• No results found

Vraag nr. 134 van 28 maart 2002 van mevrouw PATRICIA CEYSENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 134 van 28 maart 2002 van mevrouw PATRICIA CEYSENS"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 134 van 28 maart 2002

van mevrouw PATRICIA CEYSENS Erkenningen – Overdracht

Erkenningen in de welzijns- en gezondheidssector zijn een gegeerd goed, zeker in een sector waar de programmatie volzet is.

Blijkbaar worden dergelijke erkenningen overge-dragen van de ene VZW naar de andere. Het is niet duidelijk of daarvoor dan een tegenprestatie door de overnemer verleend wordt. Zo ja, dan zou dit betekenen dat deze erkenningen een verhandel-baar goed zijn.

Dit kan nochtans niet de bedoeling zijn.

1. Is de minister op de hoogte van deze problema-tiek ?

2. Hoe wordt er omgegaan met overdrachten van erkenningen ?

3. Behoort een erkenning niet steeds terug te keren naar de Vlaamse Gemeenschap, die ze dan kan verlenen aan een nieuwe aanvrager ?

Antwoord

1. Bijzondere jeugdbijstand

De aanvraag voor een erkenning wordt ingediend door de inrichtende macht, maar het is de voorzie-ning die erkend wordt.

De overdracht van de organisatie van een voorzie-ning van de ene naar de andere inrichtende macht heeft op zich geen gevolgen voor de erkenning van de voorziening. Voorzover de overdracht officieel genotuleerd werd door de overlatende en de over-nemende VZW en de overover-nemende VZW als be-trouwbaar geldt, wordt akte genomen van de over-dracht.

Indien men echter, naar aanleiding van een wijzi-ging van inrichtende macht, de voorwaarden van de erkenning (categorie, c a p a c i t e i t , leeftijd en ge-slacht van de doelgroep of lokalisatie van de voor-ziening of een afdeling in een ander bestuurlijk ar-rondissement) wenst te wijzigen, moet men een aanvraag voor het wijzigen van de erkenning van de voorziening indienen. Dergelijke aanvraag wordt op dezelfde manier behandeld als een aan-vraag voor een nieuwe erkenning.

Zoals uit het voorgaande blijkt, keren erkenningen bij overname door een andere inrichtende macht niet terug naar de Vlaamse Gemeenschap.

Enkel bij gedeeltelijke of volledige stopzetting van de effectieve werking van een voorziening, h e t z i j op initiatief van de inrichtende macht, hetzij bij be-slissing van de erkennende overheid, keert de er-k e n n i n g, naar het geval gedeeltelijer-k of volledig, terug naar de Vlaamse Gemeenschap.

Het per definitie terugkeren van de erkenning bij overname door een andere inrichtende macht ter-wijl de hulpverlening van de voorziening verder ongewijzigd wordt aangeboden, zou de continuïteit van de hulpverlening aantasten.

2. Algemeen welzijnsbeleid

Zowel in de sector van het maatschappelijk op-bouwwerk als van het vrijwilligerswerk worden VZW's op naam erkend en is overdracht van er-kenning niet mogelijk.

Dat geldt ook voor het beleid ten aanzien van et-n i s c h-culturele miet-nderhedeet-n, met die aaet-nvulliet-ng dat hier ook overheden kunnen worden erkend: gemeenten voor een integratiedienst, e v e n t u e e l provincies voor een integratiecentrum.

In de sector van de armoedebestrijding zijn erken-ningen niet van toepassing.

3. Ouderenzorg

De erkenningsprocedure voor rusthuizen en servi-ceflatgebouwen voorziet uitdrukkelijk in een over-namemogelijkheid van "een erkende inrichting". De overnemer wordt geacht uiterlijk drie maanden vooraf een erkenningsdossier in te sturen dat naast de gebruikelijke documenten (inlichtingsformulier, p e r s o n e e l s l i j s t , brandveiligheidsattest) ook een af-schrift bevat van de door betrokken partijen geslo-ten overnameovereenkomst en een afschrift van de statuten van de nieuwe uitbater. "Indien de inrich-ting aan alle erkenningsnormen blijft voldoen, wordt de lopende erkenning behouden voor de nog resterende duur van de erkenning van deze inrich-t i n g " . Erkenningen kunnen dus worden overgedra-gen.

(2)

personen en vennootschap en kunnen zich immers inkopen in raden van beheer en de voorziening "overnemen" met behoud van de oorspronkelijke r e c h t s p e r s o o n . Verleende voorafgaande vergunnin-gen daarentevergunnin-gen (geprogrammeerde maar nog niet gerealiseerde wooneenheden/woongelegenheden) kunnen niet overgedragen worden. In dat geval is het steeds de overheid die beslist aan welke initia-tiefnemer eventueel een nieuwe voorafgaande ver-gunning (afhankelijk van de programmatie) kan worden verleend.

4. Thuiszorg

In de regelgeving m.b. t . de erkenning van de ver-enigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg (diensten voor gezinszorg, lokale en regionale d i e n s t e n c e n t r a , d a g v e r z o r g i n g s c e n t r a , centra voor k o r t v e r b l i j f, diensten voor oppashulp en verenigin-gen van gebruikers en mantelzorgers) wordt niet expliciet in een overnameprocedure voorzien. Wel kan een initiatiefnemer in uitvoering van arti-kel 12 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 een aanvraag doen tot wijziging van één of meerdere elementen van de erkenning die uitdrukkelijk in de erkenningsbeslissing zijn o p g e n o m e n , dus ook tot wijziging van de initiatief-nemer.

Indien deze aanvraag de nodige stukken tot staving van de gevraagde wijziging bevat (rechtsgeldige a a n v r a a g, afschrift van de door de betrokken par-tijen gesloten overnameovereenkomst, a f s c h r i f t van de statuten van de nieuwe uitbater) en de voorziening aan de erkenningsnormen blijft vol-doen, kan ik akkoord gaan met deze aanpassing. 5. Gezondheidszorg

In de sectoren algemene ziekenhuizen, p s y c h i a t r i-sche ziekenhuizen, psychiatrii-sche verzorgingstehui-z e n , beschut wonen en rust- en ververzorgingstehui-zorgingstehuiverzorgingstehui-zen geldt volgende regeling. Een overdracht van bed-den van de ene voorziening naar een andere voor-ziening is slechts mogelijk indien ik akkoord ga met deze overdracht en voorzover die overdracht gebeurt conform de geldende programmatiecrite-ria en erkenningsnormen.

Een overdracht van bedden dient door de betrok-ken voorzieningen steeds te worden aangevraagd aan de Vlaamse minister bevoegd voor het gezond-h e i d s b e l e i d . Ik zal nooit bedden toewijzen aan een voorziening indien deze daartoe geen aanvraag heeft ingediend.

6. Consultatiebureau voor het jonge kind

Hier moet men rekening houden met twee beslui-t e n , mebeslui-t name hebeslui-t besluibeslui-t op de consulbeslui-tabeslui-tiebureaus van 18 december 1998 (Belgisch Staatsblad 19 maart 1999), van kracht van 1 januari 1999, en het besluit op de consultatiebureaus van 1 maart 2002, dat van kracht zal worden met terugwerking tot 1 januari 2002 en dat het vorige besluit grotendeels opheft.

Beide besluiten sluiten de overdracht van erken-ningen van de ene VZW naar de andere uit, of pre-c i e z e r : van het ene organiserend bestuur naar het a n d e r e, want in de sector zijn naast VZW's ook an-dere organiserende besturen met rechtspersoon-lijkheid actief (gemeenten, OCMW's, universiteit). In eerstgenoemd besluit is niet expliciet in een re-geling voorzien wanneer een organiserend bestuur de activiteit staakt; in het tweede besluit is wel een dergelijke regeling expliciet opgenomen. ( A l v o r e n s een overdracht te kunnen doen wordt immers on-dersteld dat de activiteit wordt stopgezet door het organiserend bestuur dat de overdracht zou willen doen.)

Uit de bepalingen van artikel 20 van eerstgenoemd besluit blijkt dat de stopzetting van de activiteit van een organiserend bestuur de intrekking van de erkenning tot gevolg heeft in hoofde van dat orga-niserend bestuur. Een nieuwe erkenning in hoofde van een ander organiserend bestuur kan, o v e r e e n-komstig de bepalingen van artikel 12, § 1 tot 3 van ditzelfde besluit, maar worden uitgesproken nadat Kind en Gezin eerst bepaald heeft of er nog een activiteit wordt ontplooid in deze regio en zij de gegadigden in die regio heeft aangeschreven om hun kandidatuur te stellen voor de uitbating van een consultatiebureau. De beslissingsbevoegdheid ligt bij de raad van bestuur van Kind en Gezin , d i e de uiteindelijke erkenning uitspreekt.

(3)

Aangezien het dus duidelijk is dat voor deze sector er geen sprake kan zijn van overdracht van een er-kenning tussen partijen, is het antwoord op de eer-ste en op de derde vraag van de Vlaamse volksver-tegenwoordiger niet meer relevant.

7. Kinderopvang

Overdracht van erkenningen is niet opgenomen in de regelgeving m.b. t . de verschillende sectoren. Een nieuwe initiatiefnemer moet een nieuwe er-kenning aanvragen en krijgen. De erer-kenning van een vorige initiatiefnemer wordt ingetrokken of houdt op te bestaan. Een nieuwe initiatiefnemer moet eerst aan de wettelijke voorwaarden beant-woorden vooraleer hij in aanmerking kan komen voor een nieuw principieel akkoord en erkenning. Hetzelfde geldt parallel voor de toekenning van at-testen van toezicht in de zelfstandige (particuliere) s e c t o r. Bij stopzetting van een activiteit vervalt het attest van toezicht. Dergelijk attest wordt aan een nieuwe initiatiefnemer, eventueel op dezelfde p l a a t s, pas toegekend na de voorgeschreven proce-dure voor elke nieuwe aanvraag en mits het nieu-we initiatief aan de voorwaarden beantwoordt. 8. Centra voor kinderzorg- en

gezinsondersteu-ning

Zowel in het besluit van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG), als in het besluit van 1 maart 2002 dat eerstdaags in het Staatsblad verschijnt, staat vermeld dat het organi-serend bestuur voor ieder centrum een aanvraag tot erkenning moet indienen.

Voor de oprichting van een afdeling moet er voor-afgaandelijk een toelating zijn van Kind en Gezin. Ook daarvoor wordt de erkenningsprocedure ge-v o l g d ; ook ge-voor de toekenning ge-van bijkomende plaatsen volgt Kind en Gezin deze procedure. Indien er plaatsen vrijkomen binnen het door het besluit bepaalde contingent van 1.450 plaatsen, hetzij door sluiting van een CKG, hetzij door ver-mindering van de capaciteit als gevolg van onvol-doende bezetting gedurende twee opeenvolgende j a r e n , dan worden die plaatsen opengesteld voor andere CKG's, die voor deze erkenning de regle-mentaire erkenningsprocedure moeten doorlopen. Kind en Gezin neemt een beslissing m.b. t . de er-kenning.

9. Gehandicaptensector

Hoewel tal van inrichtende machten van de gesub-sidieerde voorzieningen in de gehandicaptensector weliswaar een gezonde expansiedrang vertonen, ervaart het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap de toestand met betrekking tot erkenningen zeker niet zoals hij in de vraagstelling gesuggereerd wordt.

De weinige overdrachten die jaarlijks doorgevoerd worden (doorgaans niet meer dan een tiental op een totaal van ruim 450 inrichtende machten), h e b-ben grosso modo altijd als onderliggend motief : a) het verhogen van de financiële leefbaarheid en

het verkrijgen van meer armslag door een bun-deling van personeel en kennis ;

b) het verkrijgen van een grotere transparantie door afsplitsing van min of meer autonoom wer-kende entiteiten die deel uitmaken van een gro-ter overkoepelend geheel.

Uiteraard wordt steeds omzichtig te werk gegaan bij de overdracht van erkenningen of vergunnin-gen.

Aangezien terzake echter in de sectorale regle-mentering weinig of niets is vastgelegd, kan er juri-disch gezien zelden ingegrepen worden, v o o r z o v e r dit al aangewezen zou zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

195 van 18 september 2001 blijkt dat uit de 23 ontwerpen die werden ingediend, de jury uiteindelijk vijf kandidaat-ontwerpers selecteerde. 696).. Wat is hierbij de stand

Niettemin wil ik erop wijzen dat, ook al kunnen geen rampenplannen in werking worden gesteld naar aanleiding van een faillissement van een r u s t h u i s, de burgemeester, op grond

Naar analogie van de sector ouderenvoorzienin- g e n , waar in 2001 voor de eerste maal prioriteiten- codes werden uitgewerkt, zullen vanaf medio 2002 ook voor de

Gezien het ruime beschikbare aanbod aan boeken is een opdracht tot het produceren van een leesboek over genotsmiddelen niet opgeno- men in het convenant met VAD en zijn er geen

Heeft de minister zicht op het aanbod van lees- boekjes voor jonge kinderen omtrent preventie inzake het gebruik van genotsmiddelen?.

Het streven naar gelijkvormigheid tussen in- specteurs en tussen de verschillende betrokken afdelingen van verschillende administraties, heeft echter ook een invloed op

In deze context zal dus ook bepaald worden welke stappen gezet in de huidige wet- geving als rechtsgeldig zullen worden aanvaard in de nieuwe wetgeving1. Ook met betrekking tot

5 van 5 oktober 2001 verneem ik dat er voor de restauratie van 's Hertogenmolens wordt uitgekeken naar p r i v é-partners en dat een oproep tot kandidaatstel- ling door de