• No results found

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Oplossingen fysica van 2019 Tandarts Geel

17 augusuts 2019 Brenda Casteleyn, PhD

(2)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 2

Vraag 1

Eerste breking naar loodlijn toe

nA < nB

tweede breking van loodlijn weg

nB > nC

, dus

 Antwoord D Vraag 2

2019 Tandarts geel Vraag 2

1/b1 = 1/f -1/v1 = 1/f -1/2f =1/2f of b1 = 2f

1/b2 = 1/f -1/v2 = 1/f -1/ ½ f = 1/f -2/f = -1/f of b2 = -f Afstand van b1 tot b2 = 2f – (-f) = 3f

 Antwoord D Vraag 3

P op 10 m = patm + ϱ.g.h = 100 000 Pa + 1000.10.10 = 200 000 Pa P op 5 meter = patm + ϱ.g.h = 100 000 Pa + 1000.10.5 = 150 000 Pa Verhouding: 200 000/150 000 = 4/3 = 1.3

(3)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 3

 Antwoord A Vraag 4

p.V = nRT of V : n.R.T/p Het volume is dan evenredig met n/p Bereken n/p voor elke toestand:

n/p bij P: 2/200 = 1/100 n/p bij Q: 5/250 = 2/100 n/p bij S: 4/50 = 8/100 n/p bij R: 6/150 = 4/100

 Volume is het grootste bij toestand S

 Antwoord D Vraag 5

Antwoord van Veurne

 Antwoord D Vraag 6

Twee parallelschakelingen in serie.

1/R12 = 1/10 + 1/20  R12 = 20/3 1/R34 = 1/40 + 1/20  R34 = 40/3 Rtot = 20/3 + 40/3 = 60/3 = 20 Ω

I = 60/20 = 3A (= stroom die staat over de twee schakelingen in serie)

(4)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 4

Bereken U34 = R34.I = 40/3 . 3 = 40V Bereken I4 = U34/R4 = 40+20 = 2A

 Antwoord C Vraag 7

r1 = 3 en r2 = 3/2

Fcentr. = mv2/r = FB = BQv Dus: v =

Ekin = = (

)

= Ekin evenredig met r2 Ekin1 = 6,4.10-13 (gegeven) r2 is de helft van r1, dus r22

is één vierde van r12

Ekin2 is één vierde van Ekin1 = 6,4/4 = 1,6

 Antwoord A Vraag 8

( ) = . 2 ( )/ = 2

25/200 = 2 of 200/25 = 2 8 = 2

23 =2  60/T = 3, dus T = 20

 Antwoord B Vraag 9

Ekino = Epot

(mv2)/2 = mgh Dus h = v2/2g

Ekino = Epot + Ekin

(5)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 5

(mv2)/2 = mg(h/3) + Ekin

Vervang h door v2/2g, (mv2)/2 = mg(v2/2g/3) + Ekin

(mv2)/2 = mg(v2/6g) + Ekin

Vervang v door 12 en m door 0,04 en schrap g t.o.v. elkaar weg

, .( )

= , .( ) + Ekin

Ekin = . , . – - , . = , . = 0,04 . 48 = 1,92 J

 Antwoord C Vraag 10

Antwoord van Veurne

Antwoord C

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een voorwerp bevindt zich op de optische as van een dunne bolle lens. De afstand van het voorwerp tot de lens is kleiner dan de brandpuntsafstand f van

Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens.. De brandpuntsafstand f van de lens is

Oplossingen van 2019 Arts Geel. 17 augustus 2019 Brenda

Een pijl bevindt zich op 6,0 cm voor een dunne bolle lens. De lens vormt een beeld van de pijl op 3,0 cm achter

Bij het uitzenden van een β− -deeltje vermeerdert het atoomnummer met één eenheid, het massagetal blijft gelijk. We bekomen hier een ander

&lt;A&gt; Terwijl het blok omhoog beweegt, is a x constant en negatief; terwijl het blok omlaag beweegt, is a x constant en positief. &lt;B&gt; Terwijl het blok omhoog

Een ondergedompeld lichaam ondervindt een opwaartse kracht, gelijk aan het gewicht van de verplaatste vloeistof. De dichtheden van aluminium, ijzer en lood spelen

Deze basis = hoogte van de driehoek ABP + afstand van punt P tot zijde [CD].