Als u nog iets kwijt wilt over de BOA’s, dan kunt u dat hieronder kort opschrijven.

62. Voelt u zich persoonlijk verantwoordelijk voor de veiligheid in uw eigen buurt?

1. ja

2. nee

63. Heeft u wel eens iets gedaan om de veiligheid in uw eigen buurt te verbeteren?

1. ja

2. nee  ga naar vraag 65

3. weet niet  ga naar vraag 66

64. Kunt u hieronder kort opschrijven wat u gedaan heeft om de veiligheid in uw eigen buurt te verbeteren?

LET OP: ga nu door naar vraag 66

65. Waarom heeft u nooit iets gedaan om de veiligheid in uw eigen buurt te verbeteren?

LET OP: meer antwoorden mogelijk.

ik vind dat een taak van de overheid

ik vond het niet nodig

ik durfde het niet

ik was er niet toe in staat

anders, namelijk:

weet niet

(43)

66. De gemeente vindt het belangrijk de inwoners te betrekken bij de bevordering van de veiligheid in hun eigen buurt.

Samen met de politie heeft zij daartoe diverse initiatieven ontwikkeld.

Van welke van de onderstaande initiatieven wist u dat ze bestaan?

LET OP: meer antwoorden mogelijk.

Wijk en Agent Samen (WAS)

Waaks!

Buurt Bestuurt

Burgernet

Burger W hatsApp

Buurttafel / Buurtforum

anders, namelijk:

geen van deze initiatieven  ga naar vraag 68

67. Van welke van de onderstaande initiatieven bent u lid?

LET OP: meer antwoorden mogelijk.

Wijk en Agent Samen (WAS)

Waaks!

Buurt Bestuurt

Burgernet

Burger W hatsApp

Buurttafel / Buurtforum

anders, namelijk:

geen van deze initiatieven

68. Hoe vaak voelt u zich onveilig in uw eigen buurt?

1. vaak

2. soms

3. zelden of nooit  ga naar vraag 70

4. weet niet  ga naar vraag 70

(44)

69. Waardoor voelt u zich vaak of soms onveilig in uw eigen buurt?

LET OP: meer antwoorden mogelijk.

stille en/of enge plekken

gevaarlijke verkeerssituaties

de kans op woninginbraak

de kans om beroofd of aangevallen te worden

de kans op diefstal of vernieling van mijn eigendommen

de berichtgeving in de media

anders, namelijk:

70. Kunt u in een rapportcijfer (van 1 t/m 10) aangeven hoe veilig u zich in het algemeen in uw eigen buurt voelt?

zeer onveilig zeer veilig geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

71. Hoe vaak voelt u zich onveilig in Zoetermeer?

1. vaak

2. soms

3. zelden of nooit  ga naar vraag 73

4. weet niet  ga naar vraag 73

72. Waardoor voelt u zich vaak of soms onveilig in Zoetermeer?

LET OP: meer antwoorden mogelijk.

stille en/of enge plekken

gevaarlijke verkeerssituaties

de kans op woninginbraak

de kans om beroofd of aangevallen te worden

de kans op diefstal of vernieling van mijn eigendommen

de berichtgeving in de media

anders, namelijk:

(45)

73. Kunt u in een rapportcijfer (van 1 t/m 10) aangeven hoe veilig u zich in het algemeen in Zoetermeer voelt?

zeer onveilig zeer veilig geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

74. Kunt u hieronder achter elk misdrijf aangeven of u hiervan aangifte zou doen bij de politie als het u zou overkomen?

1 ja

2 nee

3 weet niet

4 n.v.t.

- geweld

-

- woninginbraak

-

- straatroof

-

- overval

-

- vernieling van eigendommen

-

- diefstal fiets

- diefstal brommer en/of scooter

- diefstal auto en/of motor

- diefstal uit auto

- seksueel misdrijf

-

   

LET OP: Als u bij vraag 74 geen enkele keer ‘nee’ heeft ingevuld, kunt u vraag 75 overslaan en doorgaan met vraag 76.

   

75. U heeft bij vraag 74 één keer of vaker aangekruist dat u geen aangifte zou doen.

Kunt u aangeven waarom?

LET OP: meer antwoorden mogelijk.

ik zou geen aangifte doen als de schade te gering is

er wordt met een aangifte toch niets gedaan

ik vind de aangifteprocedure te ingewikkeld

hangt van de situatie / het misdrijf af

ik zou geen aangifte doen als ik bang ben voor mogelijk nadelige gevolgen

andere reden, namelijk:

weet niet / geen reden

76. Bent u in de afgelopen twaalf maanden wel eens uitgegaan in Zoetermeer?

1. ja, namelijk ongeveer keer

2. nee  ga naar vraag 78

3. weet niet  ga naar vraag 78

77. Kunt u in een rapportcijfer (van 1 t/m 10) aangeven hoe veilig u zich in de afgelopen twaalf maanden in het algemeen tijdens het uitgaan in Zoetermeer voelde?

zeer onveilig zeer veilig geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

(46)

78. Heeft u in de afgelopen twaalf maanden in Zoetermeer wel eens gebruik gemaakt van het openbaar vervoer, d.w.z. van de bus of RandstadRail?

1. ja

2. nee  ga naar vraag 80

3. weet niet  ga naar vraag 80

79. Kunt u in een rapportcijfer (van 1 t/m 10) aangeven hoe veilig u zich in de afgelopen twaalf maanden in en rond het openbaar vervoer in Zoetermeer voelde?

LET OP: het gaat niet alleen over de veiligheid in de bus of RandstadRail zelf maar ook om die bij de haltes en op de perrons.

zeer onveilig zeer veilig geen mening

          

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 99

80. Bij brand kunnen rookmelders voorkomen dat er slachtoffers vallen.

Hangen er in uw huis één of meer rookmelders?

1. ja

2. nee

3. weet niet

81. Een noodpakket bevat spullen waarmee u zich thuis enkele dagen kunt redden in noodsituaties zoals het voor langere tijd uitvallen van de stroom, de verwarming of de drinkwatervoorziening. Zo’n pakket kunt u kant-en-klaar kopen, maar ook zelf samenstellen.

Heeft u een noodpakket in huis?

1. ja

2. nee

3. weet niet

82. Koolmonoxide is een gas dat niet zichtbaar is en dat u niet kunt ruiken of proeven. Een koolmonoxidemelder alarmeert u tijdig bij het vrijkomen van koolmonoxide door een luid alarm.

Heeft u een koolmonoxidemelder in huis?

1. ja

2. nee

3. weet niet

(47)

BIJLAGE 2. BETROUWBAARHEID EN NAUWKEURIGHEID

De in dit verslag opgenomen uitkomsten hebben betrekking op de 1126 respondenten uit de omnibusenquête die vragen hebben ingevuld over de veiligheid. Over de

‘werkelijkheid’, dat wil zeggen de situatie in de totale populatie van Zoetermeer 18 plussers, kunnen alleen uitspraken worden gedaan in de vorm van punt- of intervalschattingen.

Wanneer in de respons bijvoorbeeld 40% een bepaald gedrag vertoont, wordt

aangenomen dat dit in de populatie ook 40% zal zijn. Een dergelijke puntschatting van een percentage zal bijna altijd in meer of mindere mate van de werkelijkheid afwijken.

De kans op een verkeerde schatting kan aanzienlijk worden teruggebracht door de werkelijkheid te schatten in de vorm van intervallen (intervalschattingen).

Het is daarbij mogelijk, met behulp van statistische formules, de grootte van een interval zodanig rond de enquête-uitkomst te kiezen dat met een bepaalde mate van zekerheid (veelal ‘betrouwbaarheid’ genoemd) kan worden aangenomen dat het werkelijke percentage zich binnen dat interval bevindt.

Enkele voorbeelden ter verduidelijking:

 stel dat van alle 1126 respondenten 30% opvatting A heeft. In werkelijkheid (dus in de totale populatie van Zoetermeerders van 18 jaar en ouder) zal dit percentage dan met 95% zekerheid liggen tussen 27,3% en de 32,7%.

 Stel dat van alle respondenten er 50 gedrag x vertonen. Als van deze 50 personen 60% vrouw is dan kan met 95% zekerheid gesteld worden dat van alle Zoetermeerse 18 plussers die gedrag x vertonen tussen de 46,4 en 73,6% vrouw is.

Tabel 1. Procentpunten waarmee de werkelijke percentages (dus die in de populatie) maximaal kunnen afwijken van die in de respons. (Bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%).

Aantal respondenten

10% of 90%

20% of 80%

30% of 70%

40% of 60%

50%

100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1126

5,9 4,2 3,4 2,9 2,6 2,4 2,2 2,1 2,0 1,9 1,8

7,8 5,5 4,5 3,9 3,5 3,2 3,0 2,8 2,6 2,5 2,3

9,0 6,4 5,2 4,5 4,0 3,7 3,4 3,2 3,0 2,8 2,7

9,6 6,8 5,5 4,8 4,3 3,9 3,6 3,4 3,2 3,0 2,9

9,8 6,9 5,7 4,9 4,4 4,0 3,7 3,5 3,3 3,1 2,9

(48)
(49)

BIJLAGE 3. POPULATIE, STEEKPROEF EN RESPONS

Voor de enquête zijn uit de bevolkingsadministratie van de gemeente Zoetermeer drie steekproeven getrokken van elk 4.000 Zoetermeerders die per 1 september 2017 18 jaar of ouder waren en niet in een zogenaamd bijzonder woongebouw (zoals een bejaardenoord, gevangenis of een gezinsvervangend tehuis) of in een woonwagen woonden.

Er zijn drie steekproeven getrokken omdat het aantal vragen zo groot was dat ze over drie vragenlijsten verdeeld moesten worden. De vragen over de warenmarkt zijn opgenomen in vragenlijst C.

Alle geselecteerde Zoetermeerders kregen een brief met de vragenlijst toegestuurd.

Ze hadden de mogelijkheid deze vragenlijst op papier in te vullen en terug te sturen in de bijgevoegde antwoordenvelop of ze hadden de mogelijkheid de vragenlijst digitaal in te vullen. Op de brief stond een link naar de vragenlijst en een persoonlijke inlogcode.

Van de 4.000 steekproefpersonen hebben er 1126, de vragen over het onderwerp veiligheid al of niet volledig ingevuld (386 respondenten vulden een digitale vragenlijst in en 740 respondenten een papieren vragenlijst).

De totale respons voor het onderwerp veiligheid komt daarmee uit 28%.

In de volgende tabel zijn de Zoetermeerse bevolking, de steekproefeenheden en de respondenten naast elkaar gezet naar de gecombineerde kenmerken leeftijd en geslacht.

Geslacht een leeftijd, in % van:

-de Zoetermeerse bevolking van 18 jaar en ouder (per 1 -1-2017);

-de personen in de steekproef (per 1-9-2017);

-de respondenten (volgens opgave van de respondent).

Geslacht en leeftijd Bevolking Personen in de steekproef Respondenten veiligheid Man 18 < 30 jr

Vrouw 18 < 30 jr Man 30 < 40 jr Vrouw 30 < 40 jr Man 40 < 50 jr Vrouw 40 < 50 jr Man 50+

Vrouw 50+

9,2%

9,0%

7,7%

8,0%

7,8%

8,6%

23.5%

26,2%

9,7%

8,9%

7,2%

7,8%

7,3%

8,6%

22,7%

27,9%

3,1%

3,7%

3,5%

5,9%

6,6%

7,1%

32,3%

37,7%

Totaal Aantal

100,0%

98.900

100,0%

4.000

100,0%

1074

* Van 52 respondenten uit 2017 is de leeftijd niet bekend of deze respondenten gaven als antwoord bij geslacht (anders/wil ik niet zeggen)

(50)
(51)

BIJLAGE 4. TABELLEN

2. POLITIE

Tabel 2.1 Waardering voor de inzet van de politie in Zoetermeer als geheel, uitgedrukt in een rapportcijfer, volgens de omnibusenquêtes 2012-2017, in % en gemiddeld.

Waardering voor de inzet van de politie in Zoetermeer als geheel:

Omnibusenquête

2012 2013 2014 2015 2016 2017

1 zeer lage waardering 0,9 1,3 0,9 1,7 1,6 0,7

2 1,7 0,7 0,8 1,1 0,6 0,6

3 2,4 1,8 1,3 1,7 1,6 1,4

4 3,9 3,6 3,2 2,5 3,2 2,3

5 9,5 10,0 7,8 10,0 7,5 7,4

6 19,5 23,8 20,6 16,2 18,8 15,5

7 44,1 42,2 41,9 42,5 38,3 35,3

8 14,9 14,2 20,6 20,0 23,0 29,3

9 1,8 1,7 2,5 3,1 4,5 5,8

10 zeer hoge waardering 1,3 0,8 0,3 1,2 1,0 1,8

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0

Gemiddeld cijfer 6,5 6,5 6,7 6,6 6,7 7,0

Aantal respondenten 939 908 902 833 708 880

Tabel 2.2 Waardering voor de inzet van de politie in de eigen buurt, uitgedrukt in een rapportcijfer, volgens de omnibusenquêtes 2012-2017, in % en gemiddeld.

Waardering voor de inzet van de politie in de eigen buurt:

Omnibusenquête

2012 2013 2014 2015 2016 2017

1 zeer lage waardering 1,9 1,4 1,4 2,4 1,8 0,8

2 2,1 1,4 1,5 1,4 1,2 1,5

3 3,0 3,5 2,7 2,0 1,6 2,0

4 6,0 6,0 4,4 5,8 4,7 3,8

5 12,1 12,2 10,9 10,9 11,1 10,1

6 20,1 21,3 19,4 18,2 18,1 16,4

7 36,4 35,6 36,0 36,4 32,4 31,3

8 14,7 15,5 20,4 17,2 21,8 26,9

9 2,4 2,3 2,5 4,1 5,9 5,5

10 zeer hoge waardering 1,2 0,8 0,7 1,5 1,4 1,7

Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0

Gemiddeld cijfer 6,3 6,3 6,5 6,4 6,6 6.8

Aantal respondenten 977 933 947 844 729 889

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een zeer groot deel van de antwoorden gaat over zwembaden en over de mogelijkheden om (recreatief) te zwemmen. Het gemiddelde rapportcijfer voor deze voorzieningen is

De groene openbare ruimte krijgt van respondenten een hogere prioriteit dan de rode. Het groen dicht bij huis wordt door 65% zeer belangrijk genoemd. Het groen in of bij

• 9% van de respondenten bezocht in de twaalf maanden voor het onderzoek één of meer films georganiseerd door het Filmhuis Zoetermeer.. Zij beoordelen het Filmhuis met gemiddeld

Van vier, aan de respondenten voorgelegde gebieden (Westerpark, Balijbos, Buytenpark en Bentwoud), worden het Westerpark en het Balijbos het meest genoemd als park dat men met

De strategie van Kopenhagen laat zien dat de samenwerking tussen overheden, bedrijven, civil society en kennisinstellingen, niet alleen een goed instrument is voor de

Hieruit valt af te lezen dat meer dan een vijfde van de respondenten van mening is dat de afgesproken onderhoudskwaliteit voor fiets- en voetpaden en het onderhoud van de

Figuur 3 Grootschalige evenementen in Zoetermeer volgens de respondenten, als % dat zegt deze te hebben bijgewoond in de afgelopen twaalf maanden (5% of vaker genoemd, n=204)..

buytenwegh  Ik woon vlakbij het Stadshart en veel mensen die daar werken zetten hun auto hier en hoeven dan niet elke keer te lopen voor de parkeerschijf en dan zijn er