• No results found

Vraag nr.273van 5 september 2001van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.273van 5 september 2001van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 273

van 5 september 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Buitenschoolse kinderopvang – Personeel

Personeel vinden voor de buitenschoolse opvang wordt hoe langer hoe moeilijker. Deze sector in volle ontwikkeling zou nochtans maximale steun moeten krijgen als men er de regeringsverklarin-gen en beleidsbrieven op naleest. Daarenboven is er nog steeds geen reguliere schoolse opleiding er-kend voor dit personeel.

Zoals ik reeds eerder stelde, was het een gemiste kans om de Weerwerkgesco's – de enigen in de g e z i n s- en welzijnssector – niet te regulariseren en het Vlaams Intersectoraal Akkoord niet door te trekken naar de initiatieven buitenschoolse opvang ( I B O ' s ) . Dit alles creëert nu een dermate groot loonverschil met de andere sectoren, dat het in de toekomst nog moeilijk zal zijn om geschikte bege-leidsters te vinden. Het beroep is sowieso al weinig aantrekkelijk door de vroege en late uren en de va-kantiedagen waarop gewerkt moet worden. B o v e n-dien zijn er heel wat IBO's ontstaan uit kinderdag-verblijven en functioneren zij naast elkaar, wat het looncontrast alleen maar groter maakt en mee-brengt dat men niet vlot van de ene deelsector naar de andere kan overstappen zonder inkomensver-lies.

Welke maatregelen neemt de minister om, c o n f o r m de regeringsverklaringen, incentives te geven om voldoende kwaliteitsvol personeel te vinden voor deze sector ?

Antwoord

De problematiek van de buitenschoolse kinderop-vang die de Vlaamse volksvertegenwoordiger sig-naleert en die zich toespitst op het tewerkstellings-gegeven, is inderdaad cruciaal voor de sector. In tegenstelling evenwel tot wat wordt gesugge-r e e gesugge-r d , was het geen evidentie om de We e gesugge-r w e gesugge-r k g e s-co's te vatten binnen het Vlaams Intersectoraal A k k o o r d . Het regulariseren van deze specifieke groep veronderstelt immers een overleg en ak-koord met het federale beleidsniveau. Daar komt bij dat de werking en subsidiëring van initiatieven buitenschoolse opvang niet alleen bepaald worden door het We e r w e r k g e g e v e n , maar ook door geld-stromen vanuit het federale Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten en Kind en Gezin.

Vanuit deze complexe situatie van de IBO-sector zal ik mijn beleid tweeledig voortzetten.

In de eerste plaats blijft het relevant kwaliteitsvol personeel te genereren via de specifieke opleidin-gen voor Weerwerkers.

Daarnaast zal ik een aanzet geven om de globale problematiek van de buitenschoolse kinderopvang in Vlaanderen te heroriënteren. Enkel focussen op de specifieke initiatieven voor buitenschoolse op-v a n g, is daarbij niet aangewezen. Uit een recente gebruikersbevraging van het HIVA blijkt immers dat zij slechts zeer fragmentair instaan voor het ge-bruik van buitenschoolse kinderopvang ( H I VA : Hoger Instituut voor de Arbeid – red.). Een meer globale benadering van de buitenschoolse kinder-opvang is dan ook noodzakelijk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het federaal sociaal akkoord van 2000 heeft elk ziekenhuis één voltijdse verpleegkundige extra ge- geven voor de interne begeleiding van (her)intre- ders en studenten.. Hiermee is

Over de bestaande projecten is reeds uitvoerig ge- rapporteerd in de

Bij het V l a a m s Instituut voor Gezondheidspromotie werd in 2000 een werkgroep "kansarmoede" opgericht om te onderzoeken op welke manier de kansar- m e n , ook

Bij artikel 18 van de wet van 5 juli 1998 betreffen- de de collectieve schuldenregeling en de mogelijk- heid van verkoop uit de hand van de in beslag ge- nomen onroerende goederen,

Wat het beleidsgericht onderzoek, meer be- paald het functioneren van de diensten voor schuldbemiddeling aangaat, loopt tot 4 decem- ber 2001 een studieopdracht die aan

Bovendien worden vanaf 1 ja- nuari 2005 deze toewijzingen verdubbeld : elk er- kend kinderdagverblijf krijgt dan een halftijdse, e n kinderdagverblijven met 100 plaatsen of meer

Als gevolg van het Vlaams Interprofessioneel A k- koord met de sector (VIA) heeft de Vlaamse rege- ring op 10 juli 2001 het besluit van de Vlaamse re- gering van 23 februari 2001 dat

Het aantal zeer dringende zorgvragen (urgen- tiecode 1) is voor de periode tot eind 2000 als volgt : Voorzieningen Voorzieningen voor voor kinderen volwassenen Antwerpen 10