• No results found

Nieuw(s) in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuw(s) in Nederland "

Copied!
101
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nieuw(s) in Nederland

Een onderzoek naar de rol van nieuws en mediagebruik bij de integratie van Arabische nieuwkomers

S.A.C. Evers (S2226839) Hoofdbegeleider: dr. A.M.L. van Cauwenberge

Tweede lezer: prof. dr. T.A.C. Witschge

Master Mediastudies, programma Journalistiek

Rijksuniversiteit Groningen

(2)

Samenvatting

De integratie van nieuwkomers in Nederland is sinds de vluchtelingenstroom van 2015 een onderwerp van discussie. Integreren gebeurt op allerlei manieren en het consumeren van Nederlandse media is daar een onderdeel van. Veel nieuwkomers kunnen de weg naar Nederlandse media echter niet vinden of voelen zich onjuist gerepresenteerd in deze media. Bovendien is er weinig Nederlands onderzoek gedaan naar de behoeften van nieuwkomers op dit gebied.

Door middel van diepte-interviews met acht nieuwkomers, twee taaldocenten en twee journalisten van de regionale en landelijke publieke omroep is vanuit een holistisch perspectief inzicht verkregen in de behoeftes van Arabische nieuwkomers als het gaat om mediaconsumptie en de rol die deze consumptie speelt in het integratieproces. Op basis hiervan zijn aanbevelingen gedaan voor de Nederlandse journalistiek.

Uit dit onderzoek blijkt dat de rol die nieuws en Nederlandse media spelen bij de integratie van Arabische nieuwkomers een trapsgewijs proces is, waarin de consumptie van nieuws én andere Nederlandse media verschillende functies hebben naar gelang de specifieke integratiefase waarin de Arabische nieuwkomer zich bevindt. Verschillende soorten (nieuws)media kunnen in verschillende fases van het inburgeringsproces helpen bij (1) het leren van de Nederlandse taal, (2) het creëren van verbinding, (3) het gevoel onderdeel te zijn van de imagined community Nederland en (4) het socialiseren van nieuwkomers op politiek gebied. Voor deze empirische bevindingen is een model ontwikkeld.

Dit onderzoek laat daarnaast zien dat nieuwkomers een nieuws- en mediabehoefte hebben waarin nog niet adequaat wordt voorzien. Hier ligt een kans voor zowel de Nederlandse journalistiek als voor inburgeringsdocenten. Het ontoegankelijke taalgebruik, het ontbreken van rolmodellen voor (Arabische) nieuwkomers op de Nederlandse televisie en evenwichtigere representatie van nieuwkomers in de media én op de werkvloer zouden aandachtspunten moeten zijn in het Nederlandse medialandschap.

Zoekwoorden: Gemeenschappelijk Referentiekader, Inburgering, Imagined Communities, Integratie, Media, Net in Nederland, Nieuws, Politieke Socialisatie, Publieke Omroep

(3)

Inhoudsopgave

Lijst van figuren en tabellen

Inleiding

1. De socialiserende rol van nieuws in een Westerse democratie 9

1.1 Nieuws in de publieke sfeer 9

1.2 Nieuws in een imagined community 9

1.2.1 Het collectief geheugen 11

1.2.2 De rol van televisie in een imagined community 11

1.2.3 Nieuwkomers in de imagined community Nederland 11

1.3 Nieuws als middel voor politieke socialisatie 12

1.3.1 Een democratische burger worden 13

1.3.2 Politieke socialisatie en immigranten 14

1.3.3 Het gesprek op gang brengen 15

2. Immigranten en nieuwsmedia 16

2.1. Een dubbele identiteit 16

2.2. Nieuwsconsumptie van nieuwkomers 17

2.2.1 De invloed van educatie, taalvaardigheid en perceptie van 18 Nederlandse media 2.2.2 Representatie in en verwachtingen van het Nederlandse 18 nieuws 2.2.3 Transnationale ruimtes? Benut ze! 19

2.3. Hulpmiddelen voor integratie 19

2.4. De overbruggende rol van televisie 20

2.4.1. De Nederlandse Publieke Omroep en integratie 20

2.4.2. Nieuwe media en socialenetwerksites 21

2.4.3. Facebookgroepen als bron van nieuws over Nederland 21

2.4.4. Toegangspoort of integratiefuik? 22

2.5. Samenvatting 23

3. Onderzoeksopzet 24

3.1. Doel en onderzoeksvragen 24

3.2. Arabische nieuwkomers 25

3.3. Methode 26

3.3.1. De participanten 26

3.3.2. Interviews 28

3.3.3. Analyse 29

4. Resultaten 30

4.1 Op de drempel van de Nederlandse samenleving: met één voet in 33

Nederland maar met het hoofd nog bij thuis 4.1.1 Een veilig thuis 33

4.1.2 Mentaal welzijn: veiligheid in je hart 33

4.1.3 Van bombing naar Boer zoekt Vrouw 34

4.1.4 Het plezier van perspectief 35

(4)

4.2 Media om de taal te leren of de taal leren om media te consumeren? 37

4.2.1 Beginnen met het volgen van nieuws en media: 37

de bridging role van televisie 4.2.2 De wereld om je heen begrijpen: 39

de sociaal-culturele functie van nieuws bij taal 4.2.3 De didactische rol van nieuws en Nederlandse media in taal- 41 en inburgeringslessen 4.3 Op zoek naar verbinding: door de bril van anderen 42

4.3.1 Van buitenstaander naar medelander 42

4.3.2 Op zoek naar rolmodellen 45

4.3.3 De witte mannen bij Pauw 46

4.4 De imagined community Nederland 48

4.4.1 Heel Holland Bakt en Jinek in plaats van het journaal 49

4.4.2 De kracht van lokale en regionale media 50

4.4.3 Aandacht voor nieuwkomers in de regio 52

4.5 Meedoen in de maatschappij 54

4.5.1 Het leren van sociale vaardigheden en omgangsvormen 54 4.5.2 Het leren van normen en waarden 55

4.5.3 Een attitude ontwikkelen door actualiteitenprogramma’s 56 4.5.4 Meedoen: nieuws als middel om in contact te komen met 57 Nederlanders 4.5.5 Nieuwkomers op de redactievloer 58

4.6 De doorstroom: Van nieuwkomer naar Nederlander 60

4.6.1 ‘Speciaal voor ons’ 60

4.6.2 De representatie van nieuwkomers 60

4.6.3 Oog voor nieuwkomers in de regio 61

4.6.4 Nieuws voor een nieuwe groep inburgeraars 62

5. Conclusie en discussie 63

5.1. Conclusie 63

5.1.1. Een trapsgewijs proces 63

5.1.2. Aanbevelingen voor de Nederlandse journalistiek 67

5.2. Discussie 71

5.2.1. Theoretische relevantie 71

5.2.2. Maatschappelijke relevantie 72

5.2.3. Beperkingen van mijn onderzoek 72

5.2.4. Suggesties voor vervolgonderzoek 73 Nawoord

Literatuurlijst

Bijlage 1: Karakteristieken nieuwkomers Bijlage 2: Vragenlijsten interviews

Bijlage 3: Algemene vragenlijsten deelnemers (elektronische versie) Bijlage 4: Transcripten interviews (elektronische versie)

Bijlage 5: Overzicht codeerrondes

(5)

Lijst van figuren en tabellen

Figuur 1: Piramide van Maslow 33

Figuur 2: De rol van nieuws bij integratie van Arabische nieuwkomers in Nederland 63

Tabel 1: Gegevens nieuwkomers 27

Tabel 2: Gegevens inburgeringsdocenten 27

Tabel 3: Gegevens journalisten 28

(6)

Inleiding

Boodschappen doen met je participatiecoach, met je taaldocent naar de bibliotheek of het Nederlandse journaal bekijken; als nieuwkomer kun je de Nederlandse samenleving op allerlei manieren leren kennen. Ook het aanbieden van nieuws en media is een manier om nieuwkomers in ons land wegwijs te maken in de samenleving. Echter, dat wordt nog maar weinig gedaan op een manier die deze doelgroep aanspreekt. Dit onderzoek verschaft inzicht in de nieuwsbehoeften van nieuwkomers en de rol die nieuws- en mediaconsumptie bij het integratieproces speelt, om vervolgens te bekijken of en hoe het media-aanbod in Nederland beter op deze doelgroep kan worden afgestemd.

De integratie van statushouders die in de afgelopen decennia in Nederland zijn komen wonen, is geen succesverhaal (Gijsberts & Dagevos, 2013). Uit diverse onderzoeken blijkt dat de afstand tot de arbeidsmarkt voor velen na jaren nog steeds erg groot is. Er moet dus meer gedaan worden om dezelfde situatie voor de recente groep vluchtelingen te voorkomen. De asielprocedure zou bijvoorbeeld kunnen worden verkort en mogelijkheden voor een opleiding of het leren van de taal verruimd. Volgens Gijsberts en Dagevos (2013) is het belangrijk om zo snel mogelijk te beginnen met participatie in de samenleving. Participatie kan gestimuleerd en versneld worden door een goede socialisatie van nieuwkomers. Op politiek en maatschappelijk gebied kunnen nieuws en andere media hierin een rol spelen.

Eind 2015 waren er wereldwijd 65,3 miljoen mensen op de vlucht. Dat zijn bijna net zoveel mensen als in Frankrijk wonen. Van deze 65,3 miljoen deden 1,25 miljoen mensen een aanvraag voor bescherming in de Europese Unie. In Nederland vroegen volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (“Asieltrends”, z.j.) in 2015 maar liefst 58.880 mensen asiel aan en in 2016 en 2017 volgden nog eens zo’n 31 duizend mensen per jaar, waaronder ook nareizigers. In totaal telt Nederland zo’n 200.000 tot 250.000 vluchtelingen, waarvan vluchtelingen uit Arabische landen de grootste groep vormen. De vluchtelingenstroom van de afgelopen jaren is volgens Vluchtelingenwerk Nederland (“Herkomstlanden van vluchtelingen”, z.j.) de grootste sinds 2002 vanwege oorlogen in Syrië, Afghanistan, Irak, Iran en Somalië.

Sinds de vluchtelingenstroom die in 2015 op gang kwam, is de integratie van nieuwkomers een actueel onderwerp van discussie in Nederland. De meeste vluchtelingen krijgen na hun asielaanvraag een verblijfsvergunning. Dan begint het inburgeringstraject: vluchtelingen ontvangen een lening van €10.000 en krijgen drie jaar de tijd om de taal te leren en te slagen voor het inburgeringsexamen. Echter, alleen de taal leren op school is niet genoeg om goed te integreren. Hoger opgeleide nieuwkomers willen naast het inburgeringsexamen bovendien vaak het Staatexamen I of II halen, waarmee je aan een baan of opleiding in Nederland kunt beginnen. Voor de staatsexamens is een hoger taalniveau en meer maatschappijkennis vereist.

(7)

Integratie wordt onder andere gestimuleerd door participatiecoaches en inburgerings- en taaldocenten die extra aandacht besteden aan kennis over de Nederlandse samenleving. Veel nieuwkomers zoeken bovendien voorafgaand aan en tijdens het inburgeringsproces zelf al naar manieren om bekend te raken met de Nederlandse cultuur, normen en waarden. Zij doen dat bijvoorbeeld door informatieve programma’s te kijken en artikelen te lezen. Het op een passende manier aanbieden van nieuws, programma’s en andere media aan deze doelgroep zou hierop een goede aanvulling zijn.

Volgens Dahlgren (2005) berusten samenlevingen namelijk op geïnformeerde en geëngageerde burgers die met elkaar praten. Dat kan alleen als burgers op de hoogte zijn van wat er speelt. Graber (1988) stelt dat de media een grote bron van relevante informatie zijn, die cruciaal is voor actief burgerschap. Zo spelen de media ook een rol in het socialiseren van burgers op politiek gebied (Möller, 2013). Een andere functie van nieuws is het creëren van een gezamenlijk referentiekader op de wereld, waarbij burgers zich onderdeel voelen van de samenleving door de nieuwsberichten die zij consumeren.

Alencar en Deuze (2017) onderzochten recentelijk de functies van nieuws in het acculturatieproces van immigranten in Nederland en Spanje. Alencar en Deuze vonden dat immigranten nieuwsmedia uit het gastland vooral consumeren om zich de cultuur, de politiek en de taal van het gastland eigen te maken. Opleidingsniveau, taalvaardigheden en perceptie van de media in het gastland hadden invloed op hoe zij nieuws gebruiken voor integratie. De bevindingen van Alencar en Deuze vormen het vertrekpunt voor deze scriptie.

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft als taak er voor iedereen te zijn en mensen mee te laten doen aan ‘het gesprek van de dag’ (“Over NPO”, z.j.). Ze wil er zijn voor alle bevolkingsgroepen en wil iedereen zich onderdeel laten voelen van de Nederlandse samenleving. Binnen het Nederlandse omroepenbestel is de NTR de omroep met wettelijke taken op het gebied van informatie, educatie, cultuur, jeugd en diversiteit. Hier ligt dus een kans op het gebied van nieuws en media voor nieuwkomers.

Er zijn al een aantal initiatieven op dit gebied. NPO’s Net in Nederland is bijvoorbeeld een online platform waar nieuwkomers uitzendingen van de publieke omroep kunnen bekijken met Nederlandse, Engelse of Arabische ondertiteling. Bij RN7, de streekomroep van Nijmegen, presenteert de Syrische journalist Thanaa Hasoni tweemaal per week het radionieuws in het Arabisch om ook Arabische mensen te betrekken bij actualiteiten over de stad. Op het moment van schrijven maakt Hasoni wekelijks een Arabische online podcast over het Nijmeegse nieuws, aldus RN7-redacteur Raymond Janssen (persoonlijke communicatie, 13 maart 2018). Daarnaast vertalen nieuwkomers zelf Nederlands nieuws voor andere nieuwkomers op populaire Facebookpagina’s.

Toch worden nieuwkomers onvoldoende in hun behoeften voorzien als het gaat over het

aanbod van nieuws over Nederland. Veel Syrische vluchtelingen herkennen zich volgens

(8)

bijvoorbeeld niet in Nederlands nieuws over hun land en kijken het journaal niet omdat ze vinden dat ze zelf vaak negatief in het nieuws komen. Vluchtelingen geven in een vertrouwelijk publieksonderzoek van NPO’s Net in Nederland (april 2017) bovendien aan specifiek naar nieuws over Nederland op zoek te zijn. Door de verschillende persoonlijke omstandigheden van nieuwkomers kan hun nieuwsbehoefte ten slotte erg uiteenlopen.

Zo is het opleidingsniveau van Arabische vluchtelingen in de regel bijvoorbeeld hoger dan dat van Afrikaanse vluchtelingen en verschilt ook de mate waarin zij bekend zijn met technologie (Karin Böhne, persoonlijke communicatie, 11 mei 2017; Bernadette Slotboom, persoonlijke communicatie, 3 mei 2017).

Deze constateringen bieden een aanleiding om de wensen en behoeften van nieuwkomers op het gebied van nieuws verder te exploreren. Dit onderzoek dient daarom een maatschappelijk belang. Over de rol die nieuws kan spelen bij de integratie van nieuwkomers is bovendien in de Nederlandse wetenschap nog weinig bekend, waardoor dit onderzoek ook een theoretische meerwaarde heeft.

Dit exploratieve onderzoek richt zich op het vraagstuk rondom de rol van nieuws bij inburgering. Om hier meer over te weten te komen, worden zowel nieuwkomers als inburgeringsdocenten en nieuwsmakers van de publieke omroep geïnterviewd.

Inburgering is een proces waarin al deze actoren hun eigen rol hebben. Dat zij op een lijn zitten is cruciaal voor een soepel verlopend integratietraject en daarom is het zinvol om deze verschillende perspectieven te belichten.

Arabische nieuwkomers uit onder andere Syrië en Afghanistan vormen momenteel de grootste groep nieuwkomers in Nederland, waardoor deze groep nieuwkomers als uitgangspunt is gekozen voor dit onderzoek. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt daarom: ‘Welke rol spelen nieuws en Nederlandse media bij de integratie van Arabische nieuwkomers in Nederland?’

Om de onderzoeksvraag van deze studie te kunnen beantwoorden, komt allereerst de socialiserende rol van nieuwsberichtgeving in een Westerse democratie als de Nederlandse aan bod. Daarbij wordt de besproken wat de rol van nieuws is in de publieke sfeer, hoe nieuws zorgt voor een gezamenlijk referentiekader op de wereld en hoe nieuws mensen kan socialiseren op politiek gebied. Hoofdstuk twee behandelt wat nieuwkomers in eerste instantie andere nieuwsgebruikers maakt dan Nederlanders en wat de relevantie is van diaspora. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van eerder onderzoek omtrent gebruik van traditionele en nieuwe media, socialisatie en nieuwkomers.

(9)

1. De socialiserende rol van nieuws in een Westerse democratie

Veel nieuwkomers komen van heinde en verre naar Nederland. Ze komen uit een totaal andere cultuur en soms ook uit een land waar bepaalde media gecensureerd of zelfs verboden zijn. Nieuws kan dus verschillende functies vervullen in verschillende bestuursvormen. Hallin en Mancini (2004) vergeleken verschillende democratische mediasystemen. Ze keken naar verschillen en overeenkomsten tussen politiek en media in de verschillende systemen en probeerden deze te begrijpen in hun sociale, culturele en politieke context. In een democratie zoals de Nederlandse heeft nieuws een aantal functies die kunnen helpen om mensen te socialiseren. Door deze socialiserende functies spelen nieuws en media een rol bij de integratie van nieuwkomers.

1.1 Nieuws in de publieke sfeer

Nieuwsberichtgeving wordt door Habermas (1962), Schudson (1995) en Van Cauwenberge et al. (2011) als cruciaal beschouwd om burgers met de samenleving verbonden te houden. Habermas (2006) spreekt van een publieke sfeer, ofwel de sociale ruimte waarin dialoog plaatsvindt om tot besluitvorming te komen. Deze besluitvorming is in theorie het rationele debat op basis waarvan geïnformeerde burgers hun mening kunnen vormen. De dialoog waarover Habermas spreekt, veronderstelt een actieve houding van burgers in een samenleving. Door middel van deze dialoog wordt de democratie ten volle uitgevoerd. Deze dialoog kan een discussie zijn in een buurthuis of een raadsvergadering, maar ook twee buurvrouwen die een nieuwtje bespreken bij de waslijn of chatters op een online forum houden een zogenaamd rationeel debat.

De rol van journalistiek en nieuwsberichtgeving in de publieke sfeer is groot. Nieuws zorgt er namelijk voor dat burgers geïnformeerd zijn en hun mening over gebeurtenissen in de samenleving kunnen vormen. Hoe meer mensen vervolgens hun stem laten horen, hoe beter beleidsmakers weten wat de bevolking wil. Dat levert betere overheidsbeslissingen op – en dus een goed functionerende democratie. Hoe actiever de gemeenschap, hoe groter de kans dat het publiek belang goed wordt vertegenwoordigd in collectieve beslissingen (Liu & Gastil, 2014, p. 239).

1.2 Nederland als imagined community

Doordat je geïnformeerd wordt door nieuws, kun je je ook onderdeel van een samenleving gaan voelen; het geeft je een gezamenlijk referentiekader op de wereld. Als vluchteling in een vreemd land is het thuisgevoel dat je door dit referentiekader ontwikkelt belangrijk.

Haleh Ghorashi is van oorsprong Iraanse en vluchtte zelf in de jaren tachtig naar

Nederland. Ze is antropoloog en houdt zich met name bezig met de moslimdiaspora in ons

land. In Een vreemde thuis in den vreemde omschrijft Ghorashi (2014, p. 108) thuisgevoel

als volgt: 'Mijn onderzoek naar thuisgevoel en identiteit van Iraanse vrouwen in

(10)

Nederland en de VS gaf me het besef dat thuisgevoel niet verbonden is aan territoriale grenzen van een of ander land, maar te maken heeft met de veilige ruimte waar je jezelf mag zijn en kan genieten van de liefde en het vertrouwen van de mensen om je heen’.

Ghorashi stelt dus dat een thuisgevoel niet verbonden is aan tastbare grenzen, maar gecreëerd wordt door ontastbare zaken zoals liefde en vertrouwen.

Volgens de Amerikaanse politicoloog en antropoloog Anderson (1991, p. 3) is een natie

‘een kunstmatig verschijnsel, ofwel een ingebeelde politieke gemeenschap waarvan leden elkaar nooit allemaal persoonlijk kunnen kennen, maar onderling wel binding voelen en zich als deel van een groep beschouwen’. Anderson noemt dit imagined communities, die volgens hem worden gecreëerd door de massamedia. Volkskrantabonnees lezen bijvoorbeeld elke dag dezelfde artikelen en voelen zich daardoor onderdeel van dezelfde samenleving. Doordat we allemaal naar hetzelfde journaal kijken tijdens de Olympische Spelen, identificeren we ons met het oranjegevoel dat we krijgen wanneer we zien dat Epke Zonderland van zijn rekstok valt of een gouden medaille haalt. Ook al heb je alle andere journaalkijkers of krantenlezers nog nooit ontmoet, je voelt je wel onderdeel van Nederland door het consumeren van dezelfde nieuwsberichten. Op deze manier zorgen nieuws en media voor binding in de samenleving.

De Amerikaanse schrijver en verslaggever Lippmann is een van de eerste critici op de

massacultuur. Net als Anderson benoemt hij de rol van de media bij het creëren van een

denkbeeldige natie. Zo zette Lippmann uiteen hoe de overheid massacultuur inzette als

propagandamachine om de democratie te laten functioneren. Lippmann is onder andere

beroemd door zijn werk Public Opinion (1922), waarvan het eerste hoofdstuk The world

outside and the pictures in our heads heet. Hierin geeft hij een goed voorbeeld van hoe

het idee van een imagined community ontstaat. Lippmann omschrijft een eiland in de

oceaan waarop in 1914 een aantal Engelsen, Fransen en Duitsers samenleven. Er komt

slechts eens per zes weken een Britse stoomboot met post langs. Terwijl de boot in

september nog niet langs is geweest, praten de eilanders nog over de laatste krant van

juli. Daarin staan berichten over het aankomende proces van de Franse mevrouw Caillaux

voor het beschieten van Gaston Calmette, een Franse journalist die bekendstond om zijn

pro-Duitse politiek. Het was daardoor dat de eilanders met extra nieuwsgierigheid naar

de kapitein renden toen de postboot in september kwam, om de uitspraak in het proces

te horen. Ze leerden dat de Engelsen en de Fransen op het vasteland de afgelopen zes

weken aan het vechten waren tegen de Duitsers. De eilanders hadden intussen zes weken

geleefd als vrienden, terwijl ze vijanden bleken. Het voorbeeld van Lippmann omschrijft

de werkelijkheid zoals deze zich in onze hoofden vormt op basis van nieuwsberichten; als

een imagined community. Dit is precies hoe nieuws ook voor een gezamenlijk

referentiekader kan zorgen bij nieuwkomers in Nederland. De Deense socioloog en

antropoloog Christiansen (2004) plaatst de kanttekening dat Andersons concept

imagined communities door nieuwe media wel enigszins achterhaald is. Nieuwe media

kunnen, anders dan de kranten in het tijdperk van Anderson, de grenzen van een natie

sneller overstijgen.

(11)

1.2.1 Het collectief geheugen

De Franse socioloog Halbwachs sprak in 1939 al over een collectief geheugen. Ons collectieve geheugen kan mede door televisie worden gevormd, bijvoorbeeld door het uitzenden van beelden van onszelf, van vroeger of van een actuele gebeurtenis (Munnicks, 2016). Het collectieve geheugen vormt een selectie van historische gebeurtenissen, die leiden tot het idee van een nationale identiteit. Denk maar eens aan 11 september 2001 en het nieuws rondom die dag. Het veranderde mogelijk de manier waarop je naar de wereld keek. Zo kan ook binnenlands nieuws over de moord op Theo van Gogh, kabinetsformaties of het koningshuis jouw beeld over Nederland beïnvloeden.

1.2.2 De rol van televisie in een imagined community

De Nederlandse televisiewetenschapper De Leeuw houdt zich veel bezig met de rol die televisie kan vervullen in het construeren van een gemeenschappelijke cultuur. Volgens haar is televisie ‘in de eerste plaats een medium dat actief bijdraagt aan de constructie van de herinnering’ en daarmee ook aan de vorming van de Nederlandse identiteit (De Leeuw, 2011, p. 24). Door televisie kunnen onze bestaande ideeën worden uitgedaagd, maar ‘televisie kan ook een sterke rol vervullen in het binden en scheiden van mensen, in het homogeniseren van ervaringen en het versterken van verschil’, aldus De Leeuw (2003, p. 9). Dit kan van grote invloed zijn op hoe nieuwkomers naar ons land kijken en of ze zich onderdeel of buitengesloten voelen van de Nederlandse samenleving.

Nieuws op televisie kan dus een grote rol vervullen in het vormen van een imagined community. De Leeuw (2003, p. 19) zegt daarover: ‘De televisie is de spiegel van de cultuur, maar geeft er ook mede vorm aan door culturele gemeenschappen te creëren waarbij we ons kunnen aansluiten (…)’. Hoe er over een land wordt gesproken en hoe het (in de media) wordt weergegeven, bepaalt de manier waarop je naar het land kijkt en in hoeverre je je met dat land kunt identificeren. Televisiekijken kan je dus helpen om je eigen identiteit te vormen. De Britse socioloog Hall (1990) verwoordt dit door te stellen dat een nationale identiteit wordt gevormd door culturele representatie. Voorbeelden van programma’s die de Nederlandse identiteit bepalen zijn bijvoorbeeld het Sinterklaasjournaal en de Oudejaarsconference, maar ook de dagelijkse uitzendingen van De Wereld Draait Door. Deze programma’s zijn een spiegel van de Nederlandse cultuur en burgers reageren weer op deze programma’s, waardoor de inhoud van de programma’s bepaald wordt. Televisieprogramma’s, het collectief geheugen en de imagined communities die erdoor ontstaan vormen zo een soort vicieuze cirkel.

1.2.3 Nieuwkomers in de imagined community Nederland

Door op de hoogte te zijn van nieuwsfeiten, kunnen nieuwkomers zich onderdeel van de Nederlandse samenleving gaan voelen en zich al dan niet identificeren met de ‘natie’

Nederland. Zichzelf herkennen in het nieuws is daarbij van belang, net als het actief

bijdragen aan de constructie ervan. Onderzoek van onder andere Alencar en Deuze

(2017) liet zien dat nieuwkomers zichzelf vaak niet herkennen in het nieuws. Hoe het zit

(12)

Hoe nieuws en Nederlandse media aansluiten bij de behoeften van nieuwkomers is dus een relevante vraag, omdat zij daardoor wellicht beter kunnen deelnemen aan en integreren in de Nederlandse samenleving.

1.3 Nieuws als middel voor politieke socialisatie

Politieke socialisatie werd voor het eerst onderzocht in de jaren zeventig en wordt door Sigel (1965, p. 1) gedefinieerd als ‘het proces waarbij mensen de normen, waarden, attitudes en gedragingen gepraktiseerd in het huidige (politieke) systeem adopteren’.

Voor immigranten geldt dezelfde ‘ontwikkelingsgedachte’, waarbij aangenomen wordt dat zij door interactie geleidelijk aan normen en waarden oppikken en zich zo aanpassen aan hun nieuwe politieke omgeving (White, Nevitte, Blais, Gigengil & Fournier, 2008). Wat politieke socialisatie voor nieuwkomers lastig maakt, is het duale proces van acculturatie en behoud: nieuwkomers leren zich aan te passen aan het politieke systeem van hun gastland terwijl ze tegelijkertijd hun politieke identiteit uit het land van herkomst willen behouden (Liu & Gastil, 2014, p. 241).

Nieuwkomers kunnen zich zoals gezegd onderdeel van de Nederlandse samenleving gaan voelen door nieuws en dat kan helpen bij de integratie. Maar dit is een ruim begrip, want

‘jezelf onderdeel voelen van’ is niet hetzelfde als meedoen. Meer concreet kan nieuws er ook voor zorgen dat nieuwkomers politiek gesocialiseerd worden en daadwerkelijk kunnen participeren in de maatschappij. Dat is goed voor een optimaal functionerende democratie en dus ook een belangrijk onderdeel van integratie.

Wie participeert in de samenleving is een belangrijke vraag (Liu & Gastil, 2014). De overheid ziet namelijk het liefst elke groep burgers vertegenwoordigd, dus ook minderheden zoals nieuwkomers. Aan het maatschappelijk engagement van immigranten kun je aflezen hoe goed de maatschappij erin is geslaagd om nieuwkomers op te nemen in het systeem van een representatieve overheid (Dahl, 1998). Het politiek engagement van nieuwkomers is niet alleen belangrijk om hun meningen en behoeften te horen, maar ook om hun politieke competentie als toekomstig burgers te versterken (Ramakrishnan, 2005). De Amerikaanse politicoloog Putnam (2000) stelt daarnaast dat zogenaamde sociale en politieke participatie ook goed is voor je eigen gezondheid, omdat het zelfbevredigend is en kan bijdragen aan iemands geluk en mentale gezondheid.

Bij het onderzoeken van politieke participatie wordt de nadruk vaak gelegd op sociaaleconomische factoren zoals inkomen, beroep en opleiding. Sociale processen zoals het maken van vrienden en het voeren van politieke discussies zijn echter ook relevant om deel te kunnen nemen aan een maatschappij. Niet alleen politieke kennis, maar ook kennis van normen en waarden kan nieuwkomers in Nederland helpen te integreren. Liu en Gastil (2014) ontwikkelden een model voor deze zogenaamde politieke socialisatie, waarbij de nadruk ligt op de invloed van sociale interactie.

(13)

Spelers die invloed hebben op het proces van politieke socialisatie zijn ouders, vrienden, school en ook de media (McLeod et al., 2010). Möller (2013) onderzocht de rol van media in het politieke socialisatieproces van jongeren in Nederland middels kwantitatief surveyonderzoek. Dit is een van de weinige studies in Nederland naar politieke socialisatie en de specifieke rol van nieuws daarbij.

Door tijd door te brengen op mediaplatformen leren jongeren volgens Möller over actuele gebeurtenissen, raken ze bekend met de politiek en lezen ze professionele politieke analyses. Deze ingrediënten zijn belangrijk in het socialisatieproces richting een politiek betrokken burger (Möller, 2013). Nieuwkomers hebben met jongeren gemeen dat ze nog maar weinig voorkennis hebben van de Nederlandse samenleving. ‘Media kunnen voor beide groepen een belangrijk startpunt vormen voor een levenslang proces van wederzijdse invloed tussen mediagebruik en politieke attitudes, kennis en engagement’, aldus Möller (2013, p. 116).

1.3.1 Een democratische burger worden

Het doel van deze scriptie is te onderzoeken welke rol nieuws en media spelen bij de integratie van nieuwkomers en het worden van een democratische burger is daar een onderdeel van. Dit begint volgens Möller (2013) allemaal met (a) politieke kennis, waarna (b) het ontwikkelen van een politieke attitude en (c) politieke participatie volgen. Deze drie stappen worden hieronder achtereenvolgens besproken.

Volgens Möller (2013, p. 7) is ‘politieke kennis essentieel voor de cultivatie van democratische burgers’. Om beslissingen te kunnen maken en te participeren, moeten burgers basiskennis hebben van politieke structuren en processen (structurele politieke kennis) en een beeld van actuele politieke debatten (feitelijke politieke kennis). Media- en nieuwsgebruik kan bijdragen aan beide dimensies. Een belangrijke factor in dit proces is al bestaande politieke kennis. Volgens Möller kun je spreken van een wederzijds versterkende spiraal: hoe meer nieuwsgebruik, hoe meer politieke kennis iemand heeft en andersom. De relatie hiertussen wordt volgens Möller op latere leeftijd steeds sterker.

De volgende stap is het ontwikkelen van een politieke attitude, zoals vertrouwen in of juist wantrouwen jegens de politiek. Politieke attitudes zijn belangrijke voorspellers van politiek gedrag. Wanneer nieuws wordt geportretteerd door een conflictframe of als er politieke schandalen worden belicht, staat de politiek in een negatief daglicht. De kans is dan groter dat mensen zichzelf distantiëren van actief burgerschap. Voor een goede integratie is het juist wenselijk dat nieuwkomers zo actief mogelijk participeren in de samenleving. Het ontwikkelen van een (positieve) attitude ten opzichte van de Nederlandse politiek is daarom van belang. Nieuws- en mediaconsumptie kunnen hieraan bijdragen.

De derde stap is politieke betrokkenheid, ofwel ‘alle handelingen bedoeld om het politieke

(14)

een politieke boodschap op een openbare muur spuiten met graffiti of meelopen tijdens een campagne horen daarbij. In een democratie hebben burgers allerlei mogelijkheden om bij het proces van beleidsmaking betrokken te zijn en besluitvorming te beïnvloeden, met name door de komst van het internet. Media hebben de kracht om het publiek te (de)mobiliseren. Volgens Vissers, Hooghe, Stolle en Maheo (2012) mobiliseren met name nieuwsmedia mensen op politiek gebied –bijvoorbeeld in vergelijking met entertainment– waardoor onderzoek naar nieuws voor nieuwkomers relevant is.

Er zijn ten slotte twee factoren die tussen nieuws en politieke participatie in staan en essentieel zijn om deel te kunnen nemen aan het politieke proces (Möller, 2013): (a) praten over politiek en (b) de mate waarin je je goed genoeg geïnformeerd voelt om mee te kunnen praten. Praten over politiek is volgens McLeod et al. (2010) de belangrijkste manier om de relatie tussen nieuwsmedia en politieke participatie te meten. Meedoen aan een samenleving op politiek gebied kan voor nieuwkomers een hoge drempel zijn omdat zij het gevoel kunnen hebben (nog) niet genoeg te weten. Soms valt praten over ingewikkelde zaken door de taalbarrière bovendien niet mee. Het is dus des te belangrijker dat informatie en in dit geval nieuwsberichten goed op deze doelgroep afgestemd zijn. ‘Informatie moet verwerkt kunnen worden om effectief te zijn’, zo stelt Möller (2013, p. 9).

1.3.2 Politieke socialisatie en immigranten

Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar communicatie en inburgering, maar Liu en Gastil (2014) ondervroegen voor hun onderzoek 7.626 eerstegeneratie Amerikaanse immigranten middels een enquête over het politieke socialisatieproces dat zij ondergingen. Ze focusten daarbij op de rol van communicatiemiddelen bij politieke socialisatie en onderzochten drie communicatieve componenten: (1) nieuwsmedia die berichtten over nationale en lokale politieke informatie, (2) de sociale omgeving waarin immigranten zich bevinden (persoonlijk of in groepsverband) en waar politieke informatie circuleert die ze zou kunnen mobiliseren en (3) de directe, individuele omgeving van de nieuwkomer waarin de meeste sociale interactie plaatsvindt.

De twee onderzoekers vonden bewijs dat het gebruiken van nieuwsmedia de meest positieve invloed heeft op politieke kennis van immigranten. Deelnemen aan sociale organisaties zorgt vervolgens voor participatie en engagement. Dat gold zowel voor blanke als voor Latijns-Amerikaanse en Aziatische migranten. Wel vonden Liu en Gastil (2014) verschillen tussen migranten met een verschillende etniciteit.

Zo zorgde het verkrijgen van een verblijfsvergunning bij blanke en Latijns-Amerikaanse

migranten bijvoorbeeld duidelijk snel voor meer politieke kennis, maar voor Aziatische

migranten gold dit niet. Ook groeide politieke participatie van blanke migranten door de

jaren heen, terwijl het langere verblijf voor Aziatische en Latijns-Amerikaanse migranten

alleen invloed had op hun politieke kennis en niet op hun participatie. Het onderzoek van

Liu en Gastil (2014) geeft aan dat nieuwsmedia helpen bij het politieke socialisatieproces

(15)

van immigranten, hoewel de mate waarin nieuwsmedia helpen per migrantengroep verschilt. Hoewel politieke socialisatie ‘maar’ een deel is van de integratie, biedt dit gegeven aanknopingspunten voor dit onderzoek omdat het veronderstelt dat nieuws helpt bij inburgering.

1.3.3 Het gesprek op gang brengen

Nieuws kan burgers met elkaar verbinden door middel van een rationeel debat in de publieke sfeer zoals omschreven door Habermas (1962). Ook kan nieuws zorgen voor een gezamenlijk referentiekader op de wereld vanuit het perspectief van ‘de Nederlander’.

Nieuwsmedia kunnen ten slotte een belangrijk hulpmiddel zijn bij de politieke socialisatie van nieuwkomers. De eerste stap voor goede politieke socialisatie is het opdoen van politieke kennis, zodat je als nieuwkomer een houding ten opzichte van de maatschappij kunt ontwikkelen en vervolgens kunt participeren in een Westerse democratie. Het begint allemaal met het gevoel goed genoeg geïnformeerd te zijn om mee te kunnen praten.

Een belangrijke, concluderende vraag die Möller in haar onderzoek stelt, is: ‘Hoe zorg je ervoor dat jongeren beginnen met het volgen van het nieuws?’ Net als jongeren zijn nieuwkomers een lastig te bereiken doelgroep en dus is het antwoord op deze vraag relevant. Möllers antwoord is politieke educatie, bijvoorbeeld in de vorm van debatten of nepverkiezingen op scholen. Volgens Shah, McLeod en Lee (2009) is een klassikaal debat een effectieve manier om politieke participatie te stimuleren. Studenten moeten dan een standpunt verdedigen over een actueel maatschappelijk onderwerp. Deze manieren om jongeren in aanraking te brengen met nieuws zouden ook voor nieuwkomers relevant kunnen zijn. Het zou ze kunnen helpen in het proces van politieke socialisatie of het creëren van een gezamenlijk referentiekader in onze imagined community Nederland.

Voor beide groepen geldt: breng ze met (politieke) informatie over Nederland in aanraking om ze te socialiseren, oftewel breng het gesprek op gang. Dat kan alleen als (nieuws)media hun berichtgeving voldoende aanpassen aan het niveau en de wensen van de groepen die hier zo’n dringende behoefte aan hebben, zoals nieuwkomers in

Nederland. Hoe dat beter gedaan kan worden, komt in dit onderzoek aan bod.

(16)

2. Immigranten en nieuwsmedia

2.1 Een dubbele identiteit

Omdat de VS van oudsher veel immigranten herbergen, is veel Amerikaans onderzoek gedaan naar de rol van media bij integratie. Socioloog Park schreef in zijn The Immigrant Press and Its Control (1922) al over de rol van de immigrantenpers, ofwel nieuwsmedia gemaakt door immigranten in hun moedertaal. Park omschreef het belang een ontwikkelde immigrantenpers voor politieke acculturatie in het gastland. Hij benadrukt daarbij dat het belangrijk is deze etnische media te tolereren en immigranten niet meteen te verplichten om Amerikaanse media te gebruiken. Juist het tolereren van erfgoed zorgt ook volgens Weatherly (1922), die Parks werk bespreekt, voor een goede integratie.

Ook in moderne literatuur bespreken wetenschappers het gecompliceerde mediagebruik van immigranten. Christiansen (2004) en Alencar en Deuze (2017) spreken van een groep met een grote nieuwshonger en een gevarieerd mediadieet, omdat ze zowel nieuws uit hun land van herkomst als het gastland consumeren en daarnaast ook internationale media raadplegen. Daardoor is deze groep volgens Christiansen (2004) bij uitstek een groep kritische mediagebruikers. In haar onderzoek haalt ze een voorbeeld aan van een Arabisch-sprekend Iraaks koppel (2004), dat de presentatie van de oorlog in Tsjetsjenië op de internationale zender Al Jazeera veel betrouwbaarder vond dan de nieuwsberichten hierover in de Deense media. Doordat zij naar verschillende media keken, ontwikkelden ze volgens Christiansen een kritische blik op het nieuws en verlangden ze hier iets anders van dan de Denen zelf.

Christiansen (2004) bestudeerde literatuur en gebruikte zowel kwalitatieve als kwantitatieve data om het mediagebruik van Scandinavische immigranten onder de loep te leggen en benoemt daarbij de relevantie van diaspora. Cohen (1997, p. 177) duidt diaspora als ‘de verspreiding van een populatie die op een ander punt in de geschiedenis verenigd was, of waarvan dat op z’n minst verondersteld werd’. Diaspora identity is van belang voor immigranten die zich sterk verbonden kunnen voelen met hun thuisland én het gastland. Christiansen (2004) hield zich vooral bezig met de verhouding tussen het volgen van media uit het land van herkomst en het gastland en de invloed daarvan op integratie. Volgens Christiansen zoeken immigranten nieuws vaak buiten hun nieuwe gastland en ze vraagt zich af of dit de integratie belemmert. Zo stelt ze in haar artikel (2004) dat het bezit van televisiesatellieten in Scandinavische landen onder etnische minderheden erg hoog is, wat een ear to the homeland veronderstelt. Veel Marokkaanse immigranten kijken volgens haar bijvoorbeeld naar Marokkaanse zenders via de satelliet.

Volgens Christiansen onthult mediaconsumptie iemands individuele cultureel- geografische oriëntatie. Dat maakt nieuws tot een studieobject van wezenlijk belang voor integratie.

(17)

Christiansen merkt op dat integratie afhankelijk is van iemands verbondenheid met het land van herkomst. Immigranten identificeren zich vaak met meer dan alleen Nederland en ‘het kijken van homeland channels hoeft integratie in het gastland niet per se negatief te beïnvloeden of een negatieve houding ten opzichte hiervan te veronderstellen (Christiansen, 2004, p. 188). Christiansen benoemt bovendien de relevantie van de term diaspora. Diaspora identity is van belang voor immigranten, die zich sterk verbonden kunnen voelen met hun thuisland én het gastland. Het is belangrijk om de ambivalentie die immigranten ervaren serieus te nemen en rekening te houden met dit gevoel van een dubbele identiteit. Dit kan gevolgen hebben voor de manier waarop immigranten nieuws consumeren én voor hun integratie in Nederland.

In de wetenschap wordt het proces van aanpassing aan een nieuwe culturele omgeving vaak omschreven als acculturatie (Padilla, 1980). Twee modellen die hierbij relevant zijn, zijn die van assimilatie en integratie. In Nederland staat voornamelijk het laatste model centraal (Alencar & Deuze, 2017). Alencar en Deuze (2017) merken op dat er voor integratie in de wetenschap eigenlijk geen definitie bestaat. Sommige onderzoekers definiëren integratie als ‘the full assimilation of migrants into the new culture’ (Ward, 2013). In Europese context wordt de term vaak gebruikt om de economische, politieke, sociale en culturele processen te definiëren waar migranten doorheen gaan als ze in een nieuw land komen (Alencar & Deuze, 2017). De definitie uit het onderzoek van Ward (2013) veronderstelt dat het uiteindelijk volledig overnemen van de cultuur van de dominante groep –in dit geval Nederland- het doel is van acculturatie. Dit is hoe in Nederland over het algemeen naar integratie wordt gekeken: nieuwkomers moeten zo snel mogelijk de taal leren en zich aanpassen aan Nederlandse normen en waarden (Alencar & Deuze, 2017). Echter, integratie wordt ook omschreven als ‘je aanpassen aan je gastland, terwijl je tegelijkertijd je identiteit van je thuisland behoudt’. Volgens Alencar en Deuze (2017) is dit een benadering die meer in lijn ligt met een toleranter immigratiebeleid in Spanje. De Spaanse en Nederlandse onderzoeker onderzochten de functies van nieuws in dit aanpassingsproces en analyseerden of nieuwsconsumptie zorgt voor assimilatie of integratie. Alencar en Deuze (2017) concludeerden dat nieuwkomers media in het gastland gebruiken voor assimilatie ofwel aanpassing aan de nieuwe cultuur.

Alencar en Deuze (2017) linken consumptie van transnationale media en media uit het thuisland aan integratiestrategieën, omdat nieuwkomers deze media gebruiken om zowel nieuws over het thuisland als over het gastland te weten te komen.

2.2 Nieuwsconsumptie van nieuwkomers

Alencar en Deuze (2017) hielden voor hun onderzoek focusgroepen met economische

migranten en vluchtelingen in Spanje en Nederland. De Nederlandse nieuwkomers waren

afkomstig uit Zuid- en Oost-Europa. De geïnterviewde nieuwkomers uit Spanje waren

afkomstig uit Oost-Europa, Latijns-Amerikaanse landen en Afrika ten zuiden van de

Sahara. Volgens de onderzoekers hebben immigranten vijf motieven om nieuws te volgen,

(18)

(2) het leren van de taal, (3) het verkrijgen van praktische informatie over bijvoorbeeld medische zorg of openbaar vervoer, (4) op de hoogte blijven van actuele gebeurtenissen in het land van herkomst en (5) op de hoogte blijven van actuele gebeurtenissen in de rest van de wereld.

Veel immigranten gaven aan vooral televisie te gebruiken om op de hoogte te blijven van actuele gebeurtenissen, net als websites met nieuws in zowel Engels als Nederlands en sociale media. Voor het leren van de taal noemden de respondenten ook de televisie als het meest effectieve medium. Om te leren over praktische zaken gaven respondenten aan online kranten of gratis kranten te raadplegen. De immigranten zeiden nieuws uit het land van herkomst vooral te volgen om hun culturele identiteit te waarborgen, en dat vooral te doen via internet. Hier zoeken ze ten slotte ook naar nieuws uit de rest van de wereld.

2.2.1 De invloed van educatie, taalvaardigheid en perceptie van Nederlandse media Volgens Alencar en Deuze (2017) hebben educatie, taalvaardigheid en perceptie van de Nederlandse media grote invloed op de manier waarop immigranten nieuws consumeren.

Vluchtelingen zijn daarbij de meest kwetsbare groep als het gaat om educatie en taalvaardigheid, wat gevolgen heeft voor hun toegang tot nieuwsbronnen. Wel stellen Alencar en Deuze (2017, p. 163) dat ‘juist deze groep veel behoefte heeft aan nieuwsmedia omdat voor hen de noodzaak om in te burgeren het grootst is’. Anders dan voor economische migranten, krijgen vluchtelingen namelijk alleen een verblijfsvergunning als zij de taal leren en inburgeren. De Nederlandse overheid wil dat dit zo snel mogelijk gebeurt, waar zoals gezegd in Spanje het integratiebeleid veel toleranter is (Alencar & Deuze, 2017). Juist het Nederlandse beleid onderstreept het belang van goed inzicht in de manier waarop nieuwsberichten en andere media worden geconsumeerd door nieuwkomers. De studie van Alencar en Deuze vormt een goed vertrekpunt voor dit onderzoek.

2.2.2 Representatie in en verwachtingen van het Nederlandse nieuws

De perceptie van nieuwsmedia in het gastland wordt ook door Christiansen (2004) als problematisch aangestipt. Immigranten verwachten volgens haar namelijk iets anders van het binnenlandse nieuws dan autochtonen. Diaspora lives zijn volgens de Deense gelinkt aan drie factoren als het gaat om gebruik van nieuwsmedia, namelijk: (1) moeilijkheden in het verkrijgen van relevant nieuws, dat soms leidt tot het gevoel niet geïnformeerd te zijn en de daar bijkomende frustratie, (2) duidelijke spreiding van nieuwsbronnen met een sterke neiging naar televisie als voorkeursmedium en (3) een kritische houding ten opzichte van boodschappen in het nationale nieuws.

Ondanks de grote nieuwshonger van immigranten zien zij zichzelf volgens Christiansen

(2004) vaak als uitgesloten van het binnenlandse nieuws in het gastland. Dat komt

overeen met de observaties van inburgeringsdocent Karin Böhne (Persoonlijke

Communicatie, 11 mei 2017). Het probleem ligt volgens beiden niet bij het toegang

krijgen tot het nationale binnenlandse nieuws, maar in het vinden van nieuws dat aansluit

(19)

bij hun behoeften. Ook Alencar en Deuze (2017) stellen dat immigranten vinden dat ze vaak negatief worden afgeschilderd in het Nederlandse nieuws, waardoor ze soms liever media uit hun land van herkomst volgen om op de hoogte te blijven van de situatie aldaar.

Immigranten compenseren hun gebrek aan informatie of relevant nieuws in het nieuwe gastland volgens Christiansen (2004) door het kiezen van geïndividualiseerde mediavormen, zoals het internet of satelliettelevisie. Dit kan zorgen voor fragmentatie en juist minder goede integratie, waardoor zorgen dat nieuws toegankelijk is voor nieuwkomers en aansluit bij hun behoeften relevant is. Daarvoor biedt dit onderzoek aanknopingspunten.

2.2.3 Transnationale ruimtes? Benut ze!

Het is dus belangrijk om rekening te houden met de diaspora-identiteit van nieuwkomers in Nederland als het gaat om hun nieuwsbehoeften. Nieuwkomers raadplegen vaak zowel binnenlandse en internationale media als media uit hun thuisland. Ook zogenaamde etnische media, oftewel media gemaakt voor en door etnische minderheden, zijn bezig met een opmars. Nieuwkomers consumeren bijvoorbeeld Nederlands nieuws via Arabische Facebookpagina’s die door nieuwkomers zelf onderhouden worden en consumeren daarnaast geen Nederlandse media. Deze etnische media zorgen voor een multiplicatie van perspectieven op het nieuws. De opmars van etnische media en de multiplicatie van perspectieven op het nieuws zorgen voor ‘veranderingen in transnationale sociale ruimtes, waarbij immigranten zich niet genoeg gerepresenteerd voelen in het binnenlandse nieuws’ (Christiansen, 2004, p. 198). Volgens Christiansen (2004) is het belangrijk om deze minderheden beter te representeren, zodat zij zichzelf in Nederlandse media herkennen en zich dus opgenomen voelen in de samenleving.

Nieuwkomers uitsluiten als doelgroep kan het gevoel er niet bij te horen versterken, terwijl de ontstane ‘transnationale sociale ruimtes’ juist mogelijkheden bieden voor het ontwikkelen van een duurzame relatie tussen nieuwkomers en Nederlanders.

Nieuwkomers worden bovendien gekenmerkt door een grote nieuwshonger en een gevarieerd mediadieet. Dit onderzoek naar de aansluiting van nieuws op Arabische nieuwkomers in Nederland is daarom eens te meer relevant en kan helpen om deze groep beter te laten integreren in Nederland.

2.3 Hulpmiddelen voor integratie

Immigranten gebruiken uiteraard verschillende media, maar sommige soorten media zijn in voorgaand onderzoek meer in verband gebracht als hulpmiddel voor integratie dan andere. Hieronder wordt allereerst de overbruggende rol van het medium televisie besproken, waarna de rol van de NPO bij integratie wordt belicht en het gebruik van nieuwe media onder de loep wordt genomen.

(20)

2.3.1 De overbruggende rol van televisie

Chaffee, Nass en Yang (1990) bespreken in The Bridging Role of Television in Immigrant Political Socialization hoe televisie een overbruggende functie kan hebben bij integratie.

Ze concluderen dat de krant voor geletterde Amerikanen een belangrijke, zo niet de belangrijkste manier is om te leren over politiek maar dat televisie voor mensen met een minder leesvermogen, minder voorkennis of verminderde interesse in politiek – zoals kinderen, adolescenten en immigranten – een brug kan zijn tussen een leven zonder en een leven met nieuws. ‘Adolescents seem to grow into the news habit first via television’

(1990, p. 267) merken Chaffee, Nass en Yang op. Van daaruit ‘groeien’ individuen vervolgens richting andere media als aanvulling op of vervanging van televisie. Dit proces werkt volgens Chaffee, Nass en Yang hetzelfde voor immigranten. De onderzoekers concludeerden bovendien dat zowel de krant als de televisie belangrijker waren voor politieke socialisatie dan jarenlang onderwijs in het gastland.

Ook volgens Neuman et al. (1992) is televisiekijken gerelateerd aan minder in het oog springend en ‘makkelijk’ nieuws, terwijl de krant wordt gezien als een middel om complexe zaken te begrijpen. De onderzoekers merken ook op dat mensen met sterk ontwikkelde cognitieve vaardigheden vaker de krant gebruiken om te leren over politieke zaken terwijl mensen met minder goed ontwikkelde cognitieve vaardigheden dat niet doen. De onderzoeken van Chaffee, Nass en Yang (1990) en Neuman et al. (1992) veronderstellen dat nieuwkomers, die van de Nederlandse taal en cultuur nog maar weinig weten, sneller geneigd zouden zijn om televisie te kijken.

De Vreese en Boomgaarden (2006) onderzochten middels vragenlijsten en een inhoudsanalyse de relatie tussen nieuwsmedia en politieke kennis en participatie onder Nederlandse en Deense jongeren. Zij vonden dat het voor de politieke socialisatie niet uitmaakte of de jongeren het journaal op een publieke of commerciële zender keken, zolang ze het nieuws maar volgden. Wel werd een iets sterker effect voor publieke zenders gevonden. In Europa is bovendien veel onderzoek gedaan naar channel preference. Uit onderzoek van Holz-Bacha en Norris (2001) blijkt bijvoorbeeld dat een voorkeur voor publieke televisie wordt geassocieerd met meer politieke kennis, terwijl een voorkeur voor commerciële zenders wordt geassocieerd met lagere kennisniveaus.

2.3.2 De Nederlandse Publieke Omroep en integratie

Zoals in de inleiding gesteld, liggen de wettelijke taken op het gebied van informatie,

educatie, cultuur, jeugd en diversiteit op de publieke zenders bij de taakomroep NTR. Hier

ligt een kans op het gebied van nieuws voor nieuwkomers. Een speciaal nieuwsbulletin of

programma op de zender of online zouden mogelijkheden zijn om nieuwkomers op een

passende manier te voorzien van nieuws. Regionale media kunnen hierin wellicht ook een

rol spelen. Of en hoe dit kan worden vormgegeven, moet blijken uit dit onderzoek. De NPO

heeft als taak er voor iedereen te zijn en mensen mee te laten doen aan ‘het gesprek van

de dag’. Ze wil er zijn voor alle bevolkingsgroepen en iedereen zich onderdeel laten voelen

van de Nederlandse samenleving. Hier horen nieuwkomers dus ook bij.

(21)

2.3.3 Nieuwe media en socialenetwerksites

Een tot nu toe onderbelicht punt in dit theoretisch kader is het gebruik van online nieuwsbronnen en sociale media door nieuwkomers. Zoals eerder gesteld, benoemde Christiansen (2004) dat nieuwkomers het soms moeilijk vinden om relevant en toegankelijk nieuws te verkrijgen. De online omgeving is er bij uitstek een waar minderheden hun eigen plek kunnen vinden tussen alle bestaande, mainstream nieuwsmedia (Miller & Slater, 2001).

Daarom is het gebruik van nieuwe media door nieuwkomers ook relevant voor deze studie. In het huidige tijdperk kunnen nieuwe media de grenzen van een natie echter snel overstijgen. Dat kan gevolgen hebben voor de mate waarin nieuwkomers zich onderdeel voelen van de imagined community Nederland. Het is dus relevant om nieuwkomers te bevragen over hun gebruik van nieuwe media en hun verwachtingen op het gebied van nieuws over Nederland. Möller (2013) en Quintelier (2013) vonden bijvoorbeeld dat het gebruik van online nieuwsbronnen politieke socialisatie bevordert. Möller (2013) vond het sterkste effect voor participatieve online media, zoals fora en chatrooms. Dat betekent volgens haar dat jongeren het meest over politiek leren als ze zelf deelnemen aan het politieke communicatieproces.

Sociale media kunnen volgens McGregor en Siegel (2013) een educatieve rol hebben voor vluchtelingen. Zij stellen dat allerlei online forums, Facebookgroepen, Twittertijdlijnen en blogs zowel nuttige officiële overheidsinformatie geven als informatie vanuit lokale organisaties of nieuwkomers zelf. Ook Elias en Lemish (2009) stellen dat nieuwe media waardevol kunnen zijn in het assisteren van immigranten in een nieuwe omgeving. Zij hielden zeventig diepte-interviews met tienerimmigranten uit de voormalige Sovjet-Unie die integreerden in Israël. Het internet biedt volgens Elias en Lemish mogelijkheden voor persoonlijke groei en kan immigrantenjongeren helpen bij het ontwikkelen van een eigen identiteit in een kritische periode of sociale en materiele ‘achterstand’ op andere jongeren. Een kritisch geluid komt van Lasticova (2014), die stelt dat sociale media meer gebruikt worden voor het delen van emoties dan voor het bouwen van een community of het delen van praktische informatie. De publieke omroep zou met deze kennis over sociale media beter kunnen inspelen op de nieuwsbehoeften van nieuwkomers.

2.3.4 Facebookgroepen als bron voor nieuws over Nederland

De inmiddels in Nederland woonachtige onderzoeker Sametipour (2017) vluchtte een aantal jaren geleden zelf uit Iran. Sametipour (2017) zag een grote groei van online etnische mediaplatformen in Nederland en onderzocht Facebookgebruik onder Perzisch- en Arabischsprekende vluchtelingen en asielzoekers in het asielzoekerscentrum in Utrecht. Volgens Sametipour (persoonlijke communicatie, 3 mei 2017) zijn veel Arabische nieuwkomers in Nederland op sociale media actief en plaatsen zij nieuwsberichten over Nederland in het Arabisch in verschillende Facebookgroepen.

Andere Arabische nieuwkomers verkrijgen via deze etnische media informatie en nieuws

(22)

ruimtes toegang verschaffen tot veel mediacontent, waardoor de Facebookgroepen van groot belang zijn voor nieuwkomers. De Facebookgroepen versterken namelijk het collectief leren en het sociale kapitaal van de samenleving (Sametipour, 2017).

Sametipour (2017) noemt vier redenen waarom nieuwkomers etnische media zoals Facebookgroepen gebruiken, namelijk: (1) voor het delen van ervaringen, (2) voor het leren van de Nederlandse taal, (3) voor het verkrijgen van toegang tot nieuws door pagina’s en groepen en (4) voor het maken van nieuwe connecties. De online platformen worden dus deels met dezelfde reden gebruikt als televisie zoals Christiansen (2004) en Alencar en Deuze (2017) ook vonden, namelijk voor nieuws en het leren van de taal. Het delen van ervaringen en het maken van nieuwe connecties is iets dat op online platformen mogelijk is, in tegenstelling tot traditionele platformen als televisie en kranten.

Nieuwkomers gaven in de studie van Sametipour (2017) aan met name geïnteresseerd te zijn in nieuws over de Nederlandse politiek, het weer, onderwijs en nieuws over hun eigen land in de Nederlandse media. Wel lezen ze het nieuws graag in hun eigen taal, maar daarbij moet worden opgemerkt dat Sametipour vluchtelingen in asielzoekerscentra interviewde die de Nederlandse taal hoogstwaarschijnlijk nog niet machtig zijn. De bevindingen van Sametipour geven aan dat Facebook niet over het hoofd mag worden gezien als het gaat om de nieuwsbehoeften van nieuwkomers. Ook hier kan de NPO op inspelen.

2.3.5 Toegangspoort of integratiefuik?

De Facebookgroepen fungeren volgens Sametipour (2017) vooral als een soort toegangspoort: ze geven toegang tot informatie en nieuws over Nederland. NPO’s Net in Nederland gebruikt hun Facebookpagina ook om nieuwkomers naar het nieuws op de website te leiden (vertrouwelijk publieksonderzoek, april 2017). De Facebookgroepen die Sametipour bespreekt, brengen mensen met elkaar in verbinding en creëren ruimte voor het uitwisselen van ervaringen. Een interessante vraag is of het gebruik van deze etnische media, zoals Facebookgroepen, de nieuwkomers naar het Nederlandse nieuws toe leidt en ze helpt bij het acculturatieproces, of dat het ze hier juist van wegdrijft omdat ze door etnische media te gebruiken reeds worden voorzien in hun nieuwsbehoefte.

Daarnaast zouden de nieuwe media ook de functie van toegangspoort, ofwel de bridging role van het medium televisie over kunnen nemen. Deze vragen bieden interessante aanknopingspunten voor dit onderzoek.

(23)

2.4 Samenvatting

In deze twee theoretische hoofdstukken kwam allereerst aan bod hoe nieuwsberichtgeving bijdraagt aan de werking van een democratie als die van Nederland.

Nieuws heeft een rol in de publieke sfeer, ofwel het rationale debat tussen geïnformeerde burgers dat plaatsvindt in de samenleving. Ook kan nieuws zorgen voor een gezamenlijk referentiekader op de wereld, waardoor een zogenaamde imagined community ontstaat.

Nieuws kan mensen ten slotte socialiseren op politiek gebied, waardoor ze ook daadwerkelijk gaan participeren in een samenleving. Al deze componenten – geïnformeerde burgers, het ontstaan van een community en politiek gesocialiseerde burgers – zijn belangrijk voor het goed functioneren van een democratie. Daarom zijn ze van groot belang bij de integratie van nieuwkomers, van wie wordt verwacht dat ze op termijn volledig deelnemen aan onze samenleving.

Nieuwkomers zijn andere nieuws- en mediagebruikers dan Nederlanders die al langer in Nederland wonen. Nieuwkomers hebben namelijk vaak een dubbele identiteit omdat ze zich verbonden voelen met zowel het land van herkomst als het gastland – in dit geval Nederland. Nieuwkomers zijn daardoor vaak kritische mediagebruikers met een grote nieuwshonger; ze consumeren zowel nieuws uit hun land van herkomst als uit hun gastland en via internationale media. Nieuwkomers herkennen zichzelf vaak niet in Nederlands nieuws en in nieuws over hun land van herkomst, waardoor ze soms geneigd zijn het Nederlandse nieuws niet te volgen. Het Nederlandse nieuws kan echter een belangrijke rol kan spelen bij hun integratie in Nederland. Daarom is het van belang dat nieuws in en over Nederland goed aansluit op de behoeften van nieuwkomers. Zo kunnen zij Nederland bijvoorbeeld via de televisie steeds beter leren kennen en kan televisie een overbruggende rol spelen bij de acculturatie van het land van herkomst naar Nederland.

De rol van nieuwe media moet daarbij niet onderschat worden, want veel nieuwkomers actief zijn op bijvoorbeeld Facebook en Twitter.

(24)

3. Onderzoeksopzet

3.1 Doel en onderzoeksvragen

Deze scriptie veronderstelt dat de consumptie van nieuwsmedia nieuwkomers kan helpen bij de integratie in Nederland. Er is echter nog maar weinig (Nederlands) onderzoek gedaan naar de bijdrage van media op het gebied van integratie van nieuwkomers. Dit onderzoek heeft daarom als doel om de nieuwsbehoeften van Arabischtalige nieuwkomers in Nederland in kaart te brengen en te onderzoeken of en hoe de huidige Nederlandse nieuwsberichtgeving daaraan tegemoet kan komen. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt: ‘Welke rol spelen nieuws en Nederlandse media bij de integratie van Arabische nieuwkomers in Nederland?’ Om een antwoord te kunnen geven op deze hoofdvraag, is een drietal deelvragen opgesteld:

RQ 1 Welke nieuwsbehoefte bestaat er onder Arabische nieuwkomers in Nederland en welke rol spelen nieuws en Nederlandse media bij integratie?

RQ 2 Hoe denken inburgeringsdocenten over de nieuwsbehoefte van Arabische nieuwkomers en de rol van nieuws en Nederlandse media bij integratie?

RQ 3 Hoe denken journalisten over de nieuwsbehoefte van Arabische nieuwkomers en de rol van nieuws en media bij integratie?

Naast Arabische nieuwkomers zijn inburgeringsdocenten ook onderdeel van de onderzoeksdoelgroep. Dit vanwege een vijftal redenen, namelijk: (1) sommige nieuwkomers spreken de taal niet dusdanig goed dat zij al hun ervaringen en meningen goed kunnen benoemen; inburgeringsdocenten kunnen deze ervaringen verduidelijken, weerleggen of van context voorzien. (2) Nieuwkomers kunnen vanwege hun andere culturele achtergrond geneigd zijn om sociaal wenselijke antwoorden te geven die inburgeringsdocenten kunnen doorzien en benoemen, (3) inburgeringsdocenten kunnen behoeften en patronen van nieuwkomers verklaren vanuit hun ervaring met deze doelgroep en (4) inburgeringsdocenten kunnen inzicht verschaffen in een eventueel verschil in perspectief op nieuws voor nieuwkomers vanuit de Nederlandse en de Arabische cultuur. Ten slotte kunnen inburgeringsdocenten (5) kennis en kunde verschaffen als het gaat om de rol van nieuws bij het inburgeringstraject en overheidsbeleid op dit gebied.

Aan de hand van de hierboven genoemde onderzoeksvragen wordt een constructieve aanbeveling geformuleerd op basis waarvan nieuwkomers wellicht beter kunnen worden voorzien in hun nieuwsbehoeftes. Daarom is een laatste, vierde deelvraag opgesteld:

RQ4 Hoe kan de Nederlandse journalistiek rekening houden met de nieuwsbehoeften

en het mediagebruik van Arabische nieuwkomers en de representatie van deze

groep Nederlanders in het medialandschap?

(25)

Om deelvragen drie en vier te kunnen beantwoorden, is een tweetal journalisten toegevoegd aan de onderzoeksdoelgroep. De triangulatie van nieuwkomers, journalisten en inburgeringsdocenten in dit onderzoek biedt een gelaagd, betrouwbaar en holistisch perspectief op de rol van nieuws voor nieuwkomers bij integratie, omdat deze drie actoren elk een rol spelen in een al dan niet soepel verlopend integratietraject.

3.2 Arabische nieuwkomers

Onder Arabische nieuwkomers worden in dit onderzoek alle nieuwkomers uit Arabische landen verstaan. Op dit moment komen de meeste nieuwkomers in Nederland uit Syrië, maar ook uit omliggende landen zoals Irak, Iran en Palestina zijn de afgelopen jaren vluchtelingen naar Nederland gekomen. Arabische nieuwkomers verschillen wezenlijk van nieuwkomers uit Afrikaanse landen als Somalië en Eritrea als het gaat om opleidingsniveau, geletterdheid en cultuur (Böhne; Stokman; Slotboom; Pietersma;

Toussaint, persoonlijke communicatie, 2017). Daarom richt dit onderzoek zich specifiek op een groep nieuwkomers: mensen uit de Arabische wereld.

De meeste Arabische nieuwkomers komen volgens Vluchtelingenwerk Nederland (“Syrië:

miljoenen mensen op drift”, z.j.) uit Syrië, vanwaar 11 miljoen mensen gevlucht zijn voor de burgeroorlog die daar sinds 2011 woedt. Ook in Irak is het na een achtjarige oorlog nog steeds niet veilig en in buurland Iran geldt ondanks hervormingsbeloften politieke repressie. Mensenrechten worden door het regime geschonden en ook persvrijheid en vrijheid van meningsuiting is volgens Vluchtelingenwerk Nederland (“Landen van herkomst”, z.j.) beperkt. De manier waarop de pers werkt in deze landen, maakt Arabische nieuwkomers kritische mediagebruikers. Zij vertrouwen het nieuws in Nederland niet blindelings omdat de staat in hun land van herkomst op een andere manier met de media omgaat (Dorothé Pietersma, persoonlijke communicatie, 4 december 2017). Daarnaast verschilt de Arabische cultuur van de Westerse op het gebied van geloof en gebruiken.

Nederlandse (nieuws)media kunnen als socialisatiemiddel dienen om de normen, waarden en cultuur in ons land te begrijpen. Wat Arabische nieuwkomers volgens inburgeringsdocenten typeert, is het opleidingsniveau. In de regel zijn zij volgens inburgeringsdocenten geletterd en hebben ze onderwijs gevolgd in het land van herkomst, wat het inburgeringsproces in Nederland versoepelt. Zij leren de taal relatief snel doordat ze al een schrift beheersen. Bovendien zijn velen van hen gemotiveerde inburgeraars (Pietersma, Tousssaint; persoonlijke communicatie, 2017), wat bijdraagt aan een succesvol inburgeringstraject. Arabische nieuwkomers zijn ten slotte overwegend moslim, maar er zijn ook christenen, koerden, joden en andere

‘minderheden’ statushouder in Nederland volgens Vluchtelingenwerk Nederland (“Wanneer ben je een vluchteling?”, z.j.).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

4 Omdat ik het eens ben met het standpunt van deze partij over een bepaald thema 5 Omdat ik het niet eens ben met de andere politieke partijen. 6 Omdat deze partij het goed doet in

Het is voor dit type heel belangrijk te weten dat zijn werk goed gewaardeerd wordt, anders kan hij gedemotiveerd raken.. Middelpunt van de aandacht zijn, vindt een Ram leuk, maar het

Het is nog niet af, de veteraan zegt: “Ik wil nog iets.” Vaak moet dan het hele verhaal nog eens verteld worden, iets waar bij andere hulpverleners de ruimte en tijd

Op een goed moment hoorde ik het meisje met de krullen zeggen: ‘…maar ik ken jouw opa helemaal niet.’ ‘Nee’, zei de ander, ‘en dat zal ook niet snel gebeuren: hij

Kerk in Actie heeft inmid- dels voor ruim 600 plaatsen in Nederland collectecoördinatoren en collectanten geworven, maar is nog op zoek naar collectanten.. Wilt u zich inzetten

Eén van de doelen uit het jaarplan is het optimaliseren van de ICT-omgeving. Sinds enkele weken werken wij op ’t Startnest met chromebooks. Na enige opstartproblemen, worden ze

Grill Fiat in zwarte kleur en donker koplampen O / Design Pack Fiat LP1. Mistlampen voor Fiat O / Safety

Met een grote speeltuin en kinderboerderij op enige tientalen meters afstand en het winkelcentrum op loopafstand ligt deze zeer goed onderhouden 5-kamerwoning gesitueerd op