• No results found

Schiphol Nederland B.V. A.S. Timmerman Postbus ZG Schiphol. Betreft: Rectificatie Omgevingsvergunning i.v.m. ontbreken milieu activiteit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Schiphol Nederland B.V. A.S. Timmerman Postbus ZG Schiphol. Betreft: Rectificatie Omgevingsvergunning i.v.m. ontbreken milieu activiteit"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl

Schiphol Nederland B.V.

A.S. Timmerman Postbus 7501 1118 ZG Schiphol

Contactpersoon Ilhan Aytekin Contactgegevens 0235673579 Kenmerk 153694 Datum 31 maart 2016

Betreft: Rectificatie Omgevingsvergunning i.v.m. ontbreken milieu activiteit Geachte heer Timmerman,

Op 5 november 2015 hebben wij uw aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen. Wij hebben besloten de omgevingsvergunning te verlenen.

Besluit

Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.2, paragraaf 2.3 en 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de

omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een tijdelijke gebouw t.b.v. huisvesting KLM-sleepdienst bij de G-buffer, kadastrale locatie sectie AI, perceelnummer 438 te Schiphol. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten:

- het bouwen van een bouwwerk;

- milieuneutraal veranderen van een inrichting.

Procedure

De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.2 van de Wabo (reguliere procedure). Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet.

Overwegingen

Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat:

Bouwen

• het op grond van artikel 2.1 lid 1 sub a Wabo verboden is zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te bouwen;

• het bouwplan voldoet aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Schiphol” en heeft daarin de bestemming “Verkeer – Luchtverkeer”;

(2)

• het project niet getoetst is aan redelijke eisen van welstand, omdat het een tijdelijke bouwwerk betreft;

• het perceel gesitueerd is op gronden waarop het Luchthavenindelingbesluit Schiphol van toepassing is, maar de gevraagde bouwwerk niet hiermee in strijd is;

• aannemelijk is gemaakt dat het project voldoet aan de relevante voorschriften van het Bouwbesluit 2012 met inachtneming van de voorschriften behorende bij deze omgevingsvergunning;

• aannemelijk is gemaakt dat voldaan wordt aan de Bouwverordening van de gemeente Haarlemmermeer;

• er geen weigeringsgrond is als genoemd in artikel 2:10 Wabo, eerste lid, onder sub a tot en met e en tweede lid;

• gelet op bovenstaande wij van oordeel zijn dat de gevraagde omgevingsvergunning voor dit onderdeel verleend kan worden voor de duur van 5 jaar, tot 4 februari 2021.

Milieu

Huidige vergunningssituatie

Voor de inrichting Schiphol Nederland B.V. zijn eerder de onderstaande vergunningen verleend:

SOORT VERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP

Revisievergunning* 1 juni 2004 2003-28217 Ambtshalve wijziging op

verzoek* 4 februari 2005 2004-37639

Wijziging op verzoek

vergunninghouder* 21 februari 2005 2005-1328

veranderingsvergunning 17 april 2012 2011-0006152 biovergister

veranderingsvergunning 24 juli 2012 2011-0027170 propaantank BROEF veranderingsvergunning 26 maart 2013 2012-0017835 TOP (grondopslag) veranderingsvergunning 23 december 2013 2013-0018421 geluid

veranderingsvergunning 22 oktober 2014 2013-0028298 toiletvloeistof

De hierboven genoemde vergunningen waar een * bij staat, zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd.

Naast de bovengenoemde vergunningen is ook een aantal omgevingsvergunningen verleend voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting.

Procedure

Op grond van artikel 3.10 lid 3 van de Wabo is bepaald dat uniforme openbare

voorbereidingsprocedure niet van toepassing is indien er sprake is van een verandering van de inrichting of de werking daarvan die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende omgevingsvergunning is toegestaan, waarvoor geen verplichting bestaat tot het maken van en milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeer, en die niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend.

Advies

In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of

(3)

betrokkenheid aangewezen als adviseur op grond van artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor.

In artikel 6.3 van het Besluit omgevingsrecht is het bestuur van de Regionale brandweer als adviseur aangewezen als een aanvraag betrekking heeft op een inrichting die behoort tot een categorie die is genoemd in bijlage I, onderdeel C onder 3.1. De inrichting Schiphol Nederland B.V. behoort tot deze categorie aangezien binnen de inrichting ontplofbare stoffen worden opgeslagen. De nu aangevraagde vergunning heeft echter geen betrekking op of relatie met de opslag van ontplofbare stoffen en is daarom ook niet voorgelegd aan de betreffende adviseur.

In artikel 6.3 van het Besluit omgevingsrecht zijn gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland als adviseur aangewezen als een aanvraag betrekking heeft op een inrichting die is gelegen op een industrieterrein waaromheen ingevolge hoofdstuk V van de Wet geluidhinder een zone is vastgesteld en waarvan is bepaald dat het van regionaal belang als bedoeld in artikel 163, tweede lid, van de Wet geluidhinder is.

In overleg met de zonebeheerder is bepaald dat, gezien de bronnen die geplaatst worden, kan worden gesteld dat er geen sprake is van een relevante toename van de

geluiduitstraling van de gehele inrichting.

De verandering is inpasbaar binnen de huidige geluidvoorschriften voor het "overig" geluid van Schiphol. De aangevraagde verandering leidt daardoor niet tot andere of grotere geluidsbelasting dan volgens de vigerende vergunningen is toegestaan en past in de geluidszone.

Samenhang met overige wet- en regelgeving Activiteitenbesluit

In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde

activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen.

De inrichting Schiphol Nederland B.V. waarvoor vergunning is aangevraagd, wordt aangemerkt als een type C inrichting.

Het aangevraagde project kent een aantal activiteiten die vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Voor het aangevraagde project houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan onder andere de volgende artikelen uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende

Activiteitenregeling:

- Paragraaf 3.1.3 Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening;

- Paragraaf 3.2.1 In werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie.

U kunt uw Activiteitenbesluit-voorschriftenpakket samenstellen via https://www.aimonline.nl.

Wabo: vergunninghouder

De vergunning geldt voor een ieder die het project uitvoert waarop deze vergunning

betrekking heeft en een ieder die de inrichting drijft. Deze draagt er zorg voor dat de aan de vergunning verbonden voorschriften worden nageleefd (artikel 2.25 lid 1 Wabo).

(4)

Als de vergunning zal gaan gelden voor een ander dan de vergunninghouder, dient de vergunninghouder dat ten minste een maand van te voren schriftelijk te melden aan het bevoegd gezag (artikel 2.25 lid 2 Wabo). De melding moet ten minste de volgende gegevens bevatten (artikel 4.8 Bor):

- naam en adres van de vergunninghouder;

- nummer van deze omgevingsvergunning;

- naam en adres bedrijf en naam contactpersoon en telefoonnummer van degene voor wie de omgevingsvergunning gaat gelden;

- beoogd tijdstip dat de omgevingsvergunning geldt voor bovengenoemd persoon.

Wet milieubeheer: ongewoon voorval

Indien zich in een inrichting een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, treft degene die de inrichting drijft onmiddellijk de maatregelen, die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd om de gevolgen van die gebeurtenis te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken (artikel 17.1 Wm).

Degene die een inrichting drijft, waarin zich een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, meldt dat voorval zo spoedig mogelijk aan het bevoegd gezag.

Hij verstrekt het bevoegd gezag tevens, zodra deze bekend zijn, de gegevens met betrekking tot:

a. de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan;

b. de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen, alsmede hun eigenschappen;

c. andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevolgen voor het milieu van het voorval te kunnen beoordelen;

d. de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken;

e. de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat een zodanig voorval zich nogmaals kan voordoen (artikel 17.2 Wm).

OVERWEGINGEN MILIEU Inleiding

De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting:

1. - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan;

2. - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en

3. - niet m.e.r.-plichtig is.

Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden.

(5)

Toetsing milieuneutrale verandering

Wij hebben de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens getoetst aan de aspecten genoemd in de inleiding. Wij overwegen daarbij het volgende:

Toetsing gevolgen voor milieu

Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering voldoet aan een milieuneutrale verandering. Hieronder wordt nader ingegaan op het geluidsaspect. De aangevraagde verandering kent geen andere relevante milieu-aspecten die middels de

omgevingsvergunning moeten worden gereguleerd:

Geluid

Uit de aanvraag blijkt dat de geluidbronnen bestaan uit de uitmondingen van de

rookgasafvoer en de mechanische ventilatie van diverse ruimtes. Er kan worden gesteld dat er gezien deze geluidbronnen en gezien de locatie van het project, geen sprake is van een relevante toename van de geluiduitstraling van de gehele inrichting.

De verandering is inpasbaar binnen de huidige geluidvoorschriften voor het "overig" geluid van Schiphol. De aangevraagde verandering leidt niet tot een andere of grotere

geluidsbelasting dan volgens de vigerende vergunningen is toegestaan en past in de geluidszone.

De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu.

Toetsing andere inrichting

Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering kan worden opgemaakt dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend.

M.e.r.

Naar aanleiding van de verandering bestaat geen verplichting tot het maken van een milieueffectrapport.

Conclusie

Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren.

De geldende vergunningen bevatten voldoende voorschriften met betrekking tot de aangevraagde activiteit. Aan deze omgevingsvergunning zijn daarom geen

milieuvoorschriften verbonden.

Conclusie totaal

• er geen weigeringsgrond is als genoemd in artikel 2:10 Wabo, eerste lid, onder sub a tot en met e en tweede lid;

• gelet op bovenstaande wij van oordeel zijn dat de gevraagde omgevingsvergunning voor deze onderdelen verleend kan worden voor de duur van 5 jaar, tot 4 februari 2021.

(6)

Nog in te dienen gegevens

De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van het goedkeuren van de volgende gegevens, welke uiterlijk 3 weken voor aanvang van de betreffende

werkzaamheden moeten worden ingediend (artikel 2.7 Mor):

- constructieve berekeningen, tekeningen en rapporten met betrekking tot de sterkte, stabiliteit en uiterste grenstoestand van het bouwwerk;

U wordt per e-mail nader geïnformeerd over de wijze van indienen van constructieve gegevens.

Er mag pas met de werkzaamheden worden gestart wanneer deze gegevens zijn goedgekeurd.

Hoogachtend,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, namens deze,

de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze,

de heer M.H. Dusseldorp

Teammanager Vergunningverlening a.i.

Portefeuille branches A

Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: https://www.odnzkg.nl/mozard/!suite86.scherm0325?mVrg=1891

(7)

Bijlagen

- aanvraagformulier;

- productomschrijving nummer 2015-666 van datum 1-10-2015;

- doorsnede wandopbouw bladnr 04 van datum 1-10-2015;

- principe details 2 bladnr 002 van datum 1-10-2015;

- principe details 3 bladnr 003 van datum 25-09-2015;

- werktekening bladnr 001 van datum 04-09-2015;

- traptekening TRA-1 van datum 12-10-2015;

- ventilatietekening S-09 van datum 10-12-2015.

Bezwaarclausule

Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u als u belanghebbende bent bij het besluit binnen zes weken na de dag van bekendmaking daarvan een bezwaarschrift indienen bij Het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, t.a.v. Cluster Inkoop en Juridische Zaken, Postbus 250, 2130 AG HOOFDDORP

Vermeld in uw bezwaarschrift altijd de datum, uw naam, adres, handtekening, het referentienummer/kenmerk van dit besluit (of stuur een kopie van het besluit mee) en de reden(en) waarom u bezwaar maakt. Dient iemand anders namens u een bezwaarschrift in, stuur dan een machtiging mee. Verder verzoeken wij u om uw telefoonnummer in het bezwaarschrift te vermelden.

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. In

spoedgevallen kan tijdens de bezwaarschriftprocedure een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, sector bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR HAARLEM

U kunt ook digitaal het verzoekschrift indienen bij de genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Voor het behandelen van het verzoek worden griffiekosten in rekening gebracht.

Voor meer informatie over het maken van bezwaar kunt u kosteloos de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’ bestellen via telefoonnummer 1400 (lokaal tarief) of downloaden van de volgende website: http://www.rijksoverheid.nl/documenten- en-publicaties/brochures/2015/04/14/bezwaar-en-beroep-tegen-een-beslissing-van-de- overheid.html.

(8)

VOORSCHRIFTEN

De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning, voor oprichten van een tijdelijke gebouw t.b.v. huisvesting KLM-sleepdienst bij de G-buffer onder zaaknummer153694 verleend op31 maart 2016 op de kadastrale locatieAI, perceelnummer 438 teSchiphol.

Het (ver)bouwen van een bouwwerk.

• Nadat de tijdelijke omgevingsvergunning voor het oprichten van een gebouw t.b.v.

huisvesting KLM-sleepdienst met een instandhoudingstermijn van 5 jaar, tot 4 februari 2021 is beëindigd dient het bouwwerk naar de oorspronkelijk staat te worden terug gebracht. Houdt u er rekening mee dat u waarschijnlijk hiervoor een sloopmelding nodig heeft.

• Op het bouwterrein moet de omgevingsvergunning aanwezig zijn. Indien van toepassing dienen eveneens aanwezig te zijn, de andere toestemmingen en het bouwveiligheidsplan. Op verzoek moeten deze stukken aan het bouwtoezicht ter inzage worden gegeven (Bouwbesluit 1.23).

Via de mail wordt u nader geïnformeerd over de te volgen werkwijze voor de start- en gereedmeldingen.

• Het bevoegd gezag wordt ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van de volgende werkzaamheden in kennis gesteld:

- de aanvang van de werkzaamheden, met inbegrip van ontgravingswerkzaamheden;

- de aanvang van het storten van beton.

Met de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat, voor zover nodig, door of namens het bevoegd gezag:

- de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en - het straatpeil is uitgezet.

• Het bouwwerk mag pas in gebruik worden genomen of gegeven nadat de toezichthouder van de beëindiging van de werkzaamheden in kennis is gesteld.

• Voor het bouwen moeten de nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen ten behoeve van de weg, de weggebruikers en naburige bouwwerken en hun gebruikers (Bouwbesluit 8.2).

• Als er bemaling moet gaan plaatsvinden bij een bouw (bronbemaling) waarbij u meer dan 1 m3 grondwater/uur onttrekt dan moet u dat op grond van de Waterwet melden bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. In sommige gevallen heeft u zelfs een vergunning nodig. Meer informatie kunt u vinden op www.rijnland.net en dan bij e-loket. Ook voor het lozen van grondwater geldt in veel gevallen een

meldingplicht.

(9)

Overige toestemmingen, meldingen en voorzieningen:

• Deze omgevingsvergunning is slechts verleend voor de activiteiten die genoemd zijn in het besluit. Mogelijk heeft u nog andere toestemmingen nodig voordat u start met uw project. Denkt u daarbij aan het volgende:

• Ten minste vier weken voor de voorgenomen aanvang van het gebruik dient schriftelijk een gebruiksmelding te worden ingediend bij het bevoegd gezag.

(www.omgevingsloket.nl).

• Voor het aanleggen van een uitrit naar een (openbare) weg heeft u een omgevingsvergunning nodig voor de activiteit ‘maken van een uitweg’.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het plaatsgebonden risico ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A1 vormt géén belemmering voor de ontwikkeling van het brandweeroefencentrum. 5.2

Voor de aspecten ‘geur’ en ‘geluid’ dient derhalve nader te worden onderzocht of enerzijds ter plaatse van de geprojecteerde woningen binnen het plangebied sprake is

de beoogde verandering van de inrichting of van de werking daarvan niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning

3 b Ik heb, hoewel afwezig met het li- chaam, maar aanwezig met de geest, na- melijk reeds besloten – alsof ik aanwezig was – om hem die dat zo gedaan heeft, 4 in de Naam van onze

De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en

Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor vergunning is verleend wordt, onverminderd de voorwaarden bij de vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het

Beschrijf waarom de verandering van de inrichting of de werking daarvan niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Het vrijkomende afval bestaat

Ten aanzien van de risico's als gevolg van de activiteiten zijn wij van mening dat wanneer binnen de inrichting conform de aan deze vergunning verbonden voorschriften en