De
uitkeringsgerechtigden
ten laste van de RVA
sedert 5 jaar en meer
De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - niet- werkende werkzoekenden sedert 5 jaar en meer
Gewoonlijk onderzoekt men de werkloosheid van zeer lange duur (5 jaar en meer) binnen de groep van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen niet-werkende werkzoekenden (UVW/NWWZ). Aangezien deze slechts +- 40 % vertegenwoordigen van de totaliteit van de uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA, lijkt het ons zinvol de analyse uit te breiden tot de andere uitkeringsgerechtigden (met uitzondering van de loopbaanonderbrekers voor wie wij niet beschikken over deze gegevens en de tijdelijke werklozen die per definitie stempelen tijdens een korte duur).
Wij zijn dus stapsgewijs te werk gegaan, beginnend met de UVW/NWWZ met een werkloosheidsduur van 5 jaar en meer, hetzij 101 506 personen in de maand januari 2002 en eindigend met de totaliteit van de
uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer, hetzij 293 362 personen.
Grafiek I
Aantal UVW/NWWZ sedert 5 jaar en meer volgens geslacht en gewest - Fysieke eenheden – Januari 2002
Tabel I
Relatief aandeel van de UVW/NWWZ sedert 5 jaar en meer volgens geslacht en gewest (in %) –
Fysieke eenheden – Januari 2002
Mannen Vrouwen Totaal
Aandeel volgens Aandeel volgens Aandeel volgens
Vlaanderen mannen
Vlaanderen vrouwen
Wallonië mannen
Wallonië vrouwen
Brussel mannen
Brussel vrouwen 0
5000 10000 15000 20000 25000 30000 35000
11684 18814
22602 33370
7076 7960
59% van de UVW/NWWZ van zeer lange duur (5 jaar en meer) zijn vrouwen! Bovendien speelt de verdeling per gewest duidelijk in het nadeel van het Waals Gewest met 55,1 % van de UVW/NWWZ terwijl zijn aandeel binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd zich beperkt tot 32,1 %, hetzij bijna 23 procentpunten verschil. Het omgekeerde geldt voor het Vlaams Gewest met een gewicht van 30 % dat veel lager ligt dan zijn relatief gewicht binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd dat 58,5 % bedraagt, hetzij 28 procentpunten verschil. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ten slotte behaalt een score van 14,8 % hetzij 5,5 procentpunten meer ten opzichte van zijn gewicht van 9,3 % binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Het onevenwicht mannen/vrouwen is merkbaar in alle gewesten met uitzondering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar dit minder groot blijkt.
Grafiek II
Verdeling van de bevolking op beroepsactieve leeftijd volgens gewest – Onderzoek arbeidskrachten 2000 – NIS
De UVW/NWWZ omvatten echter niet alle uitkeringsgerechtigde volledig werklozen. Andere statuten binnen de volledige werkloosheid zijn de moeite waard om even bij stil te staan, zoals
bijvoorbeeld het statuut van oudere werkloze. Buiten de volledige werkloosheid, vormt het brugpensioen eveneens een vergoedingsstelsel waarvan de duur onze aandacht verdient. Laten we stap voor stap te werk gaan; laten we eerst de duur binnen de andere statuten van de volledige werkloosheid nader bekijken.
Vlaams Gewest
Waals Gewest
Brussels Hoofdstedelijk
Gewest 0,0%
10,0%
20,0%
30,0%
40,0%
50,0%
60,0% 58,5%
32,1%
9,3%
De andere uitkeringsgerechtigde volledig werklozen sedert 5 jaar en meer
De andere uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (andere UVW) bestaan uit statuten 2 (volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding), 3 (volledig werklozen tewerkgesteld in een beschutte werkplaats), 5 (deeltijdse werknemers met behoud van rechten en IGU), 7 (volledig werklozen van 50 jaar of meer vrijgesteld van de verplichting zich in te schrijven als werkzoekende), 8 (volledig werklozen vrijgesteld van de verplichting zich in te schrijven als werkzoekende wegens moeilijkheden op sociaal of familiaal vlak) en 9 (volledig werklozen met vrijstelling om studies, cursussen te volgen …).
Deze statuten van de volledige werkloosheid vormen een niet te negeren deel. In januari 2002 bereiken zij immers een totaal van bijna 36 % van de globale volledige werkloosheid.
Bovendien, indien men enkel de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen sedert 5 jaar en meer in aanmerking neemt, wordt dit het overheersend aandeel. Het aandeel van de personen die behoren tot deze andere statuten, hetzij 136 051 personen, bedraagt dan immers 57 % van het totaal.
Tabel II
Aantal UVW/NWWZ en andere UVW – Relatieve aandelen alle duurtijden samen en duur van 5 jaar en meer - Fysieke eenheden – Januari 2002
Aandeel Aandeel alle met duur duurtijden van 5 jaar samen en meer Uitkeringsgerechtigde
volledig werklozen - niet- werkende werkzoekenden
(UVW/NWWZ) 64 % 43 %
Andere volledig werklozen
(andere UVW) 36 % 57 %
De verdeling ziet er dan per geslacht en per gewest totaal anders uit:
Grafiek III
Tabel III
Relatief aandeel van de andere UVW sedert 5jaar en meer volgens geslacht en gewest (in%) – Fysieke eenheden – Januari 2002
Mannen Vrouwen Totaal
Aandeel volgens Aandeel volgens Aandeel volgens
gewest gewest gewest
Vlaanderen 52 % 61 % 56,9 %
Aandeel volgens geslacht 42 % 58 % 100 %
Wallonië 36 % 31 % 33,0 %
Aandeel volgens geslacht 50 % 50 % 100 %
Brussel 12 % 8 % 10,1 %
Aandeel volgens geslacht 56 % 44 % 100 %
Land 100 % 100 % 100,0 %
Aandeel volgens geslacht 46 % 54 % 100 %
De vrouwen zijn steeds talrijker dan de mannen. Het verschil tussen de geslachten valt vooral in het noorden van het land op. In het Vlaams Gewest zijn 58 % van de andere uitkeringsgerechtigde volledig werklozen sedert 5 jaar en meer vrouwen; in het Waals Gewest stelt men een evenwicht vast tussen de twee geslachten en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er een onevenwicht ten nadele van de mannen, vermits de Brusselse vrouwen 44 % halen.
Tussen de gewesten, vergeleken met hun relatief gewicht binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd, verdwijnen de verschillen. Het aandeel van het Vlaams Gewest bedraagt 56,9 %, hetgeen iets minder is dan zijn gewicht van 58,5 % binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd; het Waals Gewest behaalt een score van 33 % lichtjes hoger dan zijn gewicht van 32,1 %. De score van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (10,1 %) ligt evenwel lichtjes hoger dan zijn gewicht van 9,3 % in de beroepsactieve bevolking.
De totaliteit van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen sedert 5 jaar en meer
Wanneer men nu de twee subpopulaties groepeert – UVW/NWWZ enerzijds en andere UVW anderzijds – bekomt men de totaliteit van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW). De verdeling per geslacht en per gewest is opnieuw gevoelig veranderd:
Grafiek IV
Aantal UVW sedert 5jaar en meer volgens geslacht en gewest - Fysieke eenheden – Januari 2002
Tabel IV
Relatief aandeel van de UVW sedert 5jaar en meer volgens geslacht en gewest (in%) – Fysieke eenheden – Januari 2002
Mannen Vrouwen Totaal
Aandeel volgens Aandeel volgens Aandeel volgens
gewest gewest gewest
Vlaanderen 43 % 48 % 45%
Aandeel volgens geslacht 41 % 59 % 100 %
Wallonië 43 % 42 % 43 %
Aandeel volgens geslacht 45 % 55% 100 %
Men stelt ondermeer vast dat het gewicht van de 33 370 vrouwelijke uitkeringsgerechtigden van zeer lange duur (5 jaar en meer) in het Waals Gewest sterk vermindert wanneer deze andere subpopulaties van mannelijke en vrouwelijke zeer langdurige werklozen bijgeteld worden.
Vlaanderen mannen
Vlaanderen vrouwen
Wallonië mannen
Wallonië vrouwen
Brussel mannen
Brussel vrouwen
0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 70.000
11.684 32.866
18.814 44.578
22.602 22.597
33.370 22.290
7.076 7.719
7.960 6.001
Niet-werkende werkzoekende UVW Andere UVW
44550 63392
45199 55660
14795 13961
Bruggepensioneerden vergoed sedert 5 jaar en meer
De bruggepensioneerden ontvangen van de RVA een werkloosheidsuitkering tot op het ogenblik waarop ze met pensioen gaan; deze periode strekt zich dikwijls uit over meer dan 5 jaar. Hieronder vindt u de verdeling per geslacht en per gewest van het aantal bruggepensioneerden die uitkeringen ontvangen sedert 5 jaar en meer:
Grafiek V
Aantal bruggepensioneerden vergoed sedert 5jaar en meer volgens geslacht en gewest - Fysieke eenheden – Januari 2002
Tabel V
Relatief aandeel van de bruggepensioneerden vergoed sedert 5jaar en meer volgens geslacht en gewest - Fysieke eenheden – Januari 2002
Mannen Vrouwen Totaal
Aandeel volgens Aandeel volgens Aandeel volgens
gewest gewest gewest
Vlaanderen 67 % 57 % 66 %
Aandeel volgens geslacht 92 % 8 % 100 %
Wallonië 29 % 35 % 30 %
Aandeel volgens geslacht 89 % 11% 100 %
Brussel 4 % 8 % 4 %
Aandeel volgens geslacht 82 % 18 % 100 %
Land 100 % 100 % 100 %
Aandeel volgens geslacht 90 % 10 % 100 %
Wat meteen opvalt, is het immens verschil tussen het aantal bruggepensioneerde mannen en vrouwen.
Tweede belangrijke vaststelling: het hoge aantal Vlaamse mannen bij de bruggepensioneerden dat sedert 5 jaar en meer vergoed is. 90 % van de bruggepensioneerden vergoed sedert 5 jaar en meer zijn immers mannen en 67 % van die mannen komen uit het Vlaams Gewest. Zo begrijpt men beter waarom, in het Vlaams Gewest, vrouwen die reeds zeer lange tijd uitkeringsgerechtigd volledig werkloos zijn talrijker zijn dan de mannen (59 % tegenover 41 % - zie tabel IV): zonder uitkeringsgerechtigde volledige werkloosheid en brugpensioen naast elkaar te plaatsen zou bijgevolg voor bepaalde onevenwichten geen correcte verklaring kunnen worden gegeven.
Vlaanderen mannen
Vlaanderen vrouwen
Wallonië mannen
Wallonië vrouwen
Brussel mannen
Brussel vrouwen 0
5000 10000 15000 20000 25000 30000 35000 33791
3065
14800
1859 1876 414
UVW en bruggepensioneerden sedert 5 jaar en meer
Tabel VI
Relatief aandeel van de UVW + bruggepensioneerden sedert 5 jaar en meer volgens geslacht en gewest - Fysieke eenheden – Januari 2002
Mannen Vrouwen Totaal
Aandeel volgens Aandeel volgens Aandeel volgens
gewest gewest gewest
Dit totaalbeeld van de vergoedingen van zeer lange duur nuanceert grondig het beperkt beeld dat men heeft wanneer men zich enkel toespitst op de UVW/NWWZ.
Niet alleen is het aantal uitkeringsgerechtigden vergoed sedert 5 jaar en meer veel hoger buiten het beperkte bestek van de UVW/NWWZ – 191 856 personen tegenover 101 506 - maar ook de verdelingen per geslacht en per gewest zijn fundamenteel verschillend. In dit opzicht spreekt de volgende grafiek voor zich.
Grafiek VI
Aantal UVW + bruggepensioneerden sedert 5jaar en meer volgens geslacht en gewest - Fysieke eenheden – Januari 2002
Vlaanderen mannen Vlaanderen vrouwen Wallonië mannen Wallonië vrouwen Brussel mannen Brussel vrouwen
0 10 000 20 000 30 000 40 000 50 000 60 000 70 000 80 000
11 684 66 657
18 814 47 643
22 602 37 397
33 370 24 149
7 076 9 595
7 960 6 415
Niet-werkende werkzoekende UVW Andere UVW + bruggepensioneerden 78341
66457
59999 57519
16671 14375
Kentering van de toestand: het zijn nu de mannen die het talrijkst zijn (53 % tegen 47 % vrouwen) die sinds 5 jaar en + een uitkering genieten ten laste van de RVA en die hetzij volledig werkloos, hetzij bruggepensioneerd zijn.
De mannen uit het Vlaamse Gewest nemen de eerste plaats in met 78 341 gerechtigden op werkloosheids- uitkeringen of brugpensioen sedert 5 jaar en + i.p.v. de 11 684 rechthebbenden van het begin (UVW/NWWZ die 5 jaar en + werkloos zijn), d.i. bijna 6,7 keer meer!
De vrouwen uit het Vlaamse Gewest nemen de tweede plaats in met bijna 66 457 gerechtigden op werkloos- heidsuitkeringen of brugpensioen sedert 5 jaar en + i.p.v. de 18 814 gerechtigden van het begin, d.i. meer dan driemaal zoveel!
Zonder onderscheid volgens geslacht behaalt het Vlaamse Gewest een score van 49,4 %, d.w.z. 9 procentpunten minder dan zijn relatief gewicht in de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Men is dus ver van de 28 procentpunten verschil, vermeld bij het onderzoek van enkel de UVW/NWWZ (grafiek II)!
Wat de mannen uit het Waalse Gewest betreft, hun aantal loopt op van 22 602 tot 59 999 rechthebbenden, d.i. meer dan 2,6 keer zoveel!
En wat met de Waalse vrouwen, die veruit de grootste groep vormden onder de UVW/NWWZ? Zij zakken gewoonweg van de eerste naar de vierde plaats! Hun aantal stijgt van 33 370 naar 57 519, d.i. minder dan het dubbel.
Zonder onderscheid volgens geslacht behaalt het Waalse Gewest een score van 40,1 %, d.i. 8 procentpunten meer dan zijn relatief gewicht in de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Men is dus ook ver van de 23 procentpunten verschil opgetekend bij de analyse van enkel de UVW/NWWZ.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen 9 595 andere mannelijke uitkeringsgerechtigden vergoed sinds 5 jaar en + bij de 7 076 sinds 5 jaar en + UVW/NWWZ, d.i. 2,4 keer meer.
De vrouwen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nemen toe in aantal maar in geringere mate (1,8 keer meer).
Globaal beschouwd komt het relatieve aandeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neer op 10,6 %, d.i. 1,3 procentpunt meer dan zijn gewicht in de bevolking op beroepsactieve leeftijd. WE wijzen weer op dat het verschil 5,5 procentpunten bedraagt wanneer enkel de UVW/NWWZ in aanmerking genomen worden.
Besluit
Grafiek VII
Vergelijking tussen het aantal UVW/NWWZ sinds 5 jaar en + en het aantal UVW + bruggepensioneerden sinds 5 jaar en meervolgens geslacht - Fysieke eenheden – Januari 2002
Zich beperken bij de verdeling per geslacht tot de niet- werkende werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen om de werkloosheid van zeer lange duur (5 jaar en +) te begrijpen leidt onvermijdelijk tot het vertekenen van de werkelijkheid, vermits het hogere relatieve aandeel van de mannen aldus wordt
omgekeerd in het nadeel van de vrouwen, van wie het relatieve aandeel ten onrechte een overwicht krijgt!
Grafiek VIII
Vergelijking tussen het aantal UVW/NWWZ sinds 5 jaar en + en het aantal UVW + bruggepensioneerden vergoed sinds 5 jaar en meer volgens geslacht en gewest- Fysieke eenheden – Januari 2002 Mannen
Per geslacht en per gewest verliezen de Waalse vrouwen de eerste plaats aan de Vlaamse mannen, die in absolute waarde de grootste groep gerechtigden
vertegenwoordigen. Bovendien, blijkt uit bovenstaande grafieken dat het de Waalse vrouwen zijn voor wie het verschil het kleinst is (1,7 keer meer – zie grafiek VI) en omgekeerd dat het de Vlaamse mannen zijn voor wie het verschil het grootst is (6,7 keer meer).
Vóór (UVW/NWWZ) Na (UVW+WZ)
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
41%
59%
53%
47%
Mannen Vrouwen
Vóór (UVW/NWWZ) Na (UVW+Brug.) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
28%
55%
17%
51%
38%
11%