• No results found

Consistente kwaliteit van Static Data

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Consistente kwaliteit van Static Data "

Copied!
54
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Consistente kwaliteit van Static Data

Een onderzoek naar de automatisering van invoeractiviteiten

Bijlagen

Den Haag, Januari 2004. Henk Bijl

(2)

2

Bijlagen

Bijlage 1. Het Transactieproces _______________________________________________4 Bijlage 2. Systeemarchitectuur _______________________________________________7

Systeemarchitectuur: beschrijving systemen --- 8

Charles River Trading System (CRTS) 8

OMR Trading Assistant (TA) 8

EPOS 8

Multifonds 9

Cloverleaf / MOST 9

PARIS (Participanten Register Systeem) 9

Finance Kit (FK) 10

Smart Stream 10

SWIFT-Alliance (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications) 10 FORCE 10

Bijlage 3. A-schema User & Production Support ________________________________1 Bijlage 4. Problemen en Probleemhebbers_____________________________________ 13 Bijlage 5. Benchmark Rabobank_____________________________________________ 14

Inleiding 14

Het systeem 14

Prestatie systeem 15

Conclusie Benchmark 16

Bijlage 6. Workflow analyse__________________________________________________1

Bijlage 7. Bewerkingstijd instrumentinvoer____________________________________ 20

Bijlage 8. Arbeidskosten____________________________________________________ 21

Bijlage 9. Kosten per instrumentinvoer _______________________________________ 22

(3)

3

Bijlage 10. Attributen van instrumenten in de systemen __________________________ 23

Attributen in Trading Assistant 23

Attributen in EPOS 25

Attributen in Multifonds 27

Bijlage 11. Attribuutverzamelingen ___________________________________________ 28

Volgorde en afhankelijkheden van attributen en attribuutverzamelingen 30

Relaties volgend op de relaties met Type 32

Bijlage 12. Beschikbare data _________________________________________________ 35

Vendor data Opdrachtgever 35

Bijlage 13. Relaties aangeleverde informatie en systeemdata_______________________ 36

Direct afgeleide attributen van de vendorvelden 36

Attributen indirect van de vendorvelden 38

Standaard attributen afhankelijk van het type instrument 39

Niet af te leiden attributen en Telekurs fonds koersherkomst gegevens 39

Bijlage 14. TA COMMOT file ________________________________________________ 40

Voorbeeld file --- 1

Bijlage 15. Kostenberekening _________________________________________________1

Kosten uitgesplitst naar jaar ---45

Bijlage 16. Koppeling klantenwensen aan klanten ________________________________1 Bijlage 17. Klantenwensen en ontwerpparameters _______________________________1 Bijlage 18. Uitkomst RFP ____________________________________________________ 49

Gespecificeerde uitzonderingen ---52

Bijlage 19. House Of Quality _________________________________________________ 54

(4)

4

Bijlage 1. Het Transactieproces

De klanten van IIM geven een mandaat aan de Investment Managers om hun vermogen te beheren. Een mandaat kan bijvoorbeeld inhouden dat een institutionele klant alleen in milieuvriendelijke instrumenten wil investeren. Met deze beperkingen zal de Portfolio Manager de portfolio samenstellen.

Voor het analyseren van de portfolio heeft de Portfolio Manager bij IIM twee systemen tot zijn beschikking. CRTS en FK hebben portfolio what if functies waarmee voor en na een transactie de gevolgen geanalyseerd kunnen worden. Transacties kunnen alleen in de systemen worden gevoerd als de static data van de instrumenten bekend is.

Een transactie in een instrument wat tot dan toe niet is gebruikt kan in CRTS met enkele kenmerken snel worden aangemaakt. Na het aanmaken van een transactie in CRTS krijgt de frontoffice de opdracht het instrument te kopen.

De frontoffice is opgedeeld in de groepen Fixed Income, Fixed Income Credits en Equity Investments. Deze opdeling is naar het soort instrument waarin wordt gehandeld.

CRTS werkt alleen met aandelen, dus geeft opdrachten alleen aan Equity Investments. Andere instrumenten worden direct aan de frontoffice (Fixed Income of Fixed Income Credits) doorgegeven. De frontoffice belt met de broker die op de betreffende markt aanwezig is om het instrument te kopen. Als de frontoffice met de broker een prijs voor het instrument is overeengekomen, wordt de transactie op aandelen in CRTS vrijgegeven. CRTS stuurt deze vervolgens door aan TA. Transacties in andere instrumenten worden direct in TA gevoerd.

Onbekende instrumenten in TA worden door de afdeling UPS handmatig toegevoegd. Aandelentransacties op onbekende instrumenten die door CRTS naar TA worden gestuurd geven een foutmelding. Cloverleaf stuurt dan een e-mail naar UPS met de foutmelding onbekend instrument. Onbekende instrumenten die direct in TA worden ingevoerd moeten eerst aan UPS worden doorgegeven.

Het proces dat na de aan- of verkoop van een instrument plaatsvindt heet het settlement proces. Settlement houdt in

dat het instrument van de verkopende partij naar de kopende partij gaat en de cashflow van de kopende naar de

verkopende. Op het moment dat dit is gebeurd is de transactie gesetteld. Dit proces moet bijna altijd binnen drie

dagen zijn afgerond. De afdeling Settlement is verantwoordelijk voor het juist verlopen van dit proces. Nadat de

transactie in TA is gevoerd, wisselt het systeem informatie uit met de broker. Allereerst wordt er gecontroleerd of de

ingevoerde transactie het instrument betreft dat de frontoffice telefonisch is overeengekomen. Een verschil hierin

zou leiden tot de aankoop van een verkeerd instrument. Vervolgens wordt er doorgegeven op welke manier de

settlement plaats zal vinden. Dit houdt onder andere in dat de rekeningnummers voor de instrumenten

(stukkenrekening) en de rekeningnummers voor het cashtransactie worden doorgegeven. Deze uitwisseling vindt

plaats door middel van de Oasys database waarin de settlement gegevens van alle mogelijke partijen is opgeslagen.

(5)

5 IIM heeft de meeste instrumenten niet in eigen bewaring. Hiervoor worden custodians gebruikt. Een custodian heeft een inschrijving bij het clearinghouse van de beurs waarop wordt gehandeld. Hiermee mag deze direct handelen op de beurs. Partijen die deze inschrijving niet hebben kunnen een rekening bij de custodian krijgen zodat deze indirect mogen handelen. Het rekeningnummer dat in de settlementinstructies voor de broker staat betreft dan ook meestal een rekening bij de custodian.

Na de elektronische overeenkomst met de broker wordt er een bericht gestuurd naar de custodian. Dit bericht wordt aangemaakt door TA en verstuurd door SWIFT Alliance. In dit bericht wordt aan de custodian doorgegeven welk instrument er op de stukkenrekening komt of welk instrument er vanaf moet. De custodian draagt zorg voor de settlement van het instrument. De geldstroom wordt door de afdeling Service Center Accounting afgehandeld. TA geeft aan deze afdeling de geldbehoefte aan. Service Center Accounting zorgt voor voldoende geld in de juiste valuta op de geldrekening die met de broker is overeengekomen.

Alle transacties worden gecontroleerd door de afdeling Reconciliations. Deze controle houdt in dat de voorraden bij de custodian gelijk zijn aan de hoeveelheden die de systemen weergeven. Voor deze controle wordt Smart Stream gebruikt.

De verantwoordelijkheid voor de boekhouding ligt bij Accounting & Reporting (A&R). Hier worden dagelijks de Net Asset Value (NAV) berekend voor de mutual funds en wordt het grootboek bijgehouden. Op basis van het totaal van gegevens worden door A&R de rapporten voor de interne en externe partijen opgesteld. Hiervoor wordt Multifonds gebruikt.

Het contact met de klanten wordt door de afdelingen Institutional Clients Nederland (ICN) en Mutal Funds Nederland MFN gedaan.

Het transactieproces is schematisch weergegeven in figuur 1.

(6)

6

CHARLES RIVER

Front Office

Broker

TRADING ASSISTANT

Settlement

EPOS

Systemen Afdelingen IIM Externe partijen

Custodian

SMART STREAM

Aandelen

Transacties Transactie

instructies

Transacties overige instrumenten Aandelen

transacties

Alle Transacties

Transacties overige instrumenten

Settlement instructies

Transactie instructies

Controle Settlement

Posities bij Custodian Posities in TA

Reconciliations Verschillen

A&R Rapportage en

NAV berekening

MULTIFONDS

Aandelen transacties

Cloverleaf / MOST

Transactiestroom Settlement

Reconciliatie en Accounting

Figuur 1 Het transactieproces

(7)

7

Bijla ge 2 . S y s tee m a rc h ite c tuur

Bijlage 2. Systeemarchitectuur

Cloverleaf

Finance Kit

Multifonds EPOS Trading Assistant Werkstation

BROKER CUSTODIAN

PARIS

FORCE

SWIFT ALLIANCE

Data Vendor Data Vendor

ALERT

Reformatter Reformatter

Charles River

Equity Transacties Front Office

Fixed Income Transacties

Transacties

Prijzen

Prijzen

Posities Posities

Posities Prijzen

Posities Prijzen

Prijzen

Swift Berichten

Posities

Cash Posities

Posities/Cash

(8)

Systeemarchitectuur: beschrijving systemen

Charles River Trading System (CRTS)

Hoofdfuncties

• Transactiesysteem voor aandelen

• Trade Order Management activiteiten zoals Portfolio analyses

De transacties op aandelen worden bij IIM met behulp van CRTS gedaan. Met behulp van CRTS kunnen portfolio analyses worden verricht. Dit houdt in dat als er in een bestaand portfolio transacties worden aangemaakt de gevolgen voor het portfolio direct zichtbaar worden. CRTS bevat de statische informatie (static data) van alle instrumenten alsmede de dynamische informatie zoals de prijs van het instrument. De prijs wordt ieder uur bijgewerkt. Nieuwe instrumenten kunnen met behulp van het invoeren van enkele kenmerken van het instrument snel worden opgevoerd en gebruikt voor transacties. Elke nacht wordt de ontbrekende instrumentinformatie door middel van een Data vendor interface aangevuld. Elke transactie die in CRTS wordt uitgevoerd wordt vervolgens aan Trading Assistant aangeboden door middel van Cloverleaf.

OMR Trading Assistant (TA)

Hoofdfuncties

• Trading systeem

• Opslag settlement gegevens

• Opslag instrumenten posities

TA verzorgt het geautomatiseerde gedeelte van de aan- en verkoop van instrumenten en de stromen in geld en stukken die hierbij ontstaan. Nadat de Front office een instrument heeft aangekocht bij een broker, wordt de transactie in TA gevoerd. De transactie bevat informatie over het betreffende instrument zoals de identificatiecode en prijs. Verder bevat de transactie informatie waaraan TA kan herkennen op welke manier de transactie plaats zal vinden. Een transactie kan niet in TA worden ingevoerd als de Static data van het betreffende instrument nog niet in TA is ingevoerd. Op dit moment zijn er 1650 aandelen, 1350 obligaties, 634 ondernemingen, 200 counterparties, 13 custodians, 80000 clearing schedules in het systeem ingevoerd. Per dag worden er ongeveer 400 tot 500 transacties met behulp van TA gedaan. Contact met partijen betrokken bij het transactieproces buiten IIM wordt door middel van SWIFT berichten gedaan. Deze kunnen door TA worden gemaakt en verwerkt.

EPOS

Hoofdfuncties

• Gegevensbron voor interne en externe Rapportage

• Nederlandse GAAP

EPOS is sinds 1988 bij ING in gebruik en is intern bij Nationale Nederlanden geschreven als hoofdsysteem voor

de transactieverwerking en boekhouding. De functie is tegenwoordig het rapporteren en boekhouden volgens

(9)

9 EPOS uit te faseren, echter dit heeft vooralsnog geen prioriteit. De functies die op dit moment worden gebruikt door IIM kunnen nog niet worden overgenomen door andere systemen. Het nieuwe Insurance Accounting systeem kan dit wel, waardoor EPOS waarschijnlijk binnen een jaar zal verdwijnen. EPOS en TA bevatten vergelijkbare informatie van instrumenten. Instrumenten worden bij EPOS echter ingedeeld naar branche en industrie. Vanuit deze classificatie kunnen rapportages voor toezichthoudende instellingen worden opgesteld.

Multifonds

Hoofdfuncties

• Boekhouding

• Berekening NAV

In Multifonds(MF) wordt het grootboek voor het vermogensbeheer bijgehouden. Veranderingen hierin kunnen veroorzaakt worden door transacties of door het veranderen van de waarde van de instrumenten die zijn aangekocht. Positieveranderingen door transacties worden voor aandelen direct vanuit CRTS aangeleverd.

Andere positieveranderingen worden vanuit TA via EPOS aangeleverd. Prijzen worden afhankelijk van de bron direct in MF ingelezen door middel van een bestand wat dagelijks wordt aangeleverd. Deze prijzen worden vervolgens naar TA en EPOS verstuurd. Met behulp van de ingelezen prijzen van de individuele instrumenten wordt er een Net Asset Value (NAV) opgesteld voor de klanten. Deze NAV is de waardebepaling van het fonds of portfolio op een gegeven moment. Voor Mutual Funds wordt deze NAV dagelijks opgesteld, voor andere partijen maandelijks. Een fout in een instrument kan een verkeerd berekende NAV veroorzaken. Een verkeerde NAV kan eerder genoemde claims of schadeloosstellingen tot gevolg hebben.

Cloverleaf / MOST

Hoofdfuncties

• Interface tussen CRTS met TA en MF

• Transactie posities van CRTS naar TA

• Cashflows van CRTS naar MF

• Net Asset Value (NAV) van MF naar CRTS

Om herhaling van de transactie invoer activiteiten te voorkomen zijn er tussen de systemen interfaces aangelegd. De meest intelligente interface ligt tussen de systemen CRTS, TA en MF. Deze interface werkt volgens Cloverleaf, een file transfer protocol waarmee bijna elke vorm van informatie in verschillende formaten aan elkaar gekoppeld kan worden. De hoofdfuncties hebben betrekking op informatiestromen van de instrumenten in de systemen. Deze instrumenten hebben in alle systemen een uniek identificatiecode. Deze codes zijn in MOST aan elkaar gekoppeld. Als een nieuw instrument in TA, CRTS en MF wordt ingevoerd moeten de betreffende systeemcodes in MOST worden bijgewerkt.

PARIS (Participanten Register Systeem)

Hoofdfuncties

• Fondsadministratie

(10)

Dit systeem is ongeveer vier jaar geleden intern ontwikkeld voor de fondsadministratie. De fondsen waarin institutionele beleggers kunnen participeren beleggen in andere fondsen of instrumenten. Transacties voor het hoofdfonds hebben veranderingen in samenstelling van het hoofdfonds tot gevolg. De posities van de participanten in dit fonds wijzigen hierdoor. PARIS zorgt voor de attributie van deze veranderingen naar de betrokken participanten.

Finance Kit (FK)

Hoofdfuncties

• Valutatransacties

FK wordt bij IIM gebruikt voor valuta en optie transacties. FK heeft veel overeenkomsten met TA. Er is al enige tijd de discussie of in de toekomst de activiteiten voor de settlement en de huidige activiteiten van FK met een systeem kunnen worden uitgevoerd.

Smart Stream

Hoofdfuncties

• Reconciliatie

Smart Stream wordt door IIM gebruikt om gegevens te vergelijken. De custodians van IIM hebben de gekochte instrumenten in bewaring. De hoeveelheid die bij de custodian in bewaring is wordt vergeleken met de hoeveelheid die de systemen van IIM aangeven. Ook worden de posities die de systemen binnen IIM aangeven vergeleken met elkaar. Smartstream is door middel van een interface of reformatter verbonden met de systemen TA en MF. Contact met de custodian vindt door middel van SWIFT berichten plaats. In de toekomst zullen de systemen CRTS en Finance Kit op Smart Stream worden aangesloten. Bij verschil in positie rapporteert Smart Stream aan de afdeling Reconciliations.

SWIFT-Alliance (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications)

Hoofdfuncties

• Ontvangen en versturen van SWIFT berichten naar het SWIFT netwerk

Dit systeem zorgt voor het versturen van de SWIFT berichten uit TA en Finance Kit naar het SWIFT netwerk.

In het bericht staan de settlement instructies uit TA en Finance Kit. De berichten die bij een transactie zijn aangemaakt in TA worden door SWIFT verzameld en verstuurd naar het SWIFT netwerk. Op dit moment worden er alleen SWIFT berichten naar de custodian gestuurd. Foutieve berichten worden betiteld als NACK, Not acknowledged

FORCE

Hoofdfuncties

• Aanleveren data voor rapportage systemen

Prestatie meting en toekenning

FORCE verzamelt de transactie- en positiegegevens uit de systemen EPOS, MF en FK. De dataleveranciers

(11)

11

dynamische informatie. Ontbrekende informatie wordt door UPS aangevuld. De informatie in FORCE wordt

gebruikt door de rapportagesystemen Hermes, Twix en Mars. Deze systemen stellen rapporten op voor klanten,

management en toezichthoudende instanties zoals DNB.

(12)

Bijlage 3. A-schema User & Production Support

Clearing- schedules

Corporate Actions

Coupon data

Nieuwe Obligaties Nieuwe

Opties

Nieuwe Aandelen

Verificatie opdrachten

Invoer CRTS

Nieuwe Aandelen

Invoer TA

Verificatie

Vrijgave overig

Berichten Vrijgave Clearingschedules

Verificatie opdrachten

Verificatie Invoer EPOS

Vrijgave

Invoer MF

Invoerop- dracht MF

Invoerop- dracht EPOS

Verificatie opdrachten

Verificatie

Berichtenstroom uitsluitend berichten

Activiteit personen en andere middelen betrokken

UPS

Berichten Vrijgave Opdrachten Data vendor

Informatie

Figuur 2 A-schema UPS

(13)

13

Bijlage 4. Problemen en Probleemhebbers

Problemen

1 Een transactie van een onbekend instrument kan niet in TA worden gevoerd. x x x x 4

2 Snelheid van het handmatige invoer x x x x x x 6

Onvoorspelbare beladingsgraad UPS x x 2

3 Grote kans op invoer fouten x x x x x x x x x x x 11

4 Onbetrouwbaarheid van externe en interne data x 1

5 Onduidelijke instrument invoer procedures x 1

Inconsistent gebruik van de invoerprocedure x x x x x x x x x 9

6 Onduidelijkheid achtergrond van veel invulvelden x 1

7 Wijzigbaarheid fouten bij invoer EPOS x 1

8 De activiteiten invoer instrument hebben lage variëteit en beperkte autonomiemogelijkheden x 1

9 Verlate settlement en verkeerd berekende NAV x x x x x x x 7

Tot a a l

E quity Investm ents F ixed Incom e Credits F ixed Incom e & T reasury UP S m edewerker Betrokken partijen

F S M M anagem ent S e ttlem ents Reconceliations A ccounting & Reporting

A lgem een M anagem ent Corporate A c tions Quality

Figuur 4 Probleemhebbers en hun problemen

B ijl age 4 . Pr o b lem e n en Probleem he bbers

(14)

Bijlage 5. Benchmark Rabobank

Inleiding

De QFD methodiek geeft aan dat de positie van de onderneming moet worden vergeleken met de concurrent. De QFD methodiek wordt veelal gebruikt voor het ontwerpen van fysieke producten. Een concurrentievergelijking kan dan zinvol zijn om vooraf de markt voor het product te verkennen. De concurrentieanalyse in deze studie zal dienen als referentiekader voor de prestatie van het ontwerp. De Rabobank heeft een oplossing voor het probleem bij IIM gevonden, deze kan worden gebruikt als uitgangspunt voor het ontwerp.

Het systeem TA wordt door andere banken ook gebruikt. De Nederlandse Bank, ABN AMRO en de Rabobank gebruiken TA voor meerdere doeleinden. Om een beeld te krijgen van de werkzaamheden voor de Static Data invoer in dit systeem ben ik op het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht op bezoek geweest. Hier werd duidelijk dat de Rabobank TA gebruikt als transactiesysteem voor obligaties, onderhandse leningen en derivaten. Voor de Static Data invoer is er een geautomatiseerde oplossing gevonden, waar de naam STABOND (Static Data voor Bonds) aan is gegeven. Bij IIM wordt het frontoffice systeem Motif, een onderdeel van TA, gebruikt voor de invoer van transacties. Een transactie op een instrument dat onbekend is in TA kan niet worden ingevoerd. De Rabobank gebruikt in de frontoffice ARTS en Bloomberg voor de transactie invoer. Dit heeft als voordeel dat transacties op onbekende instrumenten wel kunnen worden ingevoerd en een foutmelding geven als deze transactie wordt aangeboden aan TA.

Het systeem

De foutmelding van TA is de trigger van het systeem dat de Static Data bijwerkt. Een deamon leest om de 10 minuten of er foutmeldingen zijn in TA. De deamon wordt alleen gestart als er ook daadwerkelijk transacties zijn gedaan. Is dit niet zo dan heeft het ook geen zin te gaan kijken naar foutmeldingen voor onbekende instrumenten. Als er een transactie is gedaan en de deamon is gestart, wordt een programma gestart die de foutmeldingen inleest. Dit programma leest alleen de foutmeldingen met code 00098 in, dit is het error code van TA voor ‘onbekend instrument’. Deze error file wordt met behulp van de print to disk functie naar een dump file geschreven. Deze file wordt weer gekopieerd naar een andere file, omdat de dump file bij elke run wordt overschreven. Vanuit deze file wordt het transactiecode van het onbekend instrument ingelezen, welke wordt vergeleken met de deal send file uit TA. Deze file bevat alle files met betrekking tot binnengekomen transactieopdrachten. Met behulp van het transactiecode, wordt de bijbehorende ISIN code of andere identificatie van het instrument opgehaald. Deze informatie wordt in een tabel gezet samen met het Type instrument. Onderhandse leningen hebben vaak een intern ISIN, maar zijn niet bekend in Bloomberg. Het heeft dan ook geen zin deze informatie op te halen.

System ID (transactiecode) ISIN Product

8123456 XS0000123645 SEC

Voorbeeld textfile

(15)

15 Het instrumentinformatie wordt weggeschreven in een textfile. Deze textfile wordt door Stabond gebruikt bij het opzetten van een request file voor Bloomberg. In deze file staan alle velden die door Bloomberg gevuld moeten worden. Aan het einde van deze file staat de ISIN of ander identificatie code van het betreffende instrument.

Deze file wordt met behulp van een stand-alone PC naar Bloomberg gestuurd. De Rabobank krijgt van Bloomberg dezelfde file terug, echter nu aangevuld met het instrument informatie.

De instrumentinformatie uit de Bloomberg file wordt met behulp van een acces database omgezet tot systeemdata. In deze Accesdatabase zijn alle vertaalslagen opgenomen, zoals het vaststellen van de Price Yield formula. Vanuit de database wordt een textbestand gemaakt met alle systeemdata. Dit bestand wordt naar het programma Winrunner gestuurd. Dit systeem kan schermen herkennen en invullen. Alle velden worden met behulp van dit systeem gevuld. De manier van invoeren gaat gelijk aan de handmatige invoer. Elk commando wordt nu echter door Winrunner aan TA gegeven.

Prestatie systeem

De geautomatiseerde invoer van de nieuwe fixed income instrumenten zorgt voor een Straight Through Processing (STP) percentage van 90 tot 95 procent. Het branchegemiddelde ligt op 40 procent en bij IIM wordt een percentage van 60 procent gehaald. De prestatie van de Rabobank is niet van toepassing op de totale STP, echter het geeft een beeld van de prestatie op fixed income.

Fouten bij de invoer worden voornamelijk veroorzaakt door Winrunner. Dit systeem is gevoelig als er andere processen op de computer worden gestart tijdens de invoer van een nieuw instrument. Als er bijvoorbeeld een virusscanner wordt gestart op het moment van invoer, kan het zijn dat het invoerscherm een moment niet actief is. Winrunner ‘loopt’ dan door en kan dan een invoerveld overslaan, waardoor in het daaropvolgende veld verkeerde informatie wordt ingevoerd. Bij een aanpassing in TA, bijvoorbeeld het toevoegen van een veld, moet het Winrunner script worden aangepast. Omdat het systeem werkt met coördinaten op het invoerscherm, kan een aanpassing behoorlijk wat werk opleveren. De wens voor toekomstige ontwikkelingen is om het aantal velden

Transactiefile

stabond.txt

ARTS Bloomberg

TA / OMR DLSND

start_warnid stop_warnid

chk_warni.ksh omr_warnid

warni_dmp

warni.dmp

STABOND

REQUEST file

Bloomberg server

OUTPUT file winrun.txt

Winrunner

MS ACCESS

(16)

ingevoerd door Winrunner te verkleinen. Het is mogelijk de velden in TA te vullen met behulp van de Comot.dat file. Dit is een file die lijkt op de comod.dat file. De comod file van TA bevat alle instrument Static Data die in het systeem is ingevoerd. Bij het toevoegen van een instrument zoekt TA eerst in deze file, vervolgens in de file die alle ISIN code bevat en daarna in de comot.dat file. Als deze file het nieuwe instrument bevat, wordt deze op het scherm getoond. Vervolgens kan het instrument worden toegevoegd aan de comod file zonder alle velden handmatig in te voeren. Het toevoegen van een nieuw instrument vereist dan nog een klein handmatige handeling. Deze kan door bijvoorbeeld Winrunner worden overgenomen. Door het verminderen van de handelingen van Winrunner, zal de foutgevoeligheid verkleind worden. Het enige nadeel van deze aanpassing is dat er tijdens de run geen schermen voor het toevoegen van een instrument open mogen staan op andere locaties.

STABOND kan een batch van nieuwe instrumenten bijwerken. Een run duurt tussen de vijf en tien minuten. Als er dus op een gegeven moment tien nieuwe instrumenten binnenkomen, levert dit bij IIM 5 uur werktijd op. Bij de Rabobank is deze opdracht binnen tien minuten verwerkt.

Het aantal fouten bij de handmatige invoer van IIM is vrij groot. 38% van de nieuwe instrumenten wordt in een keer goed ingevoerd, 95% is na verificatie goed opgevoerd

1

. Bij de Rabobank wordt gesteld dat 498 van de 500 nieuwe instrumenten (+99%) correct wordt opgevoerd. Fouten die worden gemaakt kunnen vrijwel volledig aan het Winrunner programma worden toegeschreven. Enkele keren bij de invoer van een exotisch of een onbekende variant maakt STABOND een aanname voor de invoer. Als dit voorkomt wordt een mail gestuurd naar de beheerders om deze aanname te controleren. De transactie wordt niet vrijgegeven voordat de aanname is gecontroleerd.

Conclusie Benchmark

STABOND werkt goed bij de Rabobank. Met een aanpassing in het programma kan de prestatie worden verhoogd. De Static Data invoer bij de Rabobank wordt alleen voor de fixed income gebruikt. De fixed income instrumenten zijn complexer in de invoer dan de equities. Een aanpassing voor het invoeren van alle

instrumenten zal naar verwachting niet veel problemen opleveren. De vergelijkbare UPS afdeling van de Rabobank heeft drie werknemers, dit in tegenstelling tot de zeven bij IIM. Er moet hierbij vermeld worden dat UPS de Static Data voor vijf systemen verzorgt ten opzichte van de twee TA applicaties bij de Rabobank. Er kan in ieder geval de conclusie worden getrokken dat de Rabobank beter scoort op de snelheid en

foutgevoeligheid van de instrumenten opvoer.

1 Foutenmeting 9 tot 31 mei

(17)

17

Bi jla g e 6. W o rk flow an a lys e

Bijlage 6. Workflow analyse

0 5 10 15 20 25 30 35 40

06/01 - 10/01 Januari

13/01 - 17/01 20/01 - 24/01 27/01- -31/01 03/02 - 07/02 Februari

10/02 - 14/02 17/02 - 21/02 24/02 - 28/02 03/03 - 07/03 Maart

10/03 - 14/03 17/03 - 21/03 24/03 - 28/03 31/03 - 04/04 April

A a n tal n ieu w e in st ru m e n ten p e r w eek

Totaal aantal nieuwe instrumenten Aantal nieuwe aandelen

Aantal nieuwe obligaties

Figuur 6.1 Workflow nieuwe instrumentopdrachten 6 januari tot 4 april 2003

(18)

0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0 1 2 0 1 4 0

0 6 / 0 1 - 1 0 / 0 1

1 3 / 0 1 - 1 7 / 0 1

2 0 / 0 1 - 2 4 / 0 1

2 7 / 0 1 - - 3 1 / 0 1

0 3 / 0 2 - 0 7 / 0 2

1 0 / 0 2 - 1 4 / 0 2

1 7 / 0 2 - 2 1 / 0 2

2 4 / 0 2 - 2 8 / 0 2

0 3 / 0 3 - 0 7 / 0 3

1 0 / 0 3 - 1 4 / 0 3

1 7 / 0 3 - 2 1 / 0 3

2 4 / 0 3 - 2 8 / 0 3

3 1 / 0 3 - 0 4 / 0 4

Aan tal n ieu w e i n stru men ten

2 0 0 3

g e m i d d e l d e 2 0 0 3 2 0 0 2

Figuur 6.2 Workflow nieuwe instrumentopdrachten 6 januari tot 4 april 2002 en 2003

(19)

19

Gemiddeld aantal nieuwe aandelen en obligaties verdeling week 2 t/m 14 2003

0.0 0.5 1.0 1.5 2.0 2.5

7:00 - 11:00

11:00 - 15:00

ma

15:00 - 19:00

7:00 - 11:00

11:00 - 15:00

di

15:00 - 19:00

7:00 - 11:00

11:00 - 15:00 w o

15:00 - 19:00

7:00 - 11:00

11:00 - 15:00

do

15:00 - 19:00

7:00 - 11:00

11:00 - 15:00

vrij

15:00 - 19:00

Dagen

ge m idde ld a a n ta l in s tr u m e nt e n

gemiddeld aantal aandelen

gemiddeld aantal obligaties

Totaal gemiddeld

(20)

Bijlage 7. Bewerkingstijd instrumentinvoer

Tabel 1

Activiteit Instrumenten invoer Tijd maximaal

(minuten)

Tijd minimaal (minuten) Lezen mail of ontvangen opdracht

Bloomberg Invoeren instrument

DES pagina printen 8 6

Trading Assistant

Openen

Controleren of instrument al bestaat Openen ADD INSTRUMENT menu

Invoeren data in negen invoerschermen 10 7

Opdracht doorgeven aan collega voor verificatie TA

Vrijgave instrument 4 2

Toevoegen prijs instrument TA 2 1

EPOS Openen

Opzoeken uitgevende instelling

Eventueel nieuwe uitgevende instelling aanmaken Nieuwe uitgevende instelling aanmaken FORCE Openen TOEVOEGEN NIEUWE FONDSEN menu

Invoeren data in vijf invoerschermen 10 6

Opdracht doorgeven aan collega voor verificatie EPOS

Vrijgave instrument 4 2

Multifonds

Openen SECURITY POSITIONS menu Controleren of instrument al bestaat Openen invoerscherm (FDSEC01) Toevoegen FRN data

Toevoegen Identificatiecodes

Toevoegen prijs 10 6

Opdracht doorgeven aan collega voor verificatie MF

Vrijgave instrument 4 2

Invullen foutenmeting database 2 2

Opbergen opdrachtformulier instrument 2 2

Totaal 56 36

(21)

21

Bijlage 8. Arbeidskosten

Kosten Euro ( )

Basis salaris 2000.00

Sociale verzekeringen 342.00

Pensioen 700.20 Vaste uitkeringen 58.30

Training & cursus 67.80 Andere staff uitgaven 18.20

ICT 350.00 Andere communicatie 5.40

Kantoor benodigdheden 3.00

Reizen 35.10 Data services (Bloomberg, etc) 256.94

Human Resources 331.96

Accommodatie 824.21 Personeelskosten / maand 4993.12

Personeelskosten / uur 34.67 Tarief berekend Controlling 55

Tabel 8-1 Kostenallocatie UPS

Settlements

Aantal verbeteringen per maand 21 Gemiddelde bewerkingstijd 1 uur

Uurtarief 55

Kosten per maand 1155

Tabel 8-2 Kosten Settlements

A&R

Aantal verbeteringen per maand 28 Gemiddelde bewerkingstijd 0.07 uur

Uurtarief 55

Kosten per maand 108

Tabel 8-3 Kosten A&R

(22)

Bijlage 9. Kosten per instrumentinvoer

Mei Juni Juli Augustus

Aantal Nieuwe Instrumenten 105 119 134 136

Claims & schadeloosstellingen

% Fouten na verificatie 8% 3% 11% 4%

Kans op Economisch verlies 2% 1% 3% 1%

Kans op Goodwill verlies 5% 2% 7% 2%

Gemiddelde kosten Economisch verlies 665 665 665 665 Gemiddelde kosten Goodwill verlies 1,000 1,000 1,000 1,000

Kosten Economisch verlies 13 5 18 7

Kosten Goodwill verlies 48 18 66 24

UPS

Bewerkingstijd per instrument 0.78 uur 0.78 uur 0.78 uur 0.78 uur

Uurtarief UPS 55 55 55 55

Directe Arbeidskosten UPS 4,524 5,127 5,773 5,859

% Fouten voor verificatie 38% 55% 66% 41%

Bewerkingstijd per fout herstel 0.17 uur 0.17 uur 0.17 uur 0.17 uur

Indirecte Arbeidskosten UPS 366 600 811 511

Settlements

Uurtarief Settlements 55 55 55 55

Aantal correcties Settlements per maand 21 21 21 21

Gemiddelde bewerkingstijd Settlements 1.00 uur 1.00 uur 1.00 uur 1.00 uur Directe Arbeidskosten Settlements 1,155 1,155 1,155 1,155 Accounting & Reporting

Uurtarief A&R 55 55 55 55

Aantal correcties A&R per maand 28 28 28 28

Gemiddelde bewerkingstijd A&R 0.07 uur 0.07 uur 0.07 uur 0.07 uur

Directe Arbeidskosten A&R 108 108 108 108

Totalen

Totale kosten per maand 6,214 7,013 7,931 7,664

Totale kosten per instrument 59 59 59 56

Tabel 9-1 Berekening totale kosten per instrument

(23)

23

Bijlage 10. Attributen van instrumenten in de systemen

Attributen in Trading Assistant

Trading Assistant Attribuut beschrijving Karakter Maximaal

Karakters

1 TA code Intern Identificatiecode TA A 5

2 SECURITY XREF ISIN identificatie code A 13

3 SECURITY XREF TYPE Geeft het soort identificatie in veld 2 weer A 5 4 INSTRUMENT TYPE Geeft het soort instrument weer, binnenlands /

buitenlands, Aandeel / obligatie

A 2

5 CLEARINGCLASS Koppeling aan clearingschedule door lettercombinatie A 8

6 PAYMENT INSTRUMENT Valuta van notering A 5

7 HOLIDAY SCHEDULE Welke werkdagentelling wordt gebruikt A 10

8 ISSUER Landcode en informatie of het instrument aan de staat of onderneming gerelateerd is

A 10

9 LONG DESCRIPTION Naam en eventueel rentepercentage en einddatum van het instrument

A 40

10 TICKER SYMBOLS TICKER identificatie A 10

11 REPORT DESCRIPTION Long description met TICKER ipv Naam A 20

12 REPORTCAT1 Obligatie vast: B. Drijvend: FRN. Aandeel: SH+ISO landcode Beurs

A 10

13 REPORTCAT2 Achter attribuut 12 Aandeel: SH A

14 GENERIC TYPE Geeft aan of het een staatsobligatie betreft A 10

15 EXCHANGE Naam van de beurs van notering A 10

16 DENOMINATION INSTRUMENT Als de betalingvaluta anders is dan de noteringvaluta A 5 17 SHIFT DECIMAL Geeft de eventuele correctie van de prijs naar

basispunten weer

D 3

18 PRICE FORMAT Formaat van de prijs D 2

19 VALUE FACTOR Transactie eenheid D 9.9

20 CONTRACT SIZE Minimale transactie eenheid D 9

21 CONTRACT FACTOR Standaard veld D 10.7

22 ROUNDING TYPE De manier van prijsafronding A 1

23 LIMT-MOVE-CODE Eerste 3 karakters clearingclass D 7.10

24 DECIMAL REQUIRED Of de prijs wordt weergegeven met decimalen A 1

25 DELIVERY RANGE Standaard veld voor FRN A 3

26 QUATATION METHOD Standaard veld voor FRN A 1

27 SETTLEMENT SOURCE Standaard veld voor FRN A 1

28 SPOT/SETTLMT DAYS Aantal settlement dagen D 3

29 REPO STL DAYS Standaard veld voor FRN D 2

30 RESET FREQ Frequentie interest bijstelling (FRN) A 2

31 TENOR Looptijd van de rente (FRN) A 4

32 INDEX Code van de referentie rente (FRN) A 6

33 SOURCE Plaats van de referentierente (FRN) A 9

34 SPREAD De spreiding ten opzichte van de referentierente (FRN) D 10.7

35 TIMING Standaard veld voor FRN I 2

36 COUPONADJMETH Manier van interest bijstelling A 1

(24)

Trading Assistant Attribuut beschrijving Karakter Maximaal Karakters

37 ISSUE DATE Uitgifte datum Obligatie D 7

38 DATED DATE Interest begin datum Obligatie D 7

39 MATURITY DATE Einddatum Obligatie I 7

40 1ST PAYMENT DATE Eerste interest betaaldatum D 7

41 1ST RECORD DATE Eerste interest betaaldatum D 7

42 PRICE YIELD FORMULA Renteberekeningsmethode formule D 3

43 INTEREST CLASS Manier van interest betaling A 2

44 ODD CPN/ODD LAST CPN Of de 1e couponperiode langer of korter is dan normaal A 1

45 INTEREST CALCULATION TYPE Interest berekeningsmethode I 2

46 DAY COUNT Dagentelling voor de interestberekening A 7

47 ANNUAL RATE SRC Soort interest A 2

48 ANNUAL RATE De jaarlijkse interest D 7.10

49 REDEMPTION PRICE Standaard veld voor Obligaties D 7.10

50 STOCK TYPE Aandeel soort A 1

51 BUSBONE CONFIRM Standaard veld A 2

52 PAR VALUE De nominale waarde van een aandeel D 12.5

53 # PAYMENTS PER YEAR Het aantal couponbetalingen per jaar I 2

54 RECORD DATE Coupondata

RECORD DD Dag Coupondatum I 2

RECORD MM Maand Coupondatum I 2

55 PAYABLE Coupondata

PAYABLE DD Dag Coupondatum I 2

PAYABLE MM Maand Coupondatum I 2

56 SINKING FUND-START Het begin van de eventuele terug betalingsperiode D 8

57 SECONDARY/OTHER Standaard veld Aandeel A 2

58 TYPE BB Standaard veld Aandeel A 4

59 SECURITY NBR TICKER A 12

Tabel 10-1 Attributen Trading Assistant

(25)

25

Attributen in EPOS

EPOS Attribuut Attribuut beschrijving Karakter Maximaal

Karakters

1 RENTE interest percentage fixed or float D 8

2 TYPE Instrument type A 6

3 NAAM Naam en evt. Rente% en einddatum van het instrument A 30

4 NOTERINGSWIJZE (B/P) Noteringswijze in procenten of bedrag A 1

5 COUPURE Nominale waarde instrument D 9

6 VALUTA Valuta code A 3

7 LAND Land uitgevende instelling code A 3

8 BEURS Beurs code A 3

9 OFFICIEEL GENOTEERD (J/N) Of het instrument een notering heeft A 1

10 PERCENTAGE GESTORT Standaard attribuut D 7

11 AFWIJKEND DIVIDEND (J/N) Standaard attribuut A 1

12 OMREKENINGSKOERS Standaard attribuut A 1

13 INTERCOMPANY FONDS (J/N) Standaard attribuut A 1

14 BELEGGINGSMIJ COMMERC (J/N) Standaard attribuut A 1

15 BELEGGINGSMIJ FISCAAL (J/N) Standaard attribuut A 1

16 NON-VALEUR (J/N) Standaard attribuut A 1

17 GEBLOKKEERD (J/N) Standaard attribuut A 1

18 UITGEVENDE INSTELLING Uitgevende instelling code I 4

19 DEELNEMING (J/N) Of IIM een deelneming in dit instrument heeft A 1

20 GESTORT KAPITAAL Alleen als deelneming is "J" A 1

21 RUBRIEKTYPE Instrument type code A 1

22 CODE U.S.A. Rapportage code A 1

23 CODE JAARVERSLAG-NN Rapportage code NN A 2

24 SECTORCODE DNB/CBS/NVL Sector code A 3

25 BEDRIJFSTAK Bedrijfstak code A 3

26 PRIJSCOURANTRUBRIEK Prijscourantrubriek code A 3

27 PERFORMANCECODE Performance code A 3

28 GAAPCATEGORIE Gaap rapportage code A 3

29 SIGNAALDATUM Obligatie vast: Interest begindatum als eerste periode langer of korter is dan normaal

Obligatie float: eerstvolgende wijzigingsdatum

30 DD DD I 2

31 MM MM I 2

32 YYYY YYYY I 4

33 OPMERKING Obligatie vast: notitie of eerste couponperiode langer of korter is dan normaal Obligatie float: notitie "FRN"

A 30

34 CONVERSIEGEGEVENS; OMSCHR. TA code I 20

35 COUPONDATUM Coupondatum volgens normaal stramien

36 DD DD I 2

37 MM MM I 2

38 COUPONTERMIJN Aantal maanden tussen couponbetalingen I 2

39 RENTE FRN: huidig rentepercentage D 8

40 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD1 DD interest begin datum I 2

41 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM1 MM interest begin datum I 2

(26)

EPOS Attribuut Attribuut beschrijving Karakter Maximaal Karakters

42 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY1 YYYY interest begin datum I 4

43 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD2 DD interest betaaldatum I 2

44 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM2 MM interest betaaldatum I 2

45 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY2 YYYY interest betaal datum I 4

46 RENTE FRN: huidig rentepercentage D 8

47 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD1 DD interest betaaldatum I 2

48 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM1 MM interest betaaldatum I 2

49 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY1 YYYY interest betaal datum I 4

50 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD2 DD eind datum I 2

51 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM2 MM eind datum I 2

52 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY2 YYYY eind datum I 4

53 UITGIFTEJAAR Jaar van uitgifte I 4

EINDDATUM Eind datum

54 DD DD eind datum I 2

55 MM MM eind datum I 2

56 YYYY YYYY eind datum I 4

57 VERVROEGD AFLOSBAAR (J/N) Of het instrument aflosbaar is A 1

58 CODE RENTE METHODE Code voor de dagentelling A 1

GEGEVENS ONREGELMATIGE AFLOSSINGEN

59 AFLOSSING DATUM DD (SCHERM 419) DD Eind datum I 2

60 AFLOSSING DATUM MM (SCHERM 419) MM Eind datum I 2

61 AFLOSSING DATUM YYYY (SCHERM 419) YYYY Eind datum I 4

62 AFLOSSING (SCHERM 419) Aflossingskoers D 8

GEGEVENS VERVROEGDE AFLOSSINGEN

Data waarop het instrument aflosbaar is

63 BEGINDATUM DD DD aflossingsdatum 1 I 2

64 BEGINDATUM MM MM aflossingsdatum 1 I 2

65 BEGINDATUM YYYY YYYY aflossingsdatum 1 I 4

66 EINDDATUM DD DD eind datum I 2

67 EINDDATUM MM MM eind datum I 2

68 EINDDATUM YYYY YYYY eind datum I 4

69 KOERS Aflossingskoers 1 tot en met n D 8

KOERSDATUM Koers datum

70 KOERSDATUM DD DD koers datum I 2

71 KOERSDATUM MM MM koers datum I 2

72 KOERSDATUM YYYY YYYY koers datum I 4

73 BEURSKOERS Beurs koers D 4.6

74 VALORENNUMMER Telekurs instrument identificatie code I 9

75 VALOREN-SUBCODE Telekurs instrument identificatie sub code I 3

76 VALOREN-BEURSCODE Telekurs instrument beurs code I 3

77 FONDS-KOERSHERKOMST Prijs herkomst instrument A 20

Tabel 10-2 Attributen EPOS

(27)

27

Attributen in Multifonds

Multifonds Attribuut Attribuut beschrijving Karakter Maximaal

Karakters

1 Security Het interne MF instrument identificatie nummer A 15

2 Name Naam met eventueel interest en einddatum A 40

3 ISIN first 2 char. Eerste 2 karakters ISIN code A 2

4 ISIN rest Overige karakters ISIN code A 10

5 Type GTI code voor type instrument A 3

6 Status Actief of non-actief Y / N A 1

7 Short name Afkorting Naam security A 15

8 Origin Origine van prijs A 5

9 Quotation place MF Beurs code A 3

10 Branche Classificatie naar industrie sector A 3

11 Local type Classificatie voor rapportage (legal reporting / legal limits)

A 4

12 Curr. Valutacode 3 char A 3

13 Country Landcode 3 char A 3

14 Income type Standaard attribuut I 3

16 Nominal Minimale transactie hoeveelheid D 18.2

17 Calc. Type Noteringsprijs type A 3

18 Var. % Maximale variatie toegestaan t.o.v. vorige prijs D 12.6

19 Mkt. Value Indicatie van marktwaarde A

20 Depositary Rekeningnummer bank (Default) A 20

21 Issuer Code uitgevende instelling (Default) A 20

22 Fees code Insluiten of uitsluiten van bepaalde fees (Default) A 20

23 Issue date Uitgifte datum instrument A 8

24 Maturity Date Einddatum instrument A 8

25 Int. begin date Interest begin datum Obligatie A 8

26 Income currency Betalingsvaluta als anders dan noteringsvaluta A 3

27 Frequency Code Interest betaling frequentie A 2

28 Coupon Date Eerste betalingsdatum van het eerstvolgende gehele jaar

A 4

29 Interest rate Interest percentage D 12.6

30 Interest calc. Code voor basis van de interestcalculatie A 1

31 Irregular period: begin Begin periode couponbetaling buiten normale frequentie A 8 32 Irregular period: end Eind periode couponbetaling buiten normale frequentie A 8

33 From Begin periode interest FRN A 8

34 to(incl.) Eind periode interest FRN A 8

35 Reference rate Periode interest FRN A 12.6

36 Interest rate Berekende interest door MF D

37 Id code Code voor external Depositary Reference A 10

38 Id code Code voor ISIN Identificatie A 10

39 Id code Code voor SEDOL Identificatie A 15

40 Security ID (1) ISIN identificatie code A 20

41 Security ID (2) ISIN identificatie code A 20

42 Security ID (2) SEDOL identificatie code A 20

Tabel 10-3 Attributen Multifonds

(28)

Bijlage 11. Attribuutverzamelingen

Verzameling Identificatie:

Alle attributen die het instrument identificeren. Er zijn verschillende unieke codes voor elk instrument. De belangrijkste identificatie parameter is de ISIN-code (International Instrumenten Identification Number). Deze code is uniek voor bijna elk instrument. Als een aandeel aan meer dan een beurs staat genoteerd is de ISIN gelijk, echter de instrumenten luiden in een andere valuta. In de systemen die gebruikt worden voor de transactie in instrumenten, is de ISIN-code één van de sleutelattributen. In elk systeem kan een query worden gemaakt op deze code. De ISIN-code bestaat uit 12 karakters.

De SEDOL code die in MF wordt ingevoerd is een verdere verfijning van de ISIN. Een instrument kan aan meerdere beursen zijn genoteerd met dezelfde ISIN. De SEDOL verschilt wel per notering. Deze code is dus uniek voor elk instrument. Het SEDOL code bevat zeven karakters. Huidige codes bestaan uit zeven numerieke karakters, echter vanaf 5 januari 2004 zal het SEDOL code verdergaande informatie bevatten

2

. De eerste plaats zal een letter worden (Alfa), de tweede tot en met de zesde alfanumeriek en het zevende karakter wordt numeriek, dat zoals in de ISIN een check code is. Vanuit verschillende partijen betrokken bij de handel in instrumenten is er de wens ontstaan om een uniek instrument code te ontwerpen, dat niet alleen op de uitgevende instelling is gebaseerd, echter op basis van de plaats van notatie (beurs). In CRTS en MF worden de SEDOL codes als attribuut van de instrumenten opgeslagen.

De TICKER van een instrument is een unieke identificatie in letters. Het valorennummer is de identificatiecode van Telekurs, de leverancier van de prijzen van aandelen. Deze code is van belang bij het ophalen van de prijzen. Naast de unieke codes toegewezen door externe partijen maken de systemen waar de instrumenten worden ingevoerd ook codes aan. Het TA code, en het MF code is een oplopend nummer wat de systemen aan de instrumenten toewijzen. De code voor de uitgevende instelling wordt door EPOS aan de uitgever middels een oplopende nummering toegewezen.

Verzameling Type:

De attribuutverzameling Type bevat alle attributen die de Type van het instrument aangeven. Het type geeft aan of het een aandeel of een obligatie betreft, of deze een vast of een drijvend rentepercentage heeft, of het een binnenlands of buitenlands product is en of het door de overheid of door de publieke sector is uitgegeven.

Verzameling Land:

Deze verzameling van attributen bevat alle informatie over het land van herkomst van de uitgevende instelling van het instrument.

(29)

29 Verzameling Naam:

De attribuutverzameling Naam bevat alle gegevens van de naam van de uitgevende instelling en het betreffende instrument. Bij een aandeel zal de naam vergelijkbaar zijn met de uitgevende instelling. Voor een obligatie wordt er in de naam veelal het rentepercentage en de maturity date opgenomen.

Verzameling Valuta:

De attributen met betrekking tot de valuta zijn in deze verzameling opgenomen. Een instrument heeft een valuta waarin deze is genoteerd. Voor een obligatie kan het zijn dat de uitkering van de coupon in een andere valuta plaatsvindt.

Verzameling Beurs:

De attributen met betrekking tot de beurs waar het betreffende instrument wordt verhandeld, is in deze verzameling opgenomen. Voor obligaties is dit vaak CEDEL (Luxemburg).

Verzameling Issuer Indeling:

In deze verzameling zijn alle attributen opgenomen die informatie bevatten over de issuer. EPOS heeft enkele indelingen naar bedrijfstak, performance etc.

Verzameling Data:

Deze verzameling bevat alle attributen die een datum bevatten. Deze data hebben betrekking op de obligaties, fixed en floating. Voorbeelden zijn de issue date (uitgifte datum) en de maturity date (tot wanneer de obligatie loopt).

Verzameling Rente:

De verzameling rente bevat de attributen die het rentepercentage van de betreffende obligatie weergeeft.

Verzameling Standaard:

Deze verzameling bevat de attributen die standaard worden ingevoerd. Dit kan wel inhouden dat het type instrument de standaard bepaald. Er zijn enkele velden die voor elk instrument hetzelfde worden ingevoerd, bijvoorbeeld Non-valeur in EPOS.

Verzameling Coupure:

Deze verzameling bevat de attributen met informatie over de par value van het instrument. Voor een obligatie houdt dit de waarde in die aan de bezitter van het stuk wordt uitbetaald op maturity. Voor een aandeel is dit de hoeveelheid stukken overeenkomstig met de prijs waarin het stuk is genoteerd.

Verzameling FRN:

Dit zijn de attributen die alleen betrekking hebben op een Floating Rate Note (FRN).

(30)

Volgorde en afhankelijkheden van attributen en attribuutverzamelingen

Tussen de verzamelingen onderling en losse attributen zijn relaties te vinden. De verzameling Type bepaald bijvoorbeeld of er een datum moet worden ingevoerd. Een obligatie heeft verschillende data als attribuut, zoals de maturity date en de coupon date. Voor een aandeel is er geen datum van belang. In figuur 11 zijn de relaties schematisch weergegeven. Relaties tussen verzamelingen en losse attributen kunnen van verschillende aard zijn. De relatie kan een afhankelijkheid weergeven. Een afhankelijkheid houdt in dat als een attribuut een bepaalde waarde heeft, dit gevolgen heeft voor het afhankelijke attribuut. Alle attributen die geen precedentie relatie hebben met een ander attribuut zijn direct gekoppeld aan de entiteit instrument.

Relaties met attribuut verzameling Type

Een obligatie heeft meer attributen dan een aandeel. Een obligatie heeft rentebetalingen en een beperkte looptijd.

Dit heeft als gevolg dat de data waarop gebeurtenissen zoals rentebetalingen plaatsvinden, worden opgeslagen.

In figuur 11 zijn de relaties tussen Type en andere attribuut verzamelingen en losse attributen zijn weergegeven met de rode kleur. Het is van belang eerst de relaties met de verzameling Type te analyseren. Deze bepalen namelijk voor het grootste gedeelte welke attributen van belang zijn.

Relatie Type & Naam

De manier waarop de attributen die verzameld zijn onder Naam worden opgeslagen is afhankelijk van het Type van het instrument. Bij alle attributen in de verzameling naam, behalve VERSLAGNAAM, Short name en Name is bij een obligatie met vast rentepercentage, het rentepercentage en de maturity date opgenomen. Bij een FRN wordt in dit geval naast de naam alleen de maturity date vermeld.

Relatie Type & Data

Als de Type attributen aangeven dat er sprake is van een obligatie met vast of drijvend rentepercentage als entiteit, dan betekent dit dat de attributen van de data moeten worden gevuld. De Announcement date / Issue date, Maturity date, Interest Accruel date en 1st Coupon date opgeslagen moeten zijn. Als de entiteit een FRN betreft, moeten de data van de variabele rente worden ingevoerd. De groep data beginnend Call MM geeft de call datum weer waarop een obligatie vervroegd aflosbaar is. Deze groep heeft dus naast een relatie met de verzameling groep een relatie met het attribuut VERVROEGD AFLOSBAAR (EPOS).

Relatie Type & Rente

Als de verzameling Type aangeeft dat de entiteit een obligatie met vast of drijvend rentepercentage is, moet het attribuut rente worden opgeslagen.

Relatie Type & Issuer indeling

Attributen uit Issuer indeling geven onder andere aan of het instrument uitgegeven is door overheid of

ondernemingen en tot welke sector de onderneming behoort. Of het instrument een aandeel of obligatie betreft is

hier van minder groot belang, zij het dat overheden alleen obligaties uitgeven.

(31)

31 Relatie Type & Standaard

Obligaties en aandelen hebben een aantal attributen die standaard gelden. Attributen zoals Depositary, een veld wat als default wordt ingevoerd in MF, hebben voor aandelen en obligaties een gelijke waarde. Een attribuut zoals SECONDARY/OTHER is alleen voor een aandeel van belang.

Relatie Type & Day count

Day count attributen bevatten informatie over de manier van vaststellen van de renteperiode. De renteperiode is alleen van belang voor obligaties met vast of drijvend rentepercentage.

Relatie Type & FRN

De attributen van een FRN moeten alleen worden opgeslagen als het instrument ook daadwerkelijk een FRN betreft. Deze attributen heb ik samen genomen in de verzameling FRN omdat de attributen op zichzelf geen relatie hebben met andere attributen.

Relatie Type & Coupon

Hier komt de eigenschap van rentebetaling van een obligatie weer naar voren. De verzameling coupon geeft het aantal rentebetalingen weer.

Relatie Type & Prijs Ber.

Deze relatie is vergelijkbaar met de relatie Type & Standaard. De prijsberekening van aandelen en obligaties gebeurt verschillend. Een notering in percentages gebeurt bij obligaties, een notering in bedrag bij aandelen.

Relatie Type & Koers

De koersherkomst is verschillend voor aandelen en obligaties. Er zijn meerdere waarderingsinstituten in gebruik bij IIM. Telekurs waardeert de aandelen, obligaties worden meestal door Lehman gewaardeerd. In de toekomst zal dit waarschijnlijk door één partij worden gedaan, echter nu is het nog van belang dit onderscheid te maken.

Relatie Type & ODD CPN

Een obligatie kan een eerste of een laatste coupon hebben die buiten de normale periode valt. Omdat dit wederom alleen voor obligaties geldt, is er een relatie met Type.

Relatie Type & Settlement Source

Voor FRN’s en aandelen is de settlement source een attribuut.

Overige relaties met Type

De overige losse attributen die een relatie hebben met de verzameling Type, zijn vergelijkbaar met de relatie

Type en Rente. De attributen kunnen niet in een verzameling worden geplaatst, omdat daar geen relaties te

vinden zijn.

(32)

Relaties volgend op de relaties met Type

Relatie VERVROEGD AFLOSBAAR & Data

Deze relatie is al aan bod gekomen bij relatie Type & Data. In figuur 11 is deze terug te vinden in de blauwe lijn.

Relatie Rente & Naam

De attributen die de kenmerken van de naam van het instrument weergeven zijn samengenomen in de verzameling Naam. Zoals eerder vermeldt in de beschrijving van de relatie Type & Naam, wordt bij een obligatie met een vast rentepercentage de rente vermeld in de naam.

Relatie Maturity date & Naam

Bij obligaties met vast en drijvend rentepercentage wordt in de naam de maturity date vermeld. De relaties met Naam zijn weergegeven in de groene lijn.

Relatie Type, Day count, Coupon,

ODD CPN, INTEREST CALCULATION TYPE, PRICE YIELD FORMULA

De relaties tussen de bovenstaande attribuutverzamelingen en losse attributen zijn vergelijkbaar. De systemen

waar de attributen zijn opgeslagen berekenen voor de obligaties de rentebetalingen. Dit gebeurt middels twee

formules, de price yield en de interest calculation type. Deze code wordt bepaald met behulp van het Type

instrument, de day count, of het instrument een coupon buiten de normale periode heeft en het aantal coupon

betalingen. Deze relaties zijn weergegeven met een zwarte lijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1b) natuurlijke toevoer via een ruimte (serre of atrium) : 0.00 dm³/s 1c) mechanische toevoer van buitenlucht (decentraal) : 0.00 dm³/s 1d) mechanische toevoer van voorverwarmde

Persoonsgegevens van klanten worden door Maatschap muziekschool “De Kromme Rijn” verwerkt ten behoeve van de volgende doelstelling(en):.. -

Loopgroep Ruinen bewaart persoonsgegevens niet langer dan noodzakelijk voor het doel waarvoor deze zijn verstrekt dan wel op grond van de wet is

Uw persoonsgegevens worden door youCANbe - Centrum Aandacht Nissewaard opgeslagen ten behoeve van bovengenoemde verwerking(en) voor de periode:.. - Gedurende de looptijd

Psychotherapie Van der Laan bewaart persoonsgegevens niet langer dan noodzakelijk voor het doel waarvoor deze zijn verstrekt dan wel op grond van de wet is vereist (15

Uw persoonsgegevens worden door Elise Lentjes mantelzorgmakelaar opgeslagen ten behoeve van bovengenoemde verwerking(en) voor de periode:.. - Gedurende de loop@jd van de

Fysiotherapie Prak2jk Nijdam bewaart persoonsgegevens niet langer dan noodzakelijk voor het doel waarvoor deze zijn verstrekt dan wel op grond van de wet is

- Verwerking van uw persoonsgegevens beperkt is tot enkel die gegevens welke minimaal nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt;.. - Vragen om uw