• No results found

Gebruikers van gesubsidieerde rechtsbijstand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gebruikers van gesubsidieerde rechtsbijstand "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

a

Wetenschappelijk Onderzoek-

en Documentatiecentrum

Fact sheet 2007-4

Gebruikers van gesubsidieerde rechtsbijstand

Inzichten in kenmerken, problemen en inkomenspositie Oktober 2007

G.C. Maas Context

In een goed functionerende rechtsstaat kan elke burger met een juridisch probleem een beroep op rechtskundige bijstand doen. Grondwet en internationale verdragen verplichten de overheid een regeling te treffen die voorkomt dat burgers omwille van kosten afzien van juridische bijstand, maar laten haar vrij in de invulling daarvan. De vormgeving van het Nederlandse rechtsbijstand- stelsel en de regels over het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen zijn uitgewerkt in de Wet op de rechtsbijstand (Wrb).

Tegen betaling van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage kunnen Wrb-gerechtigden een ge- subsidieerd beroep op een rechtsbijstandverlener doen.

De minister van Justitie is verantwoordelijk voor het functioneren van het rechtsbestel. Daartoe dient deze kennis te nemen van zowel de feitelijke stand van zaken in het rechtsbestel als mogelijke alternatieve arrangementen en te verwachten consequenties van eventuele stelselwijzigingen.

Om gevolgen van wijzigingen in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand zoals de verhoging van de eigen bijdrage of de invoering van een leen- of verzekeringsstelsel in te kunnen schatten, is inzicht nodig in de (potentiële) gebruikers van gesubsidieerde rechtsbijstand. Voor dergelijke wijzigingen is het belangrijk na te gaan wat op basis van de kenmerken van (potentiële) gebrui- kers over de inkomenspositie en de financiële speelruimte nu en in de toekomst kan worden gezegd.

Onderzoek

Het WODC heeft de doelgroep van de civiele toe- voeging (d.i. niet ambtshalve afgegeven en niet aan asielaanvragen gerelateerd) in kaart gebracht aan de hand van kenmerken als arbeidspartici- patie, uitkeringsduur, inkomen, geslacht, leeftijd, herkomst en gezinssamenstelling. Daartoe is voor het eerst een koppeling tot stand gebracht tussen gegevens over toevoegingen afkomstig van de Raad voor Rechtsbijstand en gegevens over de personen aan wie deze zijn toegekend, ontleend aan het Sociaal Statistisch Bestand van het CBS.

Het onderzoek sluit aan bij eerder WODC onder- zoek. In het verlengde van het werk van Klijn c.s.

(1996-1998), waarin naast de toegang ook de toegangsregulering van de rechtsbijstand door prijsbeleid meer centraal is komen te staan, zijn er rapportages over meervoudig gebruik (o.a.

Leertouwer, 2004) en rechtsbijstandstelsels in an- dere landen (Van Zeeland & Barendrecht, 2003).

Parallel hieraan wordt jaarlijks over de stand van zaken van het stelsel gerapporteerd door de Raad voor Rechtsbijstand in de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand.

Box 1 geeft de bevindingen over de Wrb-doel- groep. Tegen de achtergrond van de inkomens- positie van de huidige gebruikersdoelgroep zouden stelselwijzigingen die van hen een grotere bijdrage in de kosten van de rechtsbijstand vergen de vaak toch al geringe financiële speelruimte ver- der verkleinen en kunnen leiden tot het vaker afzien van gebruik van die rechtsbijstand. Hier- onder themagewijs de voornaamste cijfers.

Box 1 Belangrijkste bevindingen

¾ De inkomenspositie van gebruikers van gesubsidieerde rechtsbijstand in civiele zaken is kwetsbaar.

¾ Deze kwetsbaarheid is vooral het gevolg van een zwakke arbeidsmarktpositie, die samenhangt met de sociaaldemografische kenmerken van de gebruikers.

¾ Een relatief groot aandeel gebruikers bestaat uit personen met vooral een bijstandsuitkering en een fors lager gemiddeld gezinsinkomen dan werkenden (met relatief lage inkomens). Dit betekent dat de financiële speelruimte van de gebruikers gering is.

¾ Gezien een relatief kleine kans op uitstroom uit bijstands- en arbeidsongeschiktheidsregelingen naar betaald werk, is er voor velen bovendien weinig vooruitzicht op verbetering van de inkomenspositie.

¾ Al met al wijzen de kenmerken van de huidige gebruikers van gesubsidieerde rechtsbijstand er op dit moment op

dat althans deze groep slechts in beperkte mate in staat zal zijn om meer te gaan bijdragen aan de kosten voor de

rechtsbijstand.

(2)

2 Resultaten

Op basis van deskresearch zijn kenmerken van personen en huishoudens geïdentificeerd die duiden op een bijzonder risico in relatie tot inkomenspositie en financiële speelruimte. Bezien is in hoeverre gebruikers van gesubsidieerde rechtsbijstand overeenkomstige kenmerken ver- tonen. Ten slotte is de relatie tussen deze gebruikerskenmerken en de juridische problemen waarvoor toevoegingen werden afgegeven verkend.

Arbeidsparticipatie

Van de rechtsbijstandgebruikers is 41% arbeids- actief, hetzij als zelfstandige hetzij als werknemer.

Bij alleenstaanden is de arbeidsparticipatie lager (32%) dan bij meerpersoonshuishoudens (44%).

Een belangrijk kengetal is dat 59% niet arbeidsactief is. Eén op de twintig niet-actieven is gepensioneerd. Ruim de helft van de niet actieven is ontvanger van een arbeidsongeschiktheids- of bijstandsuitkering.

Er zijn naar verhouding weinig actieven en onder de niet-actieven veel moeilijk reïntegreerbaren.

Inkomstenbronnen

37% van de rechtsbijstandgebruikers heeft in- komen uit loon.

Bijna twee derde van de inactieven heeft een uitkering, die zodoende voor nog eens 37% van de rechtsbijstandsgebruikers de voornaamste bron van inkomen vormt. Vooral arbeidsongeschikt- heid- en bijstandsuitkeringen komen vaak voor (19% resp. 11%).

Slechts 3% heeft inkomen uit een pensioen.

Uitkeringsduur

Van de gebruikers is bijna twee vijfde niet arbeidsactief en heeft een uitkering. Verreweg het grootste deel van hen verkeert bovendien langere tijd in die uitkeringssituatie.

¾ 66% van de rechtsbijstandsgebruikers met een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid heeft die uitkering al 4 jaar of langer. Voor nog eens 25% geldt dat zij deze 1 tot 4 jaar hebben.

¾ 35% van de rechtsbijstandgebruikers met een uitkering voor bijstand (ABW) ontvangt deze al langer dan 4 jaar, terwijl 37% die uitkering 1 tot 4 jaar lang krijgt.

Gezinsinkomen

Het gemiddelde gezinsinkomen van Wrb-gebrui- kers bedraagt netto €12.367 per jaar. Het blijkt verder dat — welke precieze armoedegrens van het SCP en het CBS men nu ook hanteert — een sub- stantieel gedeelte van de rechtsbijstandsge- bruikers onder die grens leeft. Onder die grens leeft bijvoorbeeld 64% van de (echt)paren met tenminste één kind en 54% van de eenouder ge- zinnen met twee kinderen. Van de echtparen ouder dan 65 jaar leeft 53% onder de die grens.

Ook echtparen beneden de 65 jaar zonder kin-

deren leven kennelijk in bijna de helft van de gevallen beneden de armoedegrens.

Geslacht en leeftijd

Hoewel vrouwen iets vaker gebruik maken van toevoegingen (53%) is de man/vrouw verdeling niettemin redelijk evenwichtig.

Jongeren tot 25 jaar maken 13% van het totaal uit.

Van de gebruikers is 69% tussen 25 en 50 jaar.

Gebruikers tussen 35 en 40 jaar zijn met 17% de modale groep. De groep 65-plussers is klein (3%).

Herkomst

De rechtsbijstandsgebruikers zijn voor 47% van allochtone herkomst. 11% is afkomstig uit Wes- terse landen en 35% uit niet Westerse landen (Marokko 8%, Turkije 7%, Suriname 6%, Antillen en Aruba 2%, overig 12%). Van de allochtone rechtsbijstandgebruikers is 82% 5 jaar of langer in Nederland. Een vergelijkbaar deel is van de eerste generatie. Er zijn echter aanzienlijke verschillen tussen subgroepen.

53% van de gebruikers van gesubsidieerde rechts- bijstand is van autochtone herkomst

Gezinssamenstelling

Bijna een kwart (24%) van de gebruikers bestaat uit eenpersoonshuishoudens. Het tweeouder ge- zin met tenminste één kind vormt 40% van de Wrb-gebruikers en het eenoudergezin met een of meer kinderen 21%.

Er zijn 53% gezinnen met een minderjarig kind en 44% gezinnen met een kind jonger dan 13 jaar.

Eenoudergezinnen hebben verhoudingsgewijs vaker dan tweeouder gezinnen een kind in de jongste en de minderjarige categorie.

Woonomgeving

Rechtsbijstandsgebruikers zijn met name sterk vertegenwoordigd in (zeer) sterk stedelijke gebie- den (61%) en gemeenten met 150.000 of meer inwoners (36%).

Soort juridische bijstand

Twee rechtsgebieden zijn goed voor 71% van alle civiele toevoegingen. Van de toevoegingen betreft 41% personen- en familierecht (m.n. echt- scheiding) en 30% bestuursrecht (m.n. sociale zekerheidsrecht en vreemdelingenrecht).

Er is een verband tussen kenmerken van gebrui- kers en de problemen waarvoor zij toevoegingen krijgen. Bij personen- en familierecht krijgen on- der meer vrouwen, actieven, en gezinnen met jonge kinderen veel toevoegingen. Bij bestuurs- recht zijn dit vaker mannen, inactieven zonder inkomen, bijstandsgerechtigden en alleen- staanden.

Van meervoudig gebruik is sprake bij 17% van de

in de onderzochte periode van vier maanden af-

gegeven toevoegingen. Dit betreft 10% van de

gebruikers. Het komt het meest voor bij bestuurs-

recht (39%) en het minst bij personen- en

familierecht (15%).

(3)

3 Literatuur

Beijers, W.M.E.H., A. Klijn, J. van der Schaaf, G. Paulides

Twee halen, ... : over de prijs van meervoudig beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand.

Den Haag, WODC, 1998 Onderzoeksnotities 1998/3 Klijn, A., G. Paulides

Duurder recht, minder vraag? De prijsverhoging van rechtsverzorging en de gevolgen daarvan voor de lagere inkomens.

Den Haag, SDU Uitgeverij/WODC, 1988 Onderzoek en beleid nr. 81

Klijn, A., G. Paulides, J. van der Schaaf

Rechtsbijstand: krimpende markten; een tussenbalans inzake de gevolgen van de Wet op de rechtsbijstand voor de toegankelijkheid van de rechtsbijstand.

Den Haag, WODC, 1996 Tussenrapport

Klijn, A., J. van der Schaaf, G. Paulides

Rechtsbijstand: kiezen of moeten; gevolgen van de Wet op de rechtsbijstand voor het oplossen van problemen.

Den Haag, WODC, 1997 Tussenrapport

Klijn, A., J. van der Schaaf, G. Paulides

De rechtsbijstandsubsidie herzien : een evaluatie van de toegangsregulering in de Wet op de rechtsbijstand.

Den Haag, WODC, 1998 Onderzoek en beleid nr. 175

Leeuwen, S. van, A. Klijn, G. Paulides

De toegevoegde kwaliteit; een ex ante evaluatie van de werking van inschrijfvoorwaarden in de Wet op de rechtsbijstand.

Den Haag/Gouda WODC/Quint, 1996 Onderzoek en beleid nr. 151

Maas, G.C., E. Niemeijer

Gebruikers van Gesubsidieerde Rechtsbijstand. Kenmerken, problemen en inkomenspositie.

Den Haag, WODC, 2007 Cahiers nr. 2007-10 Leertouwer, E.C.

Toevoegingen toegevoegd: over meervoudig gebruik van de gesubsidieerde rechtsbijstand in de periode 1 januari 2000 tot 1 augustus 2003.

Den Haag, WODC, 2007 Cahiers nr. 2004-5

Zeeland, C.M.C. van, J.M. Barendrecht

Gefinancierde rechtsbijstand vergeleken : een rechtsvergelijkend onderzoek naar drie rechtsbijstandstelsels.

Den Haag/Tilburg, WODC/Centrum voor Aansprakelijkheidsrecht, 2003

Deze reeks omvat korte verslagen van onderzoek dat door of in opdracht van het WODC is verricht. Opname in de reeks betekent niet dat de inhoud het standpunt van de Minister van Justitie weergeeft.

Alle rapporten van het WODC zijn gratis te downloaden van www.wodc.nl .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met name jongeren die in de crisis- opvang verblijven en die niet terug kunnen naar huis hebben daar last van: zij blijven vaak te lang en zonder behandeling in de crisisopvang,

Het doen van onderzoek naar de oorzaken van de kostenstijging van gesubsidieerde rechtsbijstand en aanbevelingen doen voor vernieuwing van het stelsel van gesubsidieerde

De sociale advocatuur wees er ook op dat zij als tweede lijn vooral veel samenwerken op lokaal niveau met bijvoorbeeld sociaal raadlieden en/of sociale wijkteams.. Vanuit de LOSR

Open data heeft als kenmerken dat de gegevens openbaar zijn, er geen auteursrecht op berust, de gegevens computer- leesbaar zijn en dat ze bij voorkeur voldoen aan open standaarden

Open data heeft als kenmerken dat de gegevens openbaar zijn, er geen auteursrecht op berust, de gegevens computer- leesbaar zijn en dat ze bij voorkeur voldoen aan open standaarden

De Rekenkamer heeft in de periode november 1995 tot en met mei 1996 onderzoek verricht naar vier regelingen voor de inschakeling van moeilijk plaatsbare werklozen in het

Met betrekking tot de aard van het meervoudig gebruik blijkt dat iets minder dan de helft van het aantal meervoudige toevoegingen is afgegeven op civielrechtelijk gebied, terwijl

Ten eerste is, zoals bij de gerechtelijke procedures, het aantal toevoegingen voor scheidingen in vergelijking met voorgaande jaren gestegen en die stijging doet zich eveneens