• No results found

Juni 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Juni 2017 "

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag

Scriptorium NHL Hogeschool Leeuwarden

Ilse Wilpstra (s2577526) Damsterkade 7a

9711 SE Groningen

Opleiding: Neerlandistiek

Stagebegeleider NHL: José Bruining

Stagedocent RUG: Jacqueline van Kruiningen Inleverdatum: 25-06-2017

Juni 2017

(2)

VOORWOORD

Voor u ligt het verslag dat het einde markeert van mijn stage en mijn master Neerlandistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). De stage vond plaats bij het Scriptorium van de NHL Hogeschool, van februari tot en met juni. Als invulling van deze stage heb ik een complete trainingslijn ontwikkeld voor de schrijftutoren van het Scriptorium. Deze trainingslijn bestaat uit twee onderdelen: een onderdeel gericht op gespreksvoering en een onderdeel gericht op scriptie. De combinatie van deze twee onderdelen biedt een goede voorbereiding voor de (aanstaande) schrijftutoren van het Scriptorium.

Het resterende deel van dit voorwoord wil ik benutten om mijn dank uit te spreken voor de fijne begeleiding tijdens mijn stage. In de eerste plaats wil ik mijn stagebegeleider van de Rijksuniversiteit Groningen, Jacqueline van Kruiningen, bedanken voor het delen van haar kennis en materiaal over schrijfcoachgesprekken. Ook wil ik José Bruining, mijn begeleider vanuit het Scriptorium van de NHL, bedanken voor haar goede hulp en nuttige overlegmomenten. Verder wil ik mijn mede-stagiaire, Albertine Nanninga, bedanken voor de inspirerende overlegmomenten en de gezellige tijd die we hebben gehad.

Veel plezier met het lezen van mijn stageverslag!

Ilse Wilpstra

Groningen, 25 juni 2017

(3)

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD ... 1

INLEIDING ... 3

DE ORGANISATIE ... 4

DE NHLHOGESCHOOL ... 4

HET SCRIPTORIUM ... 4

HET STAGEPLAN ... 6

GLOBALE OMSCHRIJVING VAN DE INHOUD ... 6

TIJDPAD ... 6

LEERUITKOMSTEN MET DE TE VERWERVEN COMPETENTIES ... 7

AARD EN FREQUENTIE VAN DE BEGELEIDING ... 7

HET VERLOOP ... 8

JANUARI ... 8

FEBRUARI ... 8

MAART ... 8

APRIL ... 9

MEI ... 10

JUNI ... 10

EVALUATIE ... 12

HET EIGEN HANDELEN EN DE EIGEN COMPETENTIES ... 12

HET REALISEREN VAN DE PERSOONLIJKE LEERUITKOMSTEN ... 12

DE TOEPASBAARHEID VAN DE IN DE OPLEIDING VERWORVEN KENNIS, VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES ... 13

DE BEGELEIDING VAN DE STAGE ... 14

HET NUT VAN DE STAGE VOOR HET MAKEN VAN ADEQUATE LOOPBAANKEUZES IN DE TOEKOMST 15 CONCLUSIE ... 16

BIBLIOGRAFIE ... 17

(4)

INLEIDING

Binnen de masteropleiding Neerlandistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is stagelopen een verplicht onderdeel. Tijdens een stage doe je werkervaring op en kan je datgene wat je tijdens je opleiding hebt geleerd in de praktijk brengen. Daarnaast biedt een stage vaak een goede opstap bij de verkenning van beroepsperspectieven en blijkt dat een stage de mogelijkheid op een baan na de studie vergroot. Het beleid van de Faculteit der Letteren van de RUG is dat studenten zelf een stage zoeken. Via de vacatureservice van de RUG, Career Strategy, kwam ik bij de stagevacature van het Scriptorium van de NHL Hogeschool Leeuwarden. Ik was gelijk erg enthousiast. Tijdens mijn bachelor Nederlandse Taal en Cultuur ontdekte ik dat ik het interessant vond om mij bezig te houden met schrijfonderwijs. Vandaar dat ik in het laatste jaar van mijn bachelor heb gekozen voor de specialisatie Taalbeheersing. Daarnaast heb ik tijdens mijn master Neerlandistiek het vak Werkterreinen in de Neerlandistiek gevolgd. Vooral de werkcolleges van Jacqueline van Kruiningen over schrijfadvisering vond ik erg boeiend. Na een kort overleg met de stagecoördinator, Sandra van Voorst, heb ik dan ook besloten om een mail te sturen naar de contactpersoon, José Bruining. Het duurde niet lang voordat ik een reactie kreeg en uiteindelijk hebben we op maandag 31 oktober afgesproken in de kantine van het Harmoniegebouw. Tijdens deze afspraak bleek dat er nog iemand geïnteresseerd was in de stage, namelijk Albertine Nanninga. Met z’n drieën hebben we de belangrijkste onderdelen van de stage besproken en José heeft mij tijdens deze afspraak nog enthousiaster gemaakt voor de stage. Blijkbaar was dit enthousiasme wederzijds, want Albertine en ik werden allebei

‘aangenomen’. Nadat we ons stageplan hadden opgesteld en ons stagecontract was goedgekeurd, konden Albertine en ik vanaf februari beginnen met onze stage bij het Scriptorium.

In het volgende onderdeel van dit stageverslag zal ik een korte beschrijving geven van de organisatie. Hierna zal ik het stageplan kort presenteren om vervolgens een beschrijving te geven van het daadwerkelijke verloop van mijn stage. Daarna zal ik in het onderdeel

‘Evaluatie’ reflecteren op (1) het eigen handelen en de eigen competenties, (2) het realiseren van de persoonlijke leeruitkomsten, (3) de toepasbaarheid van de in de opleiding verworven kennis, vaardigheden en attitudes, (4) de begeleiding van de stage en (5) het nut van de stage voor het maken van adequate loopbaankeuzes in de toekomst. De belangrijkste uitkomsten zal ik tot slot in de conclusie presenteren.

(5)

DE ORGANISATIE

De NHL Hogeschool

De NHL Hogeschool is een onderwijsinstelling voor het hoger onderwijs in Nederland. De NHL ontstond op 1 augustus 1987 door een fusie van verschillende scholen voor hoger beroepsonderwijs. Op 1 september 2009 is de naam van de hogeschool omgedoopt van Noordelijke Hogeschool Leeuwarden tot NHL Hogeschool. De hoofdvestiging staat in Leeuwarden, maar er zijn ook vestigingen in Groningen, Zwolle en op West-Terschelling. De hogeschool telt meer dan 12.000 studenten en ruim 1.200 medewerkers (website NHL Hogschool). Er worden 146 opleidingen aangeboden, die kunnen worden onderverdeeld in vijf domeinen: Economie, Management & Communicatie, Techniek, Lerarenopleidingen, Zorg & Welzijn en ICT. Daarnaast verzorgt het Learning Centre uiteenlopende cursussen voor studenten. Het Scriptorium (schrijfcentrum) van de vestiging in Leeuwarden is een dienst van de mediatheek, in samenwerking met het Learning Centre.

Het Scriptorium

Het Scriptorium is eind 2014/begin 2015 ontstaan. Er werd toen een wedstrijd georganiseerd met de titel ‘Teams aan Zet’. Medewerkers van de NHL konden meedoen aan die wedstrijd door een idee te pitchen. De winnaars van deze wedstrijd zouden financiering krijgen om het betreffende idee op te zetten. Ronald Wijnia (teamleider Mediatheek) en Eddie Huitema (docent Taalbeheersing en medewerker Learning Centre) hebben toen het idee van het Scriptorium gepitcht en de wedstrijd gewonnen. Het Scriptorium bestond aanvankelijk uit enkele informatiespecialisten, die ieder op zijn/haar vakgebied gespecialiseerd is in het zoeken en beoordelen van relevante literatuur en het hanteren van de juiste bronvermelding.

Een half jaar later is het Scriptorium uitgebreid met schrijftutoren. Het team van schrijftutoren bestaat uit student-assistenten die door José Bruining zijn aangesteld op basis van hun schrijfvaardigheid en sociale kwaliteiten. De schrijftutoren begeleiden bij het maken van schrijfopdrachten, zoals scripties, (onderzoeks)verslagen en rapporten. Kortom: het Scriptorium biedt ondersteuning bij iedere fase van het schrijfproces.

Het Scriptorium is er voor alle studenten van de NHL Hogeschool. Wanneer studenten schrijfhulp nodig hebben, kunnen zij zich aanmelden bij het Scriptorium via een aanmeldformulier op de website van de NHL. Hierbij kan er een keuze worden gemaakt voor hulp bij het zoeken van informatie/bronvermelding of hulp bij het schrijfproces. In het aanmeldformulier voor hulp bij het zoeken van informatie/bronvermelding moeten de studenten hun persoonlijke gegevens invullen, aangeven in welk studiejaar ze zitten en informatie geven over hun vraag. In het aanmeldformulier voor hulp bij het schrijfproces moeten de studenten hun persoonlijke gegevens invullen, aangeven in welk studiejaar ze zitten, het type tekst doorgeven, de fase van het schrijfproces bepalen en informatie geven over hun vraag. Deze aanmeldformulieren komen terecht bij de medewerkers van de mediatheek en zij koppelen een schrijfhulpvraag aan een informatiespecialist en/of schrijftutor. De schrijftutor krijgt hier bericht van en moet vervolgens binnen drie dagen contact opnemen met de betreffende student voor het plannen van een schrijfcoachgesprek.

Een schrijfcoachgesprek duurt ongeveer 30 tot 45 minuten. Op dit moment bestaat de groep schrijftutoren van het Scriptorium uit veertien student-assistenten, onder wie één Engelse

(6)

tutor. Hoewel het Scriptorium nu vooral is gericht op het Nederlands, komen er steeds meer aanvragen binnen voor schrijfhulp bij het Engels.

Als locatie voor het Scriptorium is gekozen voor een niet-afgesloten ruimte in de Mediatheek. Achter de balie van de Mediatheek staan enkele ronde tafels die gereserveerd zijn voor schrijfcoachgesprekken. Wanneer er geen schrijfcoachgesprekken plaatsvinden, mogen deze tafels gebruikt worden door andere studenten. Daarnaast staat er een tafel met daarop enkele handboeken over schrijven.

(7)

HET STAGEPLAN

Globale omschrijving van de inhoud

In eerste instantie was ik van plan om mij te verdiepen in het materiaal dat de schrijftutoren van het Scriptorium ter beschikking hebben om zich voor te bereiden op de gesprekken met studenten. Echter, na een aantal weken heb ik besloten om mijn stageplan te wijzigen. Door het contact met andere schrijfcentra ben ik namelijk tot de conclusie gekomen dat er wel materiaal beschikbaar is dat de schrijftutoren kunnen gebruiken. Hierbij denk ik aan handboeken, zoals Leren Communiceren en het Handboek Academisch Schrijven, maar ook aan websites, zoals onzetaal.nl en taalunieversum.org. Het kan nog steeds nuttig zijn om dit materiaal grondig te bestuderen en uit te zoeken welke onderdelen relevant kunnen zijn, maar door het contact met andere schrijfcentra ben ik tot het inzicht gekomen dat het voor het Scriptorium van de NHL van groter belang is om een trainingslijn op te zetten voor de schrijftutoren. Bij andere schrijfcentra is het namelijk gebruikelijk dat aankomende schrijftutoren een uitgebreide reeks trainingen volgen. Deze trainingen bestaan over het algemeen uit vier dagdelen van 2,5 tot 3 uur. Tijdens deze bijeenkomsten worden bijvoorbeeld gesprekstechnieken, houdingen en casussen besproken. Daarnaast kijken aankomende schrijftutoren vaak een keer mee bij een ervaren collega en/of voeren ze zelf een tutorgesprek met een ervaren collega erbij. Naar mijn idee hebben de schrijftutoren van het Scriptorium ook baat bij een dergelijke training. Tijdens een vergadering in januari 2017 viel mij namelijk op dat verschillende schrijftutoren onzeker waren over zichzelf. Ze vroegen zich af of ze een gesprek wel juist voerden en gaven hierbij ook aan het fijn te vinden als iemand een keer mee zou kijken. Daarnaast viel mij op dat veel schrijfhulpaanvragen betrekking hebben op het schrijven van een scriptie. De meeste schrijftutoren hebben zelf echter nog nooit een scriptie geschreven en weten dus niet goed hoe ze daarbij hulp moeten bieden.

In het eerste stageplan stond verder dat ik enkele coachgesprekken van schrijftutoren zou bijwonen en zelf ook coachgesprekken zou voeren. Op deze manier zou ik een goed beeld krijgen van de aard en het rendement van de gesprekken die worden gevoerd binnen het Scriptorium. Dit onderdeel van het stageplan is ongewijzigd gebleven.

Tijdpad

Voor de specifieke taken die ik tijdens mijn stage zou uitvoeren, had ik het volgende tijdpad opgesteld:

December 2016 Inschrijven bij het Mobility Office Inschrijven voor het vak in ProgRESS Definitief stageplan opstellen

Stagecontract invullen en inleveren bij het Mobiliy Office

Januari Vergadering met (zoveel mogelijk) schrijftutoren Contact opnemen met andere schrijfcentra

Februari Start stage: oriënteren op werkzaamheden

Beschikbare materiaal van het Scriptorium verkennen

(8)

Ontwerpen van een analysemodel

Maart Bezoekjes brengen aan/contact met andere schrijfcentra Verzamelen/bestuderen van literatuur

Meekijken bij een cursus van het Learning Centre Globale opzet van de trainingen maken

April Bestuderen van literatuur

Globale opzet van de trainingen uitwerken Tutorgesprekken bijwonen/uitvoeren

Mei Inleveren conceptversie

Conceptversie aanpassen op basis van feedback Juni Inleveren definitieve versie

Leeruitkomsten met de te verwerven competenties

Ik heb in het eerste stageplan de volgende vier leeruitkomsten geformuleerd:

1. Ik kan adequaat functioneren in de organisatie.

2. Ik kan samenwerken met andere organisaties.

3. Ik kan een effectief coachgesprek voeren met iemand die hulp nodig heeft bij het schrijven.

4. Ik kan instructiemateriaal/didactische informatie op een adequaat selecteren, analyseren, pretesten, aanpassen en bundelen tot een fysiek eindproduct.

Aard en frequentie van de begeleiding

In het stageplan stond aangegeven dat ik ongeveer één keer in de twee/drie weken met de stagegever, José Bruining, zou afspreken om de gang van zaken te bespreken. Aangezien Albertine Nanninga ook zou stagelopen bij het Scriptorium, was het plan dat we telkens met z’n drieën zouden afspreken. Met de stagedocent, Jacqueline van Kruiningen, zou ik minimaal drie keer de voortgang bespreken: aan het begin, in het midden en aan het einde van

(9)

HET VERLOOP

In dit onderdeel zal ik het verloop van de stage bespreken door per maand te beschrijven welke werkzaamheden ik heb uitgevoerd.

Januari

Voordat de stage officieel begon, hebben Albertine en ik in januari een vergadering met de schrijftutoren bijgewoond. Deze vergadering bestond uit twee delen: een overzicht van de stand van zaken en een intervisie. Tijdens de intervisie bleek dat de studenten die schrijfhulp vragen van tevoren geen (onderdeel van een) tekst inleveren bij de schrijftutoren. Er is op dat moment gelijk besloten dat dit in het vervolg wel gebeurt. Op deze manier kunnen de schrijftutoren, wanneer nodig, de betreffende theorie bestuderen zodat ze goed voorbereid zijn tijdens het schrijfcoachgesprek.

Februari

Op onze eerste stagedag (dinsdag 7 februari) kregen Albertine en ik een medewerkerspas waarmee we overlegruimtes konden openen en voor onszelf konden reserveren. Voor de eerste twee weken van onze stageperiode had José voor ons een overlegruimte gereserveerd waar we elke dinsdag en woensdag gebruik van konden maken.

Tijdens deze twee weken heb ik ten eerste contact opgenomen met andere schrijfcentra, te weten: het Schrijfcentrum van de universiteit van Amsterdam, het Schrijfcentrum van de Haagse Hogeschool, het Schrijfcentrum van de universiteit van Leiden, het Scriptorium van de universiteit van Tilburg, het Hanze Juridisch Schrijfcentrum van de Hanzehogeschool in Groningen, het Skills Lab van de universiteit van Utrecht, het Academisch Schrijfcentrum van de universiteit van Nijmegen en het Wageningen Writing Lab. Ten tweede heb ik tijdens de eerste twee stageweken het bestaande materiaal van het Scriptorium bestudeerd. Dit materiaal bestaat uit: (1) een informatieboekje, (2) een overzicht van algemene vragen, (3) een overzicht van vragen specifiek gericht op het schrijven van een scriptie, (4) een overzicht van signaalwoorden, (5) een lijstje met tips en (6) een overzicht van bruikbare literatuur. Ten derde heb ik tijdens de eerste stageweken literatuur verzameld over schrijfcoachgesprekken en ten vierde hadden Albertine en ik in deze periode ons eerste voortgangsgesprek met José.

Maart

Na de eerste twee stageweken was het voorjaarsvakantie en tijdens deze vakantie ben ik naar aanleiding van mijn mailcontact met andere schrijfcentra gaan nadenken over mijn onderwerp: het materiaal dat de schrijftutoren ter beschikking hebben om zich voor te bereiden op de gesprekken. Door mijn contact met andere schrijfcentra kwam ik tot de conclusie dat de schrijftutoren beter voorbereid konden worden door hen een reeks trainingen te laten volgen. Na de vakantie heb ik mijn gedachten tijdens een overleg gedeeld met Jacqueline, José en Albertine en naar aanleiding van dit overleg heb ik mijn stageplan aangepast.

Verder moesten Albertine en ik na de vakantie zelf overlegruimtes reserveren. Echter, dit bleek lastiger dan gedacht want alle overlegruimtes waren volgens de roostermakers

(10)

volgeboekt. Het gevolg hiervan was dat Albertine en ik ronddwaalden door de NHL, op zoek naar een werkplek. Hier voelden we ons niet prettig bij. Daarnaast hadden we beide behoefte aan ‘mensen om ons heen’. Niemand rekende namelijk op onze aanwezigheid en we hadden, behalve elkaar, niemand om mee te overleggen. Hierover zijn we in gesprek gegaan met José, en zij heeft uiteindelijk een vaste werkplek bij het Learning Centre voor ons geregeld voor de dinsdag. Het Scriptorium is, zoals eerder gezegd, een dienst van het Learning Centre, vandaar de keuze voor deze werkplek. Voor de woensdag zou het Learning Centre in het vervolg ook een vaste werkplek voor ons regelen, maar dan buiten hun kantoor.

Op maandag 13 maart ben ik samen met Albertine naar het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN) geweest. Daar hebben we een leuk, maar vooral interessant gesprek gehad met Griet Coupé en Inge Eijkhout. Tijdens het gesprek hebben Griet en Inge onder andere verteld over het ontstaan van het ASN, over de selectieprocedure van de schrijftutoren, over de promotie van het ASN, over de trainingen die de tutoren volgen voordat ze daadwerkelijk beginnen als schrijftutor, over de ruimtelijke indeling van het ASN en over de eventuele verschillen tussen het HBO en het WO. Wat me vooral is bijgebleven, is het feit dat er binnen het ASN ongeveer 2000 schrijfcoachgesprekken per jaar plaatsvinden.

Ter vergelijking: bij het Scriptorium van de NHL vinden ongeveer 100 gesprekken per jaar plaats. Verder vertelden Griet en Inge dat de schrijftutoren van het ASN allemaal ongeveer één dag in de week fysiek aanwezig zijn. Tijdens deze dag voeren ze dan schrijfcoachgesprekken, maar daarnaast heeft elke tutor ook een extra taak, bijvoorbeeld het verzorgen van de Facebookpagina. Tot slot gaven Griet en Inge tijdens het gesprek aan dat de trainingen die de schrijftutoren volgen voordat ze daadwerkelijk beginnen als tutor, voornamelijk gericht zijn op het sociale aspect en de gespreksvaardigheden.

In de weken na ons bezoek aan het ASN ben ik voornamelijk bezig geweest met het lezen van literatuur over schrijfcoachgesprekken en schrijfadvisering en tot slot hebben Albertine en ik tijdens deze periode twee trainingen van José bijgewoond. Eén training was gericht op spelling en één gericht op stijl. Wat mij tijdens deze trainingen opviel, was dat, ondanks het geen verplichte trainingen zijn, de studenten in groten getale aanwezig waren.

April

In de maand april ben ik begonnen met het opzetten van een globale structuur van de trainingen, maar omdat ik het lastig vond om te bepalen hoe zoiets eruit zou moeten zien, heb ik contact opgenomen met Jacqueline. Tijdens onze afspraak op maandag 10 april heeft ze mij laten zien wat ze een tijd geleden heeft gedaan bij trainingen voor het toenmalige

(11)

moeite had met het schrijfproces in het algemeen, met het formuleren van zinnen, met de structuur van haar tekst en met de bronvermelding volgens APA. Ik heb van tevoren een deel van haar tekst gelezen en kon me wel vinden in deze probleemaanduidingen. Tijdens het gesprek hebben we haar problemen besproken, heeft ze vragen gesteld en heb ik haar tips meegegeven.

Mei

In de weken na de meivakantie ben ik bezig geweest met het uitwerken van de globale structuur van de trainingen. Dit heb ik gedaan door bij iedere training een PowerPoint te maken met daarin citaten, video’s, voorbeelden, opdrachtbeschrijvingen, etc. Daarnaast heb ik in de weken na de meivakantie nog twee schrijfcoachgesprekken gevoerd. Het eerste gesprek was met een meisje die bezig was met de eerste versie van haar scriptie. Ze gaf van tevoren aan dat ze moeite had met het schrijfproces in het algemeen. Tijdens het gesprek bleek dat ze vooral onzeker was over wat ze tot dan toe had geschreven, omdat ze geen idee had hoe een goede scriptie eruit moest zien. Kortom, ze had vooral aanmoedigende woorden nodig waardoor ze weer gemotiveerd was om verder te werken aan haar scriptie. Het tweede gesprek was met een meisje die bezig was met de tweede versie van haar scriptie. Ze gaf van tevoren aan dat ze voornamelijk moeite had met het schrijfproces in het algemeen, met het formuleren van zinnen, met het indelen van alinea’s en met de structuur van haar tekst.

Echter, aan het begin van het gesprek bleek dat ze dyslexie heeft. Een groot deel van ons gesprek bestond uit het praten over dit probleem, maar aan het einde van het gesprek heb ik haar een paar tips meegegeven waardoor ze haar scriptie op het gebied van formuleren kon verbeteren.

Juni

Tijdens de laatste weken van mijn stageperiode ben ik bezig geweest met het bundelen van al mijn informatie tot een fysiek eindproduct. In dit eindproduct wordt onder andere een globaal overzicht gegeven van elke training met daarin (1) het onderwerp, (2) de duur, (3) de opzet, (4), de activiteiten van de (aanstaande) schrijftutoren, (5) de activiteiten van de trainer en (6) het benodigde materiaal. Dit globaal overzicht wordt vervolgens uitgewerkt; er worden per onderwerp doelen geformuleerd en eventuele opdrachten beschreven. Verder heb ik een verantwoording van mijn keuzes voor bepaalde onderwerpen en werkvormen toegevoegd.

Op onze laatste stagedag (dinsdag 20 juni) hebben Albertine en ik als afsluiting een presentatie gegeven over onze werkzaamheden en ervaringen tijdens onze stage. Bij deze presentatie waren twee schrijftutoren aanwezig, maar ook enkele medewerkers van de mediatheek, een medewerker van het Learning Centre en natuurlijk José. Helaas kon Jacqueline er niet bij zijn. Tijdens de eindpresentatie hebben Albertine en ik kort verteld wie we zijn, welke opleiding we volgen en wat we hebben gedaan tijdens de stage. Hierna heeft Albertine uitgelegd hoe schrijfcentra zijn ontstaan, welke schrijfcentra er in Nederland bestaan en wat een schrijfcentrum precies is. Vervolgens heb ik een kort verslag gedaan van ons bezoek aan het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen. Daarna heeft Albertine haar evaluatierapport gepresenteerd door de onderzoeksmethode, de resultaten en de

(12)

aanbevelingen te bespreken. Aan het einde heb ik de onderwerpen van mijn trainingen gepresenteerd. Ik wilde hier niet te diep op ingaan, omdat er ook schrijftutoren aanwezig waren en de trainingen voor hen dan niet meer ‘nieuw’ waren. Zowel tijdens als na de presentatie raakten we met de aanwezigen in gesprek over onder andere de uitvoering van de aanbevelingen van Albertine en de praktische zaken rondom de door mij bedachte trainingen.

Onze presentatie werd enthousiast ontvangen en ik vond het leuk om te horen dat iedereen zeer positief was over zowel onze werkzaamheden als onze presentatievaardigheden.

Tot slot hebben Albertine en ik onze eindproducten uitgewisseld; ik heb Albertine haar eindrapport doorgelezen en voorzien van feedback, en vice versa. Overigens hebben Albertine en ik gedurende onze stage veel overlegmomenten gehad. Deze overlegmomenten waren niet alleen gezellig, maar zeker ook nuttig. Door onze opdrachten en gedachten te bespreken kwamen we beide tot nieuwe inzichten.

(13)

EVALUATIE

Het eigen handelen en de eigen competenties

Achteraf gezien ben ik tevreden over mijn eigen handelen tijdens de stage. Ik heb de afgelopen weken namelijk aangetoond dat ik goed zelfstandig kan werken. Daarnaast heb ik het gevoel dat ik echt iets voor de organisatie heb kunnen betekenen. Uit het evaluatierapport van mijn mede-stagiaire, Albertine Nanninga (2017), blijkt dat 14.3% van de schrijftutoren van het Scriptorium tevreden is over de voorbereiding die zij krijgen, de rest is neutraal of ontevreden. Hieruit kan worden opgemaakt dat er wel degelijk behoefte is aan een betere voorbereiding van de schrijftutoren. Een van de aanbevelingen van Albertine was dan ook om een training in te voeren voor nieuwe en bestaande schrijftutoren. Doordat ik een kant-en- klare trainingslijn heb ontwikkeld, kan het Scriptorium al heel gauw aan de slag met het bewerkstelligen van deze aanbeveling.

Echter, doordat ik zelfstandig met mijn stageopdracht bezig was, moet ik toegeven dat ik niet elke week twee dagen fysiek aanwezig was in de NHL. De werkzaamheden die ik daar uitvoerde kon ik namelijk ook thuis of in het Harmoniegebouw uitvoeren, en omdat ik toch geen collega’s had was ik minder gemotiveerd om naar Leeuwarden te reizen. Echter, vanaf het moment dat er een werkplek binnen het Learning Centre voor onze beschikbaar kwam, merkte ik dat ik meer gemotiveerd was om toch heen te gaan. Vanaf dat moment rekenden er namelijk wel mensen op mijn aanwezigheid.

Het realiseren van de persoonlijke leeruitkomsten

In het stageplan heb ik de volgende leeruitkomsten geformuleerd:

1. Ik kan adequaat functioneren in de organisatie.

2. Ik kan samenwerken met andere organisaties.

3. Ik kan een effectief coachgesprek voeren met iemand die hulp nodig heeft bij het schrijven.

4. Ik kan instructiemateriaal/didactische informatie op een adequaat selecteren, analyseren, pretesten, aanpassen en bundelen tot een fysiek eindproduct.

Ik vind het moeilijk om te bepalen of ik aan de eerste leeruitkomst heb voldaan. Enerzijds heb ik wel degelijk een belangrijke functie uitgevoerd binnen de NHL, namelijk het ontwikkelen van een trainingslijn voor de tutoren van het Scriptorium. Anderzijds ben ik tijdens mijn stage vooral individueel bezig geweest. Ik heb wel veel overlegd met Albertine, en af en toe met José en Jacqueline, maar ik heb niet het gevoel gehad dat ik binnen het Scriptorium, of binnen de NHL een medewerker was; ik voelde me niet ‘een van hen’. Dit kwam mede door het feit dat Albertine en ik, behalve elkaar, geen directe collega’s hadden. Nadat José voor ons een vaste werkplek had geregeld bij het Learning Centre voor de dinsdag, voelde het al wel beter.

Er waren nu in ieder geval mensen die op onze aanwezigheid rekenden. Echter, directe collega’s hadden we nog steeds niet. De medewerkers van het Learning Centre waren namelijk vooral bezig met hun werkzaamheden en wij waren bezig met onze stageopdrachten.

Desondanks moet ik toegeven dat ik mij, mede door de vele overlegmomenten met Albertine,

(14)

goed heb gered tijdens de stage. Daarnaast besef ik mij ook dat een betere optie simpelweg niet mogelijk was.

Wat betreft de tweede leeruitkomst denk ik dat ik daar wel aan heb voldaan. Vooral aan het begin van mijn stage heb ik veel mailcontact gehad met andere schrijfcentra. Zij reageerden allemaal zeer enthousiast op mijn mail en de meesten van hen nodigden mij ook uit voor een gesprek. Daarnaast was dit mailcontact zeer nuttig. Hierdoor ben ik namelijk tot het inzicht gekomen dat ik mijn stageplan moest aanpassen. Verder kwam ik door het bezoekje aan het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen tot nieuwe inzichten. Bovendien was het zeer interessant om te zien hoe een goedlopend schrijfcentrum is opgebouwd.

Hoewel ik van tevoren had gedacht dat ik meer schrijfcoachgesprekken zou voeren dan ik daadwerkelijk heb gedaan, denk ik dat ik na drie schrijfcoachgesprekken wel kan concluderen dat ik aan de derde leeruitkomst heb voldaan. De reacties van alle drie de schrijfsters waren namelijk positief. Bij de eerste schrijfster bleek dit uit het feit dat ze zeer verwonderd was over mijn kennis van de Nederlandse Taal. Bij de tweede schrijfster bleek dit uit het feit dat ze weer gemotiveerd was om verder te werken aan haar scriptie en de derde schrijfster gaf aan dat ze het erg fijn vond om met mij te praten over haar dyslexie en over oplossingen voor dit probleem. Bovendien heb ik door het lezen van literatuur en door het ontwikkelen van een trainingslijn de beste voorbereiding gehad die een schrijftutor zich maar kan wensen.

De vierde en tevens laatste leeruitkomst is gebaseerd op de eerste versie van mijn stageplan. Toch kan ik zeggen dat ik gedeeltelijk aan deze leeruitkomst heb voldaan. Voor het ontwikkelen van de trainingslijn - wat ook instructiemateriaal is - heb ik namelijk veel literatuur verzameld. Uit deze literatuur heb ik enkele onderwerpen gekozen die ik wilde gebruiken voor mijn trainingslijn en uiteindelijk heb ik alle informatie kunnen bundelen tot een fysiek eindproduct. Ik heb het materiaal alleen niet gepretest.

Tot slot kan ik nog een leeruitkomst toevoegen, namelijk dat ik weet hoe schrijftutoren het beste voorbereid kunnen worden op een schrijfcoachgesprek. Dat hierbij het sociale aspect en de gespreksvoering voorop staan, is mij duidelijk geworden door het gesprek met Griet en Inge van het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen.

De toepasbaarheid van de in de opleiding verworven kennis, vaardigheden en attitudes

Pas tijdens de laatste twee jaar van mijn opleiding kwam ik in aanraking met de onderwerpen schrijfonderwijs en schrijfadvisering. In het laatste jaar van mijn bachelor Nederlandse Taal

(15)

gebruiken. Echter, ik miste de kennis over schrijfcoaching en het opzetten van een schrijftraining.

Daarnaast heb ik tijdens mijn studie enkele vaardigheden ontwikkeld die ik tijdens mijn stage goed kon gebruiken. Zo heb ik ten eerste geleerd om een kritische houding aan te nemen ten aanzien van literatuur. Bij verschillende vakken kreeg ik de opdracht om wetenschappelijke artikelen door te lezen en daarbij kritische vragen te stellen of kritische opmerkingen te maken. Tijdens de beginfase van mijn stage heb ik deze vaardigheid goed kunnen toepassen. Voordat ik daadwerkelijk begon met het ontwikkelen van een trainingslijn, heb ik namelijk relevante literatuur verzameld en deze literatuur kritisch beoordeeld op kwaliteit en bruikbaarheid. Ten tweede heb ik bij het vak Academisch Schrijven en Presenteren geleerd om een goede (academische) tekst te schrijven, maar ook de vele schrijfopdrachten tijdens mijn studie hebben hieraan bijgedragen. Deze vaardigheid kwam van pas tijdens de laatste fase van mijn stage, namelijk bij het omzetten van mijn ideeën in tekst. Deze ideeën moesten duidelijk op papier komen, zodat degene die de trainingen gaat geven ook daadwerkelijk weet wat hij/zij moet doen. Een goede structuur was dus noodzakelijk. Ten derde heb ik bij het eerder genoemde vak geleerd hoe je een goede presentatie moet geven. Deze vaardigheid kwam van pas tijdens de eindpresentatie die Albertine en ik op onze laatste stagedag hebben gegeven. Aan het einde van deze presentatie kregen we van meerdere mensen complimenten over onze presentatievaardigheden. Dat was erg leuk om te horen!

De begeleiding van de stage

In het stageplan stond geschreven dat ik één keer in de twee/drie weken met José en Albertine zou afspreken om de gang van zaken te bespreken. Dit zou betekenen dat we ongeveer zes à zeven keer bijeen zouden komen. Echter, dit is er mede door ziekte bij José en Albertine niet van gekomen. In totaal hebben we namelijk maar vier keer afgesproken: op 7 februari, 7 maart, 28 maart en 23 mei. Tijdens de eerste afspraak op 7 maart hebben we het vooral gehad over enkele praktische zaken, zoals een werknemerspas, een werkplek, een mailadres, etc. Bij de tweede afspraak op 7 maart was Jacqueline ook aanwezig. Tijdens deze afspraak hebben we het gehad over mijn gewijzigde stageplan en over onze werkplek. Tijdens de laatste twee afspraken, op 28 maart en 23 mei, hebben Albertine en ik aan José voorgelegd hoe onze eindproducten er ongeveer uit zouden gaan zien en hebben we een datum geprikt voor onze eindpresentatie.

Verder stond in het stageplan geschreven dat ik minimaal drie keer met Jacqueline zou afspreken om de voortgang van de stage te bespreken: aan het begin, in het midden en aan het einde. De afspraken aan het begin en in het midden van de stage hebben al plaatsgevonden en de afspraak voor aan het einde van de stage staat gepland. Daarnaast ben ik nog twee keer bij Jacqueline langs geweest omdat ik enkele vragen had over de invulling van mijn trainingslijn.

Jacqueline heeft mij tijdens deze afspraken enorm geholpen door materiaal beschikbaar te stellen dat ik mocht gebruiken voor mijn trainingen. Hiervoor nogmaals dank.

De afspreken met José en Jacqueline waren de enige vorm van begeleiding tijdens onze stage. Enerzijds vind ik dit begrijpelijk, omdat het de bedoeling was dat Albertine en ik zelfstandig een onderzoek zouden uitvoeren binnen het Scriptorium. Anderzijds vind ik het jammer dat ik niet heb kunnen ervaren hoe het is om onderdeel uit te maken van een team

(16)

binnen de NHL. Voor een volgende stage zou ik graag meer betrokken zijn bij de organisatie, door bijvoorbeeld intensiever contact met collega’s. Desondanks heb ik mij, mede door de vele overlegmomenten met Albertine, goed kunnen redden tijdens mijn stage en daar ben ik ook best trots op.

Het nut van de stage voor het maken van adequate loopbaankeuzes in de toekomst

Deze stage heeft er ten eerste voor gezorgd dat ik nog geïnteresseerder ben in het onderwerp schrijfonderwijs/schrijfadvisering. Om deze reden heb ik ervoor gekozen om vanaf september enkele vakken te volgen van de master Communicatie en Educatie. Albertine heeft deze master afgelopen jaar gevolgd en ik merkte dat zij tijdens deze master veel heeft geleerd over schrijfadvisering. Zo heeft ze onderzoeken gelezen over schrijfcoaching, heeft ze een schrijfcoachgesprek gevoerd en geanalyseerd en heeft ze een schrijftraining ontworpen.

Tijdens het ontwikkelen van mijn trainingslijn liep ik af en toe vast, omdat ik geen idee had hoe zo’n training eruit moest zien. Inmiddels weet ik dit wel, maar ik zou het toch leuk vinden om me hier nog meer in te verdiepen. Het lijkt me namelijk erg leuk maar vooral interessant om werkzaam te zijn binnen deze tak van de neerlandistiek.

Verder was ik vanaf het begin van mijn opleiding Nederlandse Taal en Cultuur niet van plan om lerares te worden omdat ik dit altijd associeerde met de middelbare school.

Echter, door deze stage heb ik ingezien dat ik met mijn studie ook terecht kan op een hogeschool. Hoewel ik tijdens mijn stage niet voor de klas heb gestaan, heb ik wel meegekeken met de cursussen van José en heb ik contact gehad met studenten van de NHL.

Op basis hiervan lijkt het me eerlijk gezegd ook best leuk om les te geven aan een hogeschool.

(17)

CONCLUSIE

Uit de bovenstaande onderdelen van dit stageverslag kan ten eerste worden opgemaakt dat ik mij niet geheel aan het tijdpad uit mijn stageplan heb gehouden. Zo ben ik pas in april (in plaats van maart) begonnen met het maken van een globale opzet van de trainingen en heb ik geen conceptversie van mijn eindproduct ingeleverd. Echter, ik denk niet dat dit van invloed is geweest op de kwaliteit van het eindproduct. Daarnaast kan uit de bovenstaande onderdelen van dit stageverslag worden opgemaakt dat ik over het algemeen tevreden ben over mijn stageperiode. Ondanks het feit dat de werkplek niet ideaal was en dat ik vanuit mijn opleiding niet veel kennis heb meegekregen over schrijfcoaching, is het me toch gelukt om zelfstandig een complete trainingslijn op te zetten voor de schrijftutoren van het Scriptorium. Bovendien heeft deze stage ervoor gezorgd dat ik heb besloten om volgend studiejaar enkele vakken te volgen van de master Communicatie en Educatie, zodat ik mij nog verder kan verdiepen in het onderwerp schrijfadvisering. Kortom, hoewel er zeker verbeterpunten waren kijk ik met een goed gevoel terug op mijn stageperiode bij het Scriptorium van de NHL Hogeschool Leeuwarden.

(18)

BIBLIOGRAFIE

Kruiningen, J.F. (2009-2010). Cursus Schrijfadvisering. Groningen: Rijksuniversiteit, Faculteit der Letteren.

Nanninga, A.D. (2017). Evaluatierapport over het Scriptorium. Resultaten van het evaluatieonderzoek naar het schrijfcentrum van de NHL Hogeschool. Groningen:

Rijksuniversiteit.

Ryan, L., & Zimmerelli, L. (2006). The Bedford Guide for Writing Tutors. 4th edn. Boston:

Bedford/St. Martin’s.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

hulpverleners meer kennis, vaardigheden, begeleiding en ondersteuning nodig van de organisatie om blended hulpverlening doelbewust in te kunnen zetten tijdens de begeleiding

Ik zie dat ze mij niet helemaal begrijpt, wil met haar in gesprek blijven en uiteindelijk wel iets voor haar betekenen, maar zonder haar daarbij teveel te belasten.. Ik schakel over

Anders gezegd zijn dienstverleners en leveranciers de btw die ze op hun voorschotfactuur aanrekenen aan de Staat verschuldigd zodra die factuur werd uitgereikt, terwijl ze

Maar wie graag ook tijdens de zomer wil genieten van de tuin, moet deze maand eerst wel enkele belangrijke tuinklusjes uitvoeren.. We zetten enkele tips op

Maar wie graag ook tijdens de zomer wil genieten van de tuin, moet deze maand eerst wel enkele belangrijke tuinklusjes uitvoeren.. We zetten enkele tips op

Uit onderzoek in de academische schrijfcentra in Leuven en Nijmegen blijkt dat vra- gen inderdaad een zeer belangrijk kenmerk vormen van coaching: de tutors stellen gemiddeld

Plak je ogen vast, en knip van je rode papier een klein stukje af voor de tong.. Teken met je zwarte stift een mondje en plak je

In deze situaties is het van het grootste belang dat de deelnemer veel voorzichtigheid en gezond verstand gebruikt, aangezien sommige routes gevaarlijk en onveilig kunnen worden als