• No results found

Audit delay in de financiële en hightech sector na invoering van Sox 404

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Audit delay in de financiële en hightech sector na invoering van Sox 404 "

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Audit delay in de financiële en hightech sector na invoering van Sox 404

Auteur:

Stefan Rensen Jacob Catsstraat 11 9716 GA Groningen

Faculteit der Economische Wetenschappen Afstudeervariant: Accountancy

Studentnummer: 1258176

Begeleider:

Dr. R.B.H. Hooghiemstra

Juni 2006

(2)

Inhoudsopgave

1. Inleiding 2

2. Overzicht van de literatuur 5

2.1. Inleiding 5

2.2. Material weaknesses 7

2.3. Audit delay 8

2.4. Samenhang material weaknesses, audit delay en beursreacties 11

2.5. Hypotheses 12

3. Opzet en uitvoering onderzoek 15

3.1. Sectoren 15

3.2. De wijze van onderzoek 15 4. Resultaten en analyse 17 4.1. Beschrijvende statistiek 17 4.2. Toetsende statistiek 19

5. Conclusie 23

5.1. Samenvatting en conclusie 23 5.2. Beperkingen van het onderzoek 25

Literatuur 27

Bijlagen 30

(3)

1. Inleiding

Fraude bij Enron en de schandalen bij ondernemingen als Worldcom, Adelphia, Tyco, Merck, TimeWarner, Global Crossing en de uiteindelijke ondergang van het accountantskantoor Arthur Andersen hebben geleid tot een enorme verandering op de beurzen. Het vertrouwen in de beursgenoteerde ondernemingen was verloren gegaan. Het Amerikaanse Congres heeft hier een antwoord op gegeven door de Sarbanes-Oxley Act in te voeren. De wet moet ervoor zorgen dat het vertrouwen van zowel de particuliere als de institutionele beleggers in het bestuur van de onderneming terugkeert en de kwaliteit van de financiële informatie herstelt.

Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen met een marktwaarde van 75 miljoen Dollar of meer die een boekjaar hebben dat eindigt op of na 15 november 2004 moeten voldoen aan Sarbanes-Oxley Act (Sox) sectie 404. De overige Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen, alsmede buitenlandse ondernemingen met een Amerikaanse beursnotering, moeten aan Sox 404 gaan voldoen op het moment dat het boekjaar eindigt op of na 15 juli 20051.

Sectie 404 van de Sarbanes-Oxley Act moet er voor zorgen dat het management van de ondernemingen een oordeel geeft over de internal control van de organisatie. Sox 404 vereist in het oordeel van het management dat het management een bestuursverklaring afgeeft over het feit dat de internal control met betrekking tot de financiële verslaggeving goed is ontworpen en goed is ingericht. Tevens vereist Sox 404 een verslag waarin het management aangeeft in welke mate de internal control binnen haar onderneming effectief is geweest.

Mocht het management constateren dat de internal control material weaknesses bevat, dan moet zij dat in haar verslag weergeven2. De accountant moet een verklaring afgeven bij het oordeel van het management over de internal control. Om tot een verklaring te komen moet de accountant zich houden aan Auditing Standard No. 2 die is opgesteld door de Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB). Enkele belangrijke wijzigingen na invoering van Sox 404 zijn de testwerkzaamheden en de documentatie van de controle. De wijzigingen zorgen ervoor dat de accountant meer tijd nodig heeft voor de controle.

1 Auditing Standard No. 2 paragraaf 215.

2Een definitie van material weaknesses zoals beschreven door de PCAOB in Auditing Standard No. 2 luidt als volgt: a significant deficiency, or combination of significant deficiencies, that results in more than a remote likelihood that a material misstatement of the annual or interim financial statements will not be prevented or detected. Material weaknesses bepalen de effectiviteit van de internal control.

(4)

Uit studies van Doyle et al. (2005), Bryan en Lilian (2005), Ashbaugh et al. (2005) en Ge en McVay (2005) blijkt dat material weaknesses onder andere het gevolg zijn van slechte functiescheiding, verkeerde winsttoedeling, verkeerde jaarafsluiting, niet goed genoeg gekwalificeerd personeel en verkeerde toepassing van de boekhoudregels. Krishnan (2005) en Ge en McVay (2005) stellen vast dat het aantal material weaknesses afneemt naar mate de kwaliteit van de auditcommissie toeneemt, er meer financiële experts in het team aanwezig zijn, er minder accountants veranderingen bij de onderneming zijn, de gecontroleerde onderneming groter is en de onderneming financieel gezonder is. Ettredge et al. (2005) en met name Ge en McVay (2005) concluderen dat ondernemingen uit de financiële sector minder material weaknesses rapporteren dan ondernemingen uit de hightech sector. Tevens stellen Ettredge et al. (2005) vast dat de aanwezigheid van material weaknesses de ‘audit delay’

bepaalt3.

De ‘audit delay’ heeft invloed op de waarde van de onderneming. Givoly en Palmon (1982), Chamber et al. (1984) en Kross en Schroeder (1984) concluderen dat de tijd tussen jaareinde en de publicatie van de jaarcijfers invloed heeft op de waarde van de onderneming. Een jaarverslag heeft voor investeerders waarde wanneer er een accountantsverklaring afgegeven is. Een zo klein mogelijke ‘audit delay’ is wenselijk om tot een snelle publicatie van de cijfers te komen.

De extra werkzaamheden die een accountant moet verrichten om tot een verklaring te komen leiden naar verwachting tot meer ‘audit delay’. Ettredge et al. (2005) concluderen dat Sox 404 tot meer ‘audit delay’ leidt. Uit hun onderzoek blijkt voorts dat material weaknesses meer worden gemeld bij ondernemingen uit de hightech sector dan bij ondernemingen uit de financiële sector. Material weaknesses hebben invloed op de ‘audit delay’. Deze zaken combinerend leidt er toe dat ik tot mijn onderzoek ben gekomen. Ik kan aan de hand van deze constateringen mijn vraagstelling formuleren, namelijk:

Ondervinden ondernemingen in de hightech sector meer ‘audit delay’ dan ondernemingen in de financiële sector, na invoering van Sox 404?

Twee deelvragen die ik in mijn onderzoek wil beantwoorden zijn:

1) Hoe ontwikkelt de ‘audit delay’ in de financiële sector en de hightech sector onder vermelding van material weaknesses in het internal control systeem?

3 Ashton et al (1989), Hossain en Taylor (1998) en Ettredge et al (2005) omschrijven audit delay als volgt: het aantal dagen tussen boekjaareinde en de afgifte van de accountantsverklaring.

(5)

2) Hoe ontwikkelt de ‘audit delay’ in de financiële sector en de hightech sector onder vermelding van een effectief werkend internal control systeem?

Naar ‘audit delay’ is veel studie verricht (onder andere Ashton et al. 1989, Hossain en Taylor 1998, Knechel en Payne 2001). Naar Sox 404 is tevens veel studie verricht (onder andere Bryan en Lilian 2005, Chan et al. 2005, Cheng et al. 2006, Ge et al. 2005). De verrichte studies onderzochten voornamelijk de oorzaken van ‘audit delay’ en de gevolgen van Sox 404. Echter naar de gevolgen van Sox 404 en de mate van ‘audit delay’ in de financiële sector en de hightech sector is nooit studie verricht. Ettredge concludeerde dat financiële ondernemingen in 2003 meer ‘audit delay’ ondervonden dan hightech ondernemingen. Dit bleek in 2004 niet meer significant van elkaar te verschillen. Het onderzoek van Ettredge was er echter niet specifiek op gericht beide sectoren te vergelijken. Dat wil ik wel gaan doen.

Mocht blijken dat door de invoering van Sox 404 de hightech sector relatief meer tijd nodig heeft dan de financiële sector met het openbaar maken van de cijfers, dan is dat reden voor hightech ondernemingen om op een snelle en efficiënte wijze hun systeem van internal control te verbeteren. Tevens zal ik onderzoeken of een jaar na invoering van Sox 404 de

‘audit delay’ van de twee onderzochte sectoren veranderd is.

In hoofdstuk 2 zullen enkele studies besproken worden die verricht zijn naar material weaknesses, ‘audit delay’ en de beursreacties op deze twee factoren. Hoofdstuk 3 zal in het teken staan van de opzet en uitwerking van het onderzoek onder de Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen. Hoofdstuk 4 geeft de resultaten en de analyse van het onderzoek weer. In hoofdstuk 5 worden de conclusies ten aanzien van de resultaten weergegeven en er wordt een koppeling gemaakt naar de resultaten uit de eerder besproken studies. Hoofdstuk 5 zal ook de beperkingen van het onderzoek weergeven.

(6)

2. Overzicht van de literatuur

2.1. Inleiding

Op 30 juli 2002 is de Sarbanes-Oxley Act voor Amerikaanse ondernemingen gaan gelden.

Deze wet is een reactie op de boekhoudschandalen die zich in een korte periode hebben voorgedaan. Sox moet ervoor zorgen dat er meer openheid in de verslaggeving komt.

De Sarbanes-Oxley Act bestaat uit meerdere componenten. Een van die componenten is Sox 404. Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen met een marktwaarde van 75 miljoen Dollar of meer die een boekjaar hebben dat eindigt op of na 15 november 2004 moeten voldoen aan Sarbanes-Oxley Act (Sox) 404. De overige Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen, alsmede buitenlandse ondernemingen met een Amerikaanse beursnotering, moeten aan Sox 404 gaan voldoen wanneer hun boekjaar eindigt op of na 15 juli 2005. In Sox 404 is zowel de verantwoordelijkheid van het management als van de accountant weergegeven. Het management moet een bestuursverklaring afgeven over het feit dat de internal control met betrekking tot de financiële verslaggeving goed is ontworpen en goed is ingericht. Tevens vereist Sox 404 een verslag van het management waarin het aangeeft in welke mate de internal control binnen haar onderneming effectief is geweest. Het management geeft haar oordeel over de effectiviteit van de internal control in het jaarverslag.

De accountant moet na invoering van Sox 404 een verklaring geven over hetgeen het management heeft moeten verklaren. De accountant is verplicht dit aan de hand van de standaard van de PCAOB te doen. De standaard die in dit geval bedoeld wordt is Auditing Standard No. 24. Uit deze standaard blijkt dat de accountant zich specifiek met drie onderdelen bezig moet houden. De accountant moet een oordeel geven over de beoordeling van de internal control door het management. De accountant moet de effectiviteit van de internal control vaststellen. De accountant moet de jaarrekening controleren. Over deze drie onderdelen geeft de accountant twee verklaringen af. De eerste betreft een verklaring over de internal control ten aanzien van de financiële verslaggeving. De tweede betreft de reguliere verklaring over de jaarrekening.

Auditing Standaard No. 2 stelt dat de beoordeling van het management ten aanzien van het internal control systeem moet geschieden met behulp van een passend raamwerk. Een

4 Auditing Standard No. 2, paragraaf 3.

(7)

raamwerk dat daarvoor geschikt wordt geacht is het rapport van de Committee of Sponsoring of the Treadway Commission (COSO)5. De accountant vormt vanuit het oogpunt van het COSO-rapport zijn oordeel over de managementrapportage. Uiteindelijk zal de accountant een onderzoek doen naar de internal control van de organisatie en daarover geeft hij een ‘in control statement’ af.

Auditing Standard No. 2 stelt eisen aan de bewijzen die de accountant moet documenteren6. Deze eisen zijn beschreven in Auditing Standard No. 3. De eisen die Auditing Standard No. 2 stelt samen met de drie oordelen die de accountant moet afgeven leiden er toe dat de accountant veel meer vastleggingen moet doen in zijn controle dossier. Dit kost de accountant meer tijd ten opzichte van de werkzaamheden die hij verrichtte voordat Sox 404 van toepassing was. De vastleggingen zijn echter van groot belang, omdat het werk van de accountant gecontroleerd gaat worden door de PCAOB.

Na invoering van Sox 404 zijn er ten aanzien van de controle van een onderneming een aantal wezenlijke zaken veranderd. Voordat Sox 404 van kracht was werd het bestaan van de internal control vastgesteld tijdens de interim controle waarbij er vervolgens bij de eindejaarscontrole op de bevindingen uit de interim controle gesteund werd. Na invoering van Sox 404 moet de accountant de internal control testen over een periode die lang genoeg is om de effectiviteit van de internal control te kunnen vaststellen7. De verdeling over het jaar van de testen van de internal control is na invoering van Sox 404 groter. Deze testen zullen meer tijd in beslag nemen.

Voordat Sox 404 wettelijk verplicht werd ging de accountant na constatering van gebreken in de internal control gegevensgericht testen. De gebreken, waarbij gedacht kan worden aan material weaknesses, werden slechts weergegeven in de managementletter. Na invoering van de nieuwe wet is het niet meer toerijkend om gebreken weer te geven in de managementletter, omdat een ‘in control statement’ moet worden afgegeven. De accountant moet voldoen aan de testeisen van Auditing Standaard No. 2. De testeisen omvatten meer werkzaamheden dan voorheen. Tevens moet de beoordeling van het management beoordeeld worden. Voorgaande leidt er toe dat na de invoering van Sox 404 de accountant meer tijd kwijt is met zijn controle.

Het management moet zelf testen ten aanzien van de internal control uitvoeren; dit kost meer tijd. Het management moet eerst haar testwerkzaamheden hebben volbracht voordat de

5 Auditing Standard No. 2, paragraaf 13, 14.

6 Auditing Standard No. 2, paragraaf 159.

7 Auditing Standard No.2, Testing and Evaluating Operating Effectiveness.

(8)

accountant deze kan gaan beoordelen. Wanneer de accountant gebreken in de internal control constateert, dan moet hij dit rapporteren aan het management. Het management moet de internal control gaan aanpassen. Deze aanpassingen moet de accountant beoordelen. Dit kan meer controle tijd met zich meebrengen.

Het is na de invoering van Sox 404 nog belangrijker dat de test van de internal control tijdig begint zodat het management nog voldoende tijd heeft om eventuele material weaknesses te herstellen. Mocht dit alles niet voldoende zijn en er op boekjaareinde nog steeds material weaknesses aanwezig zijn, dan kan de accountant hier geen goedkeurende verklaring over afgeven.

2.2. Material weaknesses

Material weaknesses blijken uit studies van Doyle et al. (2005), Bryan en Lilian (2005), Ashbaugh et al. (2005) en Ge en McVay (2005) voornamelijk voor te komen in de rekeningen debiteuren, voorraden, derivaten en belastingen. Tevens blijkt dat material weaknesses het gevolg zijn van slechte functiescheiding, verkeerde winsttoedeling, verkeerde jaarafsluiting, niet goed genoeg gekwalificeerd personeel en verkeerde toepassing van de boekhoudregels. In hun studies komen Doyle et al., Bryan en Lilian, Ashbaugh et al. en Ge en McVay er achter dat material weaknesses vaker gemeld worden bij ondernemingen die kleiner, jonger, financieel zwakker, complexer, recentelijk van structuur veranderd zijn, snel groeien of onderhevig zijn aan veranderingen. Algemene bedrijfsweaknesses blijken voornamelijk voor te komen bij kleinere, jongere en financieel zwakkere ondernemingen. Terwijl meer transactie of account weaknesses voorkomen bij gezonde financiële ondernemingen die complex en divers zijn en snel groeien. Ashbaugh et al. (2005) stellen vast dat ondernemingen die het jaar voordat er material weaknesses worden gemeld hun accountant ontslagen hebben.

Ge en McVay (2005) en Krishnan (2005) bevinden dat het aantal material weaknesses afneemt naar mate de kwaliteit van de auditcommissie toeneemt, er meer financiële experts in het team aanwezig zijn, er minder accountantsveranderingen bij de onderneming zijn, de gecontroleerde onderneming groter is en de onderneming financieel gezonder is. De controle door een groot accountantkantoor is van positieve invloed op het naar buiten brengen van material weaknesses.

Ondernemingen uit de financiële sector rapporteren minder material weaknesses dan ondernemingen uit de hightech sector (Ge en McVay 2005). Ge en McVay geven hiervoor als

(9)

reden dat voornamelijk banken, vallend onder de financiële sector, al jaren verplicht zijn een uitspraak te doen over de kwaliteit van hun internal control8.

Ondernemingen die material weaknesses in hun internal control melden blijken kleiner te zijn, zich te begeven in de hightech sector, blijken verliezen te moeten rapporteren, hogere audit fees te betalen en veranderen meer van accountant (Ettredge et al. 2005).

Het management moet material weaknesses in het jaarverslag rapporteren wanneer de kans groot is dat er naar aanleiding van deze material weaknesses een materiële fout in de verslaggeving zal optreden. Het aangeven van material weaknesses, onafhankelijk van het oordeel van de accountant, leidt tot een negatieve reactie onder investeerders (Leone 2005 en Doyle et al. 2005). Uit onderzoek van De Franco et al. (2005) en Cheng et al. (2006) blijkt dat de waarde van ondernemingen na het verkondigen van material weaknesses daalt. Deze conclusie wordt ook gegeven in het onderzoek van Chan et al. (2005). De negatieve reactie van de investeerders geeft aan dat zij niet op de hoogte waren van de material weaknesses voordat het management dit bericht naar buiten bracht en dat Sox 404 voor investeerders van meer waarde is dan vele boze tongen beweren.

De waarde van ondernemingen staat onder druk na het verkondigen van material weaknesses.

Een accountant kan geen goedkeurende verklaring afgeven na blijk van material weaknesses.

Het is voor het management belangrijk om material weaknesses op te sporen en te neutraliseren.

2.3. Audit delay

‘Audit delay’ wordt door Ashton et al. (1989), Hossain en Taylor (1998) en Ettredge et al.

(2005) omschreven als: het aantal dagen tussen boekjaareinde en de afgifte van de accountantsverklaring.

‘Audit delay’ is het gevolg van het feit dat de organisatie klein is, er een netto verlies gerapporteerd wordt, de onderneming tegenovergesteld is aan een financiële onderneming, de winsten teruglopen, er minder goede internal control aanwezig is, de invoering van Sox 404,

8 Ten aanzien van de Federal Deposit Insurance Corporation Improvement Act (FDICIA) 1991, waarin het management een verklaring moet afleggen over de controls binnen de organisatie. Deze verklaring moet worden beoordeeld door de accountant en de accountant moet hier over rapporteren.

(10)

er material weaknesses worden weergegeven, de controle wordt uitgevoerd door een klein accountantskantoor en door het feit dat het fiscale jaareinde anders is dan december van dat jaar. Dit blijkt uit de verschillende studies verricht naar ‘audit delay’.

Ashton et al. (1987) stellen vast dat de grootte van de organisatie die beursgenoteerd is de mate van ‘audit delay’ bepaalt. Hoe groter de organisatie die beursgenoteerd is, hoe minder

‘audit delay’. Hoe groter de organisatie die niet beursgenoteerd is, hoe meer ‘audit delay’.

‘Audit delay’ is beter te verklaren voor beursgenoteerde en financiële ondernemingen dan voor niet beursgenoteerde en industriële ondernemingen. Een netto verlies leidt bij beursgenoteerde ondernemingen tot een grotere ‘audit delay’. Deze laatste conclusie van Ashton et al. was Courtis in 1976 ook toegedaan. Dyer en McHugh (1975) concluderen dat alleen de grootte van de organisatie de variatie in ‘audit delay’ bepaalt.

De mate van ‘audit delay’ is beter te verklaren naar de verschillende industrieën dan naar de verschillende eigenschappen van de ondernemingen (Givoly en Palmon 1982). De ‘audit delay’ bij ondernemingen uit de niet financiële sector is significant groter (Ahmad en Kamarudin 2001).

Ondernemingen die een andere dan een goedkeurende verklaring hebben gekregen, het tegenovergestelde zijn van financiële ondernemingen, die niet beursgenoteerd zijn, die een fiscaal jaareinde hebben anders dan december, die een minder goede internal control hebben, een minder goede ICT en waar de accountant nog meer werk moet doen na jaareinde dan bij andere ondernemingen, worden significant meer beïnvloed op het hebben van een grotere

‘audit delay’ (Ashton et al. 1987).

William en Dirsmith (1988) bevinden dat ondernemingen die gecontroleerd worden door gestructureerde accountantskantoren minder ‘audit delay’ ondervinden dan ondernemingen die gecontroleerd worden door minder gestructureerde accountantskantoren, nadat er bevindingen zijn dat er material weaknesses in zo’n gecontroleerde onderneming aanwezig zijn.

Ondernemingen met een teruglopende winst die hun interim winst moeten aanpassen hebben significant te maken met een toenemende ‘audit delay’ (Kinney en McDaniel 1993). Extra audit inspanningen en het gebruikmaken van minder gekwalificeerd accountantspersoneel leiden tot grotere ‘audit delay’ (Knechel en Payne 2001). ‘Audit delay’ wordt voornamelijk veroorzaakt door niet adequaat personeel bij de klant als wel bij het accountantskantoor (Behn et al. 2005).

(11)

Gilling (1977) stelde in zijn studie vast dat ondernemingen die door grote accountantskantoren werden geaudit minder ‘audit delay’ ondervonden dan ondernemingen die werden geaudit door kleine accountantskantoren. Niet beursgenoteerde ondernemingen hadden weer minder ‘audit delay’ dan beursgenoteerde ondernemingen, en dat kwam volgens hem door het auditprogramma van deze ondernemingen. Whittred en Zimmer (1984) stellen vast dat ondernemingen die financieel gezond zijn sneller rapporteren dan ondernemingen die niet financieel gezond zijn. ‘Audit delay’ kan worden gereduceerd door gebruik te maken van een internationaal accountantskantoor, door het betalen van een extra portie bovenop de audit fee, maar wordt verlengt door het feit dat er slecht nieuws naar buiten moet worden gebracht (Leventis et al. 2005).

Ondernemingen ondervinden in 2004 meer ‘audit delay’ dan in 2003 door de invoering van Sox 404. Ondernemingen met material weaknesses in het internal control systeem ondervinden meer ‘audit delay’ dan ondernemingen met een effectief werkend systeem.

Algemene weaknesses veroorzaken langere delays dan specifieke weaknesses (Ettredge et al.

2005). Wat ook uit deze studie blijkt is dat ondernemingen in de financiële sector in 2003 meer ‘audit delay’ ondervinden dan ondernemingen in de hightech sector, ook al lijken eerdere studies dit tegen te spreken. Het lijkt een vreemde bevinding. Ettredge et al. bevinden dat material weaknesses leiden tot grotere ‘audit delay’, dat material weaknesses meer voorkomen in de hightech sector, dat algemene weaknesses leiden tot meer ‘audit delay’ en dat deze algemene weaknesses meer voorkomen in de hightech sector. Dit alles duidt er op dat de ‘audit delay’ in de hightech sector groter moet zijn. Ettredge et al. geven, voor het feit dat ondernemingen uit de financiële sector meer ‘audit delay’ ondervinden, als verklaring dat financiële instrumenten complexer zijn geworden en anders worden geaudit; dit kan dus meer tijd vergen. In 2004 is het verschil in ‘audit delay’ tussen de financiële en hightech sector niet meer aanwezig.

Eerder in deze scriptie bleek al dat de aanwezigheid van material weaknesses de waarde van een onderneming beïnvloedt. Sundern et al. (1996) stellen vast dat het primaire doel van een accountantsrapport niet wordt gezien als hulpmiddel om een beslissing te nemen, maar meer als het bevestigen van eerder vrijgekomen informatie. Knechel en Payne (2001) stellen vast dat de informatie die te verkrijgen is uit een jaarverslag afneemt naarmate de ‘audit delay’

toeneemt, omdat investeerders andere bronnen van informatie gaan gebruiken om een oordeel te vormen. Zonder een accountantsverklaring heeft een publicatie van cijfers weinig waarde.

(12)

Zowel empirische als analytische studies wijzen uit dat de tijd tussen jaareinde en de publicatie van de jaarcijfers invloed heeft op de waarde van de onderneming (Givoly en Palmon 1982, Chamber en Penman 1984, Kross en Schroeder 1984). Ondernemingen die hun jaarverslagen op tijd beschikbaar stellen, ondanks het hebben van material weaknesses, worden een stuk minder slecht gewaardeerd, dan ondernemingen die ook nog eens hun jaarverslag te laat beschikbaar stellen (Leone 2005). Uit onderzoek van Chambers en Penman (1984) blijkt dat ondernemingen die het jaarverslag eerder dan aangegeven publiceren een groot positief prijseffect hebben. Tevens bevatten jaarverslagen die eerder gepubliceerd worden vaak goed nieuws, tegenover te late jaarverslagen die vaak slecht nieuws bevatten.

Wanneer ondernemingen de geplande datum van publicatie overschrijden vat de markt dit op als slecht nieuws.

Resultaten die eerder naar buiten worden gebracht leiden tot een grotere verandering in de waardering, dan resultaten die later naar buiten worden gebracht. Kross en Schroeder (1984) veronderstellen tevens dat niet zo zeer de datum de waardering van een onderneming beïnvloedt, maar meer dat men verwacht dat bij een onderneming die te laat rapporteert, tevens de kans bestaat dat ze slecht nieuws naar buiten zal brengen. Daarom past de waardering zich aan.

De meeste ondernemingen brengen de financiële resultaten en het goede nieuws voor de afgesproken datum naar buiten en het slechte nieuws stellen ze vaak uit naar een periode die na de afgesproken datum ligt. De reactie die op de beurs volgt is goed te voorspellen voor de vroege aankondiging, namelijk dat de beursresultaten zullen stijgen. Voor het late nieuws is een minder goed gevolg te geven naarmate de periode langer op zich laat wachten, omdat dit niet elke keer significant hetzelfde is. Over het algemeen zal de late reactie minder heftig zijn dan de reactie na de vroege aankondiging (Givoly en Palmon 1982).

Hoe korter de periode tussen jaareinde en de publicatiedatum, hoe groter de voordelen die kunnen worden gehaald uit het jaarverslag (Abdulla 1996).

2.4. Samenhang material weaknesses, audit delay en beursreacties

Er bestaat een bepaalde samenhang tussen material weaknesses, ‘audit delay’ en de beursreacties.

(13)

Material weaknesses worden vaker gemeld bij ondermeningen met de volgende eigenschappen:

• kleine organisatie

• netto verlies

• tegenovergesteld aan financiële ondernemingen

• financieel zwak

• complex

• onderhevig aan veranderingen

• snel groeiend

• wisseling van accountant in het jaar voorafgaand.

‘Audit delay’ is vaak het gevolg van:

• kleine organisatie

• netto verlies

• tegenovergesteld aan financiële ondernemingen

• teruglopende winsten

• minder goede internal control

• Sox 404

• material weaknesses

• klein accountantskantoor

• fiscaal jaareinde anders dan december.

Het blijkt dat vele factoren die leiden tot material weaknesses ook leiden tot ‘audit delay’. Dit verband is groot omdat het uit studies blijkt dat material weaknesses ook de oorzaak zijn van

‘audit delay’. Material weaknesses leiden dus tot ‘audit delay’.

Het naar buiten brengen van material weaknesses laat de waarde van ondernemingen dalen.

De periode tussen jaareinde en de publicatie van de jaarcijfers heeft invloed op de waarde van de onderneming. Toename van tijd betekent afname in waarde.

Concluderend kan ik tot het volgende verband komen. Material weaknesses zijn mede de oorzaak van ‘audit delay’. Material weaknesses en ‘audit delay’ zijn factoren die de waarde van een onderneming beïnvloeden.

(14)

2.5. Hypotheses

Sox 404 leidt er toe dat ondernemingen en de accountants veel meer werkzaamheden moeten verrichten om tot een verklaring te komen over de internal control. Om deze werkzaamheden te volbrengen is meer tijd nodig. De ‘audit delay’ na invoering van Sox 404 zal toenemen. Dit concludeerden Ettredge, Li en Sun in 2005 al. Tevens blijkt dat de aanwezigheid van material weaknesses de mate van ‘audit delay’ bepaalt. Uit de studie van Ge en McVay (2005) blijkt dat ondernemingen uit de hightech sector meer material weaknesses rapporteren dan ondernemingen uit de financiële sector. Dit kan er op duiden dat de internal control bij de hightech ondernemingen moeilijker functioneert. Voorgaande kan als gevolg hebben dat er meer tijd nodig is om de internal control van de hightech sector te beoordelen dan de internal control van de financiële sector. Met behulp van deze informatie formuleer ik mijn eerste hypothese:

H1: Ondernemingen in de hightech sector ondervinden in 2004 meer ’audit delay’ dan ondernemingen in de financiële sector.

In de financiële sector zullen zich veel ondernemingen bevinden met een efficiënt werkend internal control systeem. Dit zal tevens het geval zijn in de hightech sector. Echter zullen in beide sectoren ook ondernemingen voorkomen die wel material weaknesses formuleren.

Ondernemingen in de hightech sector zijn vaak meer aan verandering onderhevig en complexer. Daarom verwacht ik dat onder de ondernemingen uit beide sectoren die material weaknesses formuleren de hightech sector te maken heeft met meer ‘audit delay’ dan ondernemingen uit de financiële sector. In het verlengde van hypothese 1 formuleer ik hypothese 2:

H2: Ondernemingen in de hightech sector die material weaknesses formuleren in 2004 hebben een grotere ‘audit delay’ dan ondernemingen in de financiële sector die material weaknesses formuleren in 2004.

Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen met een marktwaarde van meer dan 75 miljoen Dollar moeten voor het eerst voldoen aan Sox 404 over het boekjaar 2004. Een verandering zal vaak tijdverlies opleveren. Mede hierdoor verwacht ik dat de ‘audit delay’ in 2004 groter zal zijn dan in 2003. In het verlengde van hypothese 1 en 2 verwacht ik dat de ‘audit delay’ in

(15)

2004 ten opzichte van 2003 voor ondernemingen uit de hightech sector die één of meerdere material weaknesses weergeven meer toeneemt dan voor ondernemingen uit de financiële sector die één of meerdere material weaknesses weergeven. Dit brengt mij tot hypothese 3:

H3: De ‘audit delay’ toename tussen 2003 en 2004 is groter voor ondernemingen uit de hightech sector met één of meerdere material weaknesses dan voor ondernemingen uit de financiële sector met één of meerdere material weaknesses.

Sox 404 geldt ook voor het boekjaar 2005. Doordat de procedures die in 2004 al doorlopen zijn hetzelfde blijven als in 2005 en de ervaring die is opgedaan in 2004, verwacht ik dat de

‘audit delay’ in 2005 kleiner zal zijn dan de ‘audit delay’ in 2004. Dit brengt mij tot hypothese 4:

H4: De ‘audit delay’ in 2005 is kleiner dan de ‘audit delay’ in 2004 voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen.

(16)

3. Opzet en uitvoering onderzoek

3.1. Sectoren

Het onderzoek in deze scriptie wordt verricht onder Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen. Er zijn twee sectoren die in dit onderzoek centraal staan: de financiële en de hightech.

Raymond et al. (2004) stellen dat de ondernemingen uit de hightech sector grote ontwikkelingsintenties hebben. Dessyllas en Hughes (2005) gaan hier tevens vanuit. Ook houden zij er rekening mee dat hightech ondernemingen een lange horizon voor ontwikkelprojecten hebben en dat ze snel veranderen. De financiële sector wordt gekenmerkt door banken en verzekeringsmaatschappijen. Van de ondernemingen die zich bevinden in een van deze twee sectoren wil ik bepalen welke ondernemingen te maken hebben met één of meerdere material weaknesses in de internal control en welke ondernemingen te maken hebben met een effectief werkend internal control systeem. Hierdoor ontstaan er 4 groepen.

Compliance Week onderzoekt jaarlijks ondernemingen op zwakten in hun internal control. Op de website geeft Compliance Week aan bij welke ondernemingen zij material weaknesses hebben aangetroffen in de internal control. Hierbij maakt Compliance Week een indeling naar verschillende markten. Van deze indeling ga ik gebruik maken in mijn onderzoek. De volgende markten heb ik onder de hightech sector geschaard: Chemicals, Computer Hardware

& Software, Electronics, Industrial Manufacturing, Pharmaceuticals, Transportation Services and Telecommunication equipment. Onder de financiële sector vallen: Financial Services en Insurance.

3.2. De wijze van onderzoek

De studies uit het verleden zoals beschreven in hoofdstuk 2 geven aan dat er meerdere factoren bepalend zijn voor material weaknesses en ‘audit delay’. Met deze factoren moet rekening gehouden worden tijdens het onderzoek om een betrouwbaar antwoord te kunnen geven op de vraagstelling. De invloedrijke factoren moeten gelijk zijn voor de te onderzoeken

(17)

ondernemingen. De factoren die gelijk moeten zijn, zijn hieronder weergeven. De ondernemingen moeten:

- Een winst hebben gerapporteerd

- Een boekjaareinde hebben op 31 december van het jaar

- Totale activa hebben met een waarde tussen de 100 miljoen en 10 miljard Dollar - Gecontroleerd worden door een van de volgende accountantskantoren: Ernst &

Young, Deloitte, PriceWaterhouse Coopers, KPMG, BDO of Grant Thornton.

Voor het onderzoek is de financiële sector gesplitst in tweeën. Een deel met een internal control systeem dat één of meerdere material weaknesses bevat en een deel met een effectief werkend internal control systeem. De hightech sector is op dezelfde manier opgesplitst.

Op de website van Compliance Week is gezocht naar ondernemingen uit de voorgenoemde markten die material weaknesses per 31 december 2004 in hun 10-K Form weergeven. Van de ondernemingen die material weaknesses weergeven zijn op de website van de Sec de 10-K Forms geraadpleegd. De staat van de internal control wordt bepaald aan de hand van de management rapportage over de internal control. Dit is bij elke onderneming terug te vinden in het 10-K Form onder het item 9A ‘Controls and Procedures’. Voor het onderzoek is het belangrijk dat de factoren die de ‘audit delay’ bepalen worden gelijkgesteld. Voor elke onderneming is daarom gekeken naar het resultaat, de datum van boekjaareinde, de totale activa en het accountantskantoor dat een verklaring heeft afgegeven. Voldoen deze feiten aan de hiervoor genoemde criteria dan is de onderneming meegenomen in het onderzoek. De

‘audit delay’ is per onderneming bepaald voor de jaren 2003, 2004 en 2005. Het voorgenoemde is uitgevoerd voor beide sectoren.

Op de website van de Sec is gezocht naar ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem, rekening houdende met het feit dat de ondernemingen onder een van beide sectoren viel. In de 10-K Forms van de ondernemingen is wederom het resultaat van de onderneming, de datum van boekjaareinde, de totale activa en het accountantskantoor dat een verklaring heeft afgegeven bepaald. Voldoen deze feiten aan de genoemde criteria dan is de onderneming meegenomen in het onderzoek. De ‘audit delay’ is wederom per onderneming bepaald voor de jaren 2003, 2004 en 2005. Het voorgenoemde proces is uitgevoerd voor de beide sectoren.

De data die nodig is voor dit onderzoek is na afronding van bovenstaand proces verkregen.

(18)

4. Resultaten en analyse

4.1. Beschrijvende statistiek

Uit dit onderzoek blijkt dat er veel ondernemingen zijn met een effectief werkend internal control systeem. Het aantal ondernemingen dat een material weakness meldt is duidelijk kleiner. Opvallend is dat ondernemingen die een material weakness weergeven voornamelijk in de hightech sector te vinden zijn. Voor mijn onderzoek heb ik uit de 4 groepen een selectie moeten maken van de bruikbare ondernemingen naar aanleiding van het resultaat van de onderneming, de datum van boekjaareinde, de totale activa en het accountantskantoor dat een verklaring heeft afgegeven. Het blijkt dat ondernemingen in de hightech sector meer schommelingen in het resultaat laten zien gedurende de jaren 2003, 2004 en 2005. De meeste ondernemingen in beide sectoren hebben een boekjaareinde van 31 december. De totale activa van de ondernemingen die aan Sox 404 moeten voldoen bevindt zich over het algemeen tussen de 100 miljoen Dollar en de 10 miljard Dollar. De meeste wisselingen van accountantskantoor komen voor in de hightech sector.

Ondernemingen met één of meerdere material weaknesses zijn lastiger te vinden dan ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem. De invoering van de criteria maakt het moeilijker om hightech ondernemingen te vinden, dan financiële ondernemingen. Op basis van het onderzoek heb ik voor de hightech sector met een effectief internal control systeem 23 ondernemingen in mijn onderzoek betrokken. Ik ben op 23 uitgekomen omdat dit het aantal was dat aan de criteria voldeed. Voor de financiële sector zijn uit de verschillende markten, dus banken en verzekeringsmaatschappijen, eenzelfde aantal ondernemingen meegenomen in het onderzoek om tot een goede vergelijking te komen.

In de hightech sector met material weaknesses zijn 8 geschikte ondernemingen aangetroffen.

Voor de financiële sector met material weaknesses is het aantal ondernemingen gehouden op 15. Deze 15 voldoen perfect aan de gestelde criteria.

(19)

De ondernemingen in de 4 groepen bezitten de volgende eigenschappen:

Hightech sector

Effectieve IC (ahv 23 ond.)

Financiële sector Effectieve IC (ahv 23 ond.)

Hightech sector Weakness in 2004 (ahv 8 ond.)

Financiële sector Weakness in 2004 (ahv 15 ond.) Gemiddelde

Activa (mlj.) 1.032 3.420 1.553 2.214

Gemiddelde Resultaat (mlj.)

63 72 40 51

Opvallend aan deze eigenschappen is dat met name de hightech sector lagere activa heeft dan de financiële sector. Tevens valt het gemiddelde resultaat van de hightech sector lager uit dan het gemiddelde resultaat in de financiële sector.

De ‘audit delay’ die verkregen is voor de verschillende groepen en jaren is hier onder weergegeven.

Audit delay (in dagen)

Hightech sector Effectieve IC (ahv 23 ond.)

Financiële sector Effectieve IC (ahv 23 ond.)

Hightech sector Weakness in 2004 (ahv 8 ond.)

Financiële sector Weakness in 2004 (ahv 15 ond.)

2003 48 48 52 50

2004 69 66 77 75

2005 65 65 68 69

Kijkende naar de resultaten zijn er een aantal zaken die opvallen. Ten eerste lijkt de ‘audit delay’ voor het jaar 2003 bij alle groepen te schommelen rond de 50 dagen. Dit is echter niet opmerkelijk aangezien er zich in 2003 nog geen bijzonderheden hebben voorgedaan. Sox 404 is op dat moment nog voor geen enkele onderneming geldig.

Op 31 december 2004 moeten de Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen voldoen aan Sox 404. De reactie hierop lijkt zich weer te geven in de mate van ‘audit delay’. In alle 4 groepen vermeerdert de ‘audit delay’ zichtbaar. Hieruit mag ik vermoeden dat Sox 404 voor de ondernemingen invloed heeft op de ‘audit delay’. De toename lijkt afhankelijk te zijn van

(20)

de staat van het internal control systeem. Zo is de toename bij de 2 groepen met een effectief werkend systeem tussen de 18 en 21 dagen. De toename bij de ondernemingen met een weakness blijkt rond de 25 dagen te liggen. Het weergeven van een material weakness lijkt dus invloed te hebben op de mate van ‘audit delay’.

Uit mijn onderzoek blijkt dat ondernemingen die een material weakness in 2004 weergeven, deze weakness in 2005 vaak al hebben opgelost; enkele uitzonderingen daargelaten. Voor de optimale vergelijking is in dit onderzoek gekozen die ondernemingen mee te nemen die in 2005 geen material weakness meer weergeven. Dit mede met het oog om een uitspraak te kunnen doen op de ontwikkeling van de mate van ‘audit delay’ tussen de jaren 2004 en 2005 in de 4 groepen. Kijkende naar de cijfers blijkt dat ondernemingen in de groepen met een effectief internal control systeem in 2004 en 2005 een bijna gelijke mate van ‘audit delay’

ondervinden. Het aantal dagen loopt in beide gevallen iets terug, maar blijft op een hoger niveau dan voor de invoering van Sox 404. Een mogelijke oorzaak hiervoor zou kunnen zijn dat Sox 404 meer tijd blijft kosten. Een oorzaak voor de lichte daling zou kunnen zijn dat het invoeren van Sox 404 in 2004 meer tijd heeft gekost en dat men in 2005 gebruik kan maken van de procedures die in 2004 zijn ontwikkeld en de kennis die in dat jaar is opgedaan. De ondernemingen met een material weakness in 2004 en een effectief werkend internal control systeem in 2005 ondervinden ook een daling in het aantal dagen tussen boekjaareinde en de accountantsverklaring. Deze daling lijkt zo sterk aanwezig te zijn dat de 4 groepen in 2005 weer dezelfde mate van ‘audit delay’ ondervinden.

4.2. Toetsende statistiek

Met behulp van de verzamelde data worden in deze paragraaf de hypothesen getoetst die in hoofdstuk 3 zijn geformuleerd. Tevens worden de overige bevindingen uit de vorige paragraaf getoetst. Bij het toetsen wordt gewerkt met een significantieniveau van ∂ = 0,05.

Hypothese 1

H1: Ondernemingen in de hightech sector ondervinden in 2004 meer ’audit delay’ dan ondernemingen in de financiële sector.

Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er geen statistisch significant verschil is tussen de ‘audit delay’ in 2004 van ondernemingen in de hightech sector en

(21)

ondernemingen in de financiële sector (zie bijlage 1). Derhalve moet worden geconcludeerd dat hypothese 1 niet aanvaard kan worden. De mate van ‘audit delay’ in de hightech sector en de financiële sector is in 2004 statistisch even groot.

Hypothese 2

H2: Ondernemingen in de hightech sector die material weaknesses formuleren in 2004 hebben een grotere ‘audit delay’ dan ondernemingen in de financiële sector die material weaknesses formuleren in 2004.

Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er geen statistisch significant verschil is tussen de ‘audit delay’ in 2004 van de ondernemingen in de hightech sector die één of meerdere material weaknesses weergeven en de ondernemingen uit de financiële sector die één of meerdere material weaknesses weergeven (zie bijlage 2). Derhalve moet worden geconcludeerd dat hypothese 2 niet aanvaard kan worden. De mate van ‘audit delay’ in de hightech sector met één of meerdere material weaknesses in 2004 en de financiële sector met één of meerdere material weaknesses in 2004 is statistisch even groot.

Hypothese 3

H3: De ‘audit delay’ toename tussen 2003 en 2004 is groter voor ondernemingen uit de hightech sector met één of meerdere material weaknesses dan voor ondernemingen uit de financiële sector met één of meerdere material weaknesses.

Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er geen statistisch significant verschil is tussen de ‘audit delay’ toename tussen 2003 en 2004 in de 2 genoemde groepen (zie bijlage 3). Derhalve moet worden geconcludeerd dat hypothese 3 niet aanvaard kan worden. De ‘audit delay’ in de hightech sector met één of meerdere material weaknesses en de financiële sector met één of meerdere material weaknesses neemt tussen 2003 en 2004 statistisch gelijk toe.

Hypothese 4

H4: De ‘audit delay’ in 2005 is kleiner dan de ‘audit delay’ in 2004 voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen.

(22)

Met behulp van de Wilcoxon Signed Ranks toets is vastgesteld dat er een statistisch significant verschil is tussen de ‘audit delay’ in de jaren 2005 en 2004 (zie bijlage 4).

Derhalve moet worden geconcludeerd dat hypothese 4 aanvaard kan worden. De ‘audit delay’

in 2005 is voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen kleiner dan de ‘audit delay’ in 2004.

Overige bevindingen

In de beschrijvende statistiek zijn een aantal opvallende zaken opgemerkt. Deze worden tevens onderworpen aan een statistische toets.

De toename in de ‘audit delay’ in 2004 lijkt groter te zijn voor de ondernemingen met een material weakness dan voor de ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem. Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er geen statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 5).

De afname van de ‘audit delay’ in 2005 lijkt groter te zijn voor de ondernemingen met een material weakness in 2004 dan voor de ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem in 2004. Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er een statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 6). Dat dit geen vreemde conclusie is komt voort uit het feit dat in het onderzoek slechts ondernemingen voorkomen die in het jaar 2004 material weaknesses weergeven. Deze weaknesses zijn in 2005 niet meer aanwezig.

De ‘audit delay’ voor de ondernemingen in de financiële sector met een material weakness lijkt in 2004 groter te zijn dan de ‘audit delay’ voor de ondernemingen in de financiële sector met een effectief werkend internal control systeem. Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er een statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 7).

De ‘audit delay’ voor de ondernemingen in de hightech sector met een material weakness lijkt in 2004 groter te zijn dan de ‘audit delay’ voor de ondernemingen in de hightech sector met een effectief werkend internal control systeem. Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er geen statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 8).

De ondernemingen in de financiële sector die in 2004 een material weakness formuleerden doen dat in 2005 niet meer. Hierdoor lijkt de ‘audit delay’ in 2005 voor deze ondernemingen op gelijke voet te komen met de ‘audit delay’ van de ondernemingen in de financiële sector met een effectief werkend internal control systeem in 2004. Met behulp van de Mann- Whitney toets is vastgesteld dat er in 2005 inderdaad geen statistisch significant verschil meer aanwezig is (zie bijlage 9). In 2004 bleek hier wel een significant verschil aanwezig te zijn. In 2005 niet meer. Voorgaande heeft mogelijk de conclusie op hypothese 4 beïnvloed.

(23)

Doordat de ondernemingen in dit onderzoek in 2005 geen material weaknesses meer weergeven lijkt de mate van ‘audit delay’ in 2005 van de ondernemingen in de hightech sector met één of meerdere material weaknesses gelijk te trekken met de ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem. Met behulp van de Mann-Whitney toets is vastgesteld dat er geen statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 10).

Aan de hand van hypothese 4 werd geconcludeerd dat de ‘audit delay’ in 2005 kleiner is dan in 2004. Het is interessant om te toetsen of de ‘audit delay’ in 2005 zich gaat bevinden op het niveau van 2003. Met behulp van de Wilcoxon Signed Ranks toets is vastgesteld dat er een statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 11). De ‘audit delay’ in 2005 is groter dan in 2003.

Uit eerder onderzoek van Ettredge et al. (2005) bleek dat de ‘audit delay’ in 2004 significant toenam ten opzichte van 2003. Ook in dit onderzoek blijkt aan de hand van de Wilcoxon Signed Ranks toets dat er een statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 12).

Ettredge et al. (2005) concludeerden dat de aanwezigheid van material weaknesses de mate van ‘audit delay’ bepaalt. Ook in dit onderzoek blijkt aan de hand van de Mann-Whitney toets dat er een statistisch significant verschil aanwezig is (zie bijlage 13).

(24)

5. Conclusie

5.1. Samenvatting en conclusie

Na invoering van Sox 404 moet het management en de accountant meer werkzaamheden verrichten om tot een goedkeurende accountantsverklaring te komen. Hiervoor is meer tijd nodig. Het gevolg is dat de ‘audit delay’ toeneemt.

Ettredge et al. (2005) concluderen dat door invoering van Sox 404 de ‘audit delay’ significant toeneemt. Tevens concluderen zij dat ondernemingen met material weaknesses in hun internal control systeem meer ‘audit delay’ ondervinden dan ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem. Uit de studie van Ge en McVay (2005) blijkt dat ondernemingen in de financiële sector minder material weaknesses weergeven dan ondernemingen in de hightech sector. Hieruit valt af te leiden dat ondernemingen uit de hightech sector te maken hebben met een grotere mate van ‘audit delay’ dan ondernemingen uit de financiële sector.

Ahmad en Kamarundin bevinden in 2001 dat de ‘audit delay’ bij ondernemingen in de niet financiële sector significant groter is dan bij andere ondernemingen. Ashton et al. stellen in 1987 dat ondernemingen die tegenovergesteld zijn aan financiële ondernemingen en ondernemingen met een minder goed internal control systeem significant meer beïnvloed worden op het hebben van een grotere ‘audit delay’. Ettredge et al. (2005) bevinden dat ondernemingen in de financiële sector in 2003 meer ‘audit delay’ ondervinden dan ondernemingen in de hightech sector. In 2004 blijkt dat niet meer significant van elkaar te verschillen.

In deze scriptie is onderzocht in hoeverre ‘audit delay’ verschillend is voor ondernemingen in de financiële sector en ondernemingen in de hightech sector. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar ondernemingen met één of meerdere material weaknesses in hun internal control systeem en ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem.

Material weaknesses blijken, zoals Ge en McVay (2005) al aangaven, meer voor te komen in de hightech sector. Desalniettemin hebben ondernemingen over het algemeen de internal control goed op orde. Blijken er toch gebreken aanwezig te zijn, dan worden deze snel

(25)

opgelost. Dit lijkt er op te wijzen het management zich bewust is van het feit dat het hebben van een goed werkend internal control systeem waardevol voor de onderneming is.

De data die voor dit onderzoek verzameld zijn, zijn onderworpen aan statistische toetsing.

Naar aanleiding hiervan zijn er bevindingen die niet significant van elkaar verschillen en bevindingen die wel significant van elkaar verschillen. De bevindingen uit het onderzoek die niet significant van elkaar verschillen worden hieronder weergegeven.

1) Het blijkt dat de mate van ‘audit delay’ tussen ondernemingen in de hightech sector en de financiële sector die in 2004 één of meerdere material weaknesses weergeven gelijk is.

2) De toename van het verschil in ‘audit delay’ tussen 2003 en 2004 is gelijk voor de ondernemingen in de financiële sector en de hightech sector waar material weaknesses worden gemeld.

3) De ‘audit delay’ neemt tussen 2003 en 2004 gelijk toe voor ondernemingen met material weaknesses en ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem.

4) De ‘audit delay’ in 2004 is gelijk voor ondernemingen in de hightech sector met een material weakness en voor ondernemingen in de hightech sector met een effectief werkend internal control systeem. Dit blijkt tevens in 2005 gelijk te zijn.

5) De ‘audit delay’ in de financiële sector blijkt in 2005 gelijk te zijn voor de 2 groepen. Dit komt omdat er is gewerkt met ondernemingen die slechts in 2004 een material weakness hebben weergegeven. Deze weakness hebben ze in 2005 reeds opgelost.

De bevindingen die wel significant van elkaar verschillen worden hieronder weergegeven.

1) De ‘audit delay’ in 2005 is kleiner dan de ‘audit delay’ in 2004. Deze conclusie kan veroorzaakt worden door het vermelde in punt 5 van de vorige alinea. De weaknesses zijn in 2005 weer opgelost, daarom neemt de ‘audit delay’ ook af. Uit dit onderzoek en uit de studie van Ettredge et al. (2005) blijkt dat het weergeven van material weaknesses de mate van

‘audit delay’ bepaalt.

2) De afname van de ‘audit delay’ in 2005 is groter voor ondernemingen met een material weakness in 2004 dan voor ondernemingen met een effectief werkend internal control systeem. Ook dit heeft dezelfde reden als weergegeven in het vorige punt.

3) De ‘audit delay’ in 2004 is groter voor ondernemingen in de financiële sector met een material weakness dan voor ondernemingen in de financiële sector met een effectief werkend internal control systeem.

4) De ‘audit delay’ in 2005 is niet gelijk aan de ‘audit delay’ in 2003.

(26)

5) De ‘audit delay’ neemt in 2004 significant toe. Dit concluderen Ettredge, Li en Sun in 2005 ook.

De vraagstelling die voor dit onderzoek geformuleerd is luidt als volgt:

Ondervinden ondernemingen in de hightech sector meer ‘audit delay’ dan ondernemingen in de financiële sector, na invoering van Sox 404?

Het antwoord hierop blijkt ‘Nee’ te zijn. Ondernemingen in de hightech sector en ondernemingen in de financiële sector ondervinden een gelijke mate van ‘audit delay’ na invoering van Sox 404. Deze conclusie blijkt overeen te komen met die van Ettredge et al.

(2005). Uit eerdere studies van Ashton et al. (1987) en Ahmad en Kamarundin (2001) blijkt dat de ‘audit delay’ in de niet financiële sector groter is. De conclusie uit de studie van Ashton et al. (1987) blijkt gebaseerd te zijn op ondernemingen in de hightech sector die een fiscaal jaareinde hebben anders dan december en de ondernemingen blijken een andere dan een goedkeurende verklaring te hebben. Dit zijn de factoren die de mate van ‘audit delay’

vergroten. Ahmad en Kamrundin concluderen dat voornamelijk de grote voorraden bij de hightech ondernemingen zorgdragen voor meer ‘audit delay’. De laatste jaren is er veel veranderd op voorraad gebied. Ondernemingen kunnen door de technologische ontwikkeling kleinere voorraden aanhouden. Dit alles heeft er toe bijgedragen dat de mate van ‘audit delay’

bij ondernemingen in de financiële sector en de hightech sector op hetzelfde niveau is beland.

De bevindingen uit dit onderzoek leiden tot een algemene conclusie. Door het moeten voldoen aan Sox 404 in 2004 is de mate van ‘audit delay’ voor Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen significant toegenomen. Ook in 2005 blijft de ‘audit delay’ op een hoger niveau dan in 2003. De mate van ‘audit delay’ verschilt niet tussen ondernemingen in de financiële sector en de hightech sector. Het maakt wel verschil of een onderneming één of meerdere material weaknesses weergeeft; de ‘audit delay’ is dan groter. Tenslotte wordt in de financiële sector heftiger gereageerd op het weergeven van material weaknesses dan in de hightech sector.

5.2. Beperkingen van het onderzoek

Enkele beperkingen naar aanleiding van dit onderzoek moeten worden vermeld. Zo is het aantal ondernemingen in de hightech sector (8) en in de financiële sector (15) die één of

(27)

meerdere material weaknesses weergeven aan de lage kant om een goede statistische uitspraak te kunnen doen. Ondernemingen die in 2004 een material weakness weergeven hebben deze weakness in 2005 opgelost. De conclusies die in dit onderzoek zijn gedaan over 2005 moeten met enige nuance bekeken worden, omdat blijkt dat material weaknesses de mate van ‘audit delay’ beïnvloedt. Eventueel vervolg onderzoek kan kijken naar ondernemingen die in 2005 wel material weaknesses weergeven. De ondernemingen in de hightech sector die in dit onderzoek betrokken zijn hebben gemiddeld een totale activa dat lager is dan de ondernemingen in de financiële sector. Dit suggereert dat de ondernemingen in dit onderzoek groter zijn voor de financiële sector dan voor de hightech sector. Dit bleek, onder andere uit studies van Dyer en McHugh (1975) en Ashton et al. (1987), zijn uitwerkingen te hebben op de mate van ‘audit delay’.

In dit onderzoek is slechts onderzoek gedaan naar de mate van ‘audit delay’. In toekomstig onderzoek kan aandacht worden besteed aan beursreacties op de toename van de ‘audit delay’

na invoering van Sox 404. Blijft de waarde van de ondernemingen gelijk door de nieuwe wetgeving of daalt de waarde door de grotere mate van ‘audit delay’?

(28)

Literatuur

- Abdulla, J.Y.A. 1996. The Timeliness of Bahraini Annual Reports. Advances in International Accounting 9, pp. 73-88.

- Ahmad, R.A.R., and K.A. Kamarudin. 2001. Audit delay and the timeliness of corporate reporting: Malaysian evidence. University of Malaysian.

- Ashbaugh, H., D. Collins, and W. Kinney. 2005. The discovery and consequences of internal control deficiencies prior to SOX-mandated audits. Working paper, University of Wisconsin, University of Iowa, and University of Texas at Austin.

- Ashton, R.H., P.R. Graul, and J.D. Newton. 1989. Audit Delay and the Timeliness of Corporate Reporting. Contemporary Accounting Research 5 (2), pp. 657-673.

- Ashton, R.H., J.J. Willingham, and R.K. Elliott. 1987. An empirical analysis of audit delay.

Journal of Accounting Research 25 (2), pp. 275-292.

- Behn, B.K., D.L. Searcy, and J. Woodroof. 2005. A within firm analysis of current and expected future audit lag determinants. Journal of information systems 20 (1).

- Bryan, S., and S. Lilian. 2005. Characteristics of firms with material weaknesses in internal control: an assessment of Section 404 of Sarbanes Oxley. Working paper, Wake Forest University and Baruch College.

- Chambers, Anne E., and Stephen H. Penman. 1984. Timeliness of Reporting and the Stock Price Reaction to Earnings Announcements. Journal of Accounting Research 22 (1), pp. 21- 47.

- Chan, K., Farrell, B., Lee, P., 2005. Earnings management and return-earnings association of firms reporting material internal control weaknesses under Section 404 of the Sarbanes-Oxley Act. Working Paper, Pace.

- Cheng, C.S.A., J.L.Y. Ho and F. Tian. 2006. An empirical analysis of value-relevance of disclosure of material weaknesses under section 404. University of Houston.

- Committee of Sponsoring of the Treadway Commission (COSO), (2006), www.coso.org.

- Compliance Week. 2006. www.complianceweek.com

- Courtis, J.K. 1976. Relationships between timeliness in corporate reporting and corporate attributes. Accounting and business research. pp 45-56

- Davies, B. and G.P. Whittred. 1980. The association between selected corporate attributes and timeliness in corporate reporting: Further.

- De Franco, G., Y. Guan and H. Lu. 2005. The wealth change and redistribution effect of Sarbanes-oxley internal control disclosures. University of Toronto.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het overgrote merendeel van de problemen waar we voor staan, de grote economische crisis, de macht van de financiële markten, maar ook de milieu- en klimaatcrisis en de

Een derde voordeel is dat de vaste medisch ethicus de centrale vraag bespreekbaar kan maken of de zorg die medisch specialisten, artsen in opleiding tot specialist,

Voor het meten van boomgranulaat in de praktijk, waar grovere delen de fijnere delen afwisselen en er met grote partijen van veel kubieke meters wordt gewerkt, was deze test

De financiële instellingen hebben afgesproken om in 2022 ook reductiedoelstellingen voor 2030 bekend te maken. 19% van de financiële instellingen heeft op het moment dat we

• at least annually, an assessment of the overall effectiveness of the governance, and risk and control framework of the organisation, and its conclusions on whether

Juist daarom koos hij er (voorlopig) voor om het aspect soft controls niet onder te brengen in formele rapportages maar er vooral het gesprek over aan te gaan op basis van signalen

financial crisis and more recent governance, risk management and internal control failures within the financial services sector – notably the June 2013 report of the

Areas in which there was a greater divergence of response include the role and extent of Internal Audit involvement in challenging strategic decision making; whether there