Vraag nr. 5
van 10 oktober 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN VDAB-kantoren kust – Taalgebruik
De V DA B-kantoren aan de kust worden geregeld geconfronteerd met werkloze Franstaligen die zich daar zijn komen vestigen (VDAB : Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding). Een aantal daarvan zijn eentalig Frans en tonen weinig of geen bereidheid om Nederlands te leren. Het logisch gevolg is dat ze geen werk vinden. Omdat klantvriendelijkheid zogezegd primeert, worden de ambtenaren van de V DA B-k a n t o r e n aangemaand om geen schorsing te adviseren. D e betrokken werklozen worden ook steeds in het Frans te woord gestaan.
Is het normaal dat de klantvriendelijkheid boven de naleving van de taalwetgeving wordt geplaatst ? Bestaan er terzake richtlijnen en indien niet, is het dan niet aangewezen om die alsnog te verstrekken ?
Antwoord
Als organisatie van de Vlaamse overheid waakt de V DAB erover dat de dienstverlening conform de taalwetgeving kan plaatsvinden.
In de V DAB is het Nederlands de bestuurstaal. I n de taalgrens – en Randgemeenten is een speciale taalregeling van toepassing die door de gecoördi-neerde wetten op het gebruik der talen in bestuurs-zaken is opgelegd.
Artikel 24, § 1 van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 21 december 1988 houdende de organisa-tie van de arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding bepaalt dat iedereen zich als werkzoekende mag inschrijven bij de VDAB.
Er is geen instructie van de V DAB die de consu-lenten zou aanmanen om in de door de V l a a m s e volksvertegenwoordiger beoogde gevallen geen ge-gevenstransmissie ten aanzien van de RVA te orga-niseren ( RVA : Rijksdienst voor A r b e i d s v o o r z i e n i n g – red.).