Ooglidchirurgie bij dermatochalazis
Ooglidchirurgie bij dermatochalazis
Het goed functioneren van de ogen hangt mede af van de positie en functie van de oogleden. Bovendien hebben de oogleden grote invloed op het uiterlijk. De meest
voorkomende afwijking van de bovenoogleden is een teveel aan huid. Deze afwijking kan irritatie van de ogen en verslechtering van het zien veroorzaken. Een operatie kan uitkomst bieden. In verreweg de meeste gevallen kan uw eigen oogarts de ingrepen het beste zelf doen. Voor niet veel voorkomende of ingewikkelde operaties verwijst uw oogarts u zo nodig naar een in ooglidchirurgie gespecialiseerd centrum. Veelal is dat een academisch centrum.
Een teveel aan huid in de bovenoogleden (dermatochalasis)
OorzaakDe huid van de oogleden is erg dun en daardoor gevoelig voor uitrekking. Veel mensen ontwikkelen dan ook in de loop der jaren een teveel aan huid in de oogleden. Dit wordt mede veroorzaakt door het verdwijnen van de elastine vezels. Een gering teveel aan huid in de oogleden is alleen cosmetisch storend. Wanneer de huid echter over de ooglidrand hangt, veroorzaakt dit functionele beperkingen van het bovenste gezichtsveld. Ook kan vet uit de oogkas naar voren komen door verslapping van het onderhuidse bindweefsel.
Veroudering veroorzaakt soms een lagere positie van de wenkbrauw. Dit kan van invloed zijn op het resultaat van de correctie, het is dan soms noodzakelijk dit ook te corrigeren.
1
Operatie
De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving en duurt ongeveer 45 minuten. De oogarts tekent het teveel aan huid en vet op de huid af en verwijdert het daarna. De wond sluit hij/zij met een niet-oplosbare hechting. Na de operatie krijgt u een afspraak om een week later deze hechting te laten verwijderen. Na de operatie kan het oog soms tijdelijk wat slechter sluiten. Hierdoor kan een gevoel van irritatie of zanderigheid optreden, eventueel kan uw oogarts u kunsttranen voorschrijven. Het litteken van de operatie valt weg in de huidplooi.
Complicatie
Een geringe asymmetrie in de hoogte van de huidplooi of de littekens kan voorkomen.
Ooglidoperaties zijn in het algemeen niet gevaarlijk. Echter ook aan deze operaties is een zeker risico verbonden. Een blauw oog komt vaak voor, maar geneest snel, littekens en infecties treden zeer zelden op.
Medicijngebruik
Hieronder volgt een lijst met medicijnen die u niet mag gebruiken als u een ooglidoperatie ondergaat onder plaatselijke verdoving. Hierdoor kunnen tijdens of na de operatie
bloedingen ontstaan. Het is belangrijk dat u eerst overlegt met uw huisarts of specialist die het bloedverdunnende medicijn heeft voorgeschreven óf u het gebruik van dit medicijn mag stoppen. Wanneer u niet met de bloedverdunners mag stoppen, moet u dit met uw oogarts overleggen.
Sintrom (acenocoumarol) en marcoumar
Het gebruik van sintrom (acenocoumarol) moet u vijf dagen vóór de ingreep stoppen en mag u drie dagen na de ingreep weer starten.
Het gebruik van marcoumar moet u zeven dagen vóór de ingreep stoppen en mag u drie dagen na de ingreep weer starten.
Ook de onderstaande medicijnen kunnen aanleiding geven tot bloedingen:
acenterine, acetosal-codeine, acetyl, acetylsalicylzuur, het combinatiemedicijn
acetylsalicylzuur/paracetamol, adiro, antigrippine, apac, apacod, ascal, aspirine, aspirine C, aspro, benortan, carbasalaatcalcium, chefarine 4, daro kiespijntabletten, darosal, dispril, dolviran, durasil, duvium/enterosalicyl, enterosarine, libradol, Meenk
grieppoeders, Meenk kiespijnpoeders, natriumsalicylaat, rheumin, rhonal, sinaspril, spalt, synthol, togal, Witte Kruis poeders.
Het gebruik van bovenstaande geneesmiddelen moet u tien dagen vóór de ingreep stoppen en mag u drie dagen na de ingreep weer starten.
Pijn
In het algemeen geeft de operatie niet veel napijn. Het is daarom doorgaans niet nodig om van tevoren een pijnstiller in te nemen.
2
Waarschuwing
De eerste twee weken na de ingreep kunt u beter niet sporten of zware, lichamelijke werkzaamheden verrichten. Wanneer u na een ooglidoperatie merkt dat het oog naar voren komt of dat u zeer slecht gaat zien, neemt u dan zo snel mogelijk contact op met uw oogarts, of ga direct naar het ziekenhuis!
Tot slot
Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u nog vragen, belt u dan de polikliniek Oogheelkunde, T 088 753 12 60.
Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van de commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG)(2011). www.oogheelkunde.org
Contact
Oogheelkunde - Polikliniek T 088 753 12 60
Ma t/m vr 8:00 tot 16:30 uur
3