Consistente kwaliteit van Static Data
Een onderzoek naar de automatisering van invoeractiviteiten
Bijlagen
Den Haag, Januari 2004. Henk Bijl
2
Bijlagen
Bijlage 1. Het Transactieproces _______________________________________________4 Bijlage 2. Systeemarchitectuur _______________________________________________7
Systeemarchitectuur: beschrijving systemen --- 8
Charles River Trading System (CRTS) 8
OMR Trading Assistant (TA) 8
EPOS 8
Multifonds 9
Cloverleaf / MOST 9
PARIS (Participanten Register Systeem) 9
Finance Kit (FK) 10
Smart Stream 10
SWIFT-Alliance (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications) 10 FORCE 10
Bijlage 3. A-schema User & Production Support ________________________________1 Bijlage 4. Problemen en Probleemhebbers_____________________________________ 13 Bijlage 5. Benchmark Rabobank_____________________________________________ 14
Inleiding 14
Het systeem 14
Prestatie systeem 15
Conclusie Benchmark 16
Bijlage 6. Workflow analyse__________________________________________________1
Bijlage 7. Bewerkingstijd instrumentinvoer____________________________________ 20
Bijlage 8. Arbeidskosten____________________________________________________ 21
Bijlage 9. Kosten per instrumentinvoer _______________________________________ 22
3
Bijlage 10. Attributen van instrumenten in de systemen __________________________ 23
Attributen in Trading Assistant 23
Attributen in EPOS 25
Attributen in Multifonds 27
Bijlage 11. Attribuutverzamelingen ___________________________________________ 28
Volgorde en afhankelijkheden van attributen en attribuutverzamelingen 30
Relaties volgend op de relaties met Type 32
Bijlage 12. Beschikbare data _________________________________________________ 35
Vendor data Opdrachtgever 35
Bijlage 13. Relaties aangeleverde informatie en systeemdata_______________________ 36
Direct afgeleide attributen van de vendorvelden 36
Attributen indirect van de vendorvelden 38
Standaard attributen afhankelijk van het type instrument 39
Niet af te leiden attributen en Telekurs fonds koersherkomst gegevens 39
Bijlage 14. TA COMMOT file ________________________________________________ 40
Voorbeeld file --- 1
Bijlage 15. Kostenberekening _________________________________________________1
Kosten uitgesplitst naar jaar ---45
Bijlage 16. Koppeling klantenwensen aan klanten ________________________________1 Bijlage 17. Klantenwensen en ontwerpparameters _______________________________1 Bijlage 18. Uitkomst RFP ____________________________________________________ 49
Gespecificeerde uitzonderingen ---52
Bijlage 19. House Of Quality _________________________________________________ 54
4
Bijlage 1. Het Transactieproces
De klanten van IIM geven een mandaat aan de Investment Managers om hun vermogen te beheren. Een mandaat kan bijvoorbeeld inhouden dat een institutionele klant alleen in milieuvriendelijke instrumenten wil investeren. Met deze beperkingen zal de Portfolio Manager de portfolio samenstellen.
Voor het analyseren van de portfolio heeft de Portfolio Manager bij IIM twee systemen tot zijn beschikking. CRTS en FK hebben portfolio what if functies waarmee voor en na een transactie de gevolgen geanalyseerd kunnen worden. Transacties kunnen alleen in de systemen worden gevoerd als de static data van de instrumenten bekend is.
Een transactie in een instrument wat tot dan toe niet is gebruikt kan in CRTS met enkele kenmerken snel worden aangemaakt. Na het aanmaken van een transactie in CRTS krijgt de frontoffice de opdracht het instrument te kopen.
De frontoffice is opgedeeld in de groepen Fixed Income, Fixed Income Credits en Equity Investments. Deze opdeling is naar het soort instrument waarin wordt gehandeld.
CRTS werkt alleen met aandelen, dus geeft opdrachten alleen aan Equity Investments. Andere instrumenten worden direct aan de frontoffice (Fixed Income of Fixed Income Credits) doorgegeven. De frontoffice belt met de broker die op de betreffende markt aanwezig is om het instrument te kopen. Als de frontoffice met de broker een prijs voor het instrument is overeengekomen, wordt de transactie op aandelen in CRTS vrijgegeven. CRTS stuurt deze vervolgens door aan TA. Transacties in andere instrumenten worden direct in TA gevoerd.
Onbekende instrumenten in TA worden door de afdeling UPS handmatig toegevoegd. Aandelentransacties op onbekende instrumenten die door CRTS naar TA worden gestuurd geven een foutmelding. Cloverleaf stuurt dan een e-mail naar UPS met de foutmelding onbekend instrument. Onbekende instrumenten die direct in TA worden ingevoerd moeten eerst aan UPS worden doorgegeven.
Het proces dat na de aan- of verkoop van een instrument plaatsvindt heet het settlement proces. Settlement houdt in
dat het instrument van de verkopende partij naar de kopende partij gaat en de cashflow van de kopende naar de
verkopende. Op het moment dat dit is gebeurd is de transactie gesetteld. Dit proces moet bijna altijd binnen drie
dagen zijn afgerond. De afdeling Settlement is verantwoordelijk voor het juist verlopen van dit proces. Nadat de
transactie in TA is gevoerd, wisselt het systeem informatie uit met de broker. Allereerst wordt er gecontroleerd of de
ingevoerde transactie het instrument betreft dat de frontoffice telefonisch is overeengekomen. Een verschil hierin
zou leiden tot de aankoop van een verkeerd instrument. Vervolgens wordt er doorgegeven op welke manier de
settlement plaats zal vinden. Dit houdt onder andere in dat de rekeningnummers voor de instrumenten
(stukkenrekening) en de rekeningnummers voor het cashtransactie worden doorgegeven. Deze uitwisseling vindt
plaats door middel van de Oasys database waarin de settlement gegevens van alle mogelijke partijen is opgeslagen.
5 IIM heeft de meeste instrumenten niet in eigen bewaring. Hiervoor worden custodians gebruikt. Een custodian heeft een inschrijving bij het clearinghouse van de beurs waarop wordt gehandeld. Hiermee mag deze direct handelen op de beurs. Partijen die deze inschrijving niet hebben kunnen een rekening bij de custodian krijgen zodat deze indirect mogen handelen. Het rekeningnummer dat in de settlementinstructies voor de broker staat betreft dan ook meestal een rekening bij de custodian.
Na de elektronische overeenkomst met de broker wordt er een bericht gestuurd naar de custodian. Dit bericht wordt aangemaakt door TA en verstuurd door SWIFT Alliance. In dit bericht wordt aan de custodian doorgegeven welk instrument er op de stukkenrekening komt of welk instrument er vanaf moet. De custodian draagt zorg voor de settlement van het instrument. De geldstroom wordt door de afdeling Service Center Accounting afgehandeld. TA geeft aan deze afdeling de geldbehoefte aan. Service Center Accounting zorgt voor voldoende geld in de juiste valuta op de geldrekening die met de broker is overeengekomen.
Alle transacties worden gecontroleerd door de afdeling Reconciliations. Deze controle houdt in dat de voorraden bij de custodian gelijk zijn aan de hoeveelheden die de systemen weergeven. Voor deze controle wordt Smart Stream gebruikt.
De verantwoordelijkheid voor de boekhouding ligt bij Accounting & Reporting (A&R). Hier worden dagelijks de Net Asset Value (NAV) berekend voor de mutual funds en wordt het grootboek bijgehouden. Op basis van het totaal van gegevens worden door A&R de rapporten voor de interne en externe partijen opgesteld. Hiervoor wordt Multifonds gebruikt.
Het contact met de klanten wordt door de afdelingen Institutional Clients Nederland (ICN) en Mutal Funds Nederland MFN gedaan.
Het transactieproces is schematisch weergegeven in figuur 1.
6
CHARLES RIVERFront Office
Broker
TRADING ASSISTANT
Settlement
EPOS
Systemen Afdelingen IIM Externe partijen
Custodian
SMART STREAM
Aandelen
Transacties Transactie
instructies
Transacties overige instrumenten Aandelen
transacties
Alle Transacties
Transacties overige instrumenten
Settlement instructies
Transactie instructies
Controle Settlement
Posities bij Custodian Posities in TA
Reconciliations Verschillen
A&R Rapportage en
NAV berekening
MULTIFONDS
Aandelen transacties
Cloverleaf / MOST
Transactiestroom Settlement
Reconciliatie en Accounting
Figuur 1 Het transactieproces
7
Bijla ge 2 . S y s tee m a rc h ite c tuur
Bijlage 2. Systeemarchitectuur
Cloverleaf
Finance Kit
Multifonds EPOS Trading Assistant Werkstation
BROKER CUSTODIAN
PARIS
FORCE
SWIFT ALLIANCE
Data Vendor Data Vendor
ALERT
Reformatter Reformatter
Charles River
Equity Transacties Front Office
Fixed Income Transacties
Transacties
Prijzen
Prijzen
Posities Posities
Posities Prijzen
Posities Prijzen
Prijzen
Swift Berichten
Posities
Cash Posities
Posities/Cash
Systeemarchitectuur: beschrijving systemen
Charles River Trading System (CRTS)
Hoofdfuncties
• Transactiesysteem voor aandelen
• Trade Order Management activiteiten zoals Portfolio analyses
De transacties op aandelen worden bij IIM met behulp van CRTS gedaan. Met behulp van CRTS kunnen portfolio analyses worden verricht. Dit houdt in dat als er in een bestaand portfolio transacties worden aangemaakt de gevolgen voor het portfolio direct zichtbaar worden. CRTS bevat de statische informatie (static data) van alle instrumenten alsmede de dynamische informatie zoals de prijs van het instrument. De prijs wordt ieder uur bijgewerkt. Nieuwe instrumenten kunnen met behulp van het invoeren van enkele kenmerken van het instrument snel worden opgevoerd en gebruikt voor transacties. Elke nacht wordt de ontbrekende instrumentinformatie door middel van een Data vendor interface aangevuld. Elke transactie die in CRTS wordt uitgevoerd wordt vervolgens aan Trading Assistant aangeboden door middel van Cloverleaf.
OMR Trading Assistant (TA)
Hoofdfuncties
• Trading systeem
• Opslag settlement gegevens
• Opslag instrumenten posities
TA verzorgt het geautomatiseerde gedeelte van de aan- en verkoop van instrumenten en de stromen in geld en stukken die hierbij ontstaan. Nadat de Front office een instrument heeft aangekocht bij een broker, wordt de transactie in TA gevoerd. De transactie bevat informatie over het betreffende instrument zoals de identificatiecode en prijs. Verder bevat de transactie informatie waaraan TA kan herkennen op welke manier de transactie plaats zal vinden. Een transactie kan niet in TA worden ingevoerd als de Static data van het betreffende instrument nog niet in TA is ingevoerd. Op dit moment zijn er 1650 aandelen, 1350 obligaties, 634 ondernemingen, 200 counterparties, 13 custodians, 80000 clearing schedules in het systeem ingevoerd. Per dag worden er ongeveer 400 tot 500 transacties met behulp van TA gedaan. Contact met partijen betrokken bij het transactieproces buiten IIM wordt door middel van SWIFT berichten gedaan. Deze kunnen door TA worden gemaakt en verwerkt.
EPOS
Hoofdfuncties
• Gegevensbron voor interne en externe Rapportage
• Nederlandse GAAP
EPOS is sinds 1988 bij ING in gebruik en is intern bij Nationale Nederlanden geschreven als hoofdsysteem voor
de transactieverwerking en boekhouding. De functie is tegenwoordig het rapporteren en boekhouden volgens
9 EPOS uit te faseren, echter dit heeft vooralsnog geen prioriteit. De functies die op dit moment worden gebruikt door IIM kunnen nog niet worden overgenomen door andere systemen. Het nieuwe Insurance Accounting systeem kan dit wel, waardoor EPOS waarschijnlijk binnen een jaar zal verdwijnen. EPOS en TA bevatten vergelijkbare informatie van instrumenten. Instrumenten worden bij EPOS echter ingedeeld naar branche en industrie. Vanuit deze classificatie kunnen rapportages voor toezichthoudende instellingen worden opgesteld.
Multifonds
Hoofdfuncties
• Boekhouding
• Berekening NAV
In Multifonds(MF) wordt het grootboek voor het vermogensbeheer bijgehouden. Veranderingen hierin kunnen veroorzaakt worden door transacties of door het veranderen van de waarde van de instrumenten die zijn aangekocht. Positieveranderingen door transacties worden voor aandelen direct vanuit CRTS aangeleverd.
Andere positieveranderingen worden vanuit TA via EPOS aangeleverd. Prijzen worden afhankelijk van de bron direct in MF ingelezen door middel van een bestand wat dagelijks wordt aangeleverd. Deze prijzen worden vervolgens naar TA en EPOS verstuurd. Met behulp van de ingelezen prijzen van de individuele instrumenten wordt er een Net Asset Value (NAV) opgesteld voor de klanten. Deze NAV is de waardebepaling van het fonds of portfolio op een gegeven moment. Voor Mutual Funds wordt deze NAV dagelijks opgesteld, voor andere partijen maandelijks. Een fout in een instrument kan een verkeerd berekende NAV veroorzaken. Een verkeerde NAV kan eerder genoemde claims of schadeloosstellingen tot gevolg hebben.
Cloverleaf / MOST
Hoofdfuncties
• Interface tussen CRTS met TA en MF
• Transactie posities van CRTS naar TA
• Cashflows van CRTS naar MF
• Net Asset Value (NAV) van MF naar CRTS
Om herhaling van de transactie invoer activiteiten te voorkomen zijn er tussen de systemen interfaces aangelegd. De meest intelligente interface ligt tussen de systemen CRTS, TA en MF. Deze interface werkt volgens Cloverleaf, een file transfer protocol waarmee bijna elke vorm van informatie in verschillende formaten aan elkaar gekoppeld kan worden. De hoofdfuncties hebben betrekking op informatiestromen van de instrumenten in de systemen. Deze instrumenten hebben in alle systemen een uniek identificatiecode. Deze codes zijn in MOST aan elkaar gekoppeld. Als een nieuw instrument in TA, CRTS en MF wordt ingevoerd moeten de betreffende systeemcodes in MOST worden bijgewerkt.
PARIS (Participanten Register Systeem)
Hoofdfuncties
• Fondsadministratie
Dit systeem is ongeveer vier jaar geleden intern ontwikkeld voor de fondsadministratie. De fondsen waarin institutionele beleggers kunnen participeren beleggen in andere fondsen of instrumenten. Transacties voor het hoofdfonds hebben veranderingen in samenstelling van het hoofdfonds tot gevolg. De posities van de participanten in dit fonds wijzigen hierdoor. PARIS zorgt voor de attributie van deze veranderingen naar de betrokken participanten.
Finance Kit (FK)
Hoofdfuncties
• Valutatransacties
FK wordt bij IIM gebruikt voor valuta en optie transacties. FK heeft veel overeenkomsten met TA. Er is al enige tijd de discussie of in de toekomst de activiteiten voor de settlement en de huidige activiteiten van FK met een systeem kunnen worden uitgevoerd.
Smart Stream
Hoofdfuncties
• Reconciliatie
Smart Stream wordt door IIM gebruikt om gegevens te vergelijken. De custodians van IIM hebben de gekochte instrumenten in bewaring. De hoeveelheid die bij de custodian in bewaring is wordt vergeleken met de hoeveelheid die de systemen van IIM aangeven. Ook worden de posities die de systemen binnen IIM aangeven vergeleken met elkaar. Smartstream is door middel van een interface of reformatter verbonden met de systemen TA en MF. Contact met de custodian vindt door middel van SWIFT berichten plaats. In de toekomst zullen de systemen CRTS en Finance Kit op Smart Stream worden aangesloten. Bij verschil in positie rapporteert Smart Stream aan de afdeling Reconciliations.
SWIFT-Alliance (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications)
Hoofdfuncties
• Ontvangen en versturen van SWIFT berichten naar het SWIFT netwerk
Dit systeem zorgt voor het versturen van de SWIFT berichten uit TA en Finance Kit naar het SWIFT netwerk.
In het bericht staan de settlement instructies uit TA en Finance Kit. De berichten die bij een transactie zijn aangemaakt in TA worden door SWIFT verzameld en verstuurd naar het SWIFT netwerk. Op dit moment worden er alleen SWIFT berichten naar de custodian gestuurd. Foutieve berichten worden betiteld als NACK, Not acknowledged
FORCE
Hoofdfuncties
• Aanleveren data voor rapportage systemen
• Prestatie meting en toekenning
FORCE verzamelt de transactie- en positiegegevens uit de systemen EPOS, MF en FK. De dataleveranciers
11
dynamische informatie. Ontbrekende informatie wordt door UPS aangevuld. De informatie in FORCE wordt
gebruikt door de rapportagesystemen Hermes, Twix en Mars. Deze systemen stellen rapporten op voor klanten,
management en toezichthoudende instanties zoals DNB.
Bijlage 3. A-schema User & Production Support
Clearing- schedules
Corporate Actions
Coupon data
Nieuwe Obligaties Nieuwe
Opties
Nieuwe Aandelen
Verificatie opdrachten
Invoer CRTS
Nieuwe Aandelen
Invoer TA
Verificatie
Vrijgave overig
Berichten Vrijgave Clearingschedules
Verificatie opdrachten
Verificatie Invoer EPOS
Vrijgave
Invoer MF
Invoerop- dracht MFInvoerop- dracht EPOS
Verificatie opdrachten
Verificatie
Berichtenstroom uitsluitend berichten
Activiteit personen en andere middelen betrokken
UPS
Berichten Vrijgave Opdrachten Data vendor
Informatie
Figuur 2 A-schema UPS
13
Bijlage 4. Problemen en Probleemhebbers
Problemen
1 Een transactie van een onbekend instrument kan niet in TA worden gevoerd. x x x x 4
2 Snelheid van het handmatige invoer x x x x x x 6
Onvoorspelbare beladingsgraad UPS x x 2
3 Grote kans op invoer fouten x x x x x x x x x x x 11
4 Onbetrouwbaarheid van externe en interne data x 1
5 Onduidelijke instrument invoer procedures x 1
Inconsistent gebruik van de invoerprocedure x x x x x x x x x 9
6 Onduidelijkheid achtergrond van veel invulvelden x 1
7 Wijzigbaarheid fouten bij invoer EPOS x 1
8 De activiteiten invoer instrument hebben lage variëteit en beperkte autonomiemogelijkheden x 1
9 Verlate settlement en verkeerd berekende NAV x x x x x x x 7
Tot a a l
E quity Investm ents F ixed Incom e Credits F ixed Incom e & T reasury UP S m edewerker Betrokken partijen
F S M M anagem ent S e ttlem ents Reconceliations A ccounting & Reporting
A lgem een M anagem ent Corporate A c tions Quality
Figuur 4 Probleemhebbers en hun problemen
B ijl age 4 . Pr o b lem e n en Probleem he bbers
Bijlage 5. Benchmark Rabobank
Inleiding
De QFD methodiek geeft aan dat de positie van de onderneming moet worden vergeleken met de concurrent. De QFD methodiek wordt veelal gebruikt voor het ontwerpen van fysieke producten. Een concurrentievergelijking kan dan zinvol zijn om vooraf de markt voor het product te verkennen. De concurrentieanalyse in deze studie zal dienen als referentiekader voor de prestatie van het ontwerp. De Rabobank heeft een oplossing voor het probleem bij IIM gevonden, deze kan worden gebruikt als uitgangspunt voor het ontwerp.
Het systeem TA wordt door andere banken ook gebruikt. De Nederlandse Bank, ABN AMRO en de Rabobank gebruiken TA voor meerdere doeleinden. Om een beeld te krijgen van de werkzaamheden voor de Static Data invoer in dit systeem ben ik op het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht op bezoek geweest. Hier werd duidelijk dat de Rabobank TA gebruikt als transactiesysteem voor obligaties, onderhandse leningen en derivaten. Voor de Static Data invoer is er een geautomatiseerde oplossing gevonden, waar de naam STABOND (Static Data voor Bonds) aan is gegeven. Bij IIM wordt het frontoffice systeem Motif, een onderdeel van TA, gebruikt voor de invoer van transacties. Een transactie op een instrument dat onbekend is in TA kan niet worden ingevoerd. De Rabobank gebruikt in de frontoffice ARTS en Bloomberg voor de transactie invoer. Dit heeft als voordeel dat transacties op onbekende instrumenten wel kunnen worden ingevoerd en een foutmelding geven als deze transactie wordt aangeboden aan TA.
Het systeem
De foutmelding van TA is de trigger van het systeem dat de Static Data bijwerkt. Een deamon leest om de 10 minuten of er foutmeldingen zijn in TA. De deamon wordt alleen gestart als er ook daadwerkelijk transacties zijn gedaan. Is dit niet zo dan heeft het ook geen zin te gaan kijken naar foutmeldingen voor onbekende instrumenten. Als er een transactie is gedaan en de deamon is gestart, wordt een programma gestart die de foutmeldingen inleest. Dit programma leest alleen de foutmeldingen met code 00098 in, dit is het error code van TA voor ‘onbekend instrument’. Deze error file wordt met behulp van de print to disk functie naar een dump file geschreven. Deze file wordt weer gekopieerd naar een andere file, omdat de dump file bij elke run wordt overschreven. Vanuit deze file wordt het transactiecode van het onbekend instrument ingelezen, welke wordt vergeleken met de deal send file uit TA. Deze file bevat alle files met betrekking tot binnengekomen transactieopdrachten. Met behulp van het transactiecode, wordt de bijbehorende ISIN code of andere identificatie van het instrument opgehaald. Deze informatie wordt in een tabel gezet samen met het Type instrument. Onderhandse leningen hebben vaak een intern ISIN, maar zijn niet bekend in Bloomberg. Het heeft dan ook geen zin deze informatie op te halen.
System ID (transactiecode) ISIN Product
8123456 XS0000123645 SEC
Voorbeeld textfile
15 Het instrumentinformatie wordt weggeschreven in een textfile. Deze textfile wordt door Stabond gebruikt bij het opzetten van een request file voor Bloomberg. In deze file staan alle velden die door Bloomberg gevuld moeten worden. Aan het einde van deze file staat de ISIN of ander identificatie code van het betreffende instrument.
Deze file wordt met behulp van een stand-alone PC naar Bloomberg gestuurd. De Rabobank krijgt van Bloomberg dezelfde file terug, echter nu aangevuld met het instrument informatie.
De instrumentinformatie uit de Bloomberg file wordt met behulp van een acces database omgezet tot systeemdata. In deze Accesdatabase zijn alle vertaalslagen opgenomen, zoals het vaststellen van de Price Yield formula. Vanuit de database wordt een textbestand gemaakt met alle systeemdata. Dit bestand wordt naar het programma Winrunner gestuurd. Dit systeem kan schermen herkennen en invullen. Alle velden worden met behulp van dit systeem gevuld. De manier van invoeren gaat gelijk aan de handmatige invoer. Elk commando wordt nu echter door Winrunner aan TA gegeven.
Prestatie systeem
De geautomatiseerde invoer van de nieuwe fixed income instrumenten zorgt voor een Straight Through Processing (STP) percentage van 90 tot 95 procent. Het branchegemiddelde ligt op 40 procent en bij IIM wordt een percentage van 60 procent gehaald. De prestatie van de Rabobank is niet van toepassing op de totale STP, echter het geeft een beeld van de prestatie op fixed income.
Fouten bij de invoer worden voornamelijk veroorzaakt door Winrunner. Dit systeem is gevoelig als er andere processen op de computer worden gestart tijdens de invoer van een nieuw instrument. Als er bijvoorbeeld een virusscanner wordt gestart op het moment van invoer, kan het zijn dat het invoerscherm een moment niet actief is. Winrunner ‘loopt’ dan door en kan dan een invoerveld overslaan, waardoor in het daaropvolgende veld verkeerde informatie wordt ingevoerd. Bij een aanpassing in TA, bijvoorbeeld het toevoegen van een veld, moet het Winrunner script worden aangepast. Omdat het systeem werkt met coördinaten op het invoerscherm, kan een aanpassing behoorlijk wat werk opleveren. De wens voor toekomstige ontwikkelingen is om het aantal velden
Transactiefile
stabond.txt
ARTS Bloomberg
TA / OMR DLSND
start_warnid stop_warnid
chk_warni.ksh omr_warnid
warni_dmp
warni.dmp
STABOND
REQUEST file
Bloomberg server
OUTPUT file winrun.txt
Winrunner
MS ACCESS
ingevoerd door Winrunner te verkleinen. Het is mogelijk de velden in TA te vullen met behulp van de Comot.dat file. Dit is een file die lijkt op de comod.dat file. De comod file van TA bevat alle instrument Static Data die in het systeem is ingevoerd. Bij het toevoegen van een instrument zoekt TA eerst in deze file, vervolgens in de file die alle ISIN code bevat en daarna in de comot.dat file. Als deze file het nieuwe instrument bevat, wordt deze op het scherm getoond. Vervolgens kan het instrument worden toegevoegd aan de comod file zonder alle velden handmatig in te voeren. Het toevoegen van een nieuw instrument vereist dan nog een klein handmatige handeling. Deze kan door bijvoorbeeld Winrunner worden overgenomen. Door het verminderen van de handelingen van Winrunner, zal de foutgevoeligheid verkleind worden. Het enige nadeel van deze aanpassing is dat er tijdens de run geen schermen voor het toevoegen van een instrument open mogen staan op andere locaties.
STABOND kan een batch van nieuwe instrumenten bijwerken. Een run duurt tussen de vijf en tien minuten. Als er dus op een gegeven moment tien nieuwe instrumenten binnenkomen, levert dit bij IIM 5 uur werktijd op. Bij de Rabobank is deze opdracht binnen tien minuten verwerkt.
Het aantal fouten bij de handmatige invoer van IIM is vrij groot. 38% van de nieuwe instrumenten wordt in een keer goed ingevoerd, 95% is na verificatie goed opgevoerd
1. Bij de Rabobank wordt gesteld dat 498 van de 500 nieuwe instrumenten (+99%) correct wordt opgevoerd. Fouten die worden gemaakt kunnen vrijwel volledig aan het Winrunner programma worden toegeschreven. Enkele keren bij de invoer van een exotisch of een onbekende variant maakt STABOND een aanname voor de invoer. Als dit voorkomt wordt een mail gestuurd naar de beheerders om deze aanname te controleren. De transactie wordt niet vrijgegeven voordat de aanname is gecontroleerd.
Conclusie Benchmark
STABOND werkt goed bij de Rabobank. Met een aanpassing in het programma kan de prestatie worden verhoogd. De Static Data invoer bij de Rabobank wordt alleen voor de fixed income gebruikt. De fixed income instrumenten zijn complexer in de invoer dan de equities. Een aanpassing voor het invoeren van alle
instrumenten zal naar verwachting niet veel problemen opleveren. De vergelijkbare UPS afdeling van de Rabobank heeft drie werknemers, dit in tegenstelling tot de zeven bij IIM. Er moet hierbij vermeld worden dat UPS de Static Data voor vijf systemen verzorgt ten opzichte van de twee TA applicaties bij de Rabobank. Er kan in ieder geval de conclusie worden getrokken dat de Rabobank beter scoort op de snelheid en
foutgevoeligheid van de instrumenten opvoer.
1 Foutenmeting 9 tot 31 mei
17
Bi jla g e 6. W o rk flow an a lys e
Bijlage 6. Workflow analyse
0 5 10 15 20 25 30 35 40
06/01 - 10/01 Januari
13/01 - 17/01 20/01 - 24/01 27/01- -31/01 03/02 - 07/02 Februari
10/02 - 14/02 17/02 - 21/02 24/02 - 28/02 03/03 - 07/03 Maart
10/03 - 14/03 17/03 - 21/03 24/03 - 28/03 31/03 - 04/04 April
A a n tal n ieu w e in st ru m e n ten p e r w eek
Totaal aantal nieuwe instrumenten Aantal nieuwe aandelen
Aantal nieuwe obligaties
Figuur 6.1 Workflow nieuwe instrumentopdrachten 6 januari tot 4 april 2003
0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0 1 2 0 1 4 0
0 6 / 0 1 - 1 0 / 0 1
1 3 / 0 1 - 1 7 / 0 1
2 0 / 0 1 - 2 4 / 0 1
2 7 / 0 1 - - 3 1 / 0 1
0 3 / 0 2 - 0 7 / 0 2
1 0 / 0 2 - 1 4 / 0 2
1 7 / 0 2 - 2 1 / 0 2
2 4 / 0 2 - 2 8 / 0 2
0 3 / 0 3 - 0 7 / 0 3
1 0 / 0 3 - 1 4 / 0 3
1 7 / 0 3 - 2 1 / 0 3
2 4 / 0 3 - 2 8 / 0 3
3 1 / 0 3 - 0 4 / 0 4
Aan tal n ieu w e i n stru men ten
2 0 0 3
g e m i d d e l d e 2 0 0 3 2 0 0 2
Figuur 6.2 Workflow nieuwe instrumentopdrachten 6 januari tot 4 april 2002 en 2003
19
Gemiddeld aantal nieuwe aandelen en obligaties verdeling week 2 t/m 14 20030.0 0.5 1.0 1.5 2.0 2.5
7:00 - 11:00
11:00 - 15:00
ma
15:00 - 19:00
7:00 - 11:00
11:00 - 15:00
di
15:00 - 19:00
7:00 - 11:00
11:00 - 15:00 w o
15:00 - 19:00
7:00 - 11:00
11:00 - 15:00
do
15:00 - 19:00
7:00 - 11:00
11:00 - 15:00
vrij
15:00 - 19:00
Dagen
ge m idde ld a a n ta l in s tr u m e nt e n
gemiddeld aantal aandelen
gemiddeld aantal obligaties
Totaal gemiddeld
Bijlage 7. Bewerkingstijd instrumentinvoer
Tabel 1
Activiteit Instrumenten invoer Tijd maximaal
(minuten)
Tijd minimaal (minuten) Lezen mail of ontvangen opdracht
Bloomberg Invoeren instrument
DES pagina printen 8 6
Trading Assistant
Openen
Controleren of instrument al bestaat Openen ADD INSTRUMENT menu
Invoeren data in negen invoerschermen 10 7
Opdracht doorgeven aan collega voor verificatie TA
Vrijgave instrument 4 2
Toevoegen prijs instrument TA 2 1
EPOS Openen
Opzoeken uitgevende instelling
Eventueel nieuwe uitgevende instelling aanmaken Nieuwe uitgevende instelling aanmaken FORCE Openen TOEVOEGEN NIEUWE FONDSEN menu
Invoeren data in vijf invoerschermen 10 6
Opdracht doorgeven aan collega voor verificatie EPOS
Vrijgave instrument 4 2
Multifonds
Openen SECURITY POSITIONS menu Controleren of instrument al bestaat Openen invoerscherm (FDSEC01) Toevoegen FRN data
Toevoegen Identificatiecodes
Toevoegen prijs 10 6
Opdracht doorgeven aan collega voor verificatie MF
Vrijgave instrument 4 2
Invullen foutenmeting database 2 2
Opbergen opdrachtformulier instrument 2 2
Totaal 56 36
21
Bijlage 8. Arbeidskosten
Kosten Euro ( )
Basis salaris 2000.00
Sociale verzekeringen 342.00
Pensioen 700.20 Vaste uitkeringen 58.30
Training & cursus 67.80 Andere staff uitgaven 18.20
ICT 350.00 Andere communicatie 5.40
Kantoor benodigdheden 3.00
Reizen 35.10 Data services (Bloomberg, etc) 256.94
Human Resources 331.96
Accommodatie 824.21 Personeelskosten / maand 4993.12
Personeelskosten / uur 34.67 Tarief berekend Controlling 55
Tabel 8-1 Kostenallocatie UPS
Settlements
Aantal verbeteringen per maand 21 Gemiddelde bewerkingstijd 1 uur
Uurtarief 55
Kosten per maand 1155
Tabel 8-2 Kosten Settlements
A&R
Aantal verbeteringen per maand 28 Gemiddelde bewerkingstijd 0.07 uur
Uurtarief 55
Kosten per maand 108
Tabel 8-3 Kosten A&R
Bijlage 9. Kosten per instrumentinvoer
Mei Juni Juli Augustus
Aantal Nieuwe Instrumenten 105 119 134 136
Claims & schadeloosstellingen
% Fouten na verificatie 8% 3% 11% 4%
Kans op Economisch verlies 2% 1% 3% 1%
Kans op Goodwill verlies 5% 2% 7% 2%
Gemiddelde kosten Economisch verlies 665 665 665 665 Gemiddelde kosten Goodwill verlies 1,000 1,000 1,000 1,000
Kosten Economisch verlies 13 5 18 7
Kosten Goodwill verlies 48 18 66 24
UPS
Bewerkingstijd per instrument 0.78 uur 0.78 uur 0.78 uur 0.78 uur
Uurtarief UPS 55 55 55 55
Directe Arbeidskosten UPS 4,524 5,127 5,773 5,859
% Fouten voor verificatie 38% 55% 66% 41%
Bewerkingstijd per fout herstel 0.17 uur 0.17 uur 0.17 uur 0.17 uur
Indirecte Arbeidskosten UPS 366 600 811 511
Settlements
Uurtarief Settlements 55 55 55 55
Aantal correcties Settlements per maand 21 21 21 21
Gemiddelde bewerkingstijd Settlements 1.00 uur 1.00 uur 1.00 uur 1.00 uur Directe Arbeidskosten Settlements 1,155 1,155 1,155 1,155 Accounting & Reporting
Uurtarief A&R 55 55 55 55
Aantal correcties A&R per maand 28 28 28 28
Gemiddelde bewerkingstijd A&R 0.07 uur 0.07 uur 0.07 uur 0.07 uur
Directe Arbeidskosten A&R 108 108 108 108
Totalen
Totale kosten per maand 6,214 7,013 7,931 7,664
Totale kosten per instrument 59 59 59 56
Tabel 9-1 Berekening totale kosten per instrument
23
Bijlage 10. Attributen van instrumenten in de systemen
Attributen in Trading Assistant
Trading Assistant Attribuut beschrijving Karakter Maximaal
Karakters
1 TA code Intern Identificatiecode TA A 5
2 SECURITY XREF ISIN identificatie code A 13
3 SECURITY XREF TYPE Geeft het soort identificatie in veld 2 weer A 5 4 INSTRUMENT TYPE Geeft het soort instrument weer, binnenlands /
buitenlands, Aandeel / obligatie
A 2
5 CLEARINGCLASS Koppeling aan clearingschedule door lettercombinatie A 8
6 PAYMENT INSTRUMENT Valuta van notering A 5
7 HOLIDAY SCHEDULE Welke werkdagentelling wordt gebruikt A 10
8 ISSUER Landcode en informatie of het instrument aan de staat of onderneming gerelateerd is
A 10
9 LONG DESCRIPTION Naam en eventueel rentepercentage en einddatum van het instrument
A 40
10 TICKER SYMBOLS TICKER identificatie A 10
11 REPORT DESCRIPTION Long description met TICKER ipv Naam A 20
12 REPORTCAT1 Obligatie vast: B. Drijvend: FRN. Aandeel: SH+ISO landcode Beurs
A 10
13 REPORTCAT2 Achter attribuut 12 Aandeel: SH A
14 GENERIC TYPE Geeft aan of het een staatsobligatie betreft A 10
15 EXCHANGE Naam van de beurs van notering A 10
16 DENOMINATION INSTRUMENT Als de betalingvaluta anders is dan de noteringvaluta A 5 17 SHIFT DECIMAL Geeft de eventuele correctie van de prijs naar
basispunten weer
D 3
18 PRICE FORMAT Formaat van de prijs D 2
19 VALUE FACTOR Transactie eenheid D 9.9
20 CONTRACT SIZE Minimale transactie eenheid D 9
21 CONTRACT FACTOR Standaard veld D 10.7
22 ROUNDING TYPE De manier van prijsafronding A 1
23 LIMT-MOVE-CODE Eerste 3 karakters clearingclass D 7.10
24 DECIMAL REQUIRED Of de prijs wordt weergegeven met decimalen A 1
25 DELIVERY RANGE Standaard veld voor FRN A 3
26 QUATATION METHOD Standaard veld voor FRN A 1
27 SETTLEMENT SOURCE Standaard veld voor FRN A 1
28 SPOT/SETTLMT DAYS Aantal settlement dagen D 3
29 REPO STL DAYS Standaard veld voor FRN D 2
30 RESET FREQ Frequentie interest bijstelling (FRN) A 2
31 TENOR Looptijd van de rente (FRN) A 4
32 INDEX Code van de referentie rente (FRN) A 6
33 SOURCE Plaats van de referentierente (FRN) A 9
34 SPREAD De spreiding ten opzichte van de referentierente (FRN) D 10.7
35 TIMING Standaard veld voor FRN I 2
36 COUPONADJMETH Manier van interest bijstelling A 1
Trading Assistant Attribuut beschrijving Karakter Maximaal Karakters
37 ISSUE DATE Uitgifte datum Obligatie D 7
38 DATED DATE Interest begin datum Obligatie D 7
39 MATURITY DATE Einddatum Obligatie I 7
40 1ST PAYMENT DATE Eerste interest betaaldatum D 7
41 1ST RECORD DATE Eerste interest betaaldatum D 7
42 PRICE YIELD FORMULA Renteberekeningsmethode formule D 3
43 INTEREST CLASS Manier van interest betaling A 2
44 ODD CPN/ODD LAST CPN Of de 1e couponperiode langer of korter is dan normaal A 1
45 INTEREST CALCULATION TYPE Interest berekeningsmethode I 2
46 DAY COUNT Dagentelling voor de interestberekening A 7
47 ANNUAL RATE SRC Soort interest A 2
48 ANNUAL RATE De jaarlijkse interest D 7.10
49 REDEMPTION PRICE Standaard veld voor Obligaties D 7.10
50 STOCK TYPE Aandeel soort A 1
51 BUSBONE CONFIRM Standaard veld A 2
52 PAR VALUE De nominale waarde van een aandeel D 12.5
53 # PAYMENTS PER YEAR Het aantal couponbetalingen per jaar I 2
54 RECORD DATE Coupondata
RECORD DD Dag Coupondatum I 2
RECORD MM Maand Coupondatum I 2
55 PAYABLE Coupondata
PAYABLE DD Dag Coupondatum I 2
PAYABLE MM Maand Coupondatum I 2
56 SINKING FUND-START Het begin van de eventuele terug betalingsperiode D 8
57 SECONDARY/OTHER Standaard veld Aandeel A 2
58 TYPE BB Standaard veld Aandeel A 4
59 SECURITY NBR TICKER A 12
Tabel 10-1 Attributen Trading Assistant
25
Attributen in EPOS
EPOS Attribuut Attribuut beschrijving Karakter Maximaal
Karakters
1 RENTE interest percentage fixed or float D 8
2 TYPE Instrument type A 6
3 NAAM Naam en evt. Rente% en einddatum van het instrument A 30
4 NOTERINGSWIJZE (B/P) Noteringswijze in procenten of bedrag A 1
5 COUPURE Nominale waarde instrument D 9
6 VALUTA Valuta code A 3
7 LAND Land uitgevende instelling code A 3
8 BEURS Beurs code A 3
9 OFFICIEEL GENOTEERD (J/N) Of het instrument een notering heeft A 1
10 PERCENTAGE GESTORT Standaard attribuut D 7
11 AFWIJKEND DIVIDEND (J/N) Standaard attribuut A 1
12 OMREKENINGSKOERS Standaard attribuut A 1
13 INTERCOMPANY FONDS (J/N) Standaard attribuut A 1
14 BELEGGINGSMIJ COMMERC (J/N) Standaard attribuut A 1
15 BELEGGINGSMIJ FISCAAL (J/N) Standaard attribuut A 1
16 NON-VALEUR (J/N) Standaard attribuut A 1
17 GEBLOKKEERD (J/N) Standaard attribuut A 1
18 UITGEVENDE INSTELLING Uitgevende instelling code I 4
19 DEELNEMING (J/N) Of IIM een deelneming in dit instrument heeft A 1
20 GESTORT KAPITAAL Alleen als deelneming is "J" A 1
21 RUBRIEKTYPE Instrument type code A 1
22 CODE U.S.A. Rapportage code A 1
23 CODE JAARVERSLAG-NN Rapportage code NN A 2
24 SECTORCODE DNB/CBS/NVL Sector code A 3
25 BEDRIJFSTAK Bedrijfstak code A 3
26 PRIJSCOURANTRUBRIEK Prijscourantrubriek code A 3
27 PERFORMANCECODE Performance code A 3
28 GAAPCATEGORIE Gaap rapportage code A 3
29 SIGNAALDATUM Obligatie vast: Interest begindatum als eerste periode langer of korter is dan normaal
Obligatie float: eerstvolgende wijzigingsdatum
30 DD DD I 2
31 MM MM I 2
32 YYYY YYYY I 4
33 OPMERKING Obligatie vast: notitie of eerste couponperiode langer of korter is dan normaal Obligatie float: notitie "FRN"
A 30
34 CONVERSIEGEGEVENS; OMSCHR. TA code I 20
35 COUPONDATUM Coupondatum volgens normaal stramien
36 DD DD I 2
37 MM MM I 2
38 COUPONTERMIJN Aantal maanden tussen couponbetalingen I 2
39 RENTE FRN: huidig rentepercentage D 8
40 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD1 DD interest begin datum I 2
41 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM1 MM interest begin datum I 2
EPOS Attribuut Attribuut beschrijving Karakter Maximaal Karakters
42 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY1 YYYY interest begin datum I 4
43 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD2 DD interest betaaldatum I 2
44 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM2 MM interest betaaldatum I 2
45 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY2 YYYY interest betaal datum I 4
46 RENTE FRN: huidig rentepercentage D 8
47 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD1 DD interest betaaldatum I 2
48 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM1 MM interest betaaldatum I 2
49 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY1 YYYY interest betaal datum I 4
50 GEGEVENS VARIABELE RENTE DD2 DD eind datum I 2
51 GEGEVENS VARIABELE RENTE MM2 MM eind datum I 2
52 GEGEVENS VARIABELE RENTE YYYY2 YYYY eind datum I 4
53 UITGIFTEJAAR Jaar van uitgifte I 4
EINDDATUM Eind datum
54 DD DD eind datum I 2
55 MM MM eind datum I 2
56 YYYY YYYY eind datum I 4
57 VERVROEGD AFLOSBAAR (J/N) Of het instrument aflosbaar is A 1
58 CODE RENTE METHODE Code voor de dagentelling A 1
GEGEVENS ONREGELMATIGE AFLOSSINGEN
59 AFLOSSING DATUM DD (SCHERM 419) DD Eind datum I 2
60 AFLOSSING DATUM MM (SCHERM 419) MM Eind datum I 2
61 AFLOSSING DATUM YYYY (SCHERM 419) YYYY Eind datum I 4
62 AFLOSSING (SCHERM 419) Aflossingskoers D 8
GEGEVENS VERVROEGDE AFLOSSINGEN
Data waarop het instrument aflosbaar is
63 BEGINDATUM DD DD aflossingsdatum 1 I 2
64 BEGINDATUM MM MM aflossingsdatum 1 I 2
65 BEGINDATUM YYYY YYYY aflossingsdatum 1 I 4
66 EINDDATUM DD DD eind datum I 2
67 EINDDATUM MM MM eind datum I 2
68 EINDDATUM YYYY YYYY eind datum I 4
69 KOERS Aflossingskoers 1 tot en met n D 8
KOERSDATUM Koers datum
70 KOERSDATUM DD DD koers datum I 2
71 KOERSDATUM MM MM koers datum I 2
72 KOERSDATUM YYYY YYYY koers datum I 4
73 BEURSKOERS Beurs koers D 4.6
74 VALORENNUMMER Telekurs instrument identificatie code I 9
75 VALOREN-SUBCODE Telekurs instrument identificatie sub code I 3
76 VALOREN-BEURSCODE Telekurs instrument beurs code I 3
77 FONDS-KOERSHERKOMST Prijs herkomst instrument A 20
Tabel 10-2 Attributen EPOS
27
Attributen in Multifonds
Multifonds Attribuut Attribuut beschrijving Karakter Maximaal
Karakters
1 Security Het interne MF instrument identificatie nummer A 15
2 Name Naam met eventueel interest en einddatum A 40
3 ISIN first 2 char. Eerste 2 karakters ISIN code A 2
4 ISIN rest Overige karakters ISIN code A 10
5 Type GTI code voor type instrument A 3
6 Status Actief of non-actief Y / N A 1
7 Short name Afkorting Naam security A 15
8 Origin Origine van prijs A 5
9 Quotation place MF Beurs code A 3
10 Branche Classificatie naar industrie sector A 3
11 Local type Classificatie voor rapportage (legal reporting / legal limits)
A 4
12 Curr. Valutacode 3 char A 3
13 Country Landcode 3 char A 3
14 Income type Standaard attribuut I 3
16 Nominal Minimale transactie hoeveelheid D 18.2
17 Calc. Type Noteringsprijs type A 3
18 Var. % Maximale variatie toegestaan t.o.v. vorige prijs D 12.6
19 Mkt. Value Indicatie van marktwaarde A
20 Depositary Rekeningnummer bank (Default) A 20
21 Issuer Code uitgevende instelling (Default) A 20
22 Fees code Insluiten of uitsluiten van bepaalde fees (Default) A 20
23 Issue date Uitgifte datum instrument A 8
24 Maturity Date Einddatum instrument A 8
25 Int. begin date Interest begin datum Obligatie A 8
26 Income currency Betalingsvaluta als anders dan noteringsvaluta A 3
27 Frequency Code Interest betaling frequentie A 2
28 Coupon Date Eerste betalingsdatum van het eerstvolgende gehele jaar
A 4
29 Interest rate Interest percentage D 12.6
30 Interest calc. Code voor basis van de interestcalculatie A 1
31 Irregular period: begin Begin periode couponbetaling buiten normale frequentie A 8 32 Irregular period: end Eind periode couponbetaling buiten normale frequentie A 8
33 From Begin periode interest FRN A 8
34 to(incl.) Eind periode interest FRN A 8
35 Reference rate Periode interest FRN A 12.6
36 Interest rate Berekende interest door MF D
37 Id code Code voor external Depositary Reference A 10
38 Id code Code voor ISIN Identificatie A 10
39 Id code Code voor SEDOL Identificatie A 15
40 Security ID (1) ISIN identificatie code A 20
41 Security ID (2) ISIN identificatie code A 20
42 Security ID (2) SEDOL identificatie code A 20
Tabel 10-3 Attributen Multifonds