• No results found

UPC Nederland B.V

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "UPC Nederland B.V"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dupliek UPC Nederland B.V. en UPC Nederland Business B.V. inzake OPTA aanvullend

ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie 2008 en aanvullend ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie 2011

10 februari 2012

1 / 2

DUPLIEK UPC NEDERLAND B.V. EN UPC NEDERLAND BUSINESS B.V.

D.D. 10 FEBRUARI 2012

INZAKE

AANVULLEND ONTWERP BESLUIT MARKTANALYSE VASTE TELEFONIE 2008 (OPTA/AM/2011/202785) EN AANVULLEND ONTWERP BESLUIT MARKTANALYSE VASTE

TELEFONIE 2011 (OPTA/AM/2011/202784)

VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT

(2)

Dupliek UPC Nederland B.V. en UPC Nederland Business B.V. inzake OPTA aanvullend

ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie 2008 en aanvullend ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie 2011

10 februari 2012

2 / 2

Dupliek UPC Nederland B.V. inzake OPTA aanvullend ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie 2008 en aanvullend ontwerp besluit marktanalyse vaste telefonie 2011

De Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) heeft aangegeven het aanvullend ontwerp besluit marktanalyse Vaste Telefonie 2008 en het aanvullend ontwerp besluit marktanalyse Vaste Telefonie 2011 aan te willen passen naar aanleiding van de zienswijze van KPN. OPTA nodigt marktpartijen uit daarop te reageren. UPC Nederland B.V. en UPC Nederland Business B.V. (hierna gezamenlijk: UPC) maken graag gebruik van de mogelijkheid om dupliek te geven. UPC verwijst in dit verband ook naar haar zienswijze van 18 januari jl. UPC tekent wel aan dat zij zich in haar

reactiemogelijkheid beperkt voelt door de zeer korte reactietermijn die OPTA heeft gesteld.

In haar zienswijze van 18 januari jl. heeft UPC gemotiveerd aangegeven dat VoB ten opzichte van traditionele twee- en meervoudige PSTN/ISDN-diensten niet als separate dienst kan worden gezien. Hiervoor is onder meer relevant dat afnemers van

retaildiensten geen essentieel onderscheid maken tussen PSTN/ISDN-diensten of VoB diensten – zij beschouwen de markt als één geheel – en een dergelijk onderscheid niet past in de techniek neutrale benadering van OPTA. Dit betekent dat VoB ook in de regulering moet worden betrokken.

Indien VoB niet in de regulering wordt betrokken, is regulering niet effectief. Het

reguleren van alleen PSTN/ ISDN diensten leidt niet tot de gewenste effecten maar juist tot mededingingsproblemen. KPN blijft haar voordelen dan optimaal kunnen benutten doordat zij VoB-tarieven en diensten zo kan vormgeven dat de positie van alternatieve aanbieders verder wordt gemarginaliseerd. Dit geldt des te meer voor aanbiedingen waarbij een combinatie met bestaande PSTN/ ISDN lijnen wordt aangeboden.

Door haar dominante positie op de zakelijke markt voor PSTN/ ISDN (enkelvoudige en 2-voudige aansluitingen) en ISDN 20-30 kan KPN in combinatie aanbiedingen door middel van kruissubsidiëring significant goedkopere aanbiedingen doen dan haar concurrenten. De marge op PSTN/ ISDN stelt KPN in staat om rendabel een veel lagere marge op VoB diensten te kunnen maken.

Het voorgaande bevestigt nogmaals dat de toepassing van de integrale retailkostenopslag dient aan te sluiten bij een integrale regulering van VoB en PSTN/ISDN.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

64. Op grond van artikel 3.2 van de Boetebeleidsregels kan een overtreding worden ondergebracht in een van de volgende categorieën: zeer zwaar, zwaar en minder zwaar. Een

Gelet op het voorgaande concludeert het college dat KPN op de zakelijke retailmarkt voor vaste telefoniediensten wat betreft ISDN-diensten de mogelijkheid en de prikkel heeft om

Op 7 december 2011 heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) het Aanvullend ontwerpbesluit marktanalyse vaste telefonie

Na verificatie van deze aanvullende gegevens constateert het college dat de integrale retailopslag op basis van gecorrigeerde gegevens uit de ASR 2009 inderdaad vastgesteld had

Naar het oordeel van het college is in het bestreden besluit terecht geconcludeerd dat hij geen aanleiding ziet om een onderzoek te starten aangezien hij geen andere klachten

weigering over te gaan tot intrekking van zijn geschilbesluit van 1 juli 2003 en tegen zijn besluit van 26 oktober 2007 tot oplegging van een last onder dwangsom wegens het

Het college stelt daarnaast vast dat er gezien het onderzoeksrapport redenen zijn om aan te nemen dat er wel sprake is van indirecte (materiële) schade voor eindgebruikers, maar dat

kostengeoriënteerde tarieven voor de onderscheiden postvervoerdiensten binnen de universele postdienst kan in dat geval uiteraard geen sprake zijn. Op grond van artikel 15,