• No results found

Staatsinrichting in Afrika: import of eigen kweek?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Staatsinrichting in Afrika: import of eigen kweek?"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Staatsinrichting in Afrika

- ^ ,

;

, - ;. . ' - , , ' , ^f , \ . ' , /

STEPHEN Ems

Import of eigen kweek?

AFRIKA LIJDT AAN WANBESTUUR VANWEGE de autoritaire regeringen^en idiote grenzen die het continent werden opgelegd toen de koloniale mogendhe-den het zo'n eeuw gelemogendhe-den verdeelmogendhe-den. Waar of niet, deze suggestie valt vaak wanneer een verklaring wordt gezocht voor de schijnbaar permanente proble-men van het werelddeel,1" In Zuid-Afri-ka, naar alle waarschijnlijkheid het belangrijkste land ten zuiden van de Sahara en zeker het land met de belangrijkste economie, heeft de

toe-komstige president Thabo Mbeki zich bij deze ziens-wijze aangesloten door de klaroenstoot te geven voor wat hij noemt een Afrikaanse Renaissance, een weder-geboorte van echte Afrikaanse waarden die het conti-nent nieuw leven in zal blazen. Hoe correct - en hoe zinvol - is het denkbeeld dat Afrika beschikt over een authentieke eigen manier van overheidsorganisatie die is onderdrukt door het gewicht van de koloniale geschiedenis en overwoekerd door geïmporteerde instellingen?

De zinnigheid van deze vraag is gelegen in het feit dat Afrika ten zuiden van de Sahara de afgelopen twintig jaar twee grote hervormingsgolven met meer vrijheid als inzet heeft meegemaakt. De eerste reeks hervormingen, die vanaf circa 1980 werden doorge-voerd en in belangrijke mate werden doorgedrukt door verstrekkers van ontwikkelingshulp, in het bij-zonder de Wereldbank, betrof de economische beleidslijnen. Intensief gereguleerde en beschermde economieën zetten de deur open voor vrijhandel, wat hen volgens de liberaal-economische theorie efficiën-ter, dynamischer en produktiever zou maken. Het tweede stel hervormingen - te zien vanaf 1989-90 en in het begin van de jaren '90 en eveneens bevorderd door donoren, maar ook met een sterk Afrikaans draagvlak - kreeg gestalte in een liberaal-politieke hervorming, met het etiket democratisering.

Zodoen-de ruimZodoen-den vrijwel alle ouZodoen-de eenpartijstaten het veld. Deze zich over het hele continent uitstrekkende hervormingsprogramma's hebben echter niet echt gebracht wat hun felste voorstanders ervan verwacht-ten. Terwijl sommige landen het zeker beter doen dan andere, lijden veel Afrikaanse landen nog steeds aan een reeks euvels die te maken hebben met het (wan)beheer van de overheidssector. Vanuit hun gezichtspunt dat er hiervoor een of andere politieke reden bestaat, sporen donoren Afrikaanse regeringen en huil burgers aan 'goed bestuur' door te voeren.

Juist die voortdurende onmacht van veel Afri-kaanse landen om een prestatie te verrichten zoals ze die volgens de liberale theorie zouden moeten kunnen leveren, ondanks Vrije markten en vrijheid in de poli-tiek, leidt sommige waarnemers tot de conclusie dat de grondoorzaak van het probleem niet ligt in een bepaald beleid, maar in de hele overheidsmachinerie die het moderne Afrika uit de koloniale periode erfde. Aange-zien de staatsinstellingen oorspronkelijk waren opgezet door Europeanen en door hen aan Afrika waren opge-legd, zijn er misschien andere instellingen noodzake-lijk. Uiteraard - zo luidt de argumentatie - was er ooit een tijd dat Afrikaanse samenlevingen over instellingen beschikten die ze in de loop der tijd zelf hadden bedacht en die voldeden, tot de grillige ontwrichting waarmee het koloniaal bestuur gepaard ging.

294 INTERNATIONALE1«

(2)

Politiek en staat

Wie zich op deze kwestie wil bezinnen, doet er mis-schien goed aan de definitie van politiek en bestuur onder de loep te leggen. Er zijn allerlei omschrijvin-gen mogelijk van wat politiek of een politiek stelsel inhoudt. De meeste suggereren dat politiek het mid-del is waarmee uiteenlopende belangen binnen een samenleving, die veelal tegelijkertijd op zowel conflict als harmonie zijn gericht, worden uitgedrukt en met elkaar verzoend. In die zin hebben alle samenlevingen het een of ander politiek stelsel.2 Als dat niet het geval is, zijn het al gauw geen samenlevingen meer. Niet alle samenlevingen hebben echter altijd beschikt over staten in de moderne betekenis van het woord, name-lijk een groep mensen die valt onder de organisatie van een soevereine regering, die macht uitoefent over een afgebakend gebied waarin zij een alleenrecht opeist van gerechtvaardigd geweld, en die het bestuur uitoefent via een geletterd ambtenarenapparaat.

De reden voor dit uitdrukkelijk onderscheid tussen een politiek systeem en een regeringssysteem dat berust op een staat, is om te kunnen benadrukken dat vóór de koloniale periode er maar in enkele gebie-den van Afrika een staat in deze tweede, moderne betekenis van het woord bestond. Staten van dit soort vormen een betrekkelijk recente ontwikkeling in de geschiedenis van sommige delen van de wereld, ter-wijl alle samenlevingen kunnen bogen op politieke instellingen. Het feit dat de meeste huidige Afrikaanse staten een erfenis zijn van het opgelegd koloniaal gezag, is algemeen bekend. De koloniale overheersing bracht het opleggen van territoriaal afgebakende gren-zen die heel sterk lijken op de grengren-zen van de tegen-woordige soevereine staten, met inbegrip van bekende afwijkingen als Gambia, een vingervormig land dat zich op vreemde wijze in Senegal uitstrekt, of Leso-tho, als het ware een eiland dat midden in Zuid-Afri-ka ligt. Het koloniaal bestuur werd uitgeoefend via gecentraliseerde overheden die de methoden van een geletterde bureaucratie hanteerden. Dit maakte in de jaren '60 bijna overal plaats voor de opkomst van soe-vereine staten die deze machtsapparaten erfden. De duidelijk koloniale oorsprong van de regeringsvormen die in het moderne Afrika worden gehanteerd, hebben sommige geleerden aangewezen als een van de

belangrijkste redenen voor de allerwege in Afrika optredende mislukking van pogingen tot politieke sta-biliteit of economische ontwikkeling, die vaak nauw aan elkaar gekoppeld worden. Volgens deze zienswij-ze is de natie-staat, in de woorden van Basil Davidson, een vloek die op Afrika rust.3 De gevolgtrekking waar-toe een dergelijke analyse automatisch leidt, is dat indien Afrika een vruchtbaarder politiek model wil ontwikkelen, het moet beginnen met het zoeken naar

een systeem dat meer past bij zijn aard, wat die ook moge zijn.

De kloof

Men kan deze zaken echter ook op een andere manier bekijken. Het valt niet te ontkennen dat de huidige regeringsvormen in Afrika, met presidenten en kabi-netten, ministeries, ambtenaren, staande legers, rech-ters, en de hele wapenrusting van een Europees staatsapparaat, vrijwel zonder uitzondering een kolo-niaal importprodukt zijn. Maar het is verhelderend om niet zozeer naar de vorm alswel naar de feitelijke inhoud van overheid en politiek in Afrika te kijken. Die inhoud spoort vaak niet met de procedures of cri-teria die deze oorspronkelijk Europese vormen behel-zen, of met de vereisten van formele grondwetten en gedragscodes. De kloof tussen het soort regering dat reëel bestaat en wat volgens het boekje zou moeten bestaan, is zó groot, dat vele waarnemers ertoe zijn overgegaan het bestaan van belangrijke informele bestuurlijke kanalen - de tegenhanger van informele economieën - of zelfs van 'schaduwstaten' te erken-nen.4 Deze en vele soortgelijke uitdrukkingen worden gehanteerd door auteurs die op hun lezers de notie proberen over te brengen dat het formele regerings-en politiek apparaat in het huidige Afrika slechts gedeeltelijk of zijdelings te maken heeft met de mechanismen en netwerken die feitelijk gebruikt wor-den om politiek te bedrijven, ofwel voor de beharti-ging, plooiing en verzoening van botsende belangen in de samenleving. Sommige commentatoren gaan zó ver, dat ze lijken te suggereren dat in een groot deel van Afrika de formele instellingen van overheid en politiek niet meer dan façades zijn,5 zoals de beruchte Potemkindorpen die waren opgesteld door de geliefde minister van Katharina de Grote, om op die heerser van Rusland indruk te maken wanneer ze voorbij voer m de keizerlijke galaboot.

Indirect bestuur

Degenen die meer willen weten over de manier waar-op politiek met informele middelen bedreven wordt en de betrekkelijke oppervlakkigheid van formele instellingen nader willen bezien, zullen ontdekken dat deze verschijnselen bogen op een lange geschiedenis. Een wezenlijk aspect van het koloniaal stelsel was de inzet van Afrikaanse ondergeschikten voor het bestuur op de lagere machtsniveaus, in het bijzonder in de plattelandsgebieden, waar tenslotte tot heel kort geleden de grote meerderheid van de Afrikanen woon-de. De Britten voerden dit systeem het meest conse-quent uit, met hun doctrine van indirect bestuur, maar alle koloniale mogendheden deden in feite min

INTERNATIONALE^

|pectator Mei 1999-nrS 295

(3)

of meer hetzelfde, alleen al omdat het hun ontbrak aan de nodige menskracht om uitgestrekte territoria met Europese ambtenaren op alle niveaus te besturen. Zelfs Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid had zijn eigen versie van indirect bestuur, in de vorm van het beleid van zg. thuislanden. Zodoende werd op lagere niveaus het koloniaal bestuur vrijwel geheel uitge-voerd door Afrikanen. Europese ambtenaren, die vaak weinig of niets verstonden van welke Afrikaanse taal dan ook, maar de bestuurlijke verantwoordelijkheid droegen voor uitgestrekte gebieden met tienduizen-den inwoners, kontienduizen-den vaak niet veel anders doen dan de baas spelen over deze Afrikaanse lokale bestuurs-systemen.

Bovendien maakte het koloniaal bestuur vaak ruim gebruik van mechanismen die het van zijn Afri-kaanse voorgangers had geërfd, hoewel de gouver-neurs dit meestal liever niet zo zagen. Zo verboden koloniale regeringen de slavernij, maar maakten ze wijd en zijd gebruik van gedwongen arbeid, in de meeste gevallen zelfs tot in de jaren '40 van deze eeuw. Ze hieven belastingen, maar die ervoeren inheemse onderdanen vaak als nieuwe vormen van de oude praktijk van schatplichtigheid aan een verove-raar, geen blijk van besef van burgerschap maar als teken van onderwerping. Kortom, er zijn goede rede-nen om aan te nemen dat ongeacht de formele struc-turen van het bestuur in het Afrika van de 20ste eeuw, de feitelijke inhoud ervan grotendeels is bepaald door Afrikanen en vele oudere praktijken vanuit Afrika's prekoloniaal verleden heeft meegevoerd.6

Schaalvergroting

Hoewel uiteenlopende patronen van koloniale over-heersing (Frans, Duits, Brits, Belgisch, Italiaans, Por-tugees, Spaans) allemaal hun eigenaardigheden ver-toonden die de bestuursstijl van het moederland weerspiegelden, hadden ze als gemeenschappelijk kenmerk het gebruik van geletterde ambtenarenappa-raten die ruwweg gelijksoortige mechanismen han-teerden en een globaal gelijksoortige taakopvatting hadden. Dit was het duidelijkst in het centrum, in de koloniaal-bestuurlijke hoofdkwartieren die ze in het leven riepen en die vrijwel altijd de hoofdsteden van het tegenwoordige Afrika werden. De samenlevingen die zij bestuurden beschikten daarentegen over een geweldige rijkdom aan politieke tradities. In Marok-ko, Swaziland, Lesotho en Buganda overleefden oude koninkrijken de koloniale periode. Aan het andere uiterste lagen bepaalde gebieden (zoals in delen van Zuid-Nigeria, Sierra Leone, Liberia en andere gebie-den van het regenbos van West- en Midgebie-den-Afrika) die in de ogen van etnografen tot de koloniale periode zogeheten 'staatloze samenlevingen' waren geweest,

met een bevolking die bestond uit kleine groepen zonder vast politiek centrum.' Een belangrijk gevolg van de koloniale overheersing was het bijeenbrengen van de duizenden afzonderlijke politieke entiteiten of stelsels die in het midden van de 19de eeuw nog m Afrika te vinden waren, in een veel kleiner aantal ter-ritoria, die zich in het begin van deze eeuw als kolo-niën ontpopten en uiteindelijk de tegenwoordige 53 natie-staten werden.

Het koloniaal bewind bracht toen een aanzien-lijke politieke schaalvergroting met zich. Maar hoewel de formele regeringssystemen allemaal erg op elkaar gingen lijken, aangezien ze zonder uitzondering van een betrekkelijk beperkte reeks Europese modellen waren afgeleid, vertoonden de politieke systemen die verankerd werden in de samenlevingen die ze preten-deerden te regeren, een geweldige variëteit. In Noord-Nigeria blijven de traditionele emiraten, die zo gemakkelijk in het stelsel van indirect bestuur waren in te passen en daarom in een goed blaadje stonden bij de Britse gouverneurs, nog steeds een geweldige politieke invloed uitoefenen: dit zou men kunnen omschrijven als een min of meer feodaal politiek sys-teem met diepe wortels in de geschiedenis van de regio. Anderzijds heeft in vele delen van de zone van het tropenbos, wellicht vandaag de dag het meest zichtbaar in Liberia en Sierra Leone, de zwakte van het formeel bestuur de terugkeer mogelijk gemaakt van traditionele wijzen van accommoderende politiek in zogeheten 'staatloze samenlevingen', m het bijzon-der religieuze broebijzon-derschappen, zoals de Poro.

Een andere manier om dit te omschrijven zou de constatering zijn dat we een groeiende kloof bespeuren tussen regeringsstelsels (nl. dat aspect van de politiek dat het duidelijkst van Westerse herkomst is en dat ook de duidelijkste tekenen van verval ver-toont) en die politieke systemen die sinds prekolonia-le tijden ononderbroken bestaan hebben en die in sommige gevallen tekenen van aanzienlijke vitaliteit vertonen en soms zelfs een soort herrijzenis onder-gaan. Deze politieke systemen van inheemse origine zijn vaak belangrijke speelvelden van de informele of schaduwpolitiek die zo'n groot deel van het echte politieke leven in het huidige Afrika uitmaakt.

Afrikaanse identiteit?

De hier beschreven situatie — een onderscheid tussen enerzijds zwakke of niet op hun taak berekende bestuursstelsels, afgeleid van Europese voorbeelden die in de koloniale periode werden overgeplant, en anderzijds echte politieke stelsels die misschien geen wettelijke status hebben, maar wel een werkelijk en dynamisch bestaan leiden - valt vrijwel alle waarne-mers min of meer op. De afgelopen decennia is hun

(4)

perspectief veranderd. Dertig of zelfs twintig jaar gele-den twijfelgele-den de commentatoren, die zich lieten inspireren door een intellectueel moderniseringsmo-del en een politiek ontwikkelingsprogramma, er zel-den serieus aan dat het op de lange duur zowel nood-zakelijk als onvermijdelijk was dat sommige van de oudere Afrikaanse politieke systemen uitgehold zou-den worzou-den, om plaats te maken voor de rationele bureaucratische macht van de staat. Vandaag de dag ligt dit minder voor de hand. Tegenover degenen die nog steeds een dergelijke politieke modernisering bepleiten, staan anderen die hun gevolgtrekkingen maken uit sommige recente rampen en die, zoals Thabo Mbeki met zijn visie van een Afrikaanse Renaissance, geneigd zijn politieke systemen of rege-ringsvormen te beklemtonen die volgens hen recht-streeks uit Afrika's prekoloniaal erfgoed stammen, van Afrikaanse bodem zijn, authentiek Afrikaans zijn. (Ik gebruik met opzet deze clichés, om te benadrukken hoezeer het begrip Afrikaans-zijn vrijwel automatisch aanleiding blijkt te geven tot een hele serie clichés.)

Afrikaanse leiders en intellectuelen grijpen op gezette tijden het jargon van de 'Afrikaanse identiteit' aan om een pleidooi te houden voor het politieke sys-teem dat hun op een gegeven moment toevallig het beste uitkomt. Een vroeg voorbeeld daarvan is wijlen president Mobutu van Zaïre, die in het begin van de jaren 70 een veel nagevolgde campagne van

Afrikaan-se authenticiteit voerde. Het beste voorbeeld van heden is Oeganda, waar regeringswoordvoerders rede-neren dat het geen-partijsysteem waar president Mu-seveni aan hecht en dat berust op consensus, authen-tiek Afrikaans is, terwijl een veelpartijensysteem dat juist niet is. Vijftien jaar geleden luidde de gemeen-plaats dat m de Afrikaanse traditie eenpartijstaten de voorkeur verdienen omdat twee stieren niet in dezelf-de kraal kunnen verkeren (of twee mannetjeskroko-dillen in dezelfde vijver, of andere fraai klinkende volkswij sheden).

Het debat over de geschiedenis van Afrikaanse politieke systemen, m het bijzonder als dat gevoerd wordt in het verband van een bepaalde politieke behoefte, loopt dus gevaar van herhaling van een van de oudste, hardnekkigste en meest verderfelijke van alle Westerse clichés over Afrika, namelijk dat er een tijdloze, authentiek-Afrikaanse wijze van handelen bestaat die het koloniaal bewind heeft overleefd, soms

ondergronds. Dit is een illusie, zeker in de vorm waarin het cliché hier is gegoten, die ruw is maar gevaarlijk dichtbij gezichtspunten ligt die heel vaak naar voren komen. Natuurlijk heeft Afrika, zoals elk ander deel van de wereld, een geschiedenis, en deze geschiedenis omvat kenmerken die een reeks van generaties hebben doorstaan, wat Franse historici de longue durée noemen, de gletsjer-achtige historische

bewegingen die zich zo geleidelijk voordoen, dat ze in één generatie nauwelijks waarneembaar zijn, maar alleen waargenomen kunnen worden over een lange historische periode. Vele Afrikaanse politieke syste-men en een groot deel van het geestesleven van het continent werden tot voor kort verwoord in traditio-neel idioom. Traditie is echter geen vast geheel van praktijken of gedachten, maar een bepaalde manier van denken over historische verandering.

Van lange duur tot dynamiek

Een steeds terugkerend kenmerk van Westerse visies op Afrika is het geloof dat er een Afrikaanse essentie bestaat, iets fundamenteel, bijna tijdloos Afrikaans, niet in de historische betekenis van structuren, insti-tuties of gedragspatronen die aantoonbaar in het ver-leden bestonden, maar in een bijna metafysische bete-kenis van iets dat eigen is aan Afrika maar nergens anders. Dit was de geest die uitgedragen werd door een groot deel van de klassieke volkenkunde en hij vormde de rechtvaardiging voor de meer extreme varianten van indirect koloniaal bestuur. Deze geest blijkt eerlijk gezegd nog steeds bespeurbaar. Het is soms verleidelijk een dergelijk gezichtspunt van een tijdloos en wezenlijk Afrika te ontwaren in meer recente intensieve pogingen politieke systemen ten behoeve van Afrika op te sporen die 'werkelijk' Afri-kaans zijn, of wanneer de schepping van koloniale grenzen wordt betreurd die de 'echte' sociale geografie van het werelddeel geweld zouden hebben aangedaan. Dat Europeanen de afgelopen eeuw regerings-vormen en politieke grenzen hebben opgelegd, is een historisch feit waarmee Afrikanen zowel als met-Afn-kanen worden geconfronteerd. Afrika verandert net als andere werelddelen; de meest fundamentele histo-rische patronen, die van de longue durée, veranderen het langzaamst van allemaal. Eveneens net als overal elders kunnen bepaalde regelingen die met betrekking tot de staatkunde worden gemaakt - bijvoorbeeld een verkiezingsstelsel, een bepaald beleid of een nationale grens - effecten hebben die, afhankelijk van de gehan-teerde criteria, gunstig dan wel ongunstig zijn. Politie-ke regelingen kunnen goed of minder goed zijn in een bepaalde context. De kwestie is dat er geen politieke systemen bestaan die 'authentiek' Afrikaans zijn er zijn systemen die een geschiedenis in Afrika hebben, maar dat is een heel ander verhaal.

Dat er m het Westen een hardnekkig geloof bestaat in Afrikaanse authenticiteit is grotendeels het gevolg van een duurzaam kenmerk van het Westers geestesleven, namelijk de veronderstelling dat Afrika een geschiedenis kent die buitengewoon weinig bete-kenis heeft. Het is met redelijk te verlangen dat ieder-een ieder-een behoorlijk nauwkeurige kennis heeft van de

INTERNATIONALE^

(5)

geschiedenis van alle werelddelen. Niettemin is mijn indruk (weliswaar oppervlakkig en niet gebaseerd op harde gegevens, maar zeker te bewijzen door een stu-die te maken van dagblad- of televisiejournalistiek) dat vele Europeanen de geschiedenis van Afrika heel anders bekijken dan die van (bijvoorbeeld) India of China. Ik vermoed dat een gemiddelde krantelezer misschien niets afweet van de geschiedenis van India of China, maar zou aannemen dat deze oorden wel een echte geschiedenis hebben (in de specifieke zin van een verleden dat licht werpt op het heden, in plaats van een eenvoudige rij gebeurtenissen), op een manier die dezelfde persoon Afrika niet zou gunnen.

Er bestaat nu een rijkdom aan gegevens over het Afrikaans verleden die verbazingwekkend ver teruggaan, verder dan zelfs deskundigen nog maar dertig jaar geleden voor mogelijk zouden hebben gehouden, dank zij de intensieve bestudering van archieven, de prestaties van de archeologie en de ont-wikkeling van historische technieken ontleend aan de linguïstiek, antropologie, botanie, geografie en andere disciplines. Maar zoals bekend bestaat geschiedenis niet simpelweg uit een stapel gegevens over het verle-den, maar is zij altijd verbonden met ons huidig bestaan. Niet alleen is de algemeen gebruikelijke Wes-terse visie op Afrika en Afrikanen nogal taai gebleken, maar de 'gouden eeuw' van de geschiedschrijving van Afrika lijkt ten einde, terwijl ze er niet geheel in geslaagd is haar prestaties op een breder publiek over te brengen.

Het overvloedig bewijs van de politieke wanor-de van het huidige Afrika noopt zonwanor-der meer tot bestudering van het verleden, om te weten te komen hoe Afrika zo geworden is. Een dergelijk onderzoek zou het beste uitgevoerd kunnen worden op dezelfde manier als we zouden hanteren voor een soortgelijk onderzoek van alle andere gebieden of werelddelen. De queeste naar een authentiek Afrika - te vergelijken met de boodschap van een van de Afrikaanse jacht-reservaten die een terugkeer belooft naar een onbe-dorven paradijs - is een drogbeeld, een van onze hardnekkigste mythen over Afrika. •

Noten

l Een goed voorbeeld is Basil Davidson (The Black Man's Bürden:

Africa and the Curse of the Natlon-State, Londen: James Currey,

1992), een van de populairste en produktiefste Westelijke schrij-vers over Afrika. Voor een vergelijkbare visie in het Frans, zie Bertrand Badier, HEtat importé: essai sur l'occidentalisation de l'ordre

politique, Parijs: Fayard, 1992.

1 Er bestaat uiteraard een uitgebreide literatuur over politiek. Om

redenen die hierna zullen blijken, is het van belang visies op Afri-kaanse politiek in een meer algemeen kader te plaatsen, zoals bijv. in Karl Popper, The Open Society and its Enemies, Londen: Routled-ge and Kegan Paul, 1945; of Bernard Crick, In De/ence of Politics, 1962 (herziene Pelican-editie, Londen, 1973). Het idee van het bestaan van bijzondere politieke systemen in Afrika heeft in een deel van de antropologische literatuur gestalte gekregen, zoals Meyer Fortes en E.E. Evans-Pritchard (red.), African Politica! Sys-tems, Oxford: Oxford University Press voor het International Afri-can Institute, 1940. Over Afrikaanse politiek in het algemeen, zie Jean-François Bayart, The State in Africa: The Politics of the Belly,

Londen: Longman, 1993. 3 Davidson, a. w. noot 1.

4 Het concept van 'schaduwstaten' wordt voorgesteld door William Reno, Corruption and State Politics in Sierra Leone, Cambridge: Cambridge University Press, 1995. Voor een beschouwing over de manier waarop formele en informele politieke structuren samen-gaan, zie Bayart, a.w. noot 2.

5 Jean-François Bayart, Stephen Ellis en Béatrice Hibou, The Crimi-nalization of the State in Africa, Oxford: James Currey, 1999, blz.

19-20.

6 Enkele van de meest diepgaande discussies van het koloniaal bewind in dit verband zijn te vinden bij Bruce Berman en John Lonsdale, Unhappy Valley: Conflict in Kenya and Africa, 2 delen, Londen/Athens, Ohio/Nairobi: James Currey/Ohio University Press/East African Publishing, 1992. Voor een politiek argument dat hierop is gebaseerd, zie Mahmood Mamdani, Citizen and

Sub-ject: Contemporary Africa and the Legacy of Late Colonialism,

Prin-ceton, NJ: Princeton University Press, 1996. Een ietwat provocatief gezichtspunt bieden Bayart, Ellis en Hibou, a.w. noot 5, in het bij-zonder blz. 42-48.

7 Robin Horton, 'Stateless societies in the history of West Africa', in: J.E Ade Ajayi en Michael Crowder (red.), History of West Africa, 2

delen, 3de ed., Harlow: Longman, 1985, deel l, blz. 87-128. 8 Fernand Braudel, Ecrits sur l'histoire, Parijs: Flammarion, 1969,

blz. 41-83.

Over de auteur

STEPHEN ELLIS is verbonden aan het Afrika-Studiecentrum te Leiden. Dit artikel is gebaseerd op een lezing van de auteur voor Nederlandse ambassadeurs op het Afrika-Studiecentrum op 14 januari 1999. Vertaling uit het Engels door Gérard J. Telkamp.

298 INTERNATIONALE'!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doch 't zv dan flesch of zak, in alien gevalle brengen ons de Vulgata en Vondel een begrijpe- lijker denkbeeld voor den geest dan de St .-Bijbel, die de wateren in een hoop pakt,

Het ging tenslotte om een afscheiding uit een bestaand en door Nederland erkend staatsverband, het Indone- sische: welnu, zo liep de redenering, dan is het de

T o t mijn voldoening vond men in het V oorlopig V e rslag van de V a ste Commissie voor P riv aat- en S trafrech t in de T w eede Kam er der S taten -

Using mass and momentum conservation along the liquid stream, we first quantitatively predict the shape of the helix and then provide a parameter-free inertial-capillary adhesion

This, together with the devolution of tasks and powers from national level to subnational governmental levels, drew subnational governments into the European and national

Eine relevante Eigenschaft von Informationen ist auch ihr Status in Hinblick auf die Privatsphäre und Datensicherheit. Die Informationen, die ein Single Va- lue Device anzeigt,

Voor het bijwerken of dichten van de ingang op de hoek vooraan werden vervangen gevel- ornamenten gebruikt (Stad Gent, De Zwarte Doos, Stadsar-

In the late 1950-s the first generation Mi-4 helicopter powered by a piston engine was produced in great quantities. It was a great success when used for military and civil