• No results found

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Oplossingen van 2019 Arts Geel

26 oktober 2019 Brenda Casteleyn, PhD

(2)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 2

Vraag 1

Aantal mol zilvernitraatoplossing: AgNO3 = 0,06.2,5.10-2 = 0,15.10-2 of 15.10-4 MCl3 + 3 AgNO3  3 AgCl + M(NO3)3

1 3 3 1

5.10-4 15.10-4 15.10-4 5.10-4

 Antwoord A Vraag 2

Atoomnummer van Sb = 51, dus 51 protonen 72 + 51 = massagetal = 123

Aantal protonen = aantal elektronen in neutrale toestand, nl. 51. Er zijn er echter maar 48, dus 3+

 Antwoord B Vraag 3

N (aantal elektronen die nodig zijn): 2.8 + 1.8 = 24 A (aantal elektronen die er zijn): 2.5 +1.6 = 16 N-A = 24 – 16 = 8

S = 8 en S/2 = 4, dus 4 bindingen

16-8 = 8 of 4 ongedeelde elektronenparen I en II voldoen hieraan.

 Antwoord D Vraag 4

T omzetten naar Kelvin: 227 + 273 = 500 K

Bereken aantal mol uit: n = p.V/R.T = 100 000. 0,001/8,31.500 = 0,2/8,31mol

(3)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 3

Bereken de massa = ϱ.V/n = ,, / ,. , = , . ,, . , = , . . ,

= , . ,

=0,142 kg = 142 g

 Antwoord B Vraag 5

Een HNO3-oplossing reageert met 0,100 mol van een metaal waarvan het symbool voorgesteld wordt door M.

Na de reactie blijft er 0,040 mol van het metaal over en is er 0,030 mol van een oxide van stikstof gevormd.

Wat kan de reactievergelijking zijn?

Aantal mol metaal: 0,1 – 0,04 (overmaat) = 0,06 HNO3 + M  NOx

0,06 0,030

Enkel antwoord D voldoet aan de juiste verhouding M/NOx 2/1

 Antwoord D Vraag 6

Uit experiment 1 en 2 kunnen we afleiden dat als verdubbelt v ook verdubbelt. De orde ten opzichte van is dus 1.

Uit experiment 1 en 3 zien we dat met factor 3 is vermenigvuldigd, [ ] met factor 2 en v met factor 12.

Dus: v ~ [ ] (12 = 3 . 22) Orde ten opzichte van I- is dus 2

 Antwoord A Vraag 7

Het aantal mol gas blijft gelijk, de druk speelt geen rol. De temperatuur stijgt, dus de reactie verschuift naar links (endotherm).

(4)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 4

A zal dus stijgen en ook C, maar twee maal zo snel als A.

 Grafiek 4

 Antwoord A Vraag 8

Oplossing I: pH = -log 10-1 = 1, < 1,5 dus kleurloos

Oplossing II: pH = 7 (zout van sterk zuur en sterke base) > 3,5 dus rood Oplossing III: pOH = -log 10-1 = 1 , dus pH = 14 – pOH = 14 – 1 = 13, > 3,5 dus rood

 Antwoord B Vraag 9

Wat is de waarde van de ontbrekende coëfficiënten b en c in onderstaande halfreactie?

aCLO4- + bH+ + ce-  1 Cl- + d H2O

VII -I

Reductie: opname van 8 electronen, dus CLO4- + 8H+ + 8e-  1 Cl- + 4 H2O

Ladingsbalans: -1+8-8 = -1

 Antwoord C Vraag 10

Amide- en esterfunctie

 Antwoord D

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens.. De brandpuntsafstand f van de lens is

Oplossingen van 2019 Arts Geel. 17 augustus 2019 Brenda

Oplossingen fysica van 2019 Tandarts Geel. 17 augusuts 2019 Brenda

Een pijl bevindt zich op 6,0 cm voor een dunne bolle lens. De lens vormt een beeld van de pijl op 3,0 cm achter

Bij het uitzenden van een β− -deeltje vermeerdert het atoomnummer met één eenheid, het massagetal blijft gelijk. We bekomen hier een ander

&lt;A&gt; Terwijl het blok omhoog beweegt, is a x constant en negatief; terwijl het blok omlaag beweegt, is a x constant en positief. &lt;B&gt; Terwijl het blok omhoog

Een ondergedompeld lichaam ondervindt een opwaartse kracht, gelijk aan het gewicht van de verplaatste vloeistof. De dichtheden van aluminium, ijzer en lood spelen

Deze basis = hoogte van de driehoek ABP + afstand van punt P tot zijde [CD].