• No results found

(1)De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "(1)De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;

Gelet op artikel 20f van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 39g van de Gaswet, alsmede gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

EERSTE AFDELING – ALGEMEEN Artikel 1 – Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. E-wet: de Elektriciteitswet 1998;

b. de Minister: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. de Raad: de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de E-wet of artikel 1, eerste lid, onderdeel r, van de Gaswet;

d. netbeheerder: een vennootschap als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel k, van de E-wet of artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Gaswet;

e. landelijk netbeheerder elektriciteit: netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de E-wet;

f. landelijk netbeheerder gas: netbeheerder van het landelijk gastransportnet, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Gaswet;

g. regionale netbeheerder: een netbeheerder niet zijnde een landelijk netbeheerder elektriciteit of gas;

h. net: een net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i en j, van de E-wet of een gastransportnet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet;

i. aanleg of uitbreiding van het net: aanleg of uitbreiding van het net als bedoeld in artikel 1 van de Regeling melding aanleg- en uitbreidingsinvestering;

j. investering: een investering als bedoeld in artikel 20d en 20e, eerste lid, van de E-wet of artikel 39e en 39f, eerste lid, van de Gaswet of een deel hiervan;

k. voornemen: het voornemen tot het doen van een investering;

l. verzoek: een verzoek tot een specifieke beoordeling van een investering nadat de investering is gerealiseerd en in gebruik is genomen;

m. specifieke beoordeling: een beoordeling op doelmatigheid van een investering als bedoeld in de vierde afdeling van de beleidsregel;

n. generieke beoordeling: een generieke beoordeling op doelmatigheid van een investering omvat het opnemen van de kosten van de investering in de geldende reguleringssystematiek;

o. inpassingsplan: inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening;

p. tariefvoorstel: een voorstel als bedoeld in artikel 41b, eerste lid, van de E-wet of artikel 81b, eerste lid, van de Gaswet of artikel 82, derde lid, van de Gaswet.

TWEEDE AFDELING – VERZOEK Artikel 2 – Verzoek

a. De Raad stelt voor het doen van een verzoek een formulier en een daartoe behorende invulinstructie beschikbaar.

b. De Raad verwacht dat een verzoek zo spoedig mogelijk bij de Raad wordt ingediend. De Raad betrekt een verzoek alleen bij de vaststelling van de tarieven van het eerstvolgende jaar als het uiterlijk ten tijde van de indiening van het tariefvoorstel wordt ingediend.

(2)

DERDE AFDELING – WIJZE VAN BEOORDELEN VAN DOELMATIGHEID Artikel 3 – Regionale netbeheerder en landelijk netbeheerder elektriciteit

Een investering wordt op de generieke manier op doelmatigheid beoordeeld. Indien de regionale netbeheerder of de landelijk netbeheerder elektriciteit van mening is dat een investering op de specifieke manier op doelmatigheid dient te worden beoordeeld, dient hij dit bij zijn verzoek aan te geven. Bij dit verzoek dient te worden gemotiveerd waarom de Raad een specifieke beoordeling dient toe te passen. De Raad beoordeelt vervolgens of, en zo ja voor welk deel, hij de specifieke beoordeling toepast.

Artikel 4 – Landelijk netbeheerder gas

Een investering wordt op de specifieke manier op doelmatigheid beoordeeld.

VIERDE AFDELING – SPECIFIEKE BEOORDELING Artikel 5 – Doelmatigheid

a. De Raad beoordeelt een investering als doelmatig, voor zover de investering daadwerkelijk bijdraagt aan de realisatie van het beoogde doel, voor zover de netbeheerder op aantoonbaar efficiënte wijze is omgegaan met middelen binnen zijn invloedsfeer, alsmede aan de hand van artikelen 6 tot en met 11.

b. De Raad voert in beginsel de volledige specifieke beoordeling uit. De Raad kan afwijken van de volledige beoordeling conform het bepaalde in deze afdeling indien de Raad van oordeel is dat de mate van doelmatigheid voldoende is aangetoond.

c. Voor zover een investering niet of slechts ten dele doelmatig is bevonden door de Raad, verrekent de Raad de kosten van deze investering niet respectievelijk slechts voor een deel in de tarieven door middel van een vergoeding voor de doelmatige kosten.

Artikel 6 – Realisatie van het beoogde doel

a. De Raad beoordeelt of het beoogde doel van een investering is gerealiseerd.

b. Indien het beoogde doel van een investering niet is gerealiseerd, kan de Raad een investering als niet doelmatig beoordelen.

c. Indien het beoogde doel van een investering is gerealiseerd, zal de Raad de beoordeling van de doelmatigheid voortzetten conform artikel 7 uit deze beleidsregel.

Artikel 7 – Realisatie van de investering

a. De Raad beoordeelt of een investering is gerealiseerd conform de begroting van de investering ten tijde van het voornemen.

b. Indien realisatie van een investering minder dan 10 procent afwijkt ten opzichte van de begroting kan de Raad de investering als doelmatig beoordelen.

c. Indien de realisatie van een investering meer dan 10 procent afwijkt ten opzichte van de begroting zal de Raad de beoordeling van de doelmatigheid voortzetten conform artikel 8 uit deze beleidsregel.

Artikel 8 – Beoordeling van de externe aanbestedingsprocedure

a. De Raad beoordeelt of een investering door de netbeheerder gerealiseerd is conform de correcte aanbestedingsprocedure.

b. Indien de netbeheerder niet de correcte aanbestedingsprocedure heeft gevolgd bij de realisatie van een investering, kan de Raad een investering als niet doelmatig beoordelen.

c. Indien de netbeheerder de correcte aanbestedingsprocedure heeft gevolgd bij de realisatie van een investering, kan de Raad de beoordeling van de doelmatigheid voortzetten conform artikel 10 uit deze beleidsregel.

(3)

d. Indien een investering volledig of voor een deel gerealiseerd is zonder externe aanbesteding, zal de Raad beoordelen of dit besluit tot interne uitvoering terecht is genomen en de interne uitvoering conform artikel 9 uit deze beleidsregel beoordelen.

Artikel 9 – Beoordeling van de interne projectprocedures

a. Indien een investering volledig of voor een groot deel gerealiseerd is zonder externe aanbesteding, zal de Raad beoordelen of de interne projectprocedures effectief zijn en ook daadwerkelijk zijn gevolgd door de beoordeling van het interne besluitvormingsproces.

b. In het geval de netbeheerder de investering intern, als bedoeld onder a, heeft aanbesteed, gaat de Raad ervan uit dat de vaste werkprocessen worden gevolgd die gebaseerd zijn op een onderliggend

projectmanagementsysteem.

c. Indien de netbeheerder niet de correcte interne projectprocedures heeft gevolgd bij de realisatie van een investering zonder dat de netbeheerder hiervoor een voldoende onderbouwing heeft gegeven, naast het niet volgen van een externe aanbestedingsprocedure, kan de Raad een investering als niet doelmatig beoordelen.

d. Indien de netbeheerder de correcte interne projectprocedures heeft gevolgd of terecht is afgeweken van deze interne projectprocedures bij de realisatie van een investering, kan de Raad de beoordeling van de doelmatigheid voortzetten conform artikel 10 uit deze beleidsregel.

Artikel 10 – Beoordeling van de uitgavenrealisaties

a. De Raad beoordeelt of een investering tegen een aanvaardbaar bedrag is gerealiseerd door de gerealiseerde uitgaven te toetsen aan de hand van de volgende criteria:

1. Het verschil tussen de gerealiseerde uitgaven en de begrote uitgaven wordt verklaard door de hogere uitgaven voor het meerwerk of door de lagere uitgaven als gevolg van het minderwerk.

Bij de beoordeling van de hogere uitgaven voor het meerwerk of de lagere uitgaven als gevolg van het minderwerk kijkt de Raad naar de volgende criteria:

i. het uitgevoerde project is in voldoende mate in lijn met het bestek dan wel met een plan van eisen voor de desbetreffende investering, en;

ii. indien de netbeheerder een externe aanbestedingsprocedure heeft gevolgd: de winnende aanbieding is in voldoende mate in lijn met het bestek, en;

iii. indien er meerwerk is geweest: de netbeheerder heeft voldoende onderbouwing van de aanleiding en de hogere uitgaven van dit meerwerk gegeven, of;

iv. indien er minderwerk is geweest: de netbeheerder heeft voldoende onderbouwing van de aanleiding en de lagere uitgaven als gevolg van dit minderwerk gegeven.

2. Het verschil tussen de gerealiseerde en de begrote uitgaven wordt verklaard door de prijsontwikkeling tijdens de realisatie van een investering.

b. Indien het verschil tussen de gerealiseerde uitgaven en de geprognosticeerde uitgaven wordt verklaard door de uitgaven van het meerwerk dan wel minderwerk en/of door de prijsontwikkeling kan de Raad een investering als doelmatig beoordelen.

c. Indien het verschil tussen de gerealiseerde uitgaven en de geprognosticeerde uitgaven niet wordt verklaard door de uitgaven van het meerwerk dan wel minderwerk en/of door de prijsontwikkeling zal de Raad de beoordeling van de doelmatigheid voortzetten conform artikel 11 uit deze beleidsregel.

Artikel 11 – Contrabegroting

De Raad beoordeelt de gerealiseerde uitgaven van de investering door middel van een contrabegroting. Uit deze contrabegroting volgt voor welk percentage een investering doelmatig is.

(4)

VIJFDE AFDELING – BEOORDELING Artikel 12 – Beoordeling

De Raad beslist bij de vaststelling van de tarieven in hoeverre de uitgaven van een investering zoals bedoeld in de vierde afdeling van deze beleidsregel doelmatig zijn.

ZESDE AFDELING – SLOTBEPALINGEN Artikel 13 – Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, artikel 39g en artikel II, onderdeel G, artikel 20f van de “Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten”(Stb. 2010, 810) in werking is getreden.

Artikel 14 – Citeertitel

a. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel NMa beoordeling doelmatigheid bijzondere uitbreidingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen van nationaal belang”.

b. Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

(5)

TOELICHTING Algemeen Aanleiding

In het wetsvoorstel tot Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 904) heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (hierna:

de Minister) een nieuwe procedure geïntroduceerd. Het doel van deze procedure is om een vlotte besluitvorming over investeringen in de aanleg of uitbreiding van het net te bevorderen en ook om

duidelijkheid te geven over de vergoeding van dergelijke investeringen. Dit in het belang van de voorzienings- en leveringszekerheid en een goede marktwerking. Onderdeel van deze procedure is dat netbeheerders hun investeringen in de aanleg of uitbreiding van het net (hierna: uitbreidingsinvestering) vooraf melden om de noodzaak vast te laten stellen van deze investeringen. Als de noodzaak van een uitbreidingsinvestering is vastgesteld, weet de netbeheerder dat hij de doelmatige uitgaven van deze investering door middel van een vergoeding voor de doelmatige kosten terug zal kunnen verdienen via de transporttarieven.

Het wetsvoorstel maakt onderscheid tussen uitbreidingsinvesteringen van nationaal belang, investeringen waarop artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is (hierna: investering van nationaal belang), en bijzondere investeringen van niet-nationaal belang (hierna: bijzondere investering) (hierna tezamen: investering). Als gevolg van de voorgestelde artikelen 39e van de Gaswet en 20d van de

Elektriciteitswet 1998 worden de doelmatige kosten van een investering van nationaal belang door de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) verrekend in de transporttarieven na de vaststelling van een inpassingsplan op grond van artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening.

Bijzondere investeringen worden door de regionale netbeheerders bij de Raad gemeld en door de landelijke netbeheerders bij de Minister en de Raad, als voorgesteld in de artikelen 39f van de Gaswet en 20e van de Elektriciteitswet 1998. Voor de landelijke netbeheerders geeft de Raad een advies over de noodzakelijkheid aan de Minster. Indien de Raad (voor regionale netbeheerders) of de Minister (voor landelijke netbeheerders) deze bijzondere investering noodzakelijk acht, worden ook van deze bijzondere investeringen de als

doelmatig beoordeelde kosten in de transporttarieven verrekend. De Raad stelt een beleidsregel vast voor de beoordeling op doelmatigheid ingevolge de voorgestelde artikelen 39g van de Gaswet en 20f van de

Elektriciteitwet 1998.

Nadat de netbeheerder een investering heeft gerealiseerd en in gebruik heeft genomen, dient de

netbeheerder een verzoek in tot de beoordeling van de doelmatigheid van deze investering bij de Raad. De Raad beoordeelt de doelmatigheid van een investering van een netbeheerder op basis van de Beleidsregel NMa beoordeling doelmatigheid bijzondere investeringen en investeringen van nationaal belang (hierna: de beleidsregel).

Doel

Het doel van de beleidsregel is netbeheerders duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop de Raad de doelmatigheid van een investering zal beoordelen. In deze beleidsregel beschrijft de Raad welke stappen doorlopen worden.

Systematiek

Het instrument van uitbreidingsinvesteringen dient te worden bezien in relatie met de reeds geldende reguleringssystematiek voor de betreffende netbeheerder.

(6)

De reguleringssystematiek voor regionale netbeheerders is gebaseerd op maatstafconcurrentie, aangevuld met een eventuele vergoeding voor objectiveerbare regionale verschillen. In het systeem van

maatstafconcurrentie leiden investeringen die een groot deel van de netbeheerders uitvoeren tot een sectorbrede kostenvergoeding. Met het toekennen van objectiveerbare regionale verschillen wordt

gecorrigeerd voor structurele objectiveerbare verschillen, die leiden tot een verschil in kostenstructuur tussen netbeheerders. De bijzondere investeringen van regionale netbeheerders kunnen unieke investeringen zijn die leiden tot een verschil in kostenstructuur tussen netbeheerders en die naast de maatstaf en

objectiveerbare regionale verschillen vergoed kunnen worden.

De reguleringssystematiek voor de landelijk netbeheerder elektriciteit bestaat onder andere uit een internationale kostenbenchmark. Alle bijzondere investeringen van de landelijk netbeheerder elektriciteit worden in beginsel op een generieke manier op doelmatigheid beoordeeld. De generieke

doelmatigheidsbeoordeling bestaat uit de internationale kostenbenchmark en is daarmee een onderdeel van de reeds bestaande reguleringsystematiek. De reeds bestaande reguleringsystematiek voor de landelijk netbeheerder elektriciteit biedt een doelmatigheidsprikkel bij het uitvoeren van investeringen in het landelijk hoogspanningsnet, waardoor de investeringen van de landelijk netbeheerder elektriciteit in beginsel geen specifieke beoordeling behoeven.

Bij de vaststelling van deze beleidsregel is er nog geen kader voor een generieke beoordeling op

doelmatigheid van investeringen van de landelijke netbeheerder gas. Derhalve zullen alle investeringen van de landelijke netbeheerder gas een specifieke beoordeling krijgen, conform het gestelde in de beleidsregel.

Ingeval van een investering van nationaal belang, neemt de Raad, indien het gaat om de regionale netbeheerder, geen besluit over de noodzakelijkheid van een dergelijke investering. Bij dergelijke investeringen hoeft de Raad daarnaast, indien het gaat om de landelijk netbeheerder elektriciteit en de landelijk netbeheerder gas, geen advies over de noodzakelijkheid uit te brengen aan de Minister. Op deze investeringen van de regionale netbeheerders en de landelijk netbeheerder elektriciteit zal een generieke doelmatigheidsbeoordeling worden toegepast. Indien een regionale netbeheerder of de landelijk netbeheerder elektriciteit van mening is dat Raad op de uitgaven van de investering een specifieke beoordeling moet toepassen, dient dit bij het verzoek gemotiveerd te worden. De Raad zal vervolgens besluiten of op de investering een generieke dan wel specifieke beoordeling zal worden toegepast.

(7)

Artikelsgewijs

TWEEDE AFDELING – VERZOEK Artikel 2 – Verzoek

De Raad kan zich alleen een oordeel vormen over een verzoek indien hij tijdig beschikt over voldoende informatie. De investering uit het verzoek dient ten tijde van het verzoek reeds in gebruik te zijn genomen, met andere woorden de investering dient reeds geactiveerd te zijn. De netbeheerder dient bij de indiening van zijn verzoek rekening te houden met de regulatorische accountingregels. Indien de netbeheerder dit formulier later dan ten tijde van het tariefvoorstel als bedoeld in artikel 41b, eerste lid, van de E-wet of artikel 81b, eerste lid, van de Gaswet of artikel 82, derde lid, van de Gaswet bij de Raad indient, zal de Raad de eventuele doelmatige kosten als gevolg van de investering niet mee kunnen nemen in het voor dat jaar geldende tariefbesluit. Als gevolg hiervan zal een eventuele tussentijdse tariefverhoging later door de Raad doorgevoerd worden. Het voornoemde is in lijn met het bepaalde in artikel 41b, onderdeel e, van de E-wet, artikel 81b, onderdeel e, van de Gaswet en artikel 82, derde lid, van de Gaswet.

DERDE AFDELING – WIJZE VAN BEOORDELEN DOELMATIGHEID Artikel 3 – Regionale netbeheerder en landelijk netbeheerder elektriciteit

Indien de Raad een investering niet specifiek op doelmatigheid beoordeelt, neemt hij deze investering in zijn geheel op in de gestandaardiseerde activawaarde (GAW) van de regionale netbeheerder of landelijk

netbeheerder elektriciteit. Op deze wijze wordt de investering op de gebruikelijke manier meegenomen in de regulering van de regionale netbeheerder of de landelijke netbeheerder elektriciteit bij het bepalen van het doelmatige kostenniveau van de regionale netbeheerders of landelijk netbeheerder elektriciteit.

De Raad kan oordelen dat slechts een gedeelte van een investering een specifieke beoordeling dient te krijgen, omdat enkel dat deel onder de van toepassing zijnde definities valt. Indien de netbeheerder vooraf zekerheid wenst te krijgen over de wijze van beoordeling kan hij de Raad verzoeken dit vooraf te toetsen.

De Raad is van mening dat indien het gaat om een tijdelijke tariefverhoging er slechts een lichte beoordeling op doelmatigheid noodzakelijk is. Immers, na de periode van de tijdelijke tariefverhoging zal de investering op een generieke wijze worden beoordeeld.

VIJFDE AFDELING – SPECIFIEKE BEOORDELING Artikel 5 – Doelmatigheid

Bij een aanvraag dient de netbeheerder de werkelijke realisatie van een investering op basis van de regulatorische accountingregels van de Raad op te leveren.

De Raad voert een specifieke beoordeling uit op de werkelijke realisatie van een investering aan de hand van de artikelen 6 tot en met 11. Daarbij onderzoekt de Raad of de investering daadwerkelijk bijdraagt aan de realisatie van het beoogde doel zoals reeds voorgelegd in het voornemen en beoordeeld op noodzakelijkheid of het inpassingsplan, en of de netbeheerder op aantoonbaar efficiënte wijze is omgegaan met de middelen binnen zijn invloedssfeer. De Raad heeft bewust gekozen voor een discretionaire bevoegdheid in dit artikel.

Deze bevoegdheid houdt in dat de Raad bij de beoordeling op doelmatigheid de beoordeling eerder in het proces kan beëindigen. De Raad kan dit bijvoorbeeld doen na het doorlopen van de helft van de stappen van de specifieke beoordeling, als voldoende blijkt of een investering doelmatig is.

Artikel 6 – Realisatie van het beoogde doel

De eerste stap in het proces van de specifieke beoordeling is vaststellen of de netbeheerder met de investering het beoogde doel heeft gerealiseerd. De netbeheerder dient dit aan te tonen in zijn verzoek tot

(8)

beoordeling van de doelmatigheid. De Raad geeft de netbeheerder hiermee een prikkel om alleen

noodzakelijke investeringen uit te voeren, die door de maatschappij en de verbruikers gewaardeerd worden.

Hierbij speelt voor de landelijke netbeheerders elektriciteit en gas mede het belang van een duurzame, betrouwbare en efficiënte energievoorziening.

Artikel 7 – Realisatie van de uitgaven

De tweede stap in het beoordelingsproces van de doelmatigheid is vaststellen of de investering gerealiseerd is tegen de geprognosticeerde uitgaven van de netbeheerder. Hiermee geeft de Raad de netbeheerder een prikkel om een investering goed te plannen en voor te bereiden. Het bedrag zal naar de mening van de Raad bij een goede planning en voorbereiding relatief weinig (maximaal 10%) afwijken van de realisatie. De Raad zal bij een afwijking bij realisatie ten opzichte van het geprognosticeerde bedrag altijd naar de afwijking kijken, ongeacht de grootte en de richting van de afwijking. De Raad kijkt dan ook niet alleen naar het overschrijden van de geprognosticeerde uitgaven bij realisatie maar ook naar het onderschrijden van de geprognosticeerde uitgaven, ongeacht de grootte van een afwijking. Het overschrijden van de

geprognosticeerde uitgaven bij realisatie maar ook het onderschrijden van de geprognosticeerde uitgaven dient in elk geval door de netbeheerder nader onderbouwd te worden. In geval van een afwijking van meer dan 10% is de Raad voornemens om een contrabegroting van de investering op te (laten) stellen ten behoeve van de doelmatigheidsbeoordeling.

Artikel 8 en artikel 9 – Beoordeling van de externe aanbestedingsprocedure of de interne projectprocedures In deze stap beoordeelt de Raad de uitvoering van een investering. Indien de netbeheerder de investering heeft gerealiseerd door middel van een externe aanbestedingsprocedure, zal de Raad de

aanbestedingsprocedure beoordelen.

Een correcte aanbestedingsprocedure heeft tot doel de beste prijs uit de markt te halen door gunning van de benodigde werkzaamheden met de benodigde kwaliteit aan de partij met de laagste prijs. Bij de beoordeling van de inkoopprocedure zal de Raad de volgende stappen hanteren:

1. Is de aanbesteding conform een rechtmatige aanbestedingsprocedure gerealiseerd?

2. Beschrijft het gunningsbestek op correcte wijze de benodigde werkzaamheden die nodig zijn om het knelpunt op te lossen of (een deel van) de investering te realiseren?

3. Hoe is de prekwalificatie van mogelijke uitvoerende of leverende marktpartijen uitgevoerd?

4. Hoe is de feitelijke gunning gedaan?

De netbeheerder neemt in het verzoek tot beoordeling van doelmatigheid het aanbestedingsbestek en de gunningsdocumenten op en overhandigt deze aan de Raad. Tevens verklaart de netbeheerder in het verzoek hoe de aanbesteding tot stand is gekomen. De Raad gaat er hierbij van uit dat de netbeheerder intern een dossier over het investeringsproject heeft opgebouwd met alle benodigde informatie betreffende het besluitvormingstraject, de aanbesteding, de gunning, de uitvoering en de gerealiseerde uitgaven van het investeringsproject.

De Raad zal de interne projectprocedure van een netbeheerder beoordelen, indien de netbeheerder de investering niet door middel van een externe aanbesteding heeft uitgevoerd. Hierbij gaat de Raad ervan uit dat een netbeheerder de investering realiseert binnen een vast stelsel of een kwaliteitssysteem voor

projectuitvoering. Het uitgangspunt is dat een netbeheerder vaste werkprocessen volgt die gebaseerd zijn op een onderliggend projectmanagementsysteem. Een voorbeeld hiervan is een projectmanagementsysteem gebaseerd op PRINCE-2. De netbeheerder zal in dit geval een document opstellen dat moet aantonen dat

(9)

deze standaard projectprocedures, inclusief goedkeuring van het meerwerk of minderwerk, zijn gevolgd.

Indien de netbeheerder gebruik maakt van een gecertificeerd intern proces, kan de Raad besluiten dat de certificering voldoende houvast biedt voor de beoordeling als bedoeld in artikel 9 van de beleidsregel zolang de certificering op regelmatige basis door een onafhankelijk bureau positief beoordeeld wordt. Indien noch de externe aanbesteding noch de interne procedures zijn gevolgd, kan de Raad de investering als niet- doelmatig kwalificeren.

Indien de externe aanbesteding of de interne projectprocedures correct zijn gevolgd, zal de Raad in beginsel doorgaan met de beoordeling van de doelmatigheid. Het spreekt voor zich dat indien een investeringsproject met een onder- of overschrijding van het budget is uitgevoerd, een financiële toets op aanvaardbaar bedrag voor realisatie uitgevoerd zal worden.

Artikel 10 – Beoordeling van de uitgavenrealisaties

Ten slotte beoordeelt de Raad de gerealiseerde uitgaven van een investering. In eerste instantie kiest de Raad ervoor om alleen naar de afwijkingen te kijken en te beoordelen of een stijging dan wel een daling van de uitgaven ten opzichte van de geprognosticeerde uitgaven te wijten is aan het meerwerk dan wel minderwerk, of aan een onverwachte en zeer grote stijging dan wel daling van de prijzen. Indien de afwijking in de gerealiseerde uitgaven niet verklaard kan worden door het meerwerk dan wel minderwerk of de prijsverschillen, zal de Raad een contrabegroting (laten) opstellen.

Artikel 11 – Contrabegroting

Een contrabegroting houdt in dat de Raad een onafhankelijke benadering van de gerealiseerde uitgaven ten behoeve van een investering opstelt aan de hand van de specificaties die door de netbeheerder zijn

aangeleverd. De uitgaven van de netbeheerder ten behoeve van een investering worden vervolgens

vergeleken met de benadering van de Raad. Het percentage aan doelmatige uitgaven zal uiteindelijk afhangen van de verhouding tussen de werkelijk gerealiseerde uitgaven en het bedrag uit de contrabegroting. Het percentage aan doelmatige uitgaven zal maximaal 100% van de gerealiseerde uitgaven bedragen.

Ten behoeve van het opstellen van een contrabegroting dient de netbeheerder bij de Raad de omschrijving van de in totaal uitgevoerde werkzaamheden op te leveren. Deze omschrijving dient te bestaan uit een aanbestedingsbestek, inclusief overzichtstekeningen en eventuele meerwerkorders of minderwerkorders en een onderbouwing daarvan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Programma Programmaonderdeel Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten.. Een sociale en vitale gemeente

Programma Programmaonderdeel Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten.. Een sociale en vitale gemeente

Programma Programmaonderdeel Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten.. Een sociale en vitale gemeente

Planning Control Format begrotingswijziging tbv raad 2009 nieuw programma aankoop .xls/Totaal 11-11-2009 Begrotingswijziging:. mutatie totalen per programma Uitgaven Inkomsten

Planning Control begrotingswijziging vjr 2009 alles meest actueel groter dan € 25000/Totaal 19-5-2009.. Begrotingswijziging: Voorjaarsnota

Planning Control Begrotingswijziging cultuurhistorie archeologie.xls/Totaal 28-5-2009 Begrotingswijziging:. mutatie totalen per programma Uitgaven Inkomsten Uitgaven

mutatie totalen per programma Uitgaven Inkomste Uitgaven Inkomste Uitgaven Inkomste Uitgaven Inkomste Uitgaven

mutatie totalen per programma Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven