- 57 -
BIJLAGEN
BIJLAGE 1: CBL
assortimentsindeling………....I
BIJLAGE 2: Enquêteformulier
afnemers………..IX
BIJLAGE 3: Uitkomst enquête S&K-
formule………....X
BIJLAGE 4: Uitkomst enquête A-markt-
formule………...XI
BIJLAGE 5: Uitkomst enquête Amax-
formule………..XII
BIJLAGE 6: Uitkomst enquête Neutrale
formules………...XIII
BIJLAGE 7: Uitkomst enquête Algemene
formules………XIV
- I - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING
- II - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING (VERVOLG)
- III - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING (VERVOLG)
- IV - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING (VERVOLG)
- V - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING (VERVOLG)
- VI - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING (VERVOLG)
- VII - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING (VERVOLG)
- VIII - BIJLAGE 1: CBL ASSORTIMENTSINDELING (VERVOLG)
Bron: CBL Consumententrends 1992, (CBL, 1992)
- IX - BIJLAGE 2: ENQUÊTEFORMULIER AFNEMERS
Inventarisatie consumentenomzet per week
Naam ondernemer:………. formule ………..
Totale consumentenomzet per week: ……….
Artikelgroep leverancier(s) consumenten omzet
omzet aan deel
aantal leveringen per week
aantal planken meters koeling
fin.
verplich ting Kaas
Vleeswaren AGF
Toetjes Eieren Vers Vlees
- X - BIJLAGE 3: UITKOMST ENQUÊTE S&K-FORMULE
Op 1 juni 1995 vielen onder deze formule 501 afnemers. Deze zijn verdeeld over drie groepen: de traditionele ventwijken, de winkelwagens en de buurtwinkels.
Onder de traditionele ventwijken vallen de afnemers die met een personenauto of een busje in een wijk hun producten venten. Veelal zijn het groente- en melkboeren die naast hun groente of zuivel een klein assortiment kruidenierswaren meenemen.
In totaal retourneerden 115 afnemers het enquêteformulier. Dat is een respons van 23%. Hiervan vulden 50 afnemers hun totale gemiddelde consumenten weekomzet in, een respons van 10%. Deze omzet was gemiddeld 5.142,=.
Bij de productgroep AGF was de gemiddelde weekomzet 277,=, met een respons van 84 afnemers, dat is 17%.
Bij de productgroep Eieren was de respons 101, dat is 20%. De gemiddelde weekomzet was 74,=.
De respons bij de productgroep Kaas was het hoogste: 105 afnemers of 21%. De gemiddelde weekomzet was 234,=.
Bij de productgroep Toetjes was de gemiddelde weekomzet 78,=, met een respons van 88 afnemers, dat is 18%.
Bij de productgroep Vlees was de respons 2%, wat overeenkomt met 10 afnemers.
De gemiddelde weekomzet was 243,=.
Ten slotte de productgroep Vleeswaren. De respons was 82 afnemers, dat is 16%.
De gemiddelde weekomzet was 161,=.
Gezien de respons zou extrapolatie naar alle 501 afnemers een onzuiver beeld geven van de totalen. Maar als de weekomzet wordt geëxtrapoleerd naar een jaaromzet blijkt deze slechts een paar procent afwijkt van werkelijke jaaromzet van 1994. Als de schattingen van de afnemers per productgroep net zo goed zijn, zijn deze cijfers een goede indicatie.
Het aantal leveranciers per productgroep is groot, per groep wel 15 tot 20 verschillende leveranciers. Wat wel opvalt, is dat Kaandorp veel genoemd wordt.
Van oorsprong is Kaandorp een kaasleverancier, maar levert nu ook toetjes, vleeswaren en AGF. Het aantal leveringen is over het algemeen 1 keer per week.
- XI - BIJLAGE 4: UITKOMST ENQUÊTE A-MARKT-FORMULE
Op 1 juni 1995 vielen onder deze formule 97 afnemers.
Bij deze groep stuurden alle afnemers het enquêteformulier terug, een respons dus van 100%.
Hiervan vulden 26 afnemers hun totale gemiddelde consumenten weekomzet in, een respons van 27%. Deze omzet was gemiddeld 13.440,=.
Bij de productgroep AGF was de gemiddelde weekomzet 924,=, met een respons van 89 afnemers, dat is 92%. Het aantal leveringen was gemiddeld 4 keer per week.
Bij de productgroep Eieren was de respons 81, dat is 84%. De gemiddelde weekomzet was 112,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
De respons bij de productgroep Kaas was het hoogste: 92 afnemers of 95%. De gemiddelde weekomzet was 544,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Bij de productgroep Toetjes was de gemiddelde weekomzet 253,=, met een respons van 62 afnemers, dat is 64%. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Bij de productgroep Vlees was de respons 69%, wat overeenkomt met 67 afnemers.
De gemiddelde weekomzet was 682,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 3 keer per week.
Ten slotte de productgroep Vleeswaren. De respons was 89 afnemers, dat is 92%.
De gemiddelde weekomzet was 791,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Extrapolatie naar alle 97 afnemers zou, gezien de respons, een redelijk zuiver beeld geven van de totalen. Ook hier is de afwijking ten opzichte van de totale consumenten jaaromzet van 1994 slechts een paar procent. Als de schattingen van de afnemers per productgroep net zo goed zijn, zijn deze cijfers een goede indicatie.
Ook hier is het aantal verschillende leveranciers per productgroep, soms wel 15 tot 20.
- XII - BIJLAGE 5: UITKOMST ENQUÊTE AMAX-FORMULE
Onder deze formule vielen 23 afnemers, op 1 juni 1995.
De respons bij deze groep was 96%; 22 afnemers stuurden het enquêteformulier terug.
Hiervan vulden 12 afnemers hun totale gemiddelde consumenten weekomzet in, een respons van 52%. De omzet was gemiddeld 36.086,=.
Bij de productgroep AGF was de gemiddelde weekomzet 2.654,=, met een respons van 13 afnemers, dat is 57%. Het aantal leveringen was gemiddeld 4 keer per week.
Bij de productgroep Eieren was de respons 19, dat is 83%. De gemiddelde weekomzet was 258,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
De respons bij de productgroep Kaas was ook hier het hoogste: 20 afnemers of 87%.
De gemiddelde weekomzet was 1.366,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Bij de productgroep Toetjes was de gemiddelde weekomzet 636,=, met een respons van 18 afnemers, dat is 78%. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Bij de productgroep Vlees was de respons 57%, wat overeenkomt met 13 afnemers.
De gemiddelde weekomzet was 3.048,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 3 keer per week.
Ten slotte de productgroep Vleeswaren. De respons was 19 afnemers, dat is 83%.
De gemiddelde weekomzet was 1.296,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 2 keer per week.
Extrapolatie naar alle 23 afnemers zou, gezien de respons, een tamelijk zuiver beeld geven van de totalen. Ook hier is de afwijking ten opzichte van de totale consumenten jaaromzet van 1994 slechts een paar procent. Als de schattingen van de afnemers per product net zo goed zijn, zijn deze cijfers een goede indicatie.
Ook hier is het aantal verschillende leveranciers per productgroep groot maar minder dan bij de andere formules, ongeveer 5 tot 10.
- XIII - BIJLAGE 6: UITKOMST ENQUÊTE NEUTRALE FORMULES
Het betreft hier de supermarkten met een eigen formule en een gemiddelde weekomzet van minder dan 23.000,=.
Op 1 juni 1995 vielen onder deze formule 34 afnemers.
Bij deze groep stuurden 24 afnemers het enquêteformulier terug, een respons van 71%.
Hiervan vulden 6 afnemers hun totale gemiddelde consumenten weekomzet in, een respons van 17%. Deze omzet was gemiddeld 17.350,=.
Bij de productgroep AGF was de gemiddelde weekomzet 862,=, met een respons van 15 afnemers, dat is 44%. Het aantal leveringen was gemiddeld 3 keer per week.
Bij de productgroep Eieren was de respons 15 afnemers, dat is 44%. De gemiddelde weekomzet was 133,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
De respons bij de productgroep Kaas was 16 afnemers of 47%. De gemiddelde weekomzet was 604,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Bij de productgroep Toetjes was de gemiddelde weekomzet 236,=, met ook hier een respons van 16 afnemers, dat is 47%. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Bij de productgroep Vlees was de respons 21%, wat overeenkomt met 7 afnemers.
De gemiddelde weekomzet was 597,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 3 keer per week.
Ten slotte de productgroep Vleeswaren. De respons was 15 afnemers, dat is 44%.
De gemiddelde weekomzet was 968,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 2 keer per week.
Extrapolatie naar alle 34 afnemers zou, gezien de respons, een onzuiver beeld geven van de totalen. Bij deze en de algemene formule zijn de enquêteformulieren het minst volledig ingevuld.
Het aantal verschillende leveranciers per productgroep is hier tussen de 5 en de 10.
- XIV - BIJLAGE 7: UITKOMST ENQUÊTE ALGEMENE FORMULES
Het betreft hier de supermarkten met een eigen formule en een gemiddelde consumentenomzet per week van meer dan 23.000,=.
Onder deze formule vielen 18 afnemers, op 1 juni 1995.
De respons bij deze groep was 83%; 15 afnemers stuurden het enquêteformulier terug.
Hiervan vulden 5 afnemers hun totale gemiddelde consumenten weekomzet in, een respons van 26%. De omzet was gemiddeld 43.337,=.
Bij de productgroep AGF was de gemiddelde weekomzet 2.686,=, met een respons van 7 afnemers, dat is 39%. Het aantal leveringen was gemiddeld 5 keer per week.
Bij de productgroep Eieren was de respons 4, dat is 22%. De gemiddelde weekomzet was 368,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
De respons bij de productgroep Kaas was 7 afnemers of 39%. De gemiddelde weekomzet was 1.772,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 1 keer per week.
Bij de productgroep Toetjes was de gemiddelde weekomzet 449,=, met een respons van 5 afnemers, dat is 28%. Het aantal leveringen was gemiddeld 2 keer per week.
Bij de productgroep Vlees was de respons 22%, wat overeenkomt met 4 afnemers.
De gemiddelde weekomzet was 6.852,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 5 keer per week.
Ten slotte de productgroep Vleeswaren. De respons was 6 afnemers, dat is 33%. De gemiddelde weekomzet was 2.155,=. Het aantal leveringen was gemiddeld 2 keer per week.
Extrapolatie naar alle 18 afnemers zou, gezien de respons, een tamelijk zuiver beeld geven van de totalen, net als bij de neutrale formule. Bij deze en de neutrale formule zijn de enquêteformulieren het minst volledig ingevuld.
Ook hier ligt het aantal verschillende leveranciers per productgroep tussen de 5 en 10.
