Vraag- nummer
Fractie Pag.
PN
Vraag / Antwoord 1 PvdA P. 9 Ook hogere inkomens krijgen financiële problemen.
Vraag: Hoe gaat het college de groep te hulp schieten om te voorkomen dat ze in de schuldhulpverlening terecht komen?
Antwoord (ambtelijk antwoord, er heeft nog geen afstemming plaats kunnen vinden)
Alle instrumenten die we inzetten voor armoede, schulddienstverlening, vroeg signalering en preventie gelden voor alle Arnhemmers. We maken geen onderscheid naar inkomen.
2 PVDA p.
13 en 26
P. 13 en p 26 In de perspectiefnota wordt op pagina 13 in het hoofdstuk “Staat van de Stad’ geconstateerd dat in Nederland 15,7% van de huishoudens een laag inkomen heeft (gedefinieerd als 120% van het sociaal minimum).
In Arnhem is dat 22,2%. Uit de cijfers van het CPB blijkt (zie tabel) dat het hier om de cijfers van 2013 gaat. In 2014 is het aantal huishoudens in Arnhem verder gestegen van 15,7% naar 16% in Nederland (stijging van 0,3%) en in Arnhem van 22,2 naar 22,9% (stijging van 0,7%). Zie tabel.
Op p. 26 staat het volgende: “In het coalitie-akkoord is de afspraak opgenomen om het totale armoedebudget te koppelen aan het landelijke indexcijfer voor lage inkomens. Hiermee beweegt het armoedebudget mee met de omvang van de doelgroep, conform de landelijke trend. Op basis van de gepubliceerde cijfers SCP (raming 2017
"Armoede van Personen"), waarbij de indexering voor het budget armoedebeleid -3,5% is, kan de begroting voor 2018 derhalve naar beneden toe worden bijgesteld met 0,3 miljoen.” Het college constateert op P. 16 dat de economie groeit maar de negatieve spiraal van langdurige bijstandsafhankelijkheid en schulden, treft mensen en vooral kinderen in armoede.
Vraag 1: Procentueel gezien in is in de jaren 2011 tot 2014 het aantal mensen in armoede in Arnhem steeds harder gestegen dan gemiddeld in Nederland. Het college volgt de
Laag en langdurig laag inkomen; huishoudenskenmerken en regio
Onderwerpen Huishoudens in % van de doelpopulatie
Inkomensgroepen Inkomen tot 120% sociaal minimum Stijging in %
Kenmerken van het huishouden Regio's Perioden %
Totaal huishouden Nederland 2011 15,1
Totaal huishouden Nederland 2012 15,3 0,2
Totaal huishouden Nederland 2013 15,7 0,5
Totaal huishouden Nederland 2014 16 0,3
Totaal huishouden Arnhem 2011 20,7
Totaal huishouden Arnhem 2012 21,4 0,7
Totaal huishouden Arnhem 2013 22,2 0,6
Totaal huishouden Arnhem 2014 22,9 0,7
nummer PN Antwoord
landelijke trend de afgelopen 3 jaar (sinds het collegebesluit) naar boven of beneden bijgesteld?
Antwoord
De middelen voor het armoedebeleid worden jaarlijks geïndexeerd, zoals is beschreven in de door de raad vastgestelde armoedeagenda.
Het jaar 2014 is gehanteerd als ijkjaar. Het structureel budget in 2014 dat als ijkpunt is gebruikt: € 8.697.618,- . Het budget voor het armoedebeleid is in de jaren 2015 t/m 2017 als volgt geïndexeerd:
2014 Ijkjaar
2015 + €175.000
2016 0
2017 - €187.047
In de jaren 2015 t/m 2017 is het budget per saldo geïndexeerd met een bedrag van - € 12.047,-. Dit betekent per saldo een procentuele afname t.o.v. van het budget dat als ijkpunt is gebruikt: 0,14%.
Vraag 2: Was het bedrag voor het armoedebudget hoger uitgevallen als de Arnhemse trend was gevolgd?
Antwoord
Beschikbare cijfers voor personen en/of huishoudens wonend in Arnhem met een inkomen t/m 120% van het sociaal minimum, gaan tot en met het jaar 2014. Dit betreft realisatiecijfers. In december komen de cijfers van 2015 op gemeenteniveau beschikbaar. Er zijn geen prognose cijfers beschikbaar. Landelijke cijfers zijn een jaar actueler en tevens is een prognose beschikbaar. Een Arnhemse trend vanaf 2014 is hierdoor niet aan te geven.
Vraag 3:Hoe heeft het armoedebudget zich de afgelopen 3 jaar ontwikkeld ten opzichte van het aantal personen in armoede? Is er gemiddeld meer of minder uitgegeven per
persoon?
Antwoord
Zie vraag 2, aantal personen in Armoede voor de gemeente Arnhem zijn niet beschikbaar voor de jaren 2015 t/m 2017.
Een alternatief is het budget te relateren aan het aantal huishoudens in Arnhem (dus niet specifiek in Armoede).
De ontwikkeling is dan als volgt:
nummer PN Antwoord
Budget* Realisatie Aantal
huishoudens in Arnhem**
Realisatie per huishouden
2014 € 9.609.618,- € 10.630.515,- 77075 €138,-
2015 € 10.48.672,- € 10.693.655,- 77959 €137,-
2016 € 11.501.427,- € 12.125.755,- 79016 €153,-
2017 € 12.269.182,- Lopend jaar 79128 ntb
* Dit betreft zowel incidenteel als structureel budget. Ter vergelijkbaarheid is hier het budget getoond inclusief BooM en Beschermingsbewind
**Bron: Arnhem in cijfers (afkomstig uit BRP)
Vraag 4:Welke middelen heeft de gemeente de afgelopen jaren vanuit het rijk ontvangen voor de bestrijding van kinderarmoede? Voor welke zaken is minder geld ontvangen en
voor welke meer?
Antwoord
De gemeente ontvangt middelen van het rijk in het gemeentefonds. Gemeenten mogen vervolgens zelf bepalen waar zij dit geld aan besteden. De afgelopen jaren heeft het rijk zowel middelen uitgenomen als toegevoegd onder de noemer "armoedebeleid". Denk hierbij aan: Intensivering armoedebeleid, bijzondere bijstand voor kwetsbare groepen.
Kijkend vanaf begrotingsjaar 2014 is er (in de decembercirculaire van 2013) 1,2 miljoen toegevoegd oplopend tot bijna 1,5 miljoen in 2018. Daarnaast is er in de laatste decembercirculaire bijna 1,1 miljoen toegevoegd.
3 PVDA P.16 Veranderopgave van de bank af
"De teams in de wijkaanpak gaan mede er voor zorgen dat alle Arnhemmers die leven op het bestaansminimum, of daaronder zijn gezakt of dreigen te zakken, benaderd gaan worden. Het (extra) geld voor armoedebestrijding, uitkeringen, bijzondere bijstand, welzijnsgelden, schulddienstverlening etc. worden ontschot ingezet: uitkeringen zijn investeringen in participatie. Werk (of andere vormen van participatie) is van waarde voor Arnhemmers, de wijken en de stad. Wij willen daarin betere resultaten bereiken. Dit, en de negatieve effecten van BUIG, vragen om een nieuwe werkwijze waarbij iedereen die wil en kan participeren op maat ondersteuning krijgt. W&I gaat daadwerkelijk naast mensen in de wijken staan en helpt hen in samenwerking met wijkteams en
maatschappelijke partners "van de bank af"."
Vraag:
Wat wordt bedoeld met " gelden voor armoedebestrijding, uitkeringen ,bijzondere bijstand, schuldhulpverlening worden ontschot ingezet?
nummer PN Antwoord Antwoord:
In deze veranderopgave wordt een nieuwe werkwijze ontwikkeld waarbij niet de afzonderlijke producten en procedures in het aanbod op bovenstaande terreinen leidend is maar de vraag van de Arnhemmer. Uitgaande van “doen wat nodig is” kunnen de wijkteams aangeven welk product er nodig is om de Arnhemmers weer mee te laten doen. Dit kan zowel individuele ondersteuning of ondersteuning in de vorm van collectieve voorzieningen zijn. Ontschot wil zeggen dat niet vooraf wordt bepaald en begrensd wat op de verschillende domeinen wordt uitgegeven.
Vraag:
Wat zijn de plannen met de mensen die niet meer aan de slag kunnen? Voor wie de afstand naar de arbeidsmarkt te groot is om ooit nog kans op een baan te hebben? Wat doen we met die groep mensen?
Antwoord
De veranderopgave “van de bank af” richt zich op alle Arnhemmers die langdurig afhankelijk zijn van een
uitkering. De doelstelling is dat iedereen mee kan doen, bij voorkeur in de vorm van betaald werk. Betaald werk is wellicht niet voor iedereen haalbaar, maar meedoen wel, in allerlei vormen en gradaties. We richten ons op zowel verbetering van persoonlijke omstandigheden als positieve maatschappelijke effecten. Door participatie breed op te vatten bereiken we alle Arnhemmers, waarbij het niet zozeer de vraag is wat de gemeente met deze groep mensen gaat doen, maar op welke wijze de gemeente Arnhemmers effectiever gaan ondersteunen in hun participatie, bij voorkeur in de vorm van (betaald) werk.
4 PVDA P.
20
Budgetten beschermd wonen:
"Voor afschaling van de zorgzwaarte bij beschermd wonen wordt gekeken welke alternatieven nodig zijn."
Vraag:
Afschaling staat hier als een doel. Hoe wordt geborgd dat afschaling alleen gebeurt als de situatie van de cliënt dit toelaat?
Antwoord
Op basis van de adviezen van de commissie Dannenberg is gebleken dat mensen met psychische problemen graag zo veel en zolang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen. Ook in regionale bijeenkomsten krijgen wij dat signaal. Dat willen we in de regio graag stimuleren. We bieden daarom zo veel mogelijk alternatieven aan om te zorgen dat mensen zelfstandig kunnen blijven wonen of vanuit een beschermde woonomgeving weer zelfstandig kunnen gaan wonen.
Daarbij kijken wijkcoaches altijd samen met de inwoner welke ondersteuning het beste past bij diens behoeften.
Als dat mogelijk en gewenst is, wordt intensieve ambulante ondersteuning ingezet. Uiteraard wordt door de coach gemonitord of dit goed gaat en, wanneer blijkt dat opschalen of afschalen mogelijk / nodig is, dan wordt dit bijgesteld.
Afschalen en ambulantisering is daarmee geen doel an sich maar een middel om beter aan te sluiten bij de behoeften en wensen van inwoners.
nummer PN Antwoord
5 PVDA p.28 Alle taakstellingen op de bedrijfsvoering zijn ingevuld, inclusief een belangrijk deel van de formatieve taakstelling Van Wijken Weten
Vraag: hoe ziet de formatieve taakstelling op van wijken weten er precies uit?
Antwoord
Aangezien er vanaf 2017 formatie in de Teams Leefomgeving is ingezet, zal er elders in de organisatie formatie moeten komen te vervallen. Tot het moment dat precies duidelijk was welke formatie daarvoor kon worden ingezet, was een formatieve taakstelling in de begroting opgenomen. Inmiddels is besloten om diverse
formatieplaatsen te schrappen dan wel over te hevelen naar de Teams Leefomgeving. Daarnaast beschikken we in 2017 over een incidentele budget voor transitiekosten Van Wijken Weten. Deze maatregelen samen zorgen ervoor dat een belangrijk deel van de formatieve taakstelling op Van Wijken Weten structureel is ingevuld.
6 PVDA P.
48
Culturele eredivisie
"Arnhem kent een levendig cultureel klimaat met veel creatief potentieel, een stevige culturele infrastructuur en aansprekend erfgoed. Onderscheidend vermogen, meerwaarde bieden en herkenbaar zijn worden steeds belangrijker voor steden en regio’s. Kunst, cultuur en erfgoed spelen daarbij een grote rol. Belangrijk is dat kunst en cultuur niet alleen ingevlogen worden, maar ook ter plaatse worden geproduceerd. Een stad van makers kenmerkt zich door een innovatief klimaat.
Clusters en netwerken zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. De culturele sector en zeker ook de creatieve industrie zijn afhankelijk van direct persoonlijk contact en van de ruimtelijke clustering van
gelijksoortige bedrijvigheid: de ‘creatieve milieus’. "
Vraag:
De PvdA mist de link naar amateurgezelschappen en muziek/kunsteducatie.. Deze zorgen voor verbinding, ontwikkeling en ook voor de doorstroom naar die "culturele eredivisie". Is het college deze tak vergeten, of ziet zij het belang hier niet van in?
Antwoord
Er is geen top mogelijk zonder een brede basis, dat is de kern van het Arnhemse cultuurbeleid. Door iedereen in staat te stellen met kunst en cultuur in aanraking te komen en beoefening te stimuleren, kan ieder talent zich ontwikkelen en - als dat gewenst is - ook doorgroeien en professionaliseren.
Het college ondersteunt deze basis dan ook op allerlei mogelijke manieren, zowel structureel (bijvoorbeeld via de subsidie aan het Kunstbedrijf/Rozet) als incidenteel (regeling Amateurkunst, Fonds Cultuur, Evenementenfonds).
Er is sinds 2015 een langjarig convenant Cultuureducatie, waarin gemeente, onderwijs en culturele sector afspraken hebben vastgelegd om het aanbod van cultuureducatie in het primair onderwijs te borgen.
Ook de Gelrepas, die het onder andere mogelijk maakt tegen gereduceerd tarief cursussen te volgen, maakt het kennismaken met en beoefening van (amateur)kunst en cultuur mogelijk.
Deze inzet van het college voor een gezonde brede basis, blijft onverminderd van kracht. Als het college daar verandering in zou willen aanbrengen, dan zou dat in de Perspectiefnota worden vermeld.
nummer PN Antwoord
7 SP Tav de verbreding van het noodfonds over het gehele sociale domein heeft de SP de volgende technische vraag:
Vraag :
Welke posten naast het werkbedrijf, beschut werk en het doelgroepenvervoer gaan hier nog meer onder vallen?
Antwoord
Een van de hoofddoelen van de BR Sociaal Noodsfonds is het realiseren van het afgesproken zorgniveau (kwaliteit) en het opvangen van autonome groei voor de domeinen Jeugd en Wmo. Binnen dit fonds worden o.a.
zaken opgevangen als effecten op verdeelmodelen, kosten overgangsregelingen en onvoorziene verschuivingen van WLZ naar Wmo/Jeugd. Voorgesteld wordt het doelgroepenververvoer daarin - voor zover dit niet binnen het kader van het sociaal domein kan worden opgevangen - toe te voegen.
Bij de Perspectiefnota 2018-2021 wordt voorgesteld hieraan derhalve een extra doel aan te koppelen (domein Participatie), passend binnen de definitie van het bredere sociale domein en de verdere ontschotting c.q.
integratie tussen de verschillende (leef)domeinen. Het werkbedrijf en beschut werk zijn daarin de grootste elementen.
8 SP Tav de verbreding van het noodfonds over het gehele sociale domein heeft de SP de volgende technische vraag:
Vraag :
Waar komt het rendement van het werkbedrijf terecht? In het noodfonds?
Antwoord:
Voor zover zich bij het werkbedrijf niet begrote voor- en nadelen voordoen komen deze ten gunste dan wel ten laste van de BR noodfonds..
9 SP Tav de verbreding van het noodfonds over het gehele sociale domein heeft de SP de volgende technische vraag:
Vraag :
3) Het werkbedrijf geeft financiële input aan het noodfonds. Geldt dat ook voor de overige posten in de voorgaande vraag en zo ja; hoeveel?
Antwoord:
Zie beantwoording vraag 8.
10 SP Tav de verbreding van het noodfonds over het gehele sociale domein heeft de SP de volgende technische vraag:
Vraag :
Zijn er de komende jaren hogere zorgkosten (Wmo- aanvragen als huishoudelijke hulp, aanpassingen in- en om het huis, jeugdzorg) te verwachten nu mensen ouder worden en langer zelfstandig blijven wonen of verwacht de gemeente dat dit stabiel blijft?
nummer PN Antwoord Antwoord:
De beweging dat mensen ouder worden en langer zelfstandig wonen kunnen tot een verhoging van de zorgkosten leiden. Op dit moment zijn er gesprekken op landelijk niveau om voor de rijksbijdrage in het sociaal domein de indexatie van het budgettair kader zorg te gebruiken ipv de gebruikelijke stijging van het Gemeente Fonds, juist omdat de verwachte uitgaven sneller stijgen.
11 SP Tav de verbreding van het noodfonds over het gehele sociale domein heeft de SP de volgende technische vraag:
Vraag :
Hoeveel geld zit er op dit moment in het noodfonds (op 31/12/17 15,5 miljoen)?
Antwoord:
Na dotatie van het zorgresultaat 2016 (sociaal domein Jeugd en Wmo) bedroeg de stand van de BR Noodfonds
€ 16,7 mln. Met de voorgenomen dotatie van de € 9.6 mln. bedraagt het noodfonds straks € 26.3 mln.
Wij verwachten dat in 2017 vanuit de Zorg (Wmo en Jeugd) er per saldo een bedrag van € 2 miljoen zal worden onttrokken aan het Noodfonds, zodat per 31/12/2017 het Noodfonds een stand kent van € 24,3 miljoen.
De verwachting is dat de € 9.6 mln. frictiekosten Werkbedrijf Arnhem in 2018 weer zal worden onttrokken aan de bestemmingsreserve.
Daarnaast zal de komende jaren binnen de huidige bestemming van het sociaal noodfonds (Jeugd en Wmo) een aantal zaken (als effecten verdeelmodellen, kosten overgangsregelingen en onvoorziene verschuivingen van WLZ naar Wmo/Jeugd) het fonds de komende jaren verder uitnutten.Het vervolgen van de ingeslagen weg van transformatie van het werkbedrijf is derhalve van belang
12 SP Tav de verbreding van het noodfonds over het gehele sociale domein heeft de SP de volgende technische vraag:
Vraag :
Wordt dit noodfonds aangesproken door de individuele wijken nu iedere wijk een eigen budget heeft?
Antwoord:
De sociale wijkteams beschikken niet over een eigen budget ten behoeve van zorguitgaven maar hebben 'slechts' een trekkingsrecht bij de toekenning van specialistische of maatwerkvoorzieningen. Wel is dit zorgbudget
verdeeld over de sociale wijkteams en hebben zij de opdracht binnen dit kader te blijven. Het noodfonds geldt daarbij als centrale voorziening, die kan worden aangesproken indien de zorgbudgetten worden overschreden.
13 SP Tav de verbreding van het noodfonds over het gehele sociale domein heeft de SP de volgende technische vraag:
Vraag :
zo ja; wordt er een maximum aantal euro gesteld aan wat iedere wijk mag vragen aan het noodfonds of ia het wie het eerst komt...etc.?
Antwoord:
nummer PN Antwoord Zie beantwoording vraag 12.
14 D66 Toezegging: Wethouder Haga zegt toe haar uiterste best te zullen doen om vóór de meningsvorming behandeling van de Perspectiefnota met een memo te komen over de meest recente stand van zaken betreffende de gesprekken met VNO-NCW en Provincie rondom duurzaamheidsontwikkeling bij bedrijven en ondernemers (o.a. garantiefonds), zie toezegging d.d.28 november 2016
Antwoord:
Gesprek VNO/NCW
In het gesprek met VNO/NCW is besproken dat bijeenkomsten voor bedrijven vooral aanslaan als dit gericht per type bedrijven(terreinen) gebeurt. Een dergelijke insteek van onderaf houdt het overzichtelijk en praktisch voor de ondernemer. Een gezamenlijke, stadsbrede bijeenkomst is daarom vooralsnog niet aan de orde.
Stand van zaken
Na het gesprek met VNO/NCW zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van oa Stichting Arnhemse Bedrijventerreinen STAB en Platform Binnenstad Arnhem PBA. Doel van deze gesprekken is de bedrijven en koepelorganisaties te informeren over de mogelijkheden van duurzaamheid,
bewustwording en het ophalen van vragen bij het bedrijfsleven. Ook in de contacten van EZ en de teams Leefomgeving met organisaties en bedrijven wordt duurzaamheid geagendeerd. Duurzaamheid is daardoor nu een vast onderdeel op de agenda van het georganiseerd bedrijfsleven.
Tijdens gesprekken met de bedrijventerreinen Rijnpark en Gelderse Poort is een start gemaakt met het onderzoeken van de verduurzaming van deze terreinen, waarbij klimaatbestendigheid ook onderdeel is.
In juni is de gemeente, samen het het Energieloket, aanwezig met een stand op Ondernemers Live om op te halen welke vragen en behoeftes de ondernemers hebben op het gebied van duurzaamheid.
Door deze acties wordt achterhaald en afgestemd op welke wijze bedrijven (afzonderlijk of gezamenlijk) het best geholpen en gestimuleerd kunnen worden om stappen te zetten aan de slag te gaan. In gesprekken met ondernemers merken we dat kleine aanpassingen, bijvoorbeeld LED-verlichting, al standaard meegenomen worden in de bedrijfsvoering, omdat dit een positief kostenplaatje heeft. Maar er zijn nog meer kansen bij bedrijven, ook richting circulair ondernemen. In het kader van Circulair Arnhem zal worden onderzocht of en op welke wijze bij bedrijven stappen gezet kunnen worden richting circulair ondernemen
Handhaving
De ODRA neemt bij haar controles het aspect energie mee. Daarbij verstrekken zij informatie over energiebesparing en opwekken van hernieuwbare energie bij bedrijven. Dit als onderdeel van de Gelderse Aanpak. Uit de controles blijkt dat met name de midden- en grootverbruikers actief zijn met energiebesparing.
Ook is ongeveer de helft van de kleinverbruikers aantoonbaar bezig met energiebesparing. De resultaten van de getroffen maatregelen zijn de komende jaren terug te zien in het energieverbruik.
Communicatie
Bewustwording en gedragsverandering zijn de insteek. Op diverse manieren laten we goede voorbeelden zien van bedrijven en ondernemers: Peeze, IPKW (Veolia), Wereldhave en Wega Metaal zijn slechts enkele van deze
nummer PN Antwoord
voorbeelden. Tijdens de Energy Café's zijn bedrijven en ondernemers welkom om informatie op te halen en ervaringen uit te wisselen. Het Energieloket MiddenGelderland (www.elmg.nl) werkt aan een uitbreiding voor het MKB. Daarnaast maken we gebruik van de communicatie van het Gelders Energie Akkoord en de
communicatiestrategie van New energy made in Arnhem, die start in september. In juni is het Energieloket aanwezig op Ondernemer Live.
Garantstelling
De gemeente heeft het standpunt t.a.v. garantstellingen: nee, tenzij. In de gesprekken zal opgehaald worden welke knelpunten er zijn om aan de slag te gaan met energiebesparing en energietransitie. Indien er sprake is van financiële knelpunten, dan zal bekeken worden op welke wijze deze het best weggenomen kunnen worden.
De garantstelling wordt daarbij meegenomen als een van de mogelijkheden.
15 D66 Toezegging: Wethouder Ritsema zegt toe om vóór de meningsvormende behandeling van de Perspectiefnota uit te zoeken voor D66 hoeveel er bespaard is op (bedrijfsvoering) Parkeerbedrijf in de afgelopen jaren en hoeveel er in totaal wordt omgezet in het Parkeerbedrijf, dit om te weten hoeveel er bespaard is op efficiency.
Antwoord:
Besparingen op bedrijfsvoering Parkeerbedrijf
* € 75.000,= Besparing op parkeerbedrijf als onderdeel van structurele taakstelling gerealiseerd vanaf 2015 (onderdeel van maatregel F 10 uit het coalitieakkoord, besparing van € 300.000 binnen het programma Verkeer, vervoer en waterstaat)
* € 50.000,= Doorwerking gemeentebrede inkooptaakstelling(MJPB 2014-2017) gerealiseerd vanaf 2016
* € 100.000,= Taakstelling gekoppeld aan de aanbesteding van de parkeertaken en het project digitaliseren van de parkeerproducten. De aanbesteding heeft een voordeel van € 125.000,= opgeleverd.
Wellicht wordt dit bedrag iets lager omdat voor eventuele extra inzet P1 moet worden betaald. Zodra hierop voldoende zicht is zal dit worden verwerkt. De voordelen komen dus terecht in het bereikbaarheidsfonds.
De baten en kosten van het parkeren worden vanaf 2016 zichtbaar gemaakt in het bereikbaarheidsfonds. Daarin zijn zowel de opbrengsten als de kosten van de parkeerexploitatie benoemd. Onderstaand de begrotingscijfers over 2017.
Baten 2017
Baten uit parkeerexploitatie 12.991.778 - opbrengst straatparkeren 4.749.903 - opbrengst garageparkeren 6.185.472 - opbrengst vergunningen 878.371
nummer PN Antwoord - opbrengst naheffingen 1.178.032
Lasten 2017
Kosten parkeerexploitatie 5.490.056 -algemeen straat en garage 709.667 - stelpost bezuiniging digitalisering -100.000 - handhaving en onderhoud straat 1.645.057
- parkeergarages 2.743.624
- fietsenstallingen incl Rozet 50 K in 2017
491.708
