Van Bruto- naar nettowedde: praktisch.

(1)

Van Bruto- naar nettowedde: praktisch.

vb. 1: Een vastbenoemde leerkracht (5 jaar geldelijke anciënniteit), gehuwd (echtgenote heef beroepsinkomsten) en geen personen ten laste met bekwaamheidsbewijs GLSO

schoonheidszorgen krijgt volgende opdracht: 19u TV bio-esthetiek in de 3

^e

graad TSO en 2u PV bio-esthetiek in de 3e graad BSO. De bedrijfsvoorheffing bedraagt 713,59 euro.

Bereken de nettowedde. (index = 1,6084) Oplossing:

1) Bepalen van de opdrachtbreuk en het barema:

19u TV bio-esthetiek in de 3de graad TSO: ………..

2u PV bio-esthetiek in de 3de graad BSO: ……….

2) Bepalen van de brutomaandwedde:

brutojaarwedde: 302 (5j G.A.): ……….

301 (5j G.A.): ……….

………. x ……… /12 = ……….

………. x ………/12= ……….

……….

MAAR: …

à brutomaandwedde = ……….

3) Bepalen van de nettowedde:

brutowedde ……….

x index ……….

geïndexeerde brutowedde ……….

- sociale afhoudingen ……….

belastbare wedde ……….

- bedrijfsvoorheffing ……….

nettowedde ……….

- BBSZ ……….

+ ev. werkbonus……….

Opmerkingen:

* Sociale afhoudingen (vastbenoemd): ………. % berekening: …

* BBSZ: wordt berekend op … berekening:

1

(2)

Vb. 2: Een tijdelijke leerkracht (2 jaar geldelijke anciënniteit), ongehuwd en met 2 personen ten laste, bezit volgende bekwaamheidsbewijzen: licentiaat klassieke filologie en GHSO.

Hij krijgt een opdracht van 15u Latijn in de 1

^ste

graad. De bedrijfsvoorheffing bedraagt 243,04 euro. Bereken de netto-wedde.

Oplossing:

1) Bepalen van de opdrachtbreuk en het barema:

15u Latijn in de eerste graad: ……….

2) Bepalen van de brutomaandwedde:

brutojaarwedde: ……….

brutomaandwedde: ………. x ………./12 = ……….

3) Bepalen van de nettowedde:

brutowedde ……….

x index ……….

geïndexeerde brutowedde ……….

- sociale afhoudingen ……….

belastbare wedde ……….

- bedrijfsvoorheffing ……….

nettowedde ……….

- BBSZ ……….

+ ev. werkbonus……….

Opmerkingen:

* Sociale afhoudingen (tijdelijk): ………. % berekening: …

* Bedrijfsvoorheffing: …

* BBSZ: wordt berekend op … berekening:

2