• No results found

De Energiekamer van de

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Energiekamer van de "

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapportage inzake Feitelijk Vooronderzoek Gasunie / GTS

ten behoeve van NMa - Energiekamer

2 april 2009

(2)

2

De Energiekamer van de

Nederlandse Mededingingsautoriteit

T.a.v. de heer P. Plug

Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG

Rotterdam, 2 april 2009

Betreft: Feitelijk Vooronderzoek Gasunie / GTS (zaaknummer 102814)

Geachte heer Plug,

Graag bieden wij u onze rapportage aan inzake de door u verstrekte opdracht tot het beoordelen van en adviseren over gegevens van de landelijke netbeheerder gas GTS.

GTS heeft deze data aan de Energiekamer verschaft ten behoeve van de bepaling van de doelmatigheidskortingen en tarieven gericht op de gereguleerde taken transport, balancering en kwaliteitsconversie. Deze rapportage is de uitwerking van onze opdracht die de Energiekamer op 8 februari 2008 aan Mazars heeft verstrekt.

Een concept van deze rapportage is besproken met de heer Spencer en mevrouw van der Pluijm.

Wij hopen u hiermede van dienst te zijn geweest en zijn graag bereid tot nadere toelichting.

Met vriendelijke groet,

A B B C B D D E E F F

O. Opzitter RA Drs. S. Boomman RA

(3)

ECB B

A B

CD A E F E B

E E F E B

CDF EF D F D E A F A F D B

FD

B ! " # $ F A %

& '" # F (

D D)D D

) ' F D ' F

D E )D A EF D

C E D ') F DF A

*D F $ ' E " A D E D 'EEF

B +E ' B

CD ' A !, #DDFF A

-

C )D"DDF .

+E ' %

B + # FD D /' D$ (

B 0E DD DD ' A 1) F" # A '' ) F' E (

B ! A # ' (

B + # FD D /' (

B F' E )D )EEFADD D D) F E

B B +E '

CD )DDF $DDF AFE ' DA 20,

C E D )D E' DD ) $ F F

0E F A D )D 3

4DDF F A'AFE ' DA 2C4 .

) F A AFE ' DA (

B 5F $DDF EF D )EEF -6 D EF $ D A (

+E ' (

3 CD )DDF $DDF E' EF D 'D '

3 C A

3 +E '

. +E ' ' DD $ ) A

5 # DA F' E '' D D) F E

5 # DA F' 789 '' D D) F E

(4)

4

A DAB E E

We hebben in deze rapportage de volgende afkortingen gebruikt:

AIA

Activa in Aanbouw

B&B

Bouw & Beheer

BELEIDSREGEL

Beleidsregel uitoefening door de Raad van Bestuur van de mededingingsautoriteit van de bevoegdheid bedoeld in art.

82, tweede lid, van de Gaswet

BBL

Balgzand Bacton Leiding - De leiding van Noord-Holland naar het Verenigd Koninkrijk

CAPEX

Capital Expenses - Kapitaalslasten

CPI

Consumer Price Index – Prijs index cijfer

E&Y

Ernst & Young Accountants LLP

EK

Energiekamer

EZ

Economische Zaken

FTE

Full Time Equivalence – Equivalent volledige dienstbetrekking

FVO

Feitelijk Vooronderzoek deel IV

GasTerra

GasTerra B.V.

Gasunie

N.V. Nederlandse Gasunie

GAW

Gestandaardiseerde Activa Waarde

GJR

Gaswet Jaarrapportage

GTS

Gas Transport Services

ICT

Informatie & Communicatie Technologie

IFRS

International Financial Reporting Standards

LNG

Liquified Natural Gas

NMa

Nederlandse Mededingingsautoriteit

NV COS

Nadere Voorschriften Controle en Overige Standaarden

OPEX

Operationele kosten

RNB

Regionale Netbeheerders Gas en Elektriciteit

TCG

Tarievencode Gas

TTF

Title Transfer Facility

VNB

Vette netbeheerder

(5)

F E E

F E E BE B A

De Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna Energiekamer) is onder meer belast met taken ter uitvoering van de Gaswet. Deze taken omvatten mede het vaststellen van de methode van reguleren die een doelmatige bedrijfsvoering van GTS bevordert (artikel 82 lid 2 van de Gaswet). Ten behoeve van het bevorderen van de doelmatige bedrijfsvoering stelt de Energiekamer een doelmatigheidskorting (x-factor) en de tarieven van GTS vast (artikel 82 lid 4 van de Gaswet). Ook stelt de Energiekamer de tariefstructuren en voorwaarden van GTS vast (artikel 12f van de Gaswet).

Op 16 december 2008 heeft de Energiekamer de methoden van reguleren van de tarieven van GTS (hierna: methodebesluiten) vastgesteld

1

.

De vastgestelde methodebesluiten gelden voor de periode 2009 tot en met 2012. Per taak wordt in deze methodebesluiten bepaald hoe de doelmatigheidskortingen (hierna: x-factoren) zullen worden berekend. De vaststelling van de hoogte van deze x-factoren vindt plaats in een separaat besluit per gereguleerde taak. Na vaststelling van de x-factoren worden de tariefbesluiten door de Energiekamer vastgesteld.

F B BE B A

Primair voor de input van de berekening van de x-factoren en secundair voor de vaststelling van de tarievenbesluiten heeft de EK relevante en betrouwbare informatie nodig over de gereguleerde taken van GTS. Hiertoe heeft de EK op 10 december 2008 een informatieverzoek verstuurd genoemd ‘Feitelijk Vooronderzoek deel IV’, bestaande uit een Excel module, een invulinstructie en auditinstructie

2

. Dit informatieverzoek sluit aan op de vorige verzoeken en e-mails, onder meer van 10 oktober 2008, 12 november 2008, 21 november 2008. De door GTS opgeleverde informatie is voorzien van een accountantsverklaring ter waarborging van de juistheid, volledigheid en betrouwbaarheid van de aangeleverde informatie.

Op 30 januari 2009 heeft de EK de gevraagde informatie van GTS ontvangen

3

. Aan Mazars is gevraagd enige advieswerkzaamheden te verrichten die nader worden toegelicht in paragraaf 1.4.

F EDB D B E B A E

De EK wenst inzicht te krijgen in de gerealiseerde omzet en kosten

4

op basis van de boekjaren 2005, 2006 en 2007 van N.V. Nederlandse Gasunie die toe te rekenen zijn aan de gereguleerde activiteiten van de ‘vette netbeheerder’ GTS.

AB C DAAC AB E AB C F C E ABC C C B B A E A C C B

AE C AB C A B E !" EAB # E AA $% B E !"& B

B '& & C B AB & A EAB # E B $% B B E ( !" A ' B E $%

E ) AB C *B E A E B E + , - B' ) . A B

( E ) AB /0 B E 12 3, B' ) . A B

4 B' .) E & B E B # 56*7 B 896*7, 4 E /0 : .B B 896*7; B

AAB EC AAE B E C A' A AAEC B, 4 : A' A AAEC B EC B C E C *<

E C 896*7 E B B

(6)

6

Als definitie houdt de Energiekamer hierbij het volgende aan: “de vette netbeheerder is een netbeheerder die organisatorisch, technisch en financieel in staat is zijn wettelijke taken zelfstandig uit te voeren”. De term die GTS hanteert voor deze definitie is ‘brede netbeheerder’ en is identiek aan de door de EK gehanteerde term ‘vette netbeheerder’

5

. De omzet- en kostencijfers van de vette netbeheerder GTS dienen voldoende gevalideerd te zijn, op het juiste aggregatieniveau te zijn en aan te sluiten bij de IFRS cijfers in de jaarrekening van Gasunie. De omzet en kosten van de vette netbeheerder dienen te worden uitgesplitst naar de diensten zoals opgenomen in de TarievenCode Gas

6

, te weten transport- en transportgerelateerde diensten, kwaliteitsconversie, flexibiliteitsdiensten en pieklevering.

Tevens dient GTS inzicht te verstrekken in de omzet en kosten van de niet-gereguleerde diensten om aansluiting te verkrijgen met de IFRS cijfers in de jaarrekening van Gasunie. De omzet en kosten van de transport- en transportgerelateerde diensten dienen vervolgens te worden uitgesplitst in de wettelijke taken transport en balanceren die onder deze diensten vallen. Hierna is een schematische weergave opgenomen van de omschreven omzet- en kostenuitsplitsing die de Raad voor ogen heeft:

F B C

De EK heeft Mazars gevraagd de door GTS aangeleverde informatie in het kader van het FVO met betrekking tot de boekjaren 2005, 2006 en 2007 te beoordelen en een advies uit te brengen over de bruikbaarheid hiervan:

Primair: als input voor de berekening van de x-factoren; en Secundair: als input voor het opstellen van de tarievenbesluiten.

Om deze opdracht uit te kunnen voeren hebben wij de volgende deelvragen geformuleerd:

1. Is de door GTS aangeleverde informatie inzake het FVO in zijn algemeenheid betrouwbaar?

* A AB /0 AAB C *B E A E C,C, ) E AE 3

-=A C C E C DAAC AB E AB C F A . AB . B BE, 3;-

(7)

2. Zijn de opgaven van de OPEX, omzet en activawaarden zoals aangeleverd door GTS in het FVO te herleiden tot extern verifieerbare gegevens (IFRS jaarrekening Gasunie)?

3. Zijn de in het FVO aangeleverde specifieke gegevens betrouwbaar?

4. Zijn de door GTS in het kader van het FVO gehanteerde uitgangspunten en grondslagen aanvaardbaar en verenigbaar met de door de EK gewenste input voor de berekening van de x-factoren?

5. Zijn de door GTS opgevoerde incidentele posten en normalisaties aanvaardbaar en gewenst ten behoeve van opname hiervan als input voor de berekening van de x- factoren?

6. Zijn de voor de berekening van de x-factoren benodigde invoervelden vanuit het FVO voldoende betrouwbaar?

Voor de beantwoording van de 1

e

en 6

e

deelvraag heeft beoordeling van de datavalidatie plaatsgevonden, onder meer door het beoordelen van de auditinstructie, kennis nemen van de opmerkingen en rapportages van Ernst & Young, de huisaccountant van Gasunie, en het adviseren van de Energiekamer over de bruikbaarheid van de datavalidatie. Het doel van de door de Energiekamer verstrekte auditinstructie is het verkrijgen van juiste, volledige en betrouwbare informatie ter uitvoering van de wettelijke taken van de Raad, gericht op (uiteindelijk) het vaststellen van gereguleerde tarieven van GTS. Als gevolg van de werkzaamheden volgend uit de auditinstructie is door E&Y een accountantsverklaring bij het FVO verstrekt met een goedkeurende strekking. Tevens is via GTS nadere informatie aan E&Y gevraagd ter nadere onderbouwing van het accountantsoordeel.

De 2

e

deelvraag is beantwoord met behulp van de specificaties die GTS heeft aangeleverd en de jaarrekeningen van Gasunie over de jaren 2005, 2006 en 2007. Hierbij is in eerste instantie op hoofdlijnen (totaal OPEX, omzet en activawaarden) aansluiting gezocht en indien mogelijk verder ingezoomd op de aansluitingen naar het cijfermateriaal van de afzonderlijke (gereguleerde en niet gereguleerde) diensten.

De beoordeling van de betrouwbaarheid van de specifieke informatie

7

vanuit het FVO, zoals genoemd in deelvraag 3, heeft plaatsgevonden door te steunen op de accountantsverklaring met betrekking tot de tabellen 1 tot en met 12C van het FVO. Ter onderbouwing van de betrouwbaarheid van de specifieke gegevens zijn door ons tevens de volgende werkzaamheden verricht:

a) Vaststellen totaalaansluitingen/verwijzingen tussen de diverse tabellen;

b) Vaststellen rekenkundige juistheid (middels deelwaarneming) van de afzonderlijke tabellen;

c) Verrichten van een kritische cijferanalyse en beoordelen van de logica van het in de tabellen opgenomen cijfermateriaal; en

d) Beoordelen van de verschillen in het ontvangen cijfermateriaal tussen FVO-4 en voorgaande dataverzoeken.

De beoordeling zoals genoemd in deelvraag 4 gericht op de door GTS gehanteerde grondslagen en uitgangspunten is in zijn algemeenheid beoordeeld bij de uitwerking van deelvraag 1. Bij deelvraag 4 is in overleg met de EK meer specifieke aandacht besteed aan met name de volgende aspecten:

4 # ' ) B) E A AB & 2=5 & ) : E B # C A B AB C *>' C

! . A % A C C E AB B) E A # B B B C . A B A B '

(8)

8

Logica en aanvaardbaarheid van de door Gasunie/GTS gehanteerde kostenverdeelsleutels;

Aanvaardbaarheid toerekening activa aan de gereguleerde diensten; en

Overeenstemming van de waardering van de GAW vanaf 1/1/2005 met de door de minister van Economische Zaken gepubliceerde Beleidsregel

8

.

Bij de beoordeling van de kostenverdeelsleutels is door ons enerzijds meegenomen de systematiek met betrekking tot allocatie van kosten tussen de (gereguleerde diensten) van de vette netbeheerder en de diensten die daarbuiten vallen en anderzijds de allocatie van de kosten binnen de gereguleerde diensten zelf. De allocatie is gericht op de kosten van GTS, de kosten van B&B en de kosten van de diverse stafafdelingen.

Bij de uitwerking van de toerekening van activa aan de gereguleerde diensten, is in overleg met de EK geanalyseerd of de gehanteerde toerekening per dienst aannemelijk is.

De activawaarde van € 6,4 miljard per 1/1/2005

9

en de in de Beleidsregel genoemde uitgangspunten vormen de basis ter bepaling van de GAW in de jaren vanaf 2005. Door ons is beoordeeld of de uitgangspunten zijn toegepast.

Deelvraag 5, beoordeling van de incidentele posten en normalisaties ten behoeve van opname hiervan in de berekening van de x-factoren, heeft plaatsgevonden op basis van de volgende werkzaamheden:

De EK heeft Mazars het toetsingskader verschaft: de beoordelingscriteria zoals de EK die heeft gehanteerd in eerdere reguleringsprocessen waarbij aansluiting wordt gezocht met een consistente gedragslijn; en

Wij hebben dit toetsingskader toegepast op de door GTS aangedragen incidentele posten en normalisaties. Vervolgens hebben wij een advies aangedragen voor de wenselijkheid van deze posten in het kader van de regulering.

De invoervelden ten behoeve van de berekening van de x-factoren volgend uit deelvraag 6, zijn door de EK aan Mazars aangedragen. Op basis van deze gedefinieerde invoervelden hebben wij een uitspraak gedaan over de bruikbaarheid van deze specifieke input informatie.

C E ) B B C E C EAAC AB E AB C C C B B A E AB C

C& C C C B AE C C AB C A ? C,C, .

34 E C B E AB *@ A C B C E ) AAB C / C <A E C,C, 3 AAE A E 3 ( BE, (

(9)

F A E A E E

Hierbij geven wij de reikwijdte, beperkingen en uitgangspunten van ons onderzoek weer:

De transportdiensten zijn volgens de TCG te onderscheiden in niet afschakelbare capaciteit, afschakelbare capaciteit, backhaul capaciteit, wheeling en shorthaul, alsmede entry, exit en conversion. De transportgerelateerde diensten zijn te onderscheiden in connection, online balancing, diversion en verlegging. Voor een omschrijving van de diensten wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van de TCG. Diensten die niet onder één van deze gereguleerde diensten behoren, vallen buiten de reikwijdte van dit onderzoek;

De werkzaamheden inzake het onderzoek naar de beoordeling van de door GTS aangeleverde informatie inzake het FVO zijn primair gericht op de gewenste input voor de berekening van de x-factoren. Deze opdracht kwalificeert zich als een adviesopdracht waarvoor de NV COS niet van toepassing zijn. De basis van onze onderzoeksbevindingen wordt in belangrijke mate gevormd door analyse van documenten, besprekingen en interviews;

De opdracht houdt in dat op het in de rapportage opgenomen cijfermateriaal en de toelichtingen daarop geen accountantscontrole is toegepast en dat tevens geen beoordelingsopdracht

10

is uitgevoerd. Een en ander impliceert dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van het opgenomen cijfermateriaal en de toelichtingen daarop, anders dan ter zake van de aspecten zoals door ons is onderzocht en waarover dienovereenkomstig is gerapporteerd;

Wij hebben geen onderzoek verricht naar de juistheid en redelijkheid van de methodebesluiten inzake transport, balancering en kwaliteitsconversie. Dit betekent tevens dat wij ook geen oordeel hebben over geschillen tussen GTS en de Energiekamer inzake deze methodebesluiten;

Ons adviesrapport is uitsluitend bestemd voor de Energiekamer en is afgestemd op het gebruik ten behoeve van de in deze opdracht geformuleerde onderzoeksdoelstelling. Het rapport is niet bedoeld, en zal mogelijk niet geschikt zijn, voor enig ander gebruik, aangezien dan niet noodzakelijkerwijs zal zijn gewaarborgd dat derden, die niet op de hoogte zijn van het doel en de reikwijdte van de uitgevoerde werkzaamheden, de inhoud van het rapport steeds op juiste wijze interpreteren. De Energiekamer heeft ons medegedeeld dat zij het onderhavige rapport openbaar zal maken, rekening houdend met de zorgvuldige afweging van vertrouwelijkheid van gegevens.;

Het onderzoek heeft zich beperkt tot de door de Energiekamer aan Mazars ter beschikking gestelde documenten en toelichtingen hierop; en

Onze concept rapportage is schriftelijk voorgelegd aan de Energiekamer en de opmerkingen hieromtrent zijn verwerkt in de definitieve rapportage.

Tevens is onze concept rapportage voorgelegd aan GTS ter voorkoming van feitelijke onjuistheden. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van het voorleggen van de rapportage om inhoudelijk een oordeel van GTS over de diverse onderdelen van de rapportage te verkrijgen.

EC B AB B .AAEE B B ' B) E F= 850

(10)

10

F

In het hiernavolgende overzicht is de relatie aangegeven tussen de in paragraaf 1.4 opgenomen deelvragen voor het bereiken van het uiteindelijke doel van de opdracht enerzijds en de hoofdstukindeling van deze rapportage anderzijds:

Leeswijzer

Deelvraag Hoofdstuk

1. Is de door GTS aangeleverde informatie inzake het FVO in zijn algemeenheid betrouwbaar?

3. Datavalidatie

2. Zijn de opgaven van de OPEX, omzet en activawaarden zoals aangeleverd door GTS in het FVO te herleiden tot extern verifieerbare gegevens (IFRS jaarrekening Gasunie)?

4. Aansluiting met IFRS jaarrekening

3. Zijn de in het FVO aangeleverde specifieke gegevens betrouwbaar?

5. Cijferanalyse tabellen FVO

4. Zijn de door GTS in het kader van het FVO gehanteerde uitgangspunten en grondslagen aanvaardbaar en verenigbaar met de door de EK gewenste input voor de berekening van de x-factoren?

6. Aanvaardbaarheid grond- slagen GTS

5. Zijn de door GTS opgevoerde incidentele posten en normalisaties aanvaardbaar en gewenst ten behoeve van opname hiervan als input voor de berekening van de x- factoren?

7. Aanvaardbaarheid incidentele posten en normalisaties

6. Zijn de voor de berekening van de x-factoren benodigde invoervelden vanuit het FVO voldoende betrouwbaar?

6. Aanvaardbaarheid grondslagen GTS

Doel opdracht: Is de door GTS aangeleverde informatie vanuit het FVO betrouwbaar en bruikbaar als input voor de berekening van de x-factoren en als input voor het opstellen van het tarievenbesluit?

8. Conclusies en

aanbevelingen

(11)

F

Een belangrijke voorwaarde voor de Energiekamer om de x-factoren en tarieven op een correcte wijze te berekenen is dat zekerheid wordt verkregen over de basisdata die gebruikt worden voor deze berekeningen.

De in deze rapportage geanalyseerde informatie heeft betrekking op het 4

e

informatieverzoek in het kader van de regulering van de tarieven van GTS. De informatie die de Energiekamer in de voorgaande informatieverzoeken heeft verkregen was niet voorzien van een accountantsverklaring; deze verklaring was overigens niet door de EK gevraagd. Met andere woorden, de Energiekamer had onvoldoende zekerheid dat deze informatie een hoge mate van betrouwbaarheid bezit en derhalve mogelijk onvoldoende bruikbaar zou kunnen zijn voor de berekening van de x-factoren en tarieven.

De Energiekamer heeft in overleg met Mazars bij het 4

e

informatieverzoek ervoor gekozen om de data te laten valideren door de externe accountant van GTS, Ernst & Young. Hiertoe is door de Energiekamer een Excel informatiemodule opgesteld met benodigde informatie, vastgelegd in voorgeschreven invoervelden, alsmede een invulinstructie en auditinstructie om voldoende zekerheid te verkrijgen dat de ontvangen informatie voldoende betrouwbaar is.

De aard van de invulinstructie en auditinstructie zijn toegelicht in de 1

e

paragraaf. Een overzicht van de van GTS ontvangen informatie in de kader van het 4

e

dataverzoek is opgenomen in de 2

e

paragraaf. In de 3

e

paragraaf heeft beoordeling plaatsgevonden van het accountantsoordeel en in paragaaf 4 is beschreven welke aanvullende werkzaamheden zijn verricht ter onderbouwing van het accountantsoordeel met goedkeurende strekking. In paragraaf 5 hebben wij onze conclusie opgenomen over de betrouwbaarheid van de in het FVO aangeleverde gegevens.

F E E E E

Het is de verantwoordelijkheid van de EK om vast te stellen dat de Excel module

11

, alsmede de invulinstructie en auditinstructie

12

voldoende waarborgen bieden ter verkrijging van juiste, volledige en betrouwbare informatie ter uitvoering van haar wettelijke taken gericht op (uiteindelijk) het vaststellen van gereguleerde tarieven van GTS. Wij hebben de EK wel geadviseerd bij het opstellen van de invulinstructie en auditinstructie, maar hebben geen onderzoek verricht naar de juistheid/volledigheid van de opgevraagde gegevens in de Excel module in het kader van de bepaling van de x-factoren en tarieven.

Op basis van de ontvangen accountantsverklaring FVO van E&Y zou geconcludeerd moeten kunnen worden dat de van GTS ontvangen informatie met een redelijke mate van zekerheid (tenminste 95% betrouwbaarheid) voldoende en geschikt is voor de berekening van de x- factoren en het vaststellen van de gereguleerde tarieven van GTS.

*>' C /0 2=5 C E (

2=5 C B B E ' B 2=5 C A C B E ' A C ' E

(12)

F E D BE E E EDB D B

Van GTS is op 30 januari 2009 informatie ontvangen naar aanleiding van het informatieverzoek van de Energiekamer van 11 december 2008. Deze informatie bestaat uit de brief met kenmerk LF 09.0012 alsmede de volgende bijlagen:

Bijlagen FVO

Bijlage Omschrijving

1 Excel module GTS FVO deel 4 versie 3 2a Toelichting GTS FVO deel IV

2b Onderverdeling arbeid en overige kosten 3 Toelichting afschrijvingen

4a Excel module GAW model 2007

4b Accountantsverklaring bij de opgave ‘Gestandaardiseerde Activa Waarde’

5a/b/c Overzichten B&B orders 2005/2006/2007 6 Specificatie activa in aanbouw 31-12-2008 7 Accountantsverklaring FVO

8 Gaswetrapportage 2007

9 Excel module Omzet contractjaar 2007 10 Toelichting Omzet contractjaar 2007

11 Accountantsverklaring bij omzet contractjaar 2007

12 Excel module GAW model 2007 vervanging en uitbreiding Bijlage 1 (Excel module) bestaat vervolgens uit de volgende tabellen:

Tabellen Excel module

Tabel Omschrijving

- Legenda

1 Contactgegevens

2 Samenvatting operationele kosten

3a/b/c Operationele kosten vette netbeheerder GTS 2005/2006/2007 4 Samenvatting omzet

5 Omzet 2007 obv entrytarieven van de vette netbeheerder GTS 6 Omzet obv exittarieven van de vette netbeheerder GTS 2007

7 Omzet obv connectiontarieven van de vette netbeheerder GTS 2007

8a/b/c Omzet obv andere diensten van de vette netbeheerder GTS 2005/2006/2007 9a/b/c Verloopoverzicht vaste activa: investeringsjaar 2005/2006/2007

10a Samenstelling en activering Activa in Aanbouw: investeringsjaar 2005 10b Activa in Aanbouw per 31/12/2008

11 Normalisaties in de operationele kosten van de vette netbeheerder GTS 2005- 2007

12a/b/c Bouw&Beheer kosten doorbelast aan de vette netbeheerder GTS in 2005/2006/2007

Deze gegevens zijn ook in elektronische vorm aangeleverd waarbij wij de beschikbaarheid hebben over de van toepassing zijnde Excel bestanden.

Alle door GTS aangeleverde documenten met uitzondering van de begeleidende brief en

vanzelfsprekend de in de informatie opgenomen accountantsverklaringen zijn voor

identificatiedoeleinden gewaarmerkt door E&Y.

(13)

De in de ontvangen informatie opgenomen accountantsverklaringen zijn als volgt:

Accountantsverklaring met betrekking tot de tabellen 1 tot en met 12C van het FVO met betrekking tot de boekjaren 2005, 2006 en 2007 van GTS d.d. 30 januari 2009 (bijlage 7);

E&Y verstrekt in deze accountantsverklaring een goedkeurend oordeel met betrekking tot de overeenstemming tussen de in de tabellen 1 tot en met 12C aangeleverde informatie en de grondslagen zoals vastgelegd in de invulinstructie en auditinstructie.

Accountantsverklaring inzake de GAW per ultimo 2004, 2005, 2006 en 2007 d.d. 29 januari 2009 (bijlage 4b);

In deze accountantsverklaring zijn waarderingsregels voor de bepaling van de GAW opgenomen. E&Y heeft verklaard dat de specificatie van de GAW (bijlage 4a) in overeenstemming is met de in de accountantsverklaringen opgenomen waarderingsregels.

Accountantsverklaring betreffende de Gaswet Jaarrapportage 2007 volgens artikel 32 van de Gaswet d.d. 29 januari 2009 (onderdeel van bijlage 8);

E&Y verstrekt in deze accountantsverklaring een goedkeurend oordeel met betrekking tot de overeenstemming tussen de gegevens opgenomen in de GJR en de in de toelichting van de GJR opgenomen grondslagen.

Accountantsverklaring betreffende omzetgegevens contractjaar 2007 van GTS d.d. 30 januari 2009 (bijlage 11).

E&Y verstrekt in deze accountantsverklaring een goedkeurend oordeel met betrekking tot de overeenstemming tussen de gegevens opgenomen in de specificatie met betrekking tot omzetgegevens contractjaar 2007 en de in de toelichting hierop opgenomen grondslagen.

Na vragen van de EK aan GTS over het ontbreken van de waarmerking voor identificatiedoeleinden van bijlage 12 is aanvullende informatie ontvangen. De bladen van bijlage 12 zijn alsnog gewaarmerkt door E&Y waarbij tevens een aanvullende accountantsverklaring is ontvangen specifiek gericht op bijlage 12 (in overeenstemming met vermelde grondslagen).

F B E E A E D B

Door E&Y is op 30 januari 2009 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt inzake het FVO. In de oordeelparagraaf is opgenomen dat de Excel module, in alle van materieel belang zijnde aspecten, is opgemaakt in overeenstemming met de grondslagen zoals vastgelegd in de invulinstructie en auditinstructie.

De accountant heeft bij de formulering van de paragraaf in de standaard voorgeschreven accountantsverklaring met betrekking tot de verrichte werkzaamheden afgeweken van de voorgeschreven tekst volgens de auditinstructie

13

. In de hiernavolgende passage is aangeven welke zinsnede niet in de accountantsverklaring van E&Y is overgenomen (het onderstreepte deel is niet opgenomen in de verklaring):

( E ) /0 AB ( .AB AE 3 !12 3, % . A 9'' B AB E AE B *AB

(14)

14

‘Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in het FVO. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van het FVO zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van de entiteit daarbij heeft gemaakt.’

Door het weglaten van de genoemde zinsnede impliceert E&Y dat zij geen werkzaamheden heeft verricht met betrekking tot de beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving zoals deze door GTS zijn toegepast bij het opmaken van het FVO. Deze grondslagen zijn opgenomen in bijlage 2a (Toelichting GTS Feitelijk Vooronderzoek deel IV 29 januari 2009). Wel is in bijlage 2a opgenomen dat deze bijlage door de accountant is gebruikt als referentie voor de controle van het opgeleverde cijfermateriaal en als zodanig is gewaarmerkt.

Op basis van deze informatie was onvoldoende duidelijk of E&Y met een redelijke mate van zekerheid heeft vastgesteld of de door GTS gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, zoals opgenomen in bijlage 2a, verenigbaar zijn met de invulinstructie en auditinstructie. Dit heeft geleid tot aanvullende vragen aan E&Y, die in overleg met de EK zijn voorgelegd aan GTS

14

. Hierbij zijn tevens een aantal inhoudelijke vragen opgenomen met betrekking tot de juiste toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving.

Details van de aanvullende vragen zijn opgenomen in de volgende paragraaf.

E&Y heeft in antwoord op de nadere vragen van de Energiekamer specifiek bevestigd, dat voldaan is aan de eisen van de Energiekamer. Dit betekent feitelijk dat de van GTS ontvangen informatie door E&Y als voldoende betrouwbaar wordt geacht voor de berekening van de x-factoren en het vaststellen van de tarievenbesluiten.

F E CB E B E E BB

De aan E&Y gevraagde onderbouwing van het accountantsoordeel en de door E&Y verrichte werkzaamheden, hebben betrekking op het ontbreken van de in de vorige paragraaf genoemde zinsnede in de accountantsverklaring, alsmede op de volgende aspecten:

1. Verenigbaarheid Bijlage 2a met de invul- en auditinstructie;

2. Allocatie van kosten aan gereguleerde en niet-gereguleerde taken en binnen de vette netbeheerder aan individuele taken op basis van de marginale benadering;

3. Toerekening omzet ‘oude contracten’ aan entry en exit omzet;

4. Toerekening activa aan balancering;

5. Allocatie kosten [********************]

6. Aansluiting investeringen 2007 tussen Gasunie en vette netbeheerder; en

7. Het niet waarmerken voor identificatiedoeleinden van bijlage 12 (uitsplitsing GAW naar vervanging en uitbreiding).

* A AB C *B E A E AAB /0 C,C, ) E AE 3 A C E ) *B E A E AAB /0 C,C,

( ) E AE 3 B E + , -

(15)

Op 25 februari 2009 is een reactie op de gestelde vragen ontvangen

15

van E&Y (via GTS).

Hierbij zijn de vragen 3, 5 en 7 afdoende beantwoord.

Op grond van de nadere beantwoording van E&Y is geconcludeerd, dat ook de overige vragen 1, 2, 4 en 6 voldoende zijn beantwoord.

Voor de nadere uitwerking van vraag 2 (marginale benadering) en vraag 4 (activa balancering) verwijzen wij ook naar respectievelijk paragraaf 6.2 en 6.3.

Deze beantwoording heeft tevens voldoende zekerheid verstrekt zodat er geen nadere maatregelen omtrent een fysiek dossieronderzoek bij de accountant E&Y als noodzakelijk werden beoordeeld.

F BE

Wij hebben kennisgenomen van het proces en de uitkomsten van de datavalidatie zoals hiervoor genoemd. Op grond hiervan concluderen wij dat de datavalidatie op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, dat de uitkomsten ervan uiteindelijk met alle nadere toelichtingen tot een voldoende niveau van zekerheid voor de Energiekamer heeft geleid, zodat over de betrouwbaarheid van de data voldoende zekerheid is ontvangen.

Ook de nadere beoordelingen door de Energiekamer en Mazars hebben voldoende zekerheid opgeleverd, waardoor wij kunnen concluderen dat de data voldoende betrouwbaar tot stand zijn gekomen en de Energiekamer kunnen adviseren deze data te gebruiken voor het doel van dit onderzoek.

E ) AB /0 AAB C *B E A E C,C, ) E AE 3 B E 12 3, . A E ) *AB

C,C, ) E AE 3

(16)

16

F E E D A E E

De Energiekamer stelt tarieven vast gebaseerd op het principe, dat de verwachte efficiënte kosten, die worden afgeleid uit recente werkelijke kosten van een onderneming vergoed worden. Hiertoe sluit zij aan bij de werkelijke kosten en opbrengsten van een onderneming voor zover zij geen nadere regelgeving heeft opgesteld inzake Regulatorische Accounting Regels (zoals bijvoorbeeld voor de regulering van Regionale Netbeheerders). De Energiekamer heeft ervoor gekozen voor de regulering van GTS aan te sluiten bij de werkelijke kosten van GTS en Gasunie; zoals deze officieel worden bepaald in de jaarrekening die wordt gecontroleerd door de externe accountant van Gasunie NV en GTS.

De grondslagen voor de jaarrekening zijn de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Wij hebben als kernvraag gedefinieerd, of de door GTS opgeleverde informatie in het kader van FVO vier, overeenkomt met de in de jaarrekening opgenomen informatie. Gezien het feit, dat alleen de gecontroleerde jaarrekening van Gasunie N.V. beschikbaar is en geen aparte gecontroleerde jaarrekening voor de vette netbeheerder, diende tevens de afleiding van de cijfers beoordeeld te worden.

F B

De aansluiting tussen de omzet volgens het FVO en de IFRS jaarrekeningen van Gasunie NV over de jaren 2005, 2006 en 2007 kan als volgt worden weergegeven:

Aansluiting omzet

( in miljoenen euro's ) 2005 2006 2007

Omzet gereguleerde activiteiten vette netbeheerder 1.229 1.226 1.246 Omzet niet-gereguleerde activiteiten vette netbeheerder [*] [*] [*]

Omzet vette netbeheerder [*****] [*****] [*****]

Overige omzet [**] [**] [**]

Omzet volgens IFRS jaarrekening Gasunie 1.277 1.251 1.318 Van de omzet van de niet-gereguleerde activiteiten van de vette netbeheerder is door GTS een specificatie verstrekt. Deze omzet bestaat in de jaren 2005, 2006 en 2007 met name uit TTF van respectievelijk € [**] mln., € [**] mln. en € [**] mln. De overige posten bestaan uit

‘certificaat bijdrage’, ‘transfer of rights’ en ‘overige omzet’.

TTF wordt in de Tarievencode niet als specifieke taak onderscheiden, derhalve hadden wij verwacht dat voor TTF geen omzet verantwoord zou mogen worden. De Opex van TTF mogen wel verantwoord worden en worden vergoed binnen de regulering van de transporttaak. Wij hebben hier verder geen aandacht aan besteed gezien het beperkte belang voor dit onderzoek.

De overige omzet buiten het domein van de vette netbeheerder is niet nader uitgesplitst.

Gezien de accountantsverklaring van E&Y gaan wij ervan uit dat deze omzet correct is gerangschikt onder overige omzet en derhalve niet toebehoort aan de omzet vette netbeheerder.

F B

De aansluiting tussen de Opex volgens het FVO en de IFRS jaarrekeningen van Gasunie

over de jaren 2005, 2006 en 2007 kan hierna worden weergegeven:

(17)

Aansluiting OPEX

( in miljoenen euro's ) 2005 2006 2007

OPEX gereguleerde activiteiten vette netbeheerder 410 478 473 OPEX niet-gereguleerde activiteiten vette netbeheerder [*] [*] [*]

OPEX vette netbeheerder [***] [***] [***]

Overige OPEX [**] [*] [**]

OPEX volgens IFRS jaarrekening Gasunie 426 487 488 Van GTS hebben wij vernomen

16

dat op grond van de marginale benadering geen specifieke kosten zijn toegewezen aan de genoemde niet-gereguleerde activiteiten binnen de vette netbeheerder. Wij kunnen ons voorstellen dat er wel kosten gemaakt worden voor deze omzet (zoals TTF, certificaatbijdragen of transfer of rights), maar dat deze op basis van de genoemde benadering niet zijn toegewezen. De omvang van deze kosten is derhalve ook niet bekend. Wij verwachten dat deze kosten echter niet significant zijn.

De overige operationele kosten buiten het domein van de vette netbeheerder zijn niet nader gespecificeerd. GTS heeft in de toelichting bij het FVO vermeld dat de OPEX van de volgende afdelingen en deelnemingen, die geen activiteiten uitvoeren ten behoeve van de vette netbeheerder, niet zijn opgenomen in het kostenoverzicht van de vette netbeheerder:

Afdeling Deelnemingen en Ontwikkeling (DD);

Afdeling Inspectie (TVI);

Afdeling LNG;

Deelneming GATE;

Deelneming Gasunie Engineering BV;

Deelneming Zuidwending BV;

Deelneming Gasunie BBL BV; en Deelneming BBL company VoF.

GTS heeft vermeld dat naast deze afdelingen/deelnemingen door Gasunie tijdelijk kosten zijn gemaakt ten behoeve van [********]. Deze kosten zijn volgens GTS tevens niet verantwoord onder de diensten van de vette netbeheerder.

De Energiekamer en Mazars hebben de volledigheid van de door GTS vermelde deelnemingen die niet zouden behoren tot het domein van de vette netbeheerder beoordeeld. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden door het overzicht van de deelnemingen te vergelijken met de deelnemingen genoemd in de GJR’s en de IFRS jaarrekeningen van Gasunie.

Een tweetal deelnemingen die wel zijn opgenomen in de jaarrekening van Gasunie 2007 maar niet zijn uitgesloten door GTS in bovenstaande opsomming zijn Gasunie Germany Verwaltungs GmbH en Gasunie Germany GmbH & Co. KG. Deze deelnemingen zijn echter verkregen in 2007 en hebben een zeer gering balanstotaal en derhalve niet van significant belang kunnen zijn.

Op basis van deze korte analyse hebben wij geen reden om aan te nemen dat GTS de aanwezige deelnemingen foutief zou hebben toegewezen binnen of buiten het domein van

- . A CAB EC B #E # B B D ' 'AB 2=5 C ,#C)? . C A C,C, ) E AE 3 AB /0

(18)

18

de vette netbeheerder. Tevens mogen wij verwachten dat E&Y hier in haar analyse aandacht aan heeft besteed.

F E

Op basis van de Beleidsregel dient voor de regulering van GTS uitgegaan te worden van een waarde voor de materiële vaste activa gebaseerd op de GAW per 1-1-2005 van

€ 6.376 mln.

Omdat in de IFRS jaarrekeningen van Gasunie op andere grondslagen is gewaardeerd dan de Beleidsregel, kan voor de bepaling van de activawaarden van latere jaren niet worden uitgegaan van de IFRS jaarrekeningen. De aansluiting tussen de IFRS jaarrekeningen en de Activawaarden is op totaalniveau weergegeven in de GJR’s. Deze verschillen hebben volgens een notitie van PricewaterhouseCoopers

17

(adviseurs van GTS) met name betrekking op inflatie van activawaarden op basis van een prijsindex, alsmede het gebruik van verschillende afschrijvingssystemen / termijnen. Aangezien in het kader van de regulering wordt uitgegaan van de Beleidsregel hebben wij geen nadere analyse verricht op de verschillen tussen IFRS en Activawaarden (hierna AW).

De totale investeringen in 2005, 2006 en 2007 uit het AW model (bijlage 4a) zijn in overeenstemming met de investeringen van de vette netbeheerder zoals opgenomen in de tabellen 9a/b/c van het FVO. De totale investeringen in 2005, 2006 en 2007 zoals opgenomen in de tabellen 9a/b/c van het FVO zijn in overeenstemming met de totale investeringen volgens IFRS van Gasunie. De aansluiting met de totale investeringen volgens de IFRS jaarrekeningen van Gasunie is als volgt weer te geven:

Aansluiting investeringen

( in miljoenen euro's ) 2005 2006 2007

Investeringen vette netbeheerder 120 87 452

Overige investeringen 137 442 (115)

Totaal investeringen jaarrekening Gasunie 257 529 337

Wij hebben geen aanleiding te veronderstellen, dat de investeringen van de vette netbeheerder afwijken van hetgeen onder IFRS is verwerkt aangezien deze onder dezelfde grondslagen zijn opgenomen. Volgens de jaarrekening van Gasunie 2007 hebben geen desinvesteringen plaatsgevonden. De post overige investeringen in 2007 van negatief € 115 mln. betreft een negatieve post investeringen en is een saldopost van investeringen en mutaties in activa in aanbouw. E&Y heeft een adequate toelichting hierop verstrekt.

F "4 #A B AB ' .) E B & E A E '& B ' E' E $ C,C, ) E AE ,

(19)

F BE

De gevraagde aansluitingen tussen de omzet en OPEX zoals opgenomen in het FVO en de gegevens volgens de IFRS jaarrekeningen van Gasunie over 2005, 2006 en 2007 zijn door GTS verstrekt.

De GAW per 1/1/2005 wordt door de Beleidsregel bepaald. De waardering van de activawaarden wijkt wezenlijk af van waardering op basis van IFRS (De berekende activawaarden houden onder andere rekening met indexatie en andere afschrijvingssystemen/termijnen). Een aansluiting tussen de berekende activawaarden en IFRS-waardering van de activa is in de GJR’s over 2005, 2006 en 2007 in totaal verstrekt.

Wij concluderen dat de cijfers zoals verstrekt in het dataonderzoek in voldoende mate

aansluiten op de externe jaarrekeningen en de verschillen afdoende zijn verklaard.

(20)

20

F D E E D B

Bij de beoordeling van de cijfers zoals deze door GTS zijn opgeleverd hebben wij, gezamenlijk met het projectteam van de Energiekamer, een aantal beoordelende werkzaamheden verricht, gericht op het goed begrijpen van de cijfers alsmede het vaststellen van de logische verbanden in deze cijfers. Deze werkzaamheden en de uitkomsten hiervan zijn hierna kort beschreven.

F B E E E! E E E B E E D B

Wij hebben voor een aantal tabellen en bijlagen van het FVO vastgesteld, dat de bedragen in overeenstemming zijn met de brongegevens. Er is ons niet gebleken dat de onderlinge totaalaansluitingen/verwijzingen niet correct zijn.

F A EA E C

Wij hebben diverse opstellingen rekenkundig nagerekend. Door middel van deelwaarneming op de ontvangen Excel module, de toelichting volgens bijlage 2A en de andere bijlagen, is ons niet gebleken dat de rekenkundige juistheid van het cijfermateriaal onjuist is.

F D E

Door Mazars is in samenwerking met de EK een cijferanalyse verricht op de van GTS ontvangen informatie inzake het FVO. Op basis van deze analyse is door de EK aanvullende informatie opgevraagd

18

. De vragen hebben betrekking op de volgende onderwerpen:

1a) Brutomarge kwaliteitsconversie

1b) Volledigheid verantwoorde omzet en kosten kwaliteitsconversie 2a) Omzet en kosten niet-gereguleerde diensten vette netbeheerder 2b) Oorzaak inzake vermelding omzet TTF

3a) Maatwerk 2005 3b) Maatwerk 2006 3c) Maatwerk 2007

4a) Indeling omzet/kosten aansluitactiviteiten 4b) Omzet aansluitactiviteiten

4c) Kosten aansluitactiviteiten 5a) Afloop AIA in 2008

Alle vragen zijn beantwoord door GTS. Sommige antwoorden zijn niet geheel in lijn met de vraagstelling van de Energiekamer. Dit betreft vooral geschilpunten over de wijze van regulering. Aangezien wij geen advies geven over de geschilpunten, abstraheren wij van deze discussies.

* A AB C *B E A E AAB /0 C,C, ) E AE 3

(21)

F C E E B C E BB E B A E

Het onderzoek naar de juiste data van GTS, loopt reeds enige tijd. In totaliteit zijn vier dataverzoeken verstuurt aan GTS met het verzoek om informatie.

GTS heeft in het vierde dataverzoek alle data opnieuw en voorzien van accountantsverklaring ingediend. Hierbij heeft GTS tevens aangegeven, dat er na grondige bestudering aanpassingen in sommige onderdelen van de data zijn aangebracht. Wij hebben de verschillen tussen de voorgaande antwoorden op dataverzoeken beoordeeld om te begrijpen welke aanpassingen er zijn gemaakt.

Het door GTS aangeleverde cijfermateriaal met betrekking tot de omzet, OPEX en activawaarden van de vette netbeheerder in de dataverzoeken FVO-1 tot en met FVO-4, vertoont onderlinge verschillen. In deze paragraaf zijn de incidentele posten en normalisaties buiten beschouwing gelaten, deze worden in een later onderdeel van deze rapportage behandeld.

Omzet

De onderlinge verschillen met betrekking tot de omzet zijn opgenomen in bijlage 1.

De verschillen met betrekking tot de omzet 2005, 2006 en 2007 in FVO-4 in vergelijking tot voorgaande dataverzoeken zijn als volgt weer te geven:

De omzet ‘oude contracten’ is toegerekend aan de entry- en exit omzet op basis van de verhouding 50%-50%;

De omzet ‘wheeling/shorthaul’ is uitgesplitst naar de afzonderlijke omzet categorieën

‘wheeling’ en ‘shorthaul’;

De omzet categorieën ‘certificaat bijdrage’, ‘transfer of rights’ en ‘overige omzet’ van de vette netbeheerder waren in eerste instantie aangemerkt als omzet van gereguleerde activiteiten van de vette netbeheerder. Deze categorieën zijn vervolgens toegewezen aan de omzet van niet-gereguleerde activiteiten van de vette netbeheerder; en

Naast de hiervoor vermelde aanpassingen met betrekking tot de jaren 2005, 2006 en 2007 zijn voor een aantal specifieke jaren de volgende aanpassingen doorgevoerd:

2005: Een onbalansverrekening van € 1,7 mln. was per abuis niet meegenomen in eerdere dataverzoeken;

2006: Een post van € 3,5 mln. met betrekking tot entry omzet was in eerdere dataverzoeken ten onrechte verantwoord onder ‘online balancing’; en

2006: Een post van € 1,4 mln. met betrekking tot exit omzet was in eerdere dataverzoeken ten onrechte verantwoord onder ‘connection’.

De verwerkte aanpassingen binnen de verschillende diensten van de omzet lijken ons aannemelijk.

OPEX

De verschillen met betrekking tot de OPEX 2005, 2006 en 2007 in FVO-4 in vergelijking tot voorgaande dataverzoeken zijn weergegeven in bijlage 2.

De totale OPEX over 2005 en 2006 volgens FVO-2 is in overeenstemming met de totale

OPEX volgens FVO-1. De in FVO-1 gehanteerde kostensoorten (‘uitvoering’ en ‘beheer’) zijn

echter niet relevant meer voor het onderzoek.

(22)

22

Derhalve zijn alleen de verschillen FVO-4 ten opzichte van FVO-2 weergegeven. Op hoofdlijnen zijn de volgende verschillen weer te geven:

In FVO-2 zijn de kosten inzake pieklevering niet nader toegewezen aan de verschillende kostensoorten. Toewijzing van deze kosten heeft in FVO-4 wel plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat de totale kosten pieklevering in FVO-4 in overeenstemming zijn met de totale kosten pieklevering volgens FVO-2;

In de bij FVO-2 opgeleverde gegevens is door GTS reeds rekening gehouden met normalisaties inzake ‘stelselwijziging pensioenen’ en ‘vrijval ziektekostenvoorziening’.

Deze normalisaties zijn in FVO-4 op grond van het dataverzoek gecorrigeerd, waarbij de OPEX vóór incidentele posten en normalisaties is verantwoord;

Naast de twee hiervoor genoemde aanpassingen zijn door GTS in FVO-4 nog nadere aanpassingen verricht die niet één op één zijn te herleiden met behulp van de ontvangen informatie. De omvang van deze totale aanpassingen in 2005, 2006 en 2007 is respectievelijk -/- € 5,1 mln. (verlaging OPEX), + € 2,1 mln. (verhoging OPEX) en + € 7,1 mln. (verhoging OPEX).

De nadere aanpassingen zoals vermeld in het laatste aspect, kunnen het gevolg zijn van hernieuwde inzichten door GTS zoals deze zijn verwoord in Bijlage 2A. Een nadere specificatie is op basis van de ontvangen informatie niet op te stellen.

Het feit dat relatief kleine aanpassingen kunnen plaatsvinden in de data lijkt ons aannemelijk, aangezien het FVO-4 dataverzoek voorzien diende te worden van een accountantsverklaring. Wij kunnen ons voorstellen dat dit leidt tot een grondige en zorgvuldige aanpak van GTS. Tevens zouden aanpassingen kunnen ontstaan als gevolg van de constateringen van E&Y. De genoemde correcties lijken ons dan ook aannemelijk.

Activawaarden

De GAW ultimo 2005 en 2006 is volgens FVO-4 respectievelijk € 97 mln. en € 193 mln. lager dan de gegevens ontvangen in FVO-1. Dit wordt met name verklaard door correcties als gevolg van gewijzigde indexatiegrondslagen (hantering CPI index in plaats van GWW- riolering index) en is in overeenstemming met de in juli 2008 gepubliceerde Beleidsregel.

Voor een nadere uitsplitsing van de verschillen verwijzen wij naar paragraaf 6.4.

F BE

De verrichte aansluitingen tussen de documenten van het FVO en het testen van de rekenkundige juistheid heeft geen onjuistheden aan het licht gebracht.

De verschillen in omzet, OPEX en activawaarden tussen het cijfermateriaal van FVO-4 en

eerdere dataverzoeken zijn te verklaren en lijken ons aannemelijk.

(23)

"F E C BE E

In dit hoofdstuk komt aan de orde, welke bijzonderheden wij hebben aangetroffen in onze analyse van de gekozen grondslagen en uitgangspunten die GTS heeft toegepast.

"F B E AB E E E C

Bij de allocatie van kosten aan de vette netbeheerder wordt onderscheid gemaakt tussen kosten van GTS, kosten B&B en kosten van de stafafdelingen. Hierbij hanteert GTS de volgende methoden:

Allocatie kosten aan de vette netbeheerder

Kosten Allocatie

GTS Volledig toegewezen aan de vette netbeheerder.

B&B

Volledig toegewezen aan de vette netbeheerder onder aftrek van:

kosten verricht voor derden/deelnemingen;

kosten verricht voor niet gereguleerde afdelingen; en aan investeringen toegerekende kosten.

In de kosten van B&B is geen interne marge berekend aan GTS.

Stafafdelingen

De kosten van de afdelingen ‘huisvesting’ en ‘ICT’ zijn op basis van interne prestatieverrekeningen (activiteitenkostentoerekening Gasunie 2006) doorbelast aan de diverse units waaronder B&B en GTS.

De kosten van de afdelingen ‘financiën’, ‘personeelszaken’, ‘veiligheid en overige staf’ zijn toegewezen aan gereguleerde en niet gereguleerde diensten op basis van de verdeelsleutel ‘gewerkte manuren’.

Kosten GTS

De kosten van GTS

19

zijn volledig toegewezen aan de vette netbeheerder. Dit is aannemelijk aangezien GTS in het leven is geroepen als netbeheerder van het landelijk gastransportnet ten behoeve van de uitvoering van de wettelijke taken. De EK hanteert de volgende definitie van de vette netbeheerder: “de vette netbeheerder is een netbeheerder die organisatorisch, technisch en financieel in staat is zijn wettelijke taken zelfstandig uit te voeren”.

Overigens zijn de (directe) kosten van GTS zeer minimaal. Volgens het jaarverslag 2007 van GTS hebben de kosten met name betrekking op kosten van dienstverlening, zoals die tussen GTS en Gasunie in de netbeheerovereenkomst, service level agreements of anderszins zijn overeengekomen. De directe kosten bedragen in 2007 [*****], in 2006 € [**] en in 2005 € [****] (waarvan € [****] personeelskosten).

3F E EC C C C B AB C B /0 C E&A C C A E B & EC E,

(24)

24

Kosten B&B

De door GTS vermelde allocatiemethode van de kosten B&B aan de vette netbeheerder duidt op een indirecte methode

20

. Hierbij werden in eerste instantie alle kosten toegewezen aan de vette netbeheerder en vervolgens wordt een aantal aftrekposten toegepast.

Hierdoor bestond voor de Energiekamer niet voldoende inzicht of de ‘restantpost’ zoals deze toegewezen is aan de vette netbeheerder nog kosten bevat die niet toegerekend dienden te worden aan de vette netbeheerder. De door GTS vermelde aftrekposten lijken ons overigens wel aannemelijk. De in het FVO opgenomen kosten B&B zijn gebaseerd op deze indirecte methode.

GTS heeft daarna op verzoek van de Energiekamer tevens een overzicht aangeleverd van een meer directe methode waarbij als basis de B&B projectenrapportage wordt gehanteerd.

De totaalaansluiting tussen de directe en indirecte methode is als volgt door GTS weergegeven:

Aansluiting directe en indirecte methode kosten B&B

( in duizenden euro's ) 2005 2006 2007

Projectenrapportage (directe methode) [******] [******] [*******]

Totaal geboekt niet via projecten [******] [*****] [******]

Dekkingsverschil projecten [*******] [*****] [*******]

Niet verklaarde verschillen [***] [***] [***]

Kostenplaatsrapportage(indirecte methode) [*******] [*******] [*******]

Over 2005, 2006 en 2007 is een specificatie per project ontvangen met vermelding van het totaal aan primaire (directe) en secundaire (indirecte) kosten. De primaire kosten hebben betrekking op de directe aanschaf van arbeid, materiaal en overige kosten. De secundaire kosten hebben betrekking op uurkosten doorbelast vanuit de afdelingen

‘huisvesting/facilitair’, ‘ICT’ en ‘Research en Development’.

De uurkosten zijn gebaseerd op de personeelskosten en organisatiekosten, gecorrigeerd voor afschrijvingskosten die deel uitmaken van de organisatiekosten.

De post ‘totaal geboekt niet via projecten’ is direct verwerkt in de kostenplaatsrapportage conform de financiële administratie. Dit kunnen bijvoorbeeld kosten zijn die niet aan een specifiek project toe te rekenen zijn. Het ‘dekkingsverschil projecten’ heeft met name betrekking op verschillen tussen werkelijke en calculatorische tarieven. De aard van beide posten lijkt ons aannemelijk.

De post ‘niet verklaarde verschillen’ zou per definitie betrekking moeten hebben op resterende verschillen tussen de directe en indirecte methode. Gezien de relatief beperkte omvang van deze verschillen concluderen wij dat de gekozen indirecte methode voor de bepaling van de doorbelaste kosten B&B, aanvaardbaar is.

4 : BC E ' & C C E /0 B EC E CA A E: B AAB C C A C CA)# & C ?,

(25)

Voorts merken wij op dat de doorbelaste kosten B&B volgens de indirecte methode zijn verantwoord in de tabellen 12A, B en C (B&B kosten doorbelast aan vette netbeheerder).

Aangezien deze tabellen door E&Y zijn gewaarmerkt voor identificatiedoeleinden mogen wij ervan uitgaan dat E&Y heeft vastgesteld dat deze kosten ook juist zijn opgenomen in de tabellen 3A, B en C (OPEX vette netbeheerder GTS). Deze OPEX is vervolgens in tabel 2 aangesloten met de IFRS-jaarrekeningen van Gasunie.

Allocatie van kosten binnen de vette netbeheerder

Allocatie van kosten binnen de vette netbeheerder aan de verschillende diensten vindt plaats door middel van de ‘marginale benadering’. Volgens deze benadering worden in eerste instantie alle kosten van de vette netbeheerder toegerekend aan de dienst transport.

Vervolgens worden een aantal direct toewijsbare kosten toegerekend aan de diensten balancering, pieklevering, flexibiliteit en kwaliteitsconversie.

Marginale benadering

Het toepassen van de genoemde marginale benadering is theoretisch niet de meest zuivere methode, omdat hierdoor het oorzakelijk verband in eerste instantie ontbreekt tussen de veroorzakers van de kosten en de kosten zelf. Hierbij is niet direct zichtbaar wat de aard en omvang van de kosten zijn die aan de dienst transport zijn toegerekend. Het is hierdoor in eerste instantie onzeker of de aan de dienst transport toegerekende kosten juist en de aan de andere diensten toegerekende kosten volledig zijn verantwoord. De accountantsverklaring van E&Y en de toelichting van E&Y over de uitgevoerde werkzaamheden geven echter voldoende zekerheid dat de kosten correct zijn toegerekend aan de activiteiten. Hierin staat namelijk expliciet dat zij hebben gecontroleerd of de gegevens in de tabellen 3A, B en C volgens de in bijlage 2a beschreven methodiek juist zijn berekend en toegewezen.

Allocatie indirecte kosten

De indirecte kosten die GTS binnen de vette netbeheerder toewijst aan de overige diensten zijn als volgt weer te geven:

Allocatie van indirecte kosten binnen de vette netbeheerder

Dienst Indirecte kosten

Pieklevering en

flexibiliteit Opslag voor GTS kosten. Deze opslag heeft betrekking op FTE’s en ICT kosten en zou eerder door de EK zijn goedgekeurd als onderdeel van de tariefstelling.

Kwaliteitsconversie en balancering

FTE allocatie vanuit GTS gebaseerd op management judgement van de desbetreffende afdelingsmanagers.

Balancering [***] van het [************] en prijsverschillen met betrekking tot de verrekening van onbalansvolumes.

GTS rekent aan de diensten pieklevering en flexibiliteit een opslag voor GTS kosten toe. Een

specificatie van deze toerekening is niet verstrekt. Aangezien de Energiekamer volgens GTS

reeds in het verleden deze kosten reeds heeft goedgekeurd, hebben wij geen nadere

werkzaamheden op deze post verricht.

(26)

26

Allocatie van FTE’s aan de diensten kwaliteitsconversie en balancering vinden plaats op basis van management judgement. Dit is op zich ongebruikelijk, aangezien een kostendoorbelasting in eerste instantie op een gedetailleerde urenregistratie gebaseerd zou kunnen worden. Indien deze niet aanwezig is, kunnen schattingen van het management een benadering vormen.

Wij nemen aan dat er geen gedetailleerde urenregistratie aanwezig is op basis waarvan exact toegerekend kan worden. Beoordeling door het management lijkt ons in deze situatie een aannemelijke methode.

De kosten van [*****************************] over 2005, 2006 en 2007 worden toegewezen aan de diensten transport en balancering op basis van informatie opgenomen in het rapport

‘Evaluatie Balancering 2006´ d.d. 16 mei 2007. Toewijzing van de kosten over de verschillende jaren op basis van informatie uit één specifiek jaar (2006) lijkt ons niet aannemelijk. Een aanvullende reactie van E&Y omtrent de door haar toegepaste werkzaamheden biedt geen extra zekerheid. Zij hebben vastgesteld dat de gegevens in de tabellen 3A, B en C volgens de in bijlage 2a beschreven methodiek juist zijn berekend en toegewezen. Hierbij heeft E&Y aangenomen dat het rapport `Evaluatie Balancering 2006´

betrouwbaar is. Er wordt niets vermeld over de toepassing hiervan voor de jaren 2005 en 2007.

Advies 1. Wij adviseren de Energiekamer na te gaan of het rapport “Evaluatie Balancering 2006” ook voor de jaren 2007 en 2005 een goede basis is voor toerekening van indirecte kosten.

Onderscheid tussen arbeid en overige kosten

De kosten inzake inhuur (onder)aannemers en overige operationele kosten dienen als gevolg van de gewenste productiviteitsverandering volgens de methodebesluiten te worden uitgesplitst in een arbeids- en overige component. Arbeidskosten worden in de methodebesluiten gedefinieerd als de kosten van salarissen, sociale lasten, pensioenen, inhuur van arbeid en indirecte arbeidskosten die samenhangen met aan GTS geleverde producten en diensten.

De methodiek die GTS gekozen heeft om de kosten uit te splitsen naar een arbeids- en

overige component is gebaseerd op individuele analyse van grootboekrekeningen. Van

iedere specifieke kosten-grootboekrekening is beoordeeld of deze kosten met name een

arbeids- of overige component bevatten en vervolgens is de grootboekrekening in zijn geheel

toegewezen aan de component arbeid of overig. In het volgende overzicht is de uitsplitsing

naar de componenten weergegeven.

(27)

Onderscheid tussen `Arbeid´ en `Overige´

Vermelding onder “ARBEID” indien grootboekrekening voornamelijk gerelateerd is aan:

Vermelding onder “OVERIGE” indien grootboekrekening voornamelijk gerelateerd is aan:

Aangenomen werk

Uitbestede IT werkzaamheden Diensten derden

Beheer en onderhoudskosten

Huisvesting/schoonmaak/groenvoorziening Onderhoud gastransport en modificaties Juridische diensten

Communicatie

Transport (vervoer) Studies, congressen e.d.

Onderhoud gebouwen, schilderskosten e.d.

Kantine/catering

Drukwerk en advertenties

Volgens GTS is er met de EK discussie geweest over de categorisering van ICT-diensten, accountantsdiensten, juridische diensten en aangenomen werk onder de arbeidscomponent.

Volgens GTS is het niet aannemelijk dat bij de ICT-diensten, accountantsdiensten en juridische diensten ook kostenefficiency behaald kan worden.

Bij aangenomen werk is vaak geen uitsplitsing bekend tussen een arbeids- en overige component, omdat deze projecten als één totaal bedrag worden aangenomen. Uiteindelijk zijn al deze kosten verantwoord onder de arbeidscomponent. Het is niet bekend wat de

“overige” component van deze kosten is. Aan de andere kant is het ons niet bekend wat de

“arbeids”component is van de grootboekrekeningen toegerekend aan de “overige” kosten.

Wij achten de gehanteerde keuzen verdedigbaar.

Onbalans verrekeningen bij balanceren

GTS behaalde over de jaren 2005, 2006 en 2007 financiële resultaten op onbalansverrekeningen. Dit wordt veroorzaakt doordat [******************************************

*********************************************************************************************************

**************] in het kader van onbalansverrekeningen. Dit leidt volgens GTS tot baten en lasten in 2005, 2006 en 2007 voor de volgende bedragen: € [********] last, € [*******] bate en

€ [********] bate.

Advies 2. Wij geven de Energiekamer in overweging of de resultaten uit onbalans verrekeningen überhaupt in de kosten van gereguleerde dienstverlening horen.

"F B A E E

Ultimo 2005 bedraagt de GAW € 6,4 miljard. Exclusief activa in aanbouw bedraagt dit

€ 6,3 miljard. Hiervan is € 6,0 miljard (95,3% in 2007, 95% in 2005 en 2006) toegerekend

aan de taak transport. De toerekening van activa aan de overige taken (niet zijnde transport)

is als volgt weer te geven:

(28)

28

Er zijn geen activa toegerekend aan de taak balancering;

Activaklasse 16 (LNG installaties) is voor [***] transport gerelateerd en voor [***]

toegerekend aan de taak pieklevering; en

De activaklassen 17 (Mengstations) en 36 (Luchtscheidingsunit) hebben betrekking op de taak kwaliteitsconversie.

Volgens GTS is de dienst balancering onlosmakelijk verbonden met en onderdeel van de dienst transport. GTS concludeert dat de activa volledig aan de transportfunctie moeten worden toegewezen. Dit lijkt ons in eerste instantie niet logisch aangezien zonder activa ook niet gebalanceerd kan worden. Het lijkt ons niet meer dan logisch om daadwerkelijk een deel van de activa aan de dienst balancering toe te rekenen. Echter hier verschillen de Energiekamer en GTS van mening.

Advies 3. Wij geven de Energiekamer in overweging omtrent het toerekenen van activa aan de taak balancering nadere oordeelsvorming uit te voeren op dit punt

21

.

De toerekening van de LNG installaties aan de dienst transport en de dienst pieklevering vindt plaats op basis van de verhouding van het beschikbare werkvolume. Van de totale voorraad werkgas van de LNG installaties van [**] miljoen m

3

is [**] miljoen m

3

([*****]) gereserveerd voor pieklevering. Het daadwerkelijke toegepaste percentage is [**]%.

Toerekening op basis van beschikbaar werkvolume lijkt ons een aannemelijke methode.

Naast de genoemde LNG installaties, mengstations en luchtscheidingsunit vindt geen toerekening van andere activa plaats aan de verschillende diensten niet zijnde transport. Dit lijkt ons niet aannemelijk, aangezien activa zoals in ieder geval gebouwen, materieel en computerapparatuur ook door middel van een bepaalde verdeelsleutel toegerekend zouden moeten worden. Het is aannemelijk dat deze activa ook voor de overige diensten worden ingezet. Het belang hiervan is echter relatief beperkt en zal derhalve niet significant zijn voor dit onderzoek.

"F E BE E

Als norm voor de bepaling van de GAW gelden de uitgangspunten zoals opgenomen in de Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken d.d. 7 juli 2008, zoals gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 11 juli 2008

22

. In deze Beleidsregel zijn de volgende uitgangspunten genoemd in het kader van het vaststellen van de methode van regulering:

Artikel 2

GAW op 1 januari 2005 van € 6.376.000.000;

Toevoegen investeringen vanaf 1 januari 2005 tot en met datum inwerkingtreding Beleidsregel (13 juli 2008);

Lineaire afschrijvingstermijn van 55 jaar voor leidingen, waarbij rekening wordt gehouden met reeds gedane afschrijvingen en jaarlijkse indexatie; en

Een reële kapitaalkostenvergoeding vóór belastingen van 5,5%.

@ & E E B B EB B AB C *B E A E AB 9 C G .: AB

'&A B AB C A AB' E B B AB /0

C E ) B B C E C DAAC AB E AB C C C B B A E AB C

C& C C C B AE C C AB C A

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het briefadvies van 18 november 2004 over de verenigbaarheid van bedrijfsafvalwater met de exploitatie van collectieve waterzuiveringsinfra- structuur stelt de MINA-raad :

Eerder dit jaar beschreef een ploeg rond Van Den Bosch in The EMBO Journal de effecten van een genetische mutatie op een eiwit dat talrijk voorkomt in de zenuwcellen van

Zonder inclusie in de ketenveldnorm zou Amir mogelijk nog steeds niet in beeld zijn van de gemeente, terwijl er sinds de inclusie actief door de gemeente gezocht wordt naar

Door relevante beleids- en wetteksten (memorie van toelichting, Kamerbrieven et cetera) rondom de aansluiting tussen minnelijke schuldhulpverlening en wettelijke schuldsanering

Reizigers met het overige openbaar vervoer kunnen op een snelle en betrouwbare wijze op hun bestemming komen door middel van een overstap ter plaats van de belangrijke

Dagelijks zijn er ongeveer 370.000 vervoersbewegingen van en naar de stad Groningen (situatie 2011).. Circa 73% komt met de auto, 23% met de bus en 4% op

Voorgesteld zal worden (in het vorengenoemde separate voorstel) om hiervoor voorlopig geen aparte post in te stellen maar om te bepalen dat deze beheerkosten zullen worden

De dichter Paul Haimon droeg Oote onder veel hilariteit voor, begeleid door een jazzbandje, en was waarschijnlijk zo onder de indruk van zijn eigen succes dat hij het