unst
tussen - - - en
c itsc
101 ontdel<l<ingen
66
De presentator Cees van Drongelen stelde mij wel op mijn gemak, maar eigenlijk was het zo dat ik voor de leeuwen werd gegooid. Er kwam iemand aan mijn tafel met een mooi vijftiende-eeuws Mechels sculptuurtje in de vorm van een Madonna met Kind. Ik dacht meteen: hiervan moet en zal ik een opname maken bij Cees aan tafel.'
Het verbaast Jan nog steeds dat veel bezoekers niet weten wat het vak van antiquair of kunsthandelaar eigenlijk inhoudt. 'Ik krijg af en toe de meest rare objecten op mijn tafel. waar ik met de beste wil van de wereld niets mee kan. Het zijn bijvoorbeeld instrumenten of gebruiksvoorwerpen, waarvan het bestaan mij echt niet bekend is. De mensen zijn op hun beurt weer verrast als wij geen antwoord hebben. Dan probeer ik ze uit te leggen dat het object niet tot ons vakgebied behoort, maar dat wordt vaak niet begrepen.' Ook krijgt hij regelmatig modern tin onder zijn neus. 'En ook dan wordt er verbaasd gereageerd wanneer men te horen krijgt dat het nieuw is!'
Je vraagt je soms af hoe ze het volhouden, die experts, als er op zo'n dag duizend mensen met allerlei objecten aan hun tafel voorbijtrekken.
Beekhuizen: 'Eigenlijk is elke opnamedag een feest.
Je voelt altijd een soort spanning: 'Wat komt er vandaag op mijn tafel?' Het wordt weleens teveel als ik het zoveelste koffie-of theepotje uit grootmoeders tijd te zien krijg. Honderden van die objecten heb
I TIP VAN DE EXPERT I
'Raadpleeg alti jd een expert voordat u iets aanbiedt op internet!'
ik inmiddels gezien. Maar het wachten is natuurlijk altijd op die ene grote klapper. 'Het dak gaat er af als ooit nog eens een keer een Hollandse Jan Steenkan uit de zeventiende eeuw op mijn tafel komt. Er zijn er maar ongeveer honderd van bekend en het zou de kroon op mijn werk bij Tussen Kunst en Kitsch zijn. De waarde van zo'n kan, die in zijn tijd 'pyp- of tuytkan' werd genoemd, ligt tussen de 20.000 en 35.000 euro. Pas in de negentiende eeuw is de naam Jan Steenkan in gebruik geraakt, mede ook door het
feit dat deze kan met tuit veelvuldig op schilderijen van Jan Steen voorkomt.'
Het meest memorabele moment bij Tussen Kunst en Kitsch was voor Jan Beekhuizen tijdens een opnamedag in Leeuwarden.
Er kwamen mensen bij hem aan tafel die hun toiletrolhouder hadden meegenomen. 'De avond ervoor stond die nog gewoon bij hen in de wc. Het was een prachtige bronzen
Penkanclelaar, zie p. 7/.
JAN BEEI<HUIZEN
penkanl hadden waarde p. 71).'
Ergebe
v an
de Ier eens Beekhu
van
de 1de men gemaak ze maar serienu helema
J
d dat
tuurlijk t er af als teenkan
Er zijn 1t zou
itsch 'pyp- of JO en
de naam door het et tuit lerijen komt.'
bele Kunst Jan een Iwarden.
I bij lun den 3vond g gewoon 3t was zen
BEEKHUIZEN
penkandelaar uit omstreeks 1400! Die mensen hadden totaal geen weet van de zeldzaamheid en de waarde. Ik taxeerde hem namelijk op 10.000 euro (zie p. 71).'
Er gebeuren vaker geestige dingen aan de tafeltjes van de experts tijdens zo'n opnamedag. Zo kwam or eens iemand met een tinnen theepotje bij Jan Beekhuizen. 'Het was duidelijk gemaakt in het begin van de twintigste eeuw, en dat vertelde ik ook. Maar rle mensen waren ervan overtuigd dat het in 1574 gemaakt was, omdat dat op de bodem stond. Ik heb 18 maar uitgelegd dat dat geen jaartal is, maar een
~erienummer! En dat we in de zestiende eeuw nog lJelemaal geen thee kenden in Europa ... '
Detail uit: Jan Steen, Het dronken paar, ca. 1655- 1665, olieverf op paneel 52,5 x 64 cm., Rijksmuseum Amsterdam.
Tuit-of pijpkan, Jan Steenkan. Antwerpen, tweede helft zeventiende eeuw, hoogte: 20.7 cm. Collectie Jan 8eekhuizen Kunst- en Antiekhandel, Amsterdam.
67
23
Rembrandtkan
• Matthijs van Doyen (1679-1728) I Nijmegen tin I hoogte: 23,3 cm.
D
it model kan wordt 'Rembrandtkan' genoemd. Dit is een fantasienaam die in de negentiende eeuw bedacht is door handelaren en verzamelaars. Rembrandtkannen zoals deze kenmerken zich door een opstaande plint aan de onderzijde, een bolle buik en een lange hals met een band aan de bovenzijde. Rembrandtkannen hebben een halfbal deksel waarop een meegegoten meda i IIon zit.Deze kan heeft een horizontale gietnaad, een tweekakig scharnier met haakvormige duimrust en een lichtgebogen handvat. De kan is gemerkt in het medaillon op het deksel met een gekroonde roos met in de band van de kroon de gietersinitialen MVG voor Matthijs van Gayen.
Van Goyen is geboren in 1679, gehuwd in 1708, en overleden in 1728. De huwelijksdatum is belangrijk, omdat het in die tijd gebruikelijk was getrouwd te zijn voordat je meester tinnegieter mocht worden. Je moest een eerzaam leven leiden alvorens je meester kon worden.
Er zijn drie soorten kannen: de maatkan, de schenkkan en de drinkkan. Er zijn geen specifieke verschillen tussen de drink- en de schenkkan. De maatkan onderscheidt zich van andere kannen door de maatpegel. Deze pegel gaf de maat aan. Hieraan is de uitdrukking 'De maat is vol!' ontleend. Vaak staat op deze kan ook een ijkmerk en/of een jaartal.
2
M a
• Onbek laatstE
Het is (
o
ontsta, is dit e, eraf sp De kan rust in handvé onduid van Arr onbekE zestien vat is ( jaartal De ven rust du
OPNAME. HOTEL SPAANDER, VOLENOAM
WAARDE ' 3 500 EURO
OPNAMUITZENDOATUM.7 NOVEMBER 2012 • . UITZEN
68 JAN BEEKHUIZEN
,
24
Maatkannetje
• Onbekende maker HH I waarschijnlijk Amsterdam laatste kwart zestiende eeuw I tin I hoogte: 20,0 cm.
D
eze kan is opgedoken uit het Ijsselmeer door een beroepsduiker. De patina, de verwering van de tinhujd, is typisch voor een zeevondst.Het is een leerachtige huid, waarop een algenlaag is ontstaan. Anders dan bij bodemvondsten op het land is dit een patina die als het ware op de kan zit en eraf spat als het kannetje op de grond zou vallen. De kan heeft een eenkakig scharnier met een duim- rust in de vorm van een balkje en een licht gebogen handvat. De kan is aan de binnenzijde van het deksel onduidelijk gemerkt met waarschijnlijk het stadsmerk van Amsterdam en de gietersinitialen HH. Dit is een onbekende meester die in het laatste kwart van de zestiende eeuw werkzaam was. Rechts van het hand- vat is op de kraag een onbekend ijkte ken en het ijk- jaartal 1607 ingeslagen. Daarom is dit een maatkan.
De verticale gietnaad en de vormgeving van de duim- rust duiden op een datering na 1550. De vormgeving
rechtvaardigt de toeschrijving aan Amsterdam. Het kannetje is zeer zeldzaam en is waarschijnlijk zo goed als nieuw al in het water gevallen. Het is namelijk nog helemaal gaaf.
EURO
OPNAME'AVIOOROME,LELYSTAOWAARDE' 12500 EURO
lIITZENODATUM' 4 NOVEMBER 2009 ' ,
EEKHUIZEN 69
25
Chanoekia
• Jan de Koning (onbekend-1748/17581 Amsterdam I tin I hoogte: 27 cm.
D
e Chanoekia is een negenarmige kandelaar die bij het Joodse feest Chanoeka, het feest van de lichtjes, gebruikt wordt.Elke dag wordt steeds een kaars meer ontstoken, tot ze alle acht branden. Oe negende kaars brandt alle dagen en wordt dienaarkaars of Sjamasj genoemd.
Met deze kaars worden de andere aangestoken. Na een bloedige strijd met de Grieken betraden Jehuda en zijn volgelingen de Tempel in Jeruzalem en troffen deze totaal verwoest aan. Oe grote menora, de zevenarmige kandelaar, was omgegooid en moest weer rechtop gezet worden om de Tempel in ere te herstellen. Er waren echter geen kruiken met olie meer aanwezig. In het verwoeste interieur vond men toch nog een klein kruikje met olie, dat
nog precies genoeg olie bevatte om de menora één dag te laten branden. Men gebruikte de inhoud en de menora bleef op wonderbaarlijke wijze acht dagen branden.
Deze Chanoekia olielamp is gemerkt in de bak met een gekroonde X en met een viermerk met daarop de gietersinitialen 10K voor Jan de Koning. Deze tinnegieter trouwde in Amsterdam in 1723, het moment waarop hij meester werd. Hij hertrouwde in 1740. In 1742 was hij volgens documenten werkzaam in de Kalverstraat te Amsterdam. Hij is overleden tussen 1748 en 1758. Een vergelijkbare menoralamp, uit de beroemde tinverzameling van A.J.G. Verster, bevindt zich in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en draagt dezelfde gietersmerken van Jan de Koning.
Oe jonge eigenaresse koestert deze menoralamp, die onder het bed van een oude tante werd gevonden
-
2
P er
• De Ned brons I
D ~
zijn kanl waarop geschro Omdat ( van dezl hier om de drie I gaat om de vijftil prachtig kandela Oe eige boedels hem thu de wc rr Jan Bee topje va Voor hel het pro~
het zelf~
Jaar aan kranten
OPNAME MUSEUM CATHARIJNECONVENT, UTRECHT
WAARDE ' 4 500 EURO
OPNAMEUITZENDDATUM: 12 NOVEMBER 2008 ' , UITZEND
70 JAN BEEKHUIZEN
Penkandelaar
• De Nederlanden I eerste kwart vijftiende eeuw brons I hoogte: 36 cm.
D
it is een van de vroegste types penkandelaars.Penkandelaars moeten niet verward worden met incomplete driekoningenkandelaars. Dit zijn kandelaars met op de pen een schroefdraad waarop een draaier voor twee kaarsen werd geschroefd.
Omdat de schroefdraad op het bovenste gedeelte van deze kandelaar ontbreekt. is het zeker dat het hier om één pen kandelaar gaat. De vormgeving en de drie knopen in de stam geven aan dat het hier gaat om een type kandelaar uit het eerste kwart van de vijftiende eeuw. Dit is een bodemvondst met een prachtige patina. De gegoede burger gebruikte deze kandelaar voor de verlichting in huis.
De eigenaren kochten boedels op en in één van die boedels bevond zich deze kandelaar. Ze gebruikten hem thuis als toiletrolhouder en hadden hem zo uit de wc meegenomen naar de opnamedag!
Jan Beekhuizen werd al enthousiast toen hij een topje van de kandelaar uit een tas zag steken.
Voor hem was de ontdekking van deze kandelaar in het programma een hoogtepunt. Op bronsgebied was het zelfs het meest zeldzame object dat hij in twintig jaar aan zijn tafel kreeg. De vondst haalde vele kranten en bij De Telegraafzelfs de voorpagina.
Driekoningen kandelaar
Noordelijke Nederlanden, tweede helft v/ïftiende eeuw. Geelgieterswerk, hoogte: 30,5 cm.
Collectie Jan Beekhuizen Kunst-en Antiekhandel, Amsterdam.
o EU R 0
OPNAME"FRIES MUSEUM, LEEUWARDENWAA ROE- 10 000 EU R 0
UITZENDDATUM: 23 MAART 2004 • •
BEEKHUIZEN 71