• No results found

De hemel van Helmond: Recensie van Jef de Jager, De hemel van Helmond, opkomst en ondergang van een groot-industrieel. - Zutphen : Walburg Pers, 2007

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De hemel van Helmond: Recensie van Jef de Jager, De hemel van Helmond, opkomst en ondergang van een groot-industrieel. - Zutphen : Walburg Pers, 2007"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De hemel van Helmond

Citation for published version (APA):

Hooff, van, W. H. P. M. (2008). De hemel van Helmond: Recensie van Jef de Jager, De hemel van Helmond, opkomst en ondergang van een groot-industrieel. - Zutphen : Walburg Pers, 2007. Textielhistorische Bijdragen, 78-80.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/2008 Document Version:

Het geaccepteerde manuscript inclusief aanpassingen uit het peer-review proces Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

De Hemel in Helmond

De reporter die voor de luxe uitgave Industrieel Nederland (1921) de bedrijven van De Wit (te Helmond, Geldrop en Gemert, met een kleine duizend werklieden) bezocht voelde het goed aan. Met dankbare bewondering voor deze opdrachtgever maar duidelijk ook onder de indruk sprak hij over "een wereld-industrie door één man in een tijdsverlooop van 15 jaar gesticht". En "in de jacht die door zijn weefgetouwen davert, klopt ook de rusteloozen ondernemingsgeest die zijn fabrieken groot heeft gemaakt". Wie was toch deze ondernemer van wereldformaat? Bijna een eeuw later heeft Piet de Wit (want om hem gaat het) het papieren standbeeld gekregen dat hij verdient, een uitgebreide levens- en tijdbeschrijving met een titel die wel zijn goed keuring zou hebben gekregen: De Hemel van Helmond. Het

allitereert niet alleen aardig, de tegenstelling tussen privé-fortuin (dat tot ongekende hoogten steeg, met een hooggelegen chateau als uiterlijk teken) en de grauwe Helmondse

werkelijkheid ligt er natuurlijk in besloten. Hoewel Piet een vroom man was en een groot weldoener van de kerk, wil ik niet aannemen dat de auteur bedoelt dat hij al bij zijn leven een plaats in het hiernamaals heeft verdiend.

Het boek heeft het aanzien van een roman qua formaat, lettertype, bladspiegel en opmaak. Het leest bovendien als een goed verteld verhaal. Maar bibliograpisch zou het onder de non-fictie gerankschikt moeten worden, deze biografie van de Helmonds groot-industrieel Piet de Wit (1869-1947). Literaire non-fictie dus, een genre dat de afgelopen jaren sterk aan populariteit heeft gewonnen, denk maar aan Frank Westerman, Geert Mak en Annejet van der Zijl. Wat is dit meer dan de alledaagse of historische werkelijkheid verteld met literaire verbeelding en schwung? Bij zijn eerdere biografie van Ab Heijn had de schrijver Jef de Jager nog de

levende werkelijkheid voor zich. Nu is de auteur een stap verder gegaan in tijdsperspectief en heeft de werkelijkheid en de levensloop helemaal moeten reconstrueren. Sterker nog, Jef de Jager vermeldt nadrukkelijk het ontbreken van een bedrijfsarchief, naast bijvoorbeeld dat van een persoonlijk archief. Ook persoonlijke getuigen waren er nauwelijks meer te vinden. Om de persoon, zijn omgeving en tijd tot leven te wekken steunt zijn verhaal op breed

(literatuur)onderzoek. De verantwoording telt 6 pagina’s, het literatuuroverzicht – dat niet eens uitputtend is – een honderdtal titels.

Het epos laat zich eenvoudig kort samenvatten als opkomst, tijdelijke afgang en een glorieuze rentree, gevolgd door een nog grotere afgang. Deze redelijk stormachtige beroepscarriere en deels dito prive-leven wordt geschetst tegen het decor van een provinciaal-katholieke

industriestad in opkomst. Piet de Wit was de oudste zoon van Peer de Wit (1821-1896) die zich sociaal en economisch opwerkte, van weversbaas tot eigenaar van een (kleine)

stoomweverij. Zoon Piet kreeg de gelegenheid om na de plaatselijke lagere school enkele jaren een behoorlijke kostschool te volgen om vervolgens in de harde leerschool van de praktijk het weefambacht te leren. Piet ontpopte zich vervolgens als de drijvende kracht achter de kleine stoomweverij die de fa. De Wit en Zoon in 1887 overnam en al spoedig uitbreidde. Hierbij toonde de relatief bescheiden familiale komaf van Piet zich een handicap die hem in zijn verdere carriere zou hinderen: hij had anderen nodig om zijn grootse plannen te

financieren. Kort na de dood van zijn vader kwam op zijn initiatief de NV Nederlandsche Textiel-Industrie tot stand, die de eerste elektrisch aangedreven weverij in Nederland ging exploiteren. De onderneming ging echter binnen anderhalf jaar over de kop. Piet, eerder ontslagen als mede-directeur, zat niet bij de pakken neer. Binnen luttele jaren introduceerde hij – met (familie)hulp – de vervaardiging uit afvalgarens van grove textielgoederen als dekens en dweilen, wat een grandioos succes werd. Als uiterlijke bekroning van zijn nieuw verworven status en rijkdom richtte hij voor zich, zijn vrouw (de voormalige huishoudster van de familie) en zijn tweelingzonen een protserig paleis in Franse chateaustijl op. Van daaruit kon hij, letterlijk, neerkijken op de omringende mede-fabrikanten in deze villawijk in wording. ‘Zijn’ onderneming telde op het hoogtepunt vier vestigingen. Daarnaast bezat Piet

(3)

onder meer een eigen landgoed en was hij ook nog actief op sociaal en politiek gebied, onder

meer als raadslid, wethouder en tenslotte 1e Kamerlid. Ook dit bedrijf was geen eeuwig leven

beschoren. In 1925 ging de NV De Wit’s blanket manufacturing Comp. met veel geraas failliet en bij de doorstart was er voor Piet ‘slechts’ een rol als mede-directeur weggelegd, waaraan in 1930 ook een einde kwam.

De Jager beschrijft dit boeiende levensverhaal met verve en bekwaamheid, als historicus met de pen van een romancier en de blik van een antropoloog. De antropologische kijk levert mooie inzichten op rond de betekenis van voorwerpen, taal en uiterlijkheden. De Wit sr. was in naam de baas maar werkte op klompen mee in zijn bedrijf, zoon Piet wás de baas met als aanspreektitel mijnheer en droeg uiteraard schoenen. Als mededirecteur na de herstart in 1926 bleef hij bij handgeschreven correspondentie met de bijbehorende uitvoerige aftiteling, in tegenstelling tot zijn jongere compaan met zijn getypte brieven kortweg ondertekend met Hoogachtend. De Jager strooit met dergelijke fijnzinnige details – resultaat van uitvoerig speurwerk - die het verhaal niet alleen kleur maar ook betekenis geven. Uiterlijk vertoon speelde een belangrijke rol in Piet zijn leven, te interpreteren als een overcompensatie voor het al dan niet vermeende gebrek aan waardering en een beperkt zelfvertrouwen. De

grootsheid in de naamgeving van ‘zijn’ bedrijven en de schaal van zijn villa (het Pea-park met 45 kamers, genoemd naar hem en zijn ega, Piet en Anna) zijn er slechts enkele voorbeelden van. Kortom, hij stak met kop en schouders boven zijn soort- en tijdgenoten ter plaatse uit, waardoor zijn levensloop niet echt exemplarisch is voor de ontwikkeling van het toenmalige fabrikantendom. De Jager heeft dan ook geen moeite gedaan om hem in dit opzicht de maat te meten met bijvoorbeeld collega’s in Twente. Wel geeft hij een algemene analyserende

beschrijving van de modale Helmondse textielondernemer tov zijn Tilburgse en Twentse collega's. Conclusie: middelmaat, zoals de omvang van hun bedrijven. Hun rol in en bijdrage aan de plaatselijke gemeenschap is in zijn ogen wel erg beperkt gebleven. Hij schetst daarbij uitvoerig, soms te uitgebreid, de Helmondse achtergronden van Piet zijn levensgang. Daarbij zet hij het decor in wisselende penseelstreken neer en maakt de bewijsvoering soms een willekeurige indruk. Bij gelegenheid worden citaten uit latere tijden met terugwerkende kracht van toepassing verklaard, toeschrijvingen zijn soms vaag (‘niet zo lang geleden zei een tachtigjarige man..’). Boeiend blijft het allemaal zeker wel. Zijn de producten van zijn

branchegenoten grotendeels als onderzoeksjournalistiek te beschouwen, De Jager heeft een onderzoeksroman geschreven. De delen waarin hij over niet eerder gebruikt bronnenmateriaal beschikt – de jaren twintig vooral - zijn het meest geslaagd. Maar de persoonlijke

betrokkenheid van De Jager bij zijn onderwerp (waarbij het decor Helmond en de hoofdpersoon voortdurend om voorrang strijden) blijft zo wat erg impliciet. Een bijna mirakels verhaal, dát wel, vaardig beschreven. Jammer dat de afbeeldingen (die als bron terecht in de tekst aandacht krijgen) in een apart katern zijn samengevoegd, zonder veel toelichting.

Jef de Jager, De Hemel van Helmond. Opkomst en ondergang van een groot-industrieel. Walburg Pers, Zutphen, 2007. 224 pgs. geb. ISBN 90 5730 473 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De hoop is, zoals geschetst in het theoretisch kader, dat de hyperlocals dit opvullen door andere onderwerpen, genres en bronnen te gebruiken, maar de hyperlocals in Utrecht

The key question is, “to what extent are mass media and new technologies used to contextualize the growth of the churches in the DRC?” The study focussed on the

Het middel werkt zeer snel, maar is ook snel uit- gewerkt» Het oudste loof wordt gedood, doch het zich daaronder bevinden- de jonge loof in het gehoel niet« Alhoewel de werking op

De voeding tijdens de droogstand bepaalt voor een groot deel de gezondheid rond het kalven en de prestaties van de koe in de daarop vol-.. Goed voeren bespaart geld en

Namibian arid and semiarid rangeland managers largely rely on the classical rangeland succession model based on Clements (1928) to explain changes in the composition of the

Dieselfde probleme is deur Haslam et. 19) ondervind hoewel dit nie duidelik was of die konformasie isomerie die gevolg van beperkte rotasie om die interflavonoiedbinding of

According to the South African Local Government Association (SALGA), the accounting officer is mandated by the National Treasury to develop an effective and efficient supply

In this work the class of higher-order nodal methods is utilized as a basis for formu- lating a consistent, practical general-order leakage and ux reconstruction module, capable