• No results found

Tilburgse zoeaven ten strijde voor de paus

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tilburgse zoeaven ten strijde voor de paus "

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg ; tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur

(2)

Tilburg,

tijdschrift voor geschiedenis, monumententen en cultuur Versdiijnt driemaal per jaar.

Jaargang 14, rur. 2 oktober 1996

Uitgave

Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed K.V.K.: S 41096029 • ISSN: 0168-8936

Redactie Henk van Doremalen

Ronald Peeters Vormgeving Ronald Peeters Bart Gladdines Stukken voor de redactie

te zenden aan redactiesecretariaat t.a.v.

Ronald Peeters Montfortanenlaan 96

5042 CX Tilburg.

Abonnementen Jaarabonnement

f27,50

instellingen en bedrijven f32,50

Losse nummers verkrijgbaar i n de boekhandel (f8,50).

Abonneren door overmaking op de rekening van de Stichting

tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed te Tilburg Gironummer 5625554 AMRO-bank rek.nr. 42.81.63.343

onder vermelding van 'abonnement 1996'

Foto's

Indien niet anders vermeld:

Fotocollectie van het Gemeentearchief Tilburg.

Omslagfoto's:

Groep van o.a. Tilburgse zoeaven, gefotografeerd i n Rome, 1867 (coll. Archief Fraters Tilburg).

Vaandel 'Zoeavenbroederschap Fidei etVirtuti' (coll. N T M ) .

Opmaak en druk Drukkerij-Uitgeverij H . Gianotten B.V., Tilburg

Ten geleide

I n 1995 ontstond bij enkele vrijwilligers die op v r i j d a g samenkomen op het gemeentearchief T i l b u r g , onder i m p u l s v a n oud-Tilburger Jan Hoofs, het idee o m genealogische gegevens bijeen te zoeken over de Tilburgse zoeaven. De groep onder de naam VIS-club (Vrijdagse Intensieve Speurders) ontdekte dat er veel meer Tilburgse zoeaven w a - ren geweest d a n de 30 tot 35 die tot dan toe w e r d e n verondersteld.

De Tilburgers zijn tussen 1866 en 1870 als zoeaaf i n Italië geweest o m te strijden voor het behoud v a n de kerkelijke staat, die toen n o g een flink deel v a n Midden-Italië besloeg. De eerste Tilburgers vertrokken i n fe- b r u a r i 1866, de laatsten keerden i n oktober 1870 terug i n Nederland, na- dat met de v a l v a n Rome op 20 september 1870 de strijd (noodgedwon- gen) was beëindigd. Daartussen ligt r u i m vier-en-een-half jaar. Voor de meeste v a n deze mannen is die periode h u n hele verdere leven mede bepaald.

Wie w a r e n deze 'Tilburgse' jongens, w a t maakten ze i n Italië mee en w a t was h u n i n v l o e d na terugkeer u i t Rome ? Daarover handelt de ten- toonstelling 'Tilburgse zoeaven ten strijde voor de paus', die v a n 15 ok- tober 1996 tot en met 10 januari 1997 i n het Tilburgse Gemeentearchief plaatsvindt. De Stichting tot Behoud v a n Tilburgs C u l t u u r g o e d achtte het v a n belang o m de materialen en gegevens die voor deze tentoon- stelling bijeen w a r e n gebracht ook i n een publicatie te laten verwerken.

M e t het samenstellen v a n de tentoonstelling en het vervaardigen van dit zoeavennummer v a n het tijdschrift ' T i l b u r g ' w e r d de Tilburgse his- toricus en publicist H e n k v a n Doremalen belast.

De redactie

Dit n u m m e r van het tijdschrift 'Tilburg' k w a m tot stand met medewerking van de leden van de VlS-club, de heer H . Ellenbroek (kaartjes) en W . Sterenborg (correctie). Financiële bijdragen lever- den de fraters van O.L.V. Moeder van Barmhartigheid, de Missionarissen van het H . Hart MSC, de Minderbroeders Capucijnen en de heer P.Ph. Bogaers allen te Tilburg en het bisdom 's- Hertogenbosch.

Speciale dank is verschuldigd aan m e v r o u w M.C. Zormeveld-Kouters van het Nederlands Zouavenmuseum te Oudenbosch en frater J. Heerkens van het archief v a n de fraters van Tilburg.

Inhoud

H e n k van Doremalen:

Tilburgse zoeaven ten strijde voor de paus

35 Historische achtergrond

58 Biografisch overzicht van de Tilburgse zoeaven 76 Geraadpleegde bronnen en literatuur

77 Noten

(3)

Tilburgse zoeaven ten strijde voor de paus

Historische achtergrond

H e n k v a n D o r e m a l e n *

* H e n k J . M . van Doremalen (Tilburg, 1952) is werkzaam

als freelance historicus, p u - blicist en (sport)journalist.

Zijn specialiteit op historisch gebied is de geschiedenis van Tilburg. O p d i t terrein heeft hij talloze publicaties

op zijn naam staan. Hij schreef onder meer diverse afleveringen van de succes- volle populair-wetenschap- pelijke serie Ach Lieve Tijd Tilburg. Hij v o r m t samen met Ronald Peeters de re- dactie \'an het tijdschrift Tilburg en de Tilburgse Historische (bronnen) Reeks. Hij heeft meegewerkt aan een tiental tentoonstel-

lingen op het Nederlands Textielmuseum en het Gemeentearchief Tilburg.

Pius IX (1792-7878) ivas de paus die de katholieke jongeren opriep om naar Rome te komen om te lielpen bij de verdediging van de pauselijke staat. Het

pontificaat van Pius IX duurde van 1846 tot 1878.

'Er was een smartekreet vernomen, uit- gaande van het Vaticaan, waar een weer- loos grijzaard het moest aanzien, hoe een

naburig koning, voortgestuwd door de Revolutie en de geheime Genootschappen, de roovershand uitstak

naar het erfgoed van St.-Petrus en een voor een de provinciën, aan den H.Stoel toebehoordende, overweldigde.'^

I

n T i l b u r g ligt een Zouavenlaan en bestaan straten m e t n a m e n als de Luitenant Wilsstraat, Baron v a n Lamsweerdelaan, Antoine Artsplein en Luitenant Looijmans- straat. Het is een bij steeds minder mensen be- kende herinnering aan de zoeaven, v r i j w i l l i - gers die tussen 1860 en 1870 i n Italië vochten voor het behoud v a n de kerkelijke staat.- Heel kort en heel eenzijdig geresumeerd geeft bo- venstaand citaat treffend weer w a a r o m d u i - zenden katholieke jongeren naar Rome trok- ken.

Feitelijk is de achtergrond van het conflict dat bestond tussen paus Pius IX en de rest v a n Italië tamelijk gecompliceerd. H e t is terug te voeren op drie belangrijke verschijnselen: het niet gescheiden zijn v a n wereldlijke en geeste- lijke macht bij de paus; het opkomend nationa- lisme en daarmee gepaard gaande revoluties in de negentiende eeuw die ook aan Italië niet voorbijgingen; en ambtelijke corruptie, diplo- matiek falen en reactionaire verhoudingen die een beletsel v o r m d e n voor het Vaticaan o m i n het m i d d e n van de negentiende eeuw de situ- atie i n Italië op juiste wijze te interpreteren.

Vooral het feit dat Pius IX pausdom en ko- ningschap i n één persoon verenigde, het Italiaanse nationalisme verkeerd inschatte en zijn geestelijke autoriteit gebruikte o m zijn we- reldlijke macht te onderstrepen en te handha- ven, heeft geleid tot een tragische situatie die zich voortgesleept heeft tot i n de twintigste eeuw.

Sinds 1995 is door een groep vrijwilligers v a n het Gemeentearchief geïnspireerd door Jan Hoofs onderzoek verricht naar de Tilburgse zoeaven. De uitgangspunten w a r e n daarbij i n eerste instantie genealogisch gericht: w i e w a - ren deze zoeaven, w i e w a r e n h u n voorouders en nakomelingen. Er k w a m veel meer tevoor- schijn dan aanvankelijk was gedacht. Het door hen verrichte zoekwerk is de basis geweest

(4)

De kerkelijke staat tussen 1861 en 1870. Aangegeven staan de bekendste plaatsen

ivanr de zoeaven mee te maken kregen (bron: Hans Ellenbroek, Rome tot de dood. Uit het leven van een Deventer Zouaaf).

voor de tentoonstelling en het boekje 'Tilbur- gse zoeaven ten strijde voor de paus'.

A a n v u l l e n d onderzoek is verricht i n diverse collecties en archieven v a n het gemeentear- chief Tilburg, de collectie van het archief v a n de fraters te Tilburg, de bibliotheek v a n de Katholieke Universtiteit Brabant te T i l b u r g (met name de Brabant Collectie), het Zouaven- m u s e u m te Oudenbosch en het archief v a n het bisdom 's-Hertogenbosch.

Fidei et V i r t u t i , de Tilburgse zoeavenbroeder- schap, heeft geen archief nagelaten. Inciden- teel zijn w a t stukken teruggevonden zoals een ongedateerde ledenlijst van de sociëteit u i t de negentiende eeuw en een notulenschrift over de periode 1905-1909. O o k het fraaie vaandel is behouden gebleven.

Wat bekend is over de Tilburgse zoeaven k o m t veelal u i t secundaire bronnen. Vooral i n de kranten is veel over en door de (Tilburgse) zoeaven geschreven. U i t z o n d e r i n g e n waarbij gebruik gemaakt k o n w o r d e n v a n een p r i m a i - re bron waren de brieven die frater M a u r i t i u s naar het moederhuis i n T i l b u r g schreef. Daar-

v a n heeft het Weekblad van T i l b u r g er tussen 1866 en 1868 59 gepubliceerd. Ze zijn i n het ar- chief v a n de fraters te T i l b u r g bewaard geble- ven.

D e p a u s e l i j k e staat

H e t bestaan v a n een wereldlijke staat waar de paus heerser v a n was dateerde van 754. Pepijn de Korte had diverse gebieden, i n het m i d d e n v a n w a t n u Italië is, veroverd op de Longo- barden en ze vervolgens geschonken aan de toenmalige paus. De tegenprestatie, de macht v a n de paus o m het keizerschap te verlenen berustte, naar achteraf is gebleken, op een i n de achtste eeuw vervalst document de Dona- tio Constantina u i t 325. De paus had sindsdien naast geestelijke ook wereldlijke macht. A f - hankelijk van de persoon hebben de meeste pausen zich eeuwenlang meer b e k o m m e r d o m h u n wereldlijk dan o m h u n geestelijk lei- derschap. Het Congres v a n Wenen (1815) dat de nieuwe v e r h o u d i n g e n i n Europa moest vaststellen na de Napoleontische oorlogen, be- vestigde de verdeling v a n Italië i n diverse staatjes, w a a r v a n de kerkelijke staat (het P a t r i m o n i u m Petri) er een was. Die omvatte toen het hele centrale deel v a n Italië van Rome tot de Adriatische Zee. I n 1860 w e r d het meest noordelijke deel van het pauselijk gebied door k o n i n g Victor E m m a n u e l I I ingelijfd en be- dreigden de nationalistische troepen het m i d - dendeel, de M a r k e n en Umbrië. De paus i n zijn r o l als een v a n de Italiaanse heersers, wijst elke voorstel over een diplomatieke oplossing v a n de h a n d .

Pius IX k o n bij zijn streven het pauselijk ge- bied te behouden niet op steun rekenen van de Europese grootmachten Oostenrijk en Frank- rijk. W e l stelde Frankrijk onder Napoleon I I I zich m i n of meer garant voor het behoud van Rome en omgeving, maar de uitvoering was halfslachtig. De paus deed toen, i n 1860, een oproep aan de katholieke jongeren i n de we- reld o m h e m te h u l p te komen. I n eerste i n - stantie w a r e n het vooral Fransen en Belgen die naar Italië trokken. A l i n 1860 speelden zij een rol i n de slag bij Castelfidaro waar zoals dat heet een eervolle nederlaag w e r d geleden.

Generaal De Lamorcière kreeg de leiding over het pauselijk leger en zorgde voor een betere organisatie v a n de zogeheten tirailleurs Fran- co-beiges. H i e r u i t ontstond het korps zoeaven dat op 1 januari 1861 onder leiding van de Zwitserse kapitein A l l e t w e r d geformeerd.

Aanvankelijk speelden de Nederlanders hier- in slechts een bescheiden rol. Het gaat i n de periode 1861 tot 1865 o m enkele tientallen waarbij voorzover na te gaan was geen Tilbur- gers. Dat zou na 1865 drastisch veranderen. I n 1864 sloot N a p o l e o n III een verdrag met Victor E m m a n u e l I I , de zogenaamde septembercon-

(5)

ventie, een complex stukje diplomatiek w e r k waarbij de i n d r u k gehandhaafd bleef dat Frankrijk Rome zou beschermen, terwijl on- dertussen toch Victor Emmanuel als k o n i n g v a n Italië w e r d erkend. De paus deed een nieuwe oproep aan de katholieke jongeren.

N u stroomden ook de Nederlanders toe. De zoeaven w i n n e n w e l slagen, maar niet de oor- log; ze k u n n e n het nationalistische streven i n Italië uiteindelijk niet keren.-^

De benaming zoeaven is ontleend aan de Kabylenstammen i n Algerije. Dezen heetten Zouana en droegen gevechtskledij die de i n - spiratie v o r m d e voor het merkwaardige u n i - f o r m w a a r i n de pauselijke zoeaven gekleed zouden gaan: een voornamelijk grijs u n i f o r m bestaande u i t een vest, een kort jasje en een wijde broek. Het was door zijn Tosheid' vooral praktisch van aard en onderscheidde de zoe- aven duidelijk van andere legerkorpsen.''

Bij het uitbreken v a n de Frans-Duitse oorlog op 19 j u l i 1870 besloot Napoleon zijn laatste troepen u i t Italië terug te trekken. O m de orde te handhaven en de paus te beschermen (!) voelde Victor Emmanuel zich genoodzaakt de pauselijke staat binnen te trekken. De strijd was snel gestreden: aan Italiaanse kant ston- den 50.000 manschappen, het pauselijk leger telde 8000 m a n waaronder 4000 zoeaven. O p 20 september begon het beleg v a n Rome. Bij de Porta Pia w e r d een bres i n de versterking r o n d Rome geslagen en de stad w e r d ingenomen.

O m bloedvergieten te v o o r k o m e n , zo luidde het verhaal, gelastte de paus de zoeaven o m de strijd te staken. V a n dat ogenblik af beschouw- de de paus zich als 'de gevangene van het Vaticaan' een situatie die zou v o o r t d u r e n tot in 1929. Onder Mussolini, die als totalitair heerser scherp zag dat een meningsverschil met de kerk meer na- dan voordelen had, te- kent Italië de vrede met het Vaticaan. O p 11 fe- bruari 1929 k o m t het Verdrag van Lateranen tot stand waarbij Italië de soevereiniteit van de paus erkend ook al bestaat zijn bezit u i t niet meer dan een ministaatje v a n 44 hectaren. De Romeinse kwestie is daarmee de w e r e l d u i t , het erfgoed van St.-Petrus is (in minimale v o r m ) veiliggesteld. I n de optiek van de zoe- aven was de strijd niet voor niets geweest.'

M y t h e of w e r k e l i j k h e i d

Zoeaven zijn mannen die tussen 1861 en 1870 v r i j w i l l i g i n pauselijke dienst zijn getreden ter verdediging van de kerkelijke staat, het P a t r i m o n i u m Petri. Vooral i n 1865 en later trekken enkele duizenden mannen u i t Neder- land naar Rome o m de paus bij te staan. N a de val v a n Rome op 20 september 1870 keren de laatste zoeaven huiswaarts.

Niet alle zoeaven die dienst hebben gedaan zijn daadwerkelijk bij gevechten betrokken ge- weest. Veel aandacht w e r d opgeëist door pa- trouilleren, politietaken en verzorgend werk.

Het meeste w e r k bestond u i t het bestrijden van allerlei groepjes rovers die i n de dorpen i n de heuvels r o n d Rome teisterden. Vooral i n 1867 zijn enkele belangrijke slagen geleverd.

Tussen 1 januari 1861 en 20 september 1870 zijn r u i m 11.000 vrijwilligers naar Rome ge- trokken. Officieel zijn daarbij 3181 Neder- landers geteld, maar naar het schijnt zijn nogal w a t landgenoten als V l a m i n g of Belg op de matricule-lijsten (de registers met de leger- nummers) terecht gekomen. Bovendien zijn er ook Nederlanders die i n andere pauselijke korpsen dan de zoeaven hebben gevochten.

Zodoende meende broeder Christofoor, ken- ner bij uitstek v a n de Nederlandse zoeavenge- schiedenis en oprichter van het Zouavenmu- seum te Oudenbosch, i n zijn boek ' U i t het epos der 3000 Nederlandse Zouaven' dat het aantal pauselijke strijders u i t Nederland, ondanks de titel v a n zijn eigen w e r k , vermoedelijk dichter bij de 4000 k o m t . Christofoor, die bij het schrij- ven van zijn boek i n 1947 vrijwel uitsluitend in lyrische bewoordingen denkt over de zoe- aven, stelde vast dat het officiële aantal Nederland aan de top van de landenranglijst brengt voor de Fransen (2964) en de Belgen (1634). Z i j n verklaringen voor deze vooraan- staande r o l v a n de Nederlanders zijn niet ge- speend van chauvinisme. Voor de hand lig- gend is dat de beginnende emancipatie van de katholieken die i n Republiek van de Verenig- de Nederlanden een ondergeschikte r o l had- den gespeeld (het calvinisme vormde de staatsgodsdienst) van belang is geweest.

Verder was er een onbeperkt vertrouwen i n de paus en w e r d er geen onderscheid gezien tus- sen zijn functie als paus en koning. Ook de ka- tholieke pers maakte dat onderscheid niet. Het Italiaanse eenheidsstreven en de pogingen de pauselijke staat bij Italië onder te brengen zag men als een aanval op de paus en het katholie- ke geloof.

I n de historiografie over de zoeaven doen zich twee problemen voor. De geschiedschrijving is sterk beïnvloed door de betrokkenheid van sommige auteurs en schetst een soms w e l erg eenzijdig z w a r t - w i t beeld: de 'goede' zoeaven versus de 'slechte' garibaldisten. Pas na de Tweede Wereldoorlog k o m e n nuances aan bod. O m d a t de paus als staatshoofd niet los k o n w o r d e n gezien van zijn functie als leider v a n de katholieke kerk en vertegenwoordiger v a n G o d op aarde, was voor katholieke schrij- vers een objectieve beoordeling van de situatie i n Italië lange tijd v r i j w e l uitgesloten. I n het al-

(6)

gemeen negeerden katholieke historici het pijnlijke o n d e r w e r p v a n de achterhaalde strijd v a n de paus tegen het Italiaanse eenheidsstre- ven (het Risorgimento, letterlijk de w e d e r o p - komst v a n Italië), zette ze de tegenpartij (het overgrote deel v a n Italië, inclusief de daar w o - nende priesters) i n een k w a a d daglicht en ver- vielen ze i n louter juichtonen over de zoeaven.

L.J. Rogier, een v a n de belangrijkste na-oorlog- se katholieke historici, was uitgesproken ne- gatief i n zijn beoordeling v a n de r o l v a n de paus i n Italië ten tijde v a n Pius IX. H i j noemt diens pontificaat i n politieke z i n één grote mis- l u k k i n g . Rogier bedoelt daarmee dat Pius IX geen enkel oog had voor het eenheidsstreven.

Mede door de 'zo goed als uitsluitend clerica- le, corrupte ambtenarenstand' die zonder eni- ge invloed v a n het v o l k de kerkelijke staat be- stuurde, k w a m het niet tot een voor de h a n d liggend vergelijk met k o n i n g Victor Emma- nuel I I v a n Sardinië en de Piëmont. De repu- blikein Garibaldi, tegenstander v a n kerk en paus, zou geïsoleerd zijn geraakt, wanneer de paus handiger of begripvoller was opgetre- den.

De pauselijke politiek zorgde juist dat alle krachten i n Italië zich tegen h e m verenigden.

H e t h a d feitelijk w e i n i g te maken met het ka- tholieke geloof, maar dat aspect k w a m er on- herroepelijk bij. Paus Pius IX, die vanaf 1846 regeerde, k w a m politiek gezien i n een volko- men isolement.

De pauselijke oproep aan de katholieke w e - reld o m h e m te h u l p te k o m e n bij de v e r d e d i - ging v a n het pauselijk gebied (het Patrimo- n i u m Petri) v o n d slechts gehoor bij koningsge- zinde kringen i n Frankrijk en bij katholieken

BRUKKCRy » K.JONOtNJWtCiHUli TILBURC N.V.Dt R.K.BO€KCCNTRAL€ AM/T€RDAM

i n België en later ook Nederland. Alleen i n België en N e d e r l a n d was sprake van 'onge- compliceerde religieuze geestdrift' die voort- k w a m u i t het v o l k dat geen weet had van de onmogelijke politieke situatie w a a r i n de paus zich gemanoeuvreerd had. Katholieken u i t an- dere landen, Italië v o o r o p , lieten het afweten.

H e t isolement w a a r i n de paus zich bevond en het uitblijven v a n steun u i t de katholieke w e - reld betekenden dat de strijd v a n de circa 11.000 zoeaven die er tussen 1861 en 1870 v o l - gens de matriculelijsten geweest zijn bij voor- baat verloren was, ook al was er w e l eer te be- halen i n afzonderlijke slagen. Dat is het harde oordeel v a n de historici, i n N e d e r l a n d ver- w o o r d door Rogier.^

Probleem bij de vroegere geschriften en artike- len over de zoeavenbeweging is bovendien dat niet altijd duidelijk is waar m y t h e en le- g e n d e v o r m i n g de werkelijkheid mee zijn gaan bepalen.

Terecht w o r d t de laatste decennia een aantal vragen gesteld die bij de vroegere katholieke auteurs en journalisten niet aan de orde k w a - men. W e r d e n de Garibaldisten die soms met tien keer zo veel manschappen de strijd ingin- gen zo makkelijk onder de voet gelopen als w e l gesuggereerd w e r d ? En was h u n ideaal, de eenheid v a n Italië, moreel v a n m i n d e r ge- halte dan het ideaal v a n de zoeaven? Waren de Nederlanders inderdaad een groep die speci- aal aanzien genoot bij de Paus of w e r d e n ze, zoals het gebrek aan Nederlandse officieren doet vermoeden, als voetvolk beschouwd, waarmee de Franse adel goede sier k o n ma- ken? A l s de katholieke emancipatie zo'n grote rol heeft gespeeld bij de trek v a n Nederlanders naar Rome w a a r o m betrof het dan vooral 'ge- w o n e ' jongens en ontbraken de hogere stan- den v r i j w e l volledig? Of het n u o m negentien- de eeuwse kruisvaarders ging, oprecht gelovi- ge katholieke jongeren of naïevelingen, het blijft opmerkelijk dat 3000 tot 4000 Neder- landse jongeren ten strijde trokken voor de paus.

Het verhaal over Pieter Jong u i t Lutjebroek geeft v o e d i n g aan de m y t h e v o r m i n g r o n d o m de zoeaven i n N e d e r l a n d . 'Toen de schrikwek- kende geweerkolf van Pieter Jong machteloos neer- zonk te Monte Libretti, lagen er veertien Garibaldisten dood om hem heen. Daarna sloeg de held uit het kleine Lutjebroek voor 't laatst een groot, rechtvaardig Kruisteken, en stierf onder zijn wapenkreet: "Leve Pius, Paus en Koning'"7 Bij alle katholiek opgevoede Nederlanders (die n u ongeveer veertig jaar of ouder zijn), is het verhaal over zijn heldendaden bekend. H i j staat synoniem voor w a t een (Nederlands) zoeaaf is: heldhaftig, onverschrokken en te

(7)

allen tijde bereid voor zijn paus, de H . Vader, te sterven. Onderscheid tussen het wereldlijke en geestelijke leiderschap v a n de paus was daarbij niet aan de orde.

T i l b u r g en de paus

I n T i l b u r g , een van Nederlands meest katho- lieke steden, was onder de circa 20.000 i n w o - ners nauwelijks een afwijkend geluid over de paus of de zoeaven te horen. De oproep v a n de paus stond niet ter discussie, de noodzaak o m de pauselijke staat te beschermen ook niet en het eenheidsstreven van Italië deden de kran- ten n o g tot ver i n de twintigste eeuw af als aanvallen op het gezag van de paus-koning door roversbenden, vrijmetselaars of toch ten minste te liberaal gezinden. H e t lange p o n t i f i - caat v a n Pius IX (1846-1878) met daarin een concilie en het vaststellen v a n de onbevlekte ontvangenis v a n Maria en de onfeilbaarheid v a n de paus, verhoogde zijn aanzien. De paus was voor een net i n ere herstelde katholieke gemeenschap (1853), die sterk naar Rome keek, al een heel bijzonder persoon, maar w i e zo lang paus was, kreeg haast iets mystieks.

Er deed zich tijdens het pontificaat v a n Pius IX een aantal gebeurtenissen voor die i n T i l b u r g niet ongemerkt voorbijgingen. O p 11 april 1869 was de i n 1792 geboren G i o v a n n i M a r i a Mastai-Ferretti 50 jaar priester. I n hetzelfde jaar op 29 j u n i verklaarde de paus de 19 marte- laren v a n G o r k u m heilig. O p 16 j u n i 1871 was Giovanni 25 jaar paus, een unieke situatie. O p 25 j u n i 1876 volgde het 30-jarig pausschap een u n i c u m (sinds Petrus de eerste paus die 32 jaar aanbleef) en i n 1877 vierde T i l b u r g het vijftig- jarig bisschopdom. A l deze voorvallen w e r d e n aangegrepen voor grootse feesten, w a a r i n T i l b u r g k o n bewijzen hoe zeer het Pius IX i n het hart droeg. Dat gold ook voor 7 februari 1878,de sterfdag v a n de paus.^ I n 1869 veran- derden de o m w o n e n d e n spontaan de naam v a n de verbindingsweg tussen Het Ven en de g r i n t w e g naar Hilvarenbeek i n Piusstraat.

'Het V e n ' w e r d daarop Piusplein gedoopt. I n 1881 besloot de gemeenteraad tot de officiële bevestiging.''

V a n een w a t meer afstandelijke h o u d i n g ten opzichte v a n Rome of Pius IX is i n deze jaren geen spoor te v i n d e n i n Tilburg, hooguit is er nagedacht of de roep v a n de paus w e l beant- w o o r d k o n w o r d e n . N i e t iedereen k o n , mocht of durfde aan de reis naar Rome te beginnen.

Kritische geluiden v e r w o o r d i n onder meer de liberale pers bleven onbesproken of w e r d e n misprijzend van de h a n d gewezen.

Toen de oud-strijders i n de jaren zeventig en later bijeen k w a m e n i n het gebouw v a n de zoeavenbroederschap aan de Koestraat was het z o r g v u l d i g u i t elkaar h o u d e n v a n m y t h e

en werkelijkheid niet het eerste vereiste. Het is niet onbegrijpelijk. N a een lange reis k w a m e n de vrijwilligers aan i n een grote stad als Rome, ze verkeerden i n de nabijheid van de paus, gingen op bezoek i n de immense Sint Pieter met zijn pracht en praal. Maar ook het pa- trouilleren i n de bergen, het onbekende eten (van macaroni of spaghetti had n o g niemand gehoord), de gevechtssituaties w a a r i n ze te- rechtkwamen, de onduidelijke h o u d i n g van de b e v o l k i n g die niet laaiend enthousiast was over de paus-koning, het moet allemaal enorm i n d r u k hebben gemaakt.

Verhalen, alsof de zoeaven de paus persoon- lijk gekend hadden, deden alom de ronde. Dat deze vertelsels ontstonden i n de bijeenkom- sten v a n de broederschap waar ook niet-zoe- aven l i d v a n k o n d e n w o r d e n lijdt geen twijfel.

Dat sommige niet-zoeaven als bestuurslid van de broederschap i n de loop v a n de tijd de sta- tus kregen v a n zoeaaf was onvermijdelijk. Het verklaart w a a r o m er weieens v e r w a r r i n g kon ontstaan over w i e n u w e l of niet zoeaaf waren geweest.

Ontdaan v a n alle politiek, romantiek en m y - t h e v o r m i n g blijft overeind dat ongeveer 65 'Tilburgse' jongeren de verre reis naar Rome maakten o m daar te strijden voor het behoud v a n de pauselijke staat. Ze gingen uit overtui- ging. Overeind blijft ook het respect dat ze daarmee v e r w i e r v e n i n een katholieke ge- meenschap als de Tilburgse. Het feit dat ze meer van de wereld gezien hadden dan h u n meeste plaatsgenoten gaf h u n al een speciale status.

D e betekenis v a n Jan V r a n c k e n Bij het w e r v e n v a n jongeren i n M i d d e n - en Oost-Noord-Brabant die zoeaaf w i l d e w o r d e n is een centrale r o l gespeeld door Joannes Vrancken. Opmerkelijk is dat over hem veel minder bekend is dan over broeder Bernar- dinus, die de centrale figuur was i n Oudenbosch waar de meeste Nederlandse zoeaven voor h u n vertrek opvang kregen i n het instituut St. Louis. Ook pater De Kruijf u i t A m s t e r d a m die, na een bezoek aan Rome i n 1864, de w e r v i n g i n N e d e r l a n d ter h a n d n a m is i n de literatuur uitvoerig besproken.^"

De r o l van de Bosschenaar en latere Tilburger, die hier w o r d t bedoeld is minstens zo interes- sant geweest. 'President der Nederlandsche Zouaven', zo begroette (zoeaven)generaal ba- ron Athanase de Charrette de Basse Motte hem i n Frankrijk. 'Ziel van het zouavenwerk in de zuidelijke provinciën' was de betiteling die Tilburgs bekendste zoeaaf, luitenant Antoine Arts, uitte bij zijn grafrede. En 'sauveur de Rome' moet paus Pius IX over hem gezegd hebben. De w o o r d e n zijn van toepassing op

(8)

]o(h)annes Vrancken (1827-1892) speelde een hoofdrol bij het werven vnn

katholieke jongeren in Tilburg en omgeving. Hij

was ook na 1870 nauw betrokken bij bet werk van

de oud-zoeaven in Nederland.

een m a n die zelf nooit zoeaaf is geweest, maar die tussen 1865 en zijn d o o d i n 1892 v a n groot belang moet w o r d e n geacht voor de zoeaven en h u n beweging. Het vraagt o m u i t l e g . "

Joannes Vrancken is op 11 november 1827 i n Weert geboren en al op jeugdige leeftijd i n Den Bosch terechtgekomen. Vrancken is w a t karig bedeeld i n de literatuur o m d a t hij geen papieren heeft nagelaten w a a r u i t zijn r o l d u i - delijk blijkt. O m hem toch i n beeld te brengen was tijdrovend onderzoek n o d i g i n diverse kranten en periodieken.

De bemoeienis v a n Vrancken met het zoe- avenwerk dateert van het najaar v a n 1865.

Toen kreeg hij i n Den Bosch waar hij woonach- tig was i n de Verwerstraat A 252, bezoek v a n de heer Vergauwen u i t het Belgische Gent die hem verzocht o m via De Noordbrabanter, w a a r v a n Vrancken redacteur was, animo te w e k k e n voor de zaak van de paus. Vrancken was aanvankelijk afhoudend o m d a t hij de Nederlanders niet zo geschikt achtte voor de krijgsdienst. Bovendien was het w e r v e n voor 'dienst i n den vreemde' i n N e d e r l a n d verbo- den. H i j besloot de belangstelling voor de rechten van de Kerk en de Paus i n gang te zet- ten middels het overnemen van artikelen u i t Belgische bladen. Geleidelijk ontstonden daar- uit eigen verhalen die i n De Noordbrabanter verschenen. Eind 1865 kaartte Vrancken daar- in de mogelijkheid aan o m zoeaaf te w o r d e n . Z o meldde de krant op 15 december 1865 op de voorpagina: 'Met genoegen zien wij dat zich vele katholieke zonen onder den vaan van den Paus

gaan scharen en als verdedigers van het erfdeel van den H. Petrus het gemeenschappelijk goed der ge- loovigen, zich naar Rome begeven; België vooral le- vert tot uit de hoogste klasse der maatschappij'.^^

De artikelen hadden blijkbaar succes. 'Twee a drie maanden liepen voorbij, terwijl ik elke week het onderwerp min of meer uitdrukkelijk behandelde, toen in 't begin van Januari 1866 zich de eerste jon- gelingen bij mij kwamen aanmelden, allen

Bosschenaren of tijdelijk te 's Bosch ivoonachtig...', aldus Vrancken i n een terugblik tijdens een toespraak i n 1877.'-''

De Noordbrabanter v a n 10 januari 1866 be- richt over jongeren die v a n u i t Gent naar Rome trekken. Twee dagen later kondigde de krant het vertrek aan v a n vele V l a m i n g e n met de na- drukkelijke v e r m e l d i n g dat Nederland niet achter w i l blijven. H e t einde van d i t verhaal is de a a n k o n d i g i n g dat 12 Bosschenaren op 14 ja- nuari naar Rome zullen vertrekken.

O o k het Weekblad van T i l b u r g maakte mel- d i n g van de geestdrift die i n D e n Bosch be- stond o m voor de eer v a n de paus te gaan strij- den. Het was een verkapte oproep aan de Tilburgse jongeren o m niet bij de Bossche- naren achter te blijven. O o k deze schrijfsels w a r e n v a n Vrancken.'^

Berichten i n deze periode over het 'Komité van Gend voor de aanwerving vnn het pauselijk leger' dat i n korte tijd 1000 man, voornamelijk Belgen en Nederlanders, bijeen wenste te brengen, passen i n de promotionele activitei- ten die Vrancken v a n u i t Den Bosch ontplooid.

Wie zich i n Gent meldde moest voorzien zijn v a n een binnenlands paspoort, vrij zijn van militaire dienst i n N e d e r l a n d en een getuig- schrift (van goed gedrag) k u n n e n overleggen v a n de geestelijke overheid, zo maakte Vrancken bekend.

Niet opgehelderd is hoe Vrancken de prakti- sche zaken regelde. Dat hij zich daarmee be- last heeft is bekend. Maar financierde hij de transporten naar Gent zelf - er moesten toch treinkaartjes gekocht w o r d e n - of h a d hij steun v a n pastoors of congregaties i n Den Bosch en later ook Tilburg. De gegevens i n deze richting ontbreken. Zeker is dat de grote stroom Brabantse zoeaven die zich i n de eerste maan- den van 1866 i n Den Bosch en T i l b u r g m e l d - den naar Gent gingen. I n Den Bosch zette Vrancken hen op de trein naar Boxtel (de spoorlijn naar T i l b u r g dateert pas v a n 1881) vanwaar ze via Roosendaal naar Gent gingen.

O o k bij het vertrek van grote groepen u i t T i l b u r g , de gebruikelijke vertrekplaats vanaf februari 1866, was hij veelal aanwezig. Later k o m t Brussel i n beeld als centrale verzamel- plaats, waar ook de transporten vanuit Oudenbosch naar toe gingen.

(9)

Vrancken heeft i n meerdere opzichten beteke- nis gehad voor T i l b u r g . H i j vestigde zich op 10 augustus 1866 met zijn gezin i n de opkomende industriestad. H i j stierf er i n 1892. I n de tus- senliggende jaren was hij niet alleen betrokken bij de Tilburgsche Courant, bankier en ge- meenteraadslid, maar was hij ook de centrale persoon bij het w e r v e n v a n de zoeaven en de initiator en stimulator v a n de landelijke en plaatselijke zoeavenbroederschap. Bij v r i j w e l alle nationale zoeavenactiviteiten speelde hij een r o l . I n een z w a r t o m r a n d artikel op de voorpagina v a n de Tilburgsche Courant en een uitgebreid i n m e m o r i a m bij 'concurrent' de N i e u w e Tilburgsche Courant w e r d zijn d o o d betreurd.'*"

Vrancken was betrokken bij de oprichting v a n het Weekblad van T i l b u r g waarvan op 7 okto- ber 1865 het eerste n u m m e r verscheen.'^ H e t Weekblad w e r d aanvankelijk i n Den Bosch ge- d r u k t bij drukkerij Teulings, maar al vanaf 7 j u l i 1866 gebeurde dat i n T i l b u r g bij N . Luijten.

Qua opmaak, stijl en i n h o u d w i j k t het Weekblad nauwelijks af v a n de N o o r d b r a - banter. Bovendien was Vrancken v a n beide bladen redacteur. H e t Weekblad v a n T i l b u r g is i n deze periode d a n ook te beschouwen als de Tilburgse editie v a n de Noordbrabanter.

A I voor zijn v e r h u i z i n g naar T i l b u r g stichtte hij met notaris A d r i a n u s Johannes Verschure een wissel- en effectenkantoor eerst i n de Nieuwlandstraat, later aan de N i e u w e n Dijk tegenover de pastorie (tegenwoordig Bisschop Zwijsenstraat). Daar lag het h o o f d w e r k van Vrancken. De redactie van het Weekblad, die hij ook samen voerde met Verschure is ver- moedelijk bijzaak geweest. De veronderstel- l i n g dat het tweetal ook zakelijk bij de krant betrokken was, is voor de hand liggend, maar onbewijsbaar. Wanneer i n 1869 het hinderlijke dagbladzegel (een soort belasting op het uitge- ven v a n een krant en feitelijk een belemmering voor persvrijheid) w o r d t afgeschaft, gaat het Weekblad over i n de twee keer per week ver- schijnende Tilburgsche Courant met Luijten als drukker/uitgever en Vrancken als redac- teur. Verschure is op 1 j u l i 1868 overleden.

Pouwelse en V a n Puijenbroek gaan er i n h u n interessante studie over de kranten i n T i l b u r g van u i t dat de fraters redactioneel zijn bijge- sprongen. Die redenering is logisch, de krant w e r d immers g e d r u k t bij Luijten, die als wees- jongen onderdak had gekregen bij de fraters en door hen was opgeleid. H e t lijkt erop dat Vrancken zich toen ook als redacteur heeft te- ruggetrokken. U i t een brief v a n Luijten aan bisschop Zwijsen gedateerd 26 september 1868 valt op te maken dat Vrancken als redac- teur (node) w e r d gemist.'^

De fraters w a r e n al eerder bijgesprongen.

Zeker is dat de 'brieven van een zouaaf' i n het fratershuis bewerkt waren alvorens ze naar de Tilburgsche Courant gingen. Meer persoonlij- ke passages van M a u r i t u s Vliegendehond die aan superior De Beer of medefraters waren ge- richt w e r d e n niet afgedrukt. Het staat vast dat de brieven u i t Italië niet aan de krant maar aan het fraterhuis op De Locht w a r e n gericht.

Vrancken heeft zowel i n Den Bosch als i n T i l b u r g via de kranten ook een r o l gespeeld i n de geldelijke inzamelacties die op poten waren gezet door het katholieke dagblad De Tijd.

Vanaf 13 december 1865 staat op de voorpagi- na v a n de Noordbrabanter en vervolgens ook het Weekblad van T i l b u r g onder het kopje 'Vrijwillige Bijdragen v a n Z . H . ' vermeld hoe- veel geld er binnen is gekomen ter ondersteu- n i n g v a n de 'armlastige' paus, die immers een flink deel v a n zijn territorium (en dus i n k o m - sten) was kwijtgeraakt. Dat i n Rome nauwe- lijks sprake was v a n armoede, maar dat er w e l problemen w a r e n door het gevoerde financië- le beleid was iets w a t de eenvoudige gelovige in Noord-Brabant ontging. Van harte schon- ken de Tilburgers h u n centen, stuivers, dub- beltjes en i n een enkel geval zelfs guldens.

Voorzien v a n gedichtjes w o r d e n de tientallen bijdragen i n het Weekblad verantwoord. Als achtergrond bij het n u volgende is het goed te weten dat het weekloon voor een textielarbei- der of amabachtsman omstreeks 1870 acht tot negen g u l d e n bedroeg voor zes dagen werken.

Een borrel kostte een stuiver.

Weekblad 23 december 1865:

'k Heb achttien glaasjes laten staan Ik bied ze Pius IX aan

't is wel niet veel, maar 't is toch wat Ik zeg u 't heeft wat in gehad Maar nu 'k beproefd heb wat ik kon En 't eerste strijden overwon Vangt Satan met zijn duiv'len heer Mij nooit door zijn Schiedammer meer

'k Kom weder cirka Nieuwejaar

Met alle stuivers die ik spaar ƒ 0,90'

Enkele w e k e n later k o m e n er voor het eerst verwijzingen naar de zoeaven.

'Wanneer 't ons voegde, het zwaard te omgorden En voor den Paus Zouaaf te worden

Bedachten we ons geen enkel uur Met stofdoek gaan we nu ten strijde En brengen Hem van harte blijde Vier gulden vijftig van onz' huur

(drie dienstmaagden) ƒ 4,50'

Let w e l , op het m o m e n t van publicatie.

Weekblad 6 januari 1866, is vanuit Tilburg nog geen persoon vertrokken o m dienst te nemen

(10)

in het pauselijk leger. A l s het al door drie v r o u w e n geschreven is zal Vrancken het met graagte hebben gepubliceerd. De verwijzingen naar de zoeaven gaan door. O p 13 januari 1866 d r u k t het Weekblad een bijdrage v a n een o u d - militair af:

'Ik was een fiks sergeant voor dezen Ik ken de kracht van kruit en lood Wat zou'k reeds lang te rome wezen

Zoo niet de jeugd mijn arm ontvlood ƒ 5,-' I n hetzelfde n u m m e r stond een gift:

'Van een paar jongelui die het betreuren

den Paus niet te kunnen gaan helpen ƒ 0,50'

De gedichtjes en v e r a n t w o o r d i n g v a n bijdra- gen die soms hele pagina's vullen, stonden met een verwijzing naar het Weekblad v a n T i l b u r g ook i n de Noordbrabanter, een bewijs te meer dat er een directe lijn was tussen de beide bladen. W a t de Tilburger Bode, de ande- re krant i n Tilburg, over de strijd i n Italië, de w e r v i n g v a n zoeaven en de inzamelingsacties voor de paus schreef is door het ontbreken van

A. Geboorteplaats Tilburg

naam geboorte- leeftijd diensttijd i n Rome

datum bij vertrek

Fr.E. Becx 21-03-1844 23 07-12-1867-09-06-1870

].C. Beeris 21-11-1837 29 23-11-1867-20-09-1870

A. Bertens 04-01-1841 26 22-12-1867-20-09-1870

H.J. Bodij 29-08-1842 25 17-11-1867-21-10-1868

H . V. Broekhoven 04-06-1825 40 24-03-1866-01-03-1868

F.]. Broné 07-05-1842 23 10-02-1866-16-02-1868

J. de Cocq 05-07-1840 25 10-02-1866-16-08-1868

C. van Dijk 27-09-1842 26 28-09-1869-20-09-1870

P. Driessen 10-03-1836 30 23-01-1867-11-10-1867

F.I. Gaillard 06-03-1842 25 23-11-1867-07-07-1870

]. van Hees 09-05-1835 25 23-06-1870-20-09-1870

J.B. Horsten 15-07-1838 27 10-02-1866-16-02-1868

Th. Horvers 20-10-1839 26 24-02-1866-01-03-1868

J. van Huiten 12-06-1834 31 28-04-1866-01-05-1868

P. van Ierland 19-10-1844 23 23-11-1867-02-12-1869

J.J. Keiler 28-05-1834 31 10-02-1866-16-02-1868

A . d e Koek 29-10-1823 42 24-02-1866-01-03-1868

H.F. Lommers 30-07-1850 17 01-12-1867-02-06-1870

J.B. van Loon 16-08-1847 20 01-12-1867-16-12-1869

H . van Luick 12-03-1847 20 23-11-1867-02-12-1869

J.A. Mansveldt 21-03-1850 17 28-01-1868 - 27-01-1870

F.H.A. Nozeman 29-11-1833 32 10-02-1866 -12-08-1869

P.G. Roxs 17-06-1832 37 19-05-1870-20-09-1870

P. Smits 30-01-1850 17 18-11-1867-25-11-1869

J.C. Spijkers 27-08-1838 27 10-02-1866 -16-02-1868

T. Vrinds 30-03-1846 21 23-11-1867-02-12-1869

J.H. van Woerkom 18-04-1840 25 03-02-1866-16-02-1868

n u m m e r s v a n d i t b l a d dat v a n 1862 tot 1878 heeft bestaan, onbekend.'''

H e t einde v a n 1865 en de eerste maanden v a n 1866 v o r m d e n de periode w a a r i n Vranckens promotionele w e r k zijn hoogtepunt bereikte en al d a n niet met steun v a n de pastoors tien- tallen jongeren het besluit namen naar Rome te trekken. Vrancken zorgde er vervolgens voor dat h u n verhalen breed uitgemeten i n de kranten verschenen.

D e T i l b u r g e r s

Waar over het begrip zoeaven w e i n i g tot geen discussie k a n bestaan, is de toevoeging 'Til- burgs' problematischer. I n de talloze berichten en artikelen, k o m e n steeds andere aantallen, maar ook verschillende namen voor als het gaat over de Tilburgse zoeaven. Het leidt ertoe dat het aantal Tilburgse zoeaven i n de loop van de tijd gevarieerd heeft v a n r u i m t w i n t i g tot meer d a n zestig. Een lijst die ontleend is aan de Mentanaherdenking v a n 1892 i n Utrecht k o m t tot 34. Cees Weijters noemt i n Roomsch Leven v a n 1 j u l i 1960 het getal 35.

Pierre v a n Beek k o m t i n zijn artikel voor het N i e u w s b l a d v a n het Z u i d e n op 16 december 1971 tot een aantal v a n 31. I n dezelfde krant v a n 10 m e i 1985 staan 35 Tilburgers genoemd, maar daaronder bevonden zich ook personen die geen zoeaaf zijn geweest. Jan Hoofs c.s., die i n 1995 en 1996 genealogische gegevens over de Tilburgse zoeaven bijeen gebracht hebben, k w a m e n na schifting tot 28 namen.

H u n uitgebreide onderzoek leverde i n eerste instantie 60 namen op en een twijfelachtig ge- val. Bij het afsluiten v a n deze tekst was het aantal gestegen tot 66 en drie bijzondere geval- len.

H e t lijkt voor de h a n d te liggen o m u i t te gaan v a n de definitie 'geboren i n T i l b u r g ' . Immers bij de registratie (de matriculelijsten) of deze n u i n Oudenbosch, op het verzamelpunt i n België of bij aankomst i n Italië plaatsvond moest de geboorteplaats w o r d e n opgegeven, zodat d i t feit controleerbaar is. Deze definitie, geboren i n T i l b u r g , leidt tot 27 namen. Het le- vert o n m i d d e l l i j k problemen op.

A n t o i n e Arts, algemeen aangeduid als de be- kendste Tilburgse zoeaaf, z o u afvallen, o m de eenvoudige reden dat hij i n A r n h e m geboren en getogen is en pas na zijn zoeaventijd via Den Bosch i n T i l b u r g terecht gekomen is o m daar een vooraanstaande r o l te spelen onder de oud-zoeaven. O o k L. Jacquemijns en P.

Scheefhals, die bestuursfuncties i n de broeder- schap Fidei et V i r t u t i hebben v e r v u l d , k o m e n v a n elders. Anderzijds zijn er enkele mensen i n T i l b u r g geboren die de stad nauwelijks ge- kend hebben. H e t meest aansprekende voor-

(11)

B. Woonplaats Tilburg

naam geb.datum/plaats diensttijd i n Rome

J. van A l p h e n 12-12-1838 Chaam 11-12-1867-31-12-1869 A . H . A . Arts 20-04-1845 A r n h e m 10-02-1866-20-09-1870

W. Baeten 24-12-1843 Alphen 07-12-1867-23-12-1869

Ch. Bastings 06-08-1838 Boxtel 20-01-1866 -10-01-1868

J. van Beek 14-02-1845 Geldrop 17-11-1867-19-05-1870

J. Beuijssen 03-10-1835 Geldrop 08-02-1866-17-12-1868

bijgetekend 14-07-1870-20-09-1870

P.M. Biermans 04-01-1839 Herkenbosch 05-11-1867-11-11-1869

P.M. Bolsius 13-12-1852 Den Bosch 12-12-1869-20-09-1870

G.L. Brauers 15-07-1837 M i d d e l b u r g 11-12-1867-20-09-1870

A. de Bree 27-01-1840 Udenhout 23-02-1867-26-02-1869

G.L. Derksen 08-12-1848 Oldenzaal 26-03-1869-20-09-1870

C. v a n Dongen 12-02-1837 Oosterhout 14-04-1866-15-04-1866

bijgetekend 11-06-1868-16-06-1870

A . v a n Geelen 19-01-1838 Nijmegen 17-02-1866-01-03-1868 A . Griellis 09-10-1843 Hilvarenbeek 16-06-1870-20-09-1870

G.J. v a n Haandel 27-04-1840 Erp 23-01-1867-12-02-1869

M.F. van H o u t u m 29-12-1843 Den Bosch 17-02-1866-01-03-1868 L. Jacquemijns 18-08-1842 Gorinchem 17-02-1866-01-03-1868

K. Jansen 01-10-1842 Nijmegen 03-02-1866-16-02-1868

A . W . Kerssemakers 03-01-1849 Gestel 01-12-1867-02-06-1870

A . de Kort 05-08-1839 Oisterwijk 01-12-1867-09-06-1870

C. Koene 18-10-1842 Geertruidenberg 07-12-1867-02-05-1869

A . van der Lee 28-12-1845 Heusden 05-01-1868-13-01-1870

A.C. Lemmers 22-03-1842 Hilvarenbeek 23-11-1867-15-08-1870

P.F. Mercx 24-04-1845 Oirschot 11-12-1867-16-06-1870

A.J.L. Nicolai 06-09-1842 Den Bosch 12-10-1869 - 20-09-1870 Theodorus Princen 29-09-1842 Boxtel 08-04-1868-29-05-1870

J. deRegter 29-07-1845 Hapert 16-06-1870-20-09-1870

H.J. v a n Rooij 01-05-1837 St.Mich.Gestel 24-02-1866-01-03-1868 P.H.A. Scheefhals 12-12-1841 Den Bosch 28-04-1866 - 01-05-1868

C. Schenkels 25-09-1847 Dongen 23-11-1867-16-12-1869

A. vanSommere 07-01-1842 Batenburg 03-03-1866 -12-03-1868

bijgetekend 06-01-1870-20-09-1870

F. Sprengers 05-02-1839 Geldrop 10-02-1866-16-02-1868

bijgetekend 22-09-1869 - 20-09-1870

J. Strijbosch 22-07-1845 Deurne 15-12-1867-31-12-1869

A. Verhulst 27-03-1841 Den Bosch 15-12-1869-20-09-1870

H . L . Versteeg 31-03-1839 A r n h e m 10-02-1866-16-02-1868 L. vliegendehond 15-02-1838 Den Haag 10-02-1866-10-09-1869

M . Vlemmings 17-06-1839 Stra turn 13-01-1867-15-01-1869

H . van Vucht 08-09-1844 Hapert 16-06-1870 - 20-09-1870

J. Vugts 23-10-1835 Moergestel 10-03-1866 -12-03-1868

beeld is Henricus Bodij, waarvan de vader tij- delijk als militair i n T i l b u r g gelegerd was.

Reeds als baby is hij naar Amersfoort ver- huisd. O o k de eerste u i t T i l b u r g (geboren) af- komstige zoeaaf, Jacob v a n W o e r k o m , blijkt op negenjarige leeftijd naar D e n Bosch te zijn vertrokken. Charles Bastings daarentegen, die niet i n T i l b u r g geboren is, k o m t al op driejari- ge leeftijd i n T i l b u r g w o n e n , vertrekt v a n hier- uit naar Rome en zal gezien zijn beroep voer-

m a n en caféhouder of herbergier later niet i n de anonimiteit zijn ondergegaan en zeker als Tilburgs zoeaaf hebben gegolden. Duidelijk is dat de indeling op geboorteplaats niet voldoet.

Gekozen is dan ook voor een ruimere definitie.

Onder Tilburgs w o r d e n verstaan al die zoe- aven d i e i n T i l b u r g geboren of gestorven z i j n of kortere of langere t i j d w o o n a c h t i g z i j n ge- weest. Bepalend is daarbij de registratie via de Burgerlijke Stand en het bevolkingsregister.

Wie bij zijn geboorte of overlijden i n Tilburg is geregistreerd of w i e als 'ingekomen' staat aan- gemeld is i n deze beschouwing Tilburger. O o k hier zitten nadelen aan. Z o telt W i l l e m Baeten uit A l p h e n mee. Ongetwijfeld had hij als sta- tionskoffiehuishouder v a n A l p h e n aan de spoorlijn T i l b u r g - T u r n h o u t een relatie met de nabijgelegen grote industriestad, maar hij heeft er nooit g e w o o n d of gewerkt. Slechts zijn overlijden v i n d t i n T i l b u r g plaats. Duidelijk mag zijn dat de r u i m e definiëring i n ieder ge- val niemand uitsluit.^"

Deze begripsbepaling betekent dat mannen die als zoeaaf i n Italië zijn geweest en zich later in T i l b u r g hebben gevestigd, zoals Antoine Arts, als Tilburger w o r d e n beschouwd.

Wanneer i n de 'brieven v a n een Tilburgse zou- aaf', die tussen 1866 en 1868 i n het Weekblad v a n T i l b u r g verschenen, over 'de Tilburgers' w o r d t gesproken, betreft het de jongens die op het m o m e n t v a n vertrek i n Tilburg woonden.

Die Tilburgse zouaaf was Levinus VHegen- dehond oftewel frater Mauritius. H o e lastig de definiëring is blijkt w e l u i t het feit dat hij zelf niet geboren en ook niet gestorven is i n Tilburg. O o k heeft hij er slechts een beperkt aantal jaren gewoond.

Over de Tilburgse zoeaven zijn incidenteel w a t krantenartikelen geschreven, maar ze w a - ren nooit apart o n d e r w e r p v a n onderzoek.

W e l was over een aantal zoeaven meer be- kend. Vooral A n t o i n e A r t s , een v a n de w e i n i - ge Nederlandse officieren, redacteur v a n de Kruisvaan en oprichter v a n de N i e u w e Tilburgsche Courant, en een enkele keer de broederschapbestuurders Frans Becx en later Piet Scheefhals traden daarbij voor het voet- licht. O o k frater M a u r i t i u s (Levinus Vliegen- dehond) trad door zijn 'brieven' u i t de anoni- miteit; i n zijn voetspoor kregen ook twee an- dere fraters, Fredericus (Henricus Laurentius Versteeg) en Eustachius (Gerardus Ludovicus Brauers), aandacht. Meer anekdotisch waren de verhalen die r o n d Tilburgse volksfiguur Jan V i o o l ( N o l v a n Sommere) ontstonden, w a a r v a n de veronderstelling was dat de ge- beurtenissen i n zijn leven waaronder zijn ver- blijf i n Italië en de slag bij Mentana hem uitein- delijk tot gekte hadden gedreven. En als herin-

(12)

nering aan een langvervlogen tijd k w a m i n de jaren dertig A d r i a a n Lemmers regelmatig i n beeld, tenslotte vanaf 1931 tot aan zijn d o o d i n 1938 de laatst overgebleven Tilburgse zoeaaf.

De overzichten op blz. 42-43 geven een beeld v a n de Tilburgse zoeaven uitgaande v a n de geboorteplaats. Tabel A v e r m e l d t de zoeaven die T i l b u r g als geboorteplaats hebben opgege- ven; i n tabel B w o r d t een overzicht gegeven v a n de tot n u toe bekende zoeaven die elders geboren zijn, maar zich v o o r of na h u n zoe- aventijd i n T i l b u r g gevestigd hebben.^'

O p reis naar R o m e

O p zondag 4 februari 1866 vertrekt v a n u i t T i l b u r g de eerste groep vrijwilligers. Slechts Charles Bastings en Jacobus v a n W o e r k o m w a r e n h e n voorafgegaan, maar over h u n ver- trek is niets gemeld. Ze gingen i n principe voor twee jaar. Een enkeling tekende b i j , (on- der)officieren bleven langer.

De eerste groep bestond u i t negen personen w a a r v a n w e de namen k o n d e n achterhalen;

het gaat o m de fraters M a u r i t i u s en Fredericus en verder Frederik Broné, Jan de Cocq (in T i l b u r g ook bekend staand als D i r k de Cocq), Jan Horsten, Johannes Keiler en Jan Spijkers u i t T i l b u r g . De overige twee zijn onbekend;

mogelijk k o m e n ze u i t een o m l i g g e n d dorp.^^

'Pater superior (de Beer) begeleidde onder een toe- vloed van duizenden nieuwsgierigen en belangstel-

AntoineArts (1845-1926), Tilburgs bekendste zoeaaf, op jeugdige leeftijd gefoto- grafeerd tijdens zijn verblijf in Rome (part. coll.).

lenden de twee fraters naar het station, tegelijk met een zevental wapenbroeders, die zich in het frater- huis verzameld hadden. De trein (uit Den Bosch- Boxtel) hield even stil en de Weled. Heer ].

Vrancken die de nieuwe Zouaven tot hier begeleid had, trad uit den trein, liet zichfr. Mauritius voor- stellen, benoemde hem tot chef van den troep, gaf zijne instructiën voor het vervolg der reis en onder een geestdriftig "Leve de Paus", aangeheven door duizenden toeschouwers en de zouaven zelf, vertrok de trein,zo m e l d t de kroniek v a n de fraters over 1866.23

De reis v a n deze Tilburgse groep is beschre- v e n door Levinus Vliegendehond, een voor- m a l i g sergeant die de w a p e n r o k v e r r u i l d h a d voor de fraterstoog. Frater M a u r i t i u s zoals hij toen heette, m e l d d e zich met frater Fredericus Versteeg aan als v r i j w i l l i g e r voor het pauselijk leger. E i n d januari 1866 krijgen ze daartoe toe- stemming v a n h u n algemeen overste mgr.

Zwijsen. K o r t v o o r h u n vertrek v a n u i t de R u w e n b e r g te St. Michielsgestel naar het fra- terhuis i n T i l b u r g bevestigen zij h u n vastbera- denheid en vragen ze de 'apostolischen zegen' v a n de bisschop.2'*

De eerste groepen v a n u i t T i l b u r g reisden niet via het pensionaat St.-Louis i n Oudenbosch.

M a u r i t i u s verhaalt^-"^: '... Breda, Rozendaal enz.

deden wij, zonder eenige ontmoeting gehad te heb- ben aan; te Antwerpen zou een Heer zijn, die ons brengen moest naar het Waalsche spoor (bedoeld w o r d t het Waassche spoor, het latere A n t - w e r p e n Linkeroever waar de treinen naar het land v a n Waas v e r t r o k k e n - H v D ) , hebbende tot teeken een oranjekleurigen zakdoek voor den mond, zeggende Bosschenaren, en waarop geantivoord zou worden: naar Rome. Deze was er en bracht ons naar het station der Schelde, waar wij naar een uur wachtens ten 6 M uur op den stoomboot werden overgezet, en aan den anderen kant op het spoor plaats namen; ten 9 ure kwamen wij te Gent aan, waar een goed souper onze krachten herstelde; siga- ren en bier maakten onder een vrolijk gesprek den avond aangenaam...'

Maandagochtend 5 februari presenteerde de groep zich bij het comité i n Gent waar de for- maliteiten w e r d e n v e r v u l d . O m 11 u u r vertrok m e n naar Brussel v a n waar o m half acht 's avonds de trein naar Parijs w e r d genomen. De reis met o p o n t h o u d aan de grens d u u r d e tot dinsdag 6 februari 6 u u r i n de ochtend. H e t valt M a u r i t i u s op dat 'eene groote drukte heerscht in deze waarlijk groote stad'. 'Ik was overtuigd dat hier de wereld is en wenschte niets liever dan zoo spoedig mogelijk te vertrekken'. O m 4 u u r 's middags w o r d t de reis i n de richting v a n L y o n vervolgd.

De volgende ochtend (het is n u woensdag en m e n is n u drie nachten onderweg) reist de

(13)

_J^yfi^^ ICe-*-••7'"— ' ^

Handschrift van frater Mauritius (Levinus Vliegendehond). Hij schreef van februari 1866

tot de zomer van 1868 tientallen brieven naar het moederhuis van de fraters in Tilburg. 59 brieven zijn in het Weekblad van Tilburg opgenomen (coll.

Archieffraters van Tilburg).

groep door het Rhónedal waar voor het eerst heuvels w o r d e n aanschouwd. I n de loop v a n de avond w o r d t Marseille bereikt dat buitenge- w o o n smerig w o r d t gevonden ('de HoUandsche zindelijkheid kent men hier niet'). Daar w o r d t de nacht doorgebracht.

Donderdag 8 februari o m 10 u u r begint de bootreis met de Q u i r i n a l via L i v o r n o naar Civitavecchia dat op zaterdag 10 februari be- reikt w o r d t . Zonder dat er m e l d i n g v a n w o r d t gemaakt v i n d t daar blijkbaar de officiële keu- r i n g plaats. De hierbovengenoemde T i l - burgers staan immers vanaf 10 februari 1866 als zoeaaf te boek. M a u r i t u s k o m t terecht bij de 8e compagnie die gelegerd is i n Velletri, een r u i m 15.000 inwoners tellend stadje ten z u i d e n v a n Rome.^^

U i t gepubliceerde brieven v a n zoeaven u i t an- dere plaatsen blijkt dat d i t als standaardvoor-

beeld v a n een reis naar Rome te beschouwen is. H e t verschil is slechts dat later i n 1866 de vrijwilligers niet meer eerst via Gent, maar rechtstreeks via Brussel naar Parijs reisden.

T i l b u r g blijft ook i n 1867 en later genoemd als plaats waar de Oost- en Midden-Brabanders zich verzamelden en opgevangen werden door Joannes Vrancken. Het lijkt er op dat Vrancken zijn mensen dan niet meer rechtst- reeks naar België stuurt, maar via Oudenbosch laat reizen.2^

N a het vertrek v a n deze eerste groep verschij- nen regelmatig mededelingen i n de krant over zoeaven die naar Rome trekken. V a n een echte stormloop is pas sprake wanneer de berichten over de veldtocht v a n het najaar van 1867 en met name de slag v a n Mentana i n de kranten verschijnen. Blijkbaar gaf dat voor velen de doorslag o m het besluit te nemen naar Rome te reizen. Bijna wekelijks treft men n u lijsten aan v a n 'edelmoedige jongelieden' die naar Rome trekken. R u i m een derde deel van de Tilburgse zoeaven k o m t i n de maanden no- vember en december 1867 en januari 1868 te Rome aan.2*

' W i t papier dient tot niets'

Dat de zoeaven met grote regelmaat naar het thuisfront schreven staat vast. De een meer dan de ander; niet allen zullen het schrijven even goed onder de knie hebben gehad.^"* I n het Z o u a v e n m u s e u m te Oudenbosch liggen vele brieven, maar duidelijk is ook dat er i n de loop v a n 130 jaar veel moet zijn verdwenen.

Er zijn voldoende gegevens die erop wijzen dat ook de Tilburgers naar huis schreven. Zo systematisch en u i t v o e r i g als de meer o n t w i k - kelde Levinus Vliegendehond, die i n de perio- de februari 1866 tot de zomer van 1868 tiental- len brieven naar het fraterhuis stuurde, is dat door anderen niet gedaan. W a a r o m Vliegen- dehond i n 1868 m i n d e r gaat schrijven en i n het najaar zelfs helemaal o p h o u d t is niet duidelijk.

H i j is immers tot 10 september 1869 i n Italië gebleven. N a de zomer van 1868 zijn geen brieven meer voorhanden en verschijnt er van h e m ook niets meer i n het Weekblad van Tilburg.»

V a n ten minste zeven zoeaven zijn brieven i n het Weekblad v a n T i l b u r g verschenen.-"

De eerste brief die de krant op 10 februari 1866 publiceerde was opgestuurd door een Bos- schenaar aangeduid als W . v . D . O p 10 maart 1866 verscheen een brief v a n een niet nader genoemde Tilburger. A l vrij spoedig, vanaf de krant v a n 17 maart 1866 n a m frater Mauritius Vliegendehond de taak over. H i j is de derde schrijver. I n een brief gedateerd 'april 1866' maakt frater M a u r i t i u s voor het eerst m e l d i n g

(14)

Het zogeheten Hollands Casino te Rome. In de

brieven van frater Mauritius wordt deze lokatie genoemd als plaats waar de Tilburgers weieens

verbleven. Op 19februari 1868 werd hier door honderden Nederlandse zoeaven de verjaardag van Koning Willem III gevierd

(coll. AFT).

van het opsturen v a n brieven of berichten naar de krant i n T i l b u r g . H i j meent dat tot op dat m o m e n t Tilburgse zoeaven n o g geen brieven hebben opgestuurd.

De redactie plaatste een noot bij de eerste brief v a n Vliegendehond: 'Door de bijzonderheden in dezen brief voorkomend, achten wij het overbodig den brief in ons vorig Nr begonnen, voort te zet- ten'.Voortaan k w a m de informatie u i t Rome en o m g e v i n g v a n een eigen correspondent, die uit de eerste h a n d k o n berichten. Daarnaast bleef het Weekblad gebruikmaken v a n be- richtgeving u i t internationale kranten en het katholieke dagblad De Tijd, soms met b r o n - v e r m e l d i n g , vaak ook zonder dat de herkomst v a n het bericht w e r d aangeduid. Een enkele keer verscheen er ook een brief v a n frater Fredericus en één keer w e r d een brief ge- plaatst die afkomstig was v a n Theo Horvers.

I n het najaar v a n 1868 verschijnen drie brieven v a n een onbekende (Tilburgse) zoeaaf i n de krant. De laatste brief die de Tilburgsche Courant publiceerde is op 20 september 1870 v a n u i t L i v o r n o geschreven en betreft de capi- tulatie en aftocht. N a m e n v a n Tilburgers w o r - den daar niet i n genoemd.

Ondanks de niet altijd eenvoudige omstandig- heden w a a r i n de brieven zijn geschreven, is het handschrift v a n frater M a u r i t i u s gelijkma- tig en i n principe goed leesbaar. Een belemme- r i n g v o r m t het feit dat er veel op een blaadje moest en dat de achterzijde soms door de voorzijde heenschijnt. M a u r i t i u s had de ge- woonte o m geen stukje w i t te laten. 'Daar dit wit papier tot niets dient...', schreef hij eens on- der een brief v a n frater Fredericus. De brieven v a n frater M a u r i t i u s en een enkele keer frater Fredericus Versteeg w a r e n gericht aan mede- fraters of frater-superior. Bekend is dat frater Hilarius een r o l gespeeld heeft bij het bewer-

ken v a n de brieven voordat ze i n het Weekblad v a n T i l b u r g verschenen. Persoon- lijke mededelingen voor de fraters verschenen niet i n d r u k . O o k m i n d e r gunstige berichten k w a m e n niet i n de krant. Waarschijnlijk achtte m e n die informatie niet relevant of i n ieder ge- val niet passend bij het beeld v a n 'onze jon- gens' die een 'moderne kruistocht' voerden voor de bescherming v a n de pauselijke staat.

M a u r i t i u s was daarmee bekend. Bovendien stuurde frater M a u r i t i u s grote hoeveelheden brieven op die geen aaneengesloten geheel v o r m d e n . Frater H i l a r i u s zorgde dan dat de eenheid v a n tekst er w e l k w a m .

'Daar het schrijven mij gewoonlijk gelegen komt des avonds laat en ik alles uit het hoofd moet opstel- len is het mij geheel ondoenlijk zulk een geheel van de brieven te maken als het voor u wel wenschelijk is. Daarom verzoek ik u ze niet letterlijk over te ne- men en er af te laten of bij te voegen, wat gij denkt dat voor een goede vorm noodzakelijk is', zo schrijft hij op 22 januari 1867. I n zijn brief v a n 19 maart 1867 complimenteert hij frater H i l a - rius voor de b e w e r k i n g . 'De Courant van 11 fe- bruary heb ik gelezen en daarbij het vernuft van frater Hilarius bewonderd, die uit zulk een zamen-

raapsel een goed geheel heeft gemaakt'.^

Slechts een enkele keer k l i n k t er iets van k r i - tiek door op de wijze w a a r o p de brieven zijn weergegeven i n de krant. "Weest zo goed, fr.

Hilarius OGW. alle zaken die op een bijzondere zaak of persoon tot de Compie behoorende, geschre- ven worden, nimmer in de Courant te melden ...' en 'Op den 11e april (1867) ontving ik het week- blad van Tilburg waarin den 23e brief voorkomt.

Hetzelve doorlezende trof ik eenige zinnen aan die ik gaarne gewenscht had daarin niet aangetroffen te hebben.'^^ M a u r i t u s meldde nadrukkelijk dat het Weekblad niet alleen te T i l b u r g , maar ook i n Rome gelezen w o r d t . H e t handelt hier over de korporaalsbenoeming die M a u r i t i u s aan- vankelijk w i l d e weigeren en waarover hij fra- ter-superior raadpleegde. H i j w i l d e d i t bericht liever niet i n de krant hebben.^*

Een enkele keer schrijft hij daarna i n een brief 'het navolgende niet in de krant plaatsen'. Het be- treft d a n informatie over de verblijfplaatsen v a n de verschillende compagnieën of de wijze waarop n i e u w e bataljons w o r d e n geformeerd.

H i j w i l dat k w i j t als achtergrondinformatie voor superior De Beer of zijn medefraters, maar het lijkt n a d r u k k e l i j k niet bestemd voor publicatie.

U i t de brieven w o r d t duidelijk dat ook andere Tilburgers correspondeerden met het thuis- front.37 Regelmatig maakt M a u r i t i u s m e l d i n g v a n brieven v a n andere Tilburgse zoeaven zo- als Broné, De K o k of De Cocq die helaas nogal- eens v e r w a r d w o r d e n . Spijkers, Bastings en la- ter Becx. Maar hij m e r k t ook op dat het schrij-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tot zover het verhaal van de gebeurtenissen tijdens het bezoek van koning Lodewijk aan Tilburg, hoofdza- kelijk naar de gegevens van het ambtelijk opgemaakte.. Dit verhaal kan

Hoop (Kleine Hoop) en Nieuw Mocha, 1737. Tegelijkertijd krijgt hij ook toestemming o m voor de schepenbank op te treden als procureur. Naast deze functies op juridisch gebied,

Alhoewel de door ons geuite verklaring van het toponiem 'Bedbuer' door sommigen sterk is aangevallen, blijft de betekenis van 'bedehuis' de enig acceptabele. Op basis van

"En toen dan ook in de winter van 1944-1945 in het bevrijde Zuiden de beweging herrees, werd mij gevraagd om bij de eerste grote ver- gadering in de Heikese kerk in Tilburg -

Bij deze beoordeling heb ik uw verantwoordingsinformatie gebruikt over het verslagjaar 2019 – deze is gebaseerd op de jaarrekening over verslagjaar 2019 (dVi 2019) –,

dat we zo veel groen aanbrengen in de stad, maar hoe zorgen we nog beter voor het behoud ervan?’ De wijzigingen moeten daarnaast bewustwording creëren, zodat de aanvrager op

Ruimte voor ecologie, met name het kleine dierenleven, dat niet door honden gestoord kan worden, en apart daarvan ruimte voor wandelaars met of zonder hond en speelruimte voor

De gemeente Tilburg heeft het bosbeheer en -onderhoud van de Tilburgse bossen tot eind 2018 uitbesteed aan de firma Weijtmans uit Udenhout.. Het gaat om maar liefst 25