• No results found

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Oplossingen van 2019 Arts Geel

9 augustus 2019 Brenda Casteleyn, PhD

(2)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 2

Vraag 1

∫ 𝑥 + 𝑑𝑥 =-2

+ 1/3𝑥 =( + t) – 0 = -2 t3 + t = -6

t3 + t +6 = 0

 Antwoord D Vraag 2

x + y = 6  y = 6 - x 2x + y = 10  y = 10 – 2x

Los stelsel op om snijpunt te vinden:  x = 4 en y = 2 Oplossing met integralen:

∫ (6 − 𝑥)𝑑𝑥 + ∫ (10 − 2𝑥)𝑑𝑥

6𝑥 − + 10𝑥 − 2 = (24 – 16/2) + ((50-25) –(40-16)) = 16 + 1 = 17

(3)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 3

Of makkelijker: oppervlakt A + B + C = opp. Driehoek + opp rechthoek + opp driehoek = 4*4/2 + 2*4 + 2*1/2 = 8 + 8 + 1 = 17

 Antwoord B Vraag 3

a = . √ .√

= . / / / = / ./ / = // = 2 / = 23 log √2 = log 2 / = 3/2

 Antwoord C Vraag 4

( . , . , )

= 31

(𝑥 + 𝑥 . 1,20 + 𝑥 . 0,90) = 93 3,10 . x1 = 93

X1 = 93/3,10 = 30 X2 = 30. 1,20 = 36

 Antwoord D Vraag 5

f(x) = (x + 1)3/2 f’(x) = 3/2 (x+1)1/2

Snijpunt met y-as: y = (0+1)3/2 = 1  punt (0,1) X=0 invullen in afgeleide functie: 3/2.√1 = 3/2 Raaklijn in punt (0,1)

Y – f(0) = f’(0).(x-0) Y – 1 = 3/2.x

2y -2 = 3x

(4)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 4

2y -3x = 2

 Antwoord C Vraag 6

vergelijking cirkel (x-a)2 + (y-b)2 = r2 x2+y2 + x – y =

(x + ½)2-1/4 + (y-1/2)2 -1/4 = a (x + ½)2 + (y-1/2)2 = a +1/2

Het middelpunt ligt op (-1/2,1/2). Vermits de cirkel raakt aan de x-as en de y-as is de straal = 1/2

Dus: a+1/2 = r2 = ¼ Dan is a= -1/4

 Antwoord B Vraag 7

8x3 deelbaar door x + a Horner:

8 0 0 8

-a -8a 8a2 -8a3

8 -8a 8a2 0

Opdat uitkomst 0 is, moet a gelijk zijn aan 1.

Deling door x + 2a of vermits a =1 door x+2

8 0 0 8

-2 -16 32 -64

8 -16 32 -56

 Antwoord B

(5)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 5

Vraag 8

𝑎 𝑏

1 − 𝑎 0 . 𝑎 𝑏

1 − 𝑎 0 = 𝑎 + 𝑏(1 − 𝑎) 𝑎𝑏 + 0

(1 − 𝑎)𝑎 + 0 (1 − 𝑎)𝑏 + 0 =

𝑎 + 𝑏 − 𝑎𝑏 𝑎𝑏

𝑎 − 𝑎 (1 − 𝑎)𝑏 =A Dus: a2 + b - ab = a

a – a2 = 1 – a ab = b

 a = 1 en b is willekeurig

 Antwoord D Vraag 9

Aantal groepjes van 3 meisjes: 𝐶 = ! !! = ( . . ). = 20 maar hierin zit een dubbeltelling want het ene groepje bepaalt meteen ook het overblijvende groepje. Aantal combinaties met jongens: elk van de 10 groepjes kan met één van de twee jongens gecombineerd worden. Dus totaal aantal mogelijkheden:

10 x 2 = 20.

 Antwoord A Vraag 10

2x – 3y = -m2 -x+y = m

Tel bij eerste vergelijking 3x de tweede op om y te elimineren:

2x – 3x = 3m – m2 X = m2 – 3m

X minimaal bij dx/dm =0 of 2m -3 =0  m = 3/2 Bij m = 3/2 wordt x: x =( ) − 3 . = -9/4

(6)

Brenda Casteleyn, PhD www.keu6.be Page 6

Dus x ≥ -9/4

2x – 3y = -m2 -x+y = m

Tel de tweede vergelijking * 2 op bij de eerste om x te elimineren:

-3y +2y = -m2 +2m Y = m2 – 2m

Y minimaal bij dy/dm =0 of 2m -2 =0  m = 1 Y = 1 – 2 = -1

Dus y ≥ -1

 Antwoord B

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een voorwerp bevindt zich op de optische as van een dunne bolle lens. De afstand van het voorwerp tot de lens is kleiner dan de brandpuntsafstand f van

Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens.. De brandpuntsafstand f van de lens is

Oplossingen van 2019 Arts Geel. 17 augustus 2019 Brenda

Oplossingen fysica van 2019 Tandarts Geel. 17 augusuts 2019 Brenda

Een pijl bevindt zich op 6,0 cm voor een dunne bolle lens. De lens vormt een beeld van de pijl op 3,0 cm achter

Bij het uitzenden van een β− -deeltje vermeerdert het atoomnummer met één eenheid, het massagetal blijft gelijk. We bekomen hier een ander

<A> Terwijl het blok omhoog beweegt, is a x constant en negatief; terwijl het blok omlaag beweegt, is a x constant en positief. <B> Terwijl het blok omhoog

Een ondergedompeld lichaam ondervindt een opwaartse kracht, gelijk aan het gewicht van de verplaatste vloeistof. De dichtheden van aluminium, ijzer en lood spelen