• No results found

TRAJECT-WELZIJN FOLIO MBO METHODIEK VAN BEGELEIDEN GRATIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TRAJECT-WELZIJN FOLIO MBO METHODIEK VAN BEGELEIDEN GRATIS"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TRAJECT-WELZIJN FOLIO MBO METHODIEK VAN BEGELEIDEN GRATIS

Auteur: none Aantal pagina's: none pagina's Verschijningsdatum: 2010-07-01

Uitgever: ThiemeMeulenhoff bv EAN: 9789006924602

Taal: nl Link:

Download hier

(2)
(3)

Traject-Welzijn folio MBO Methodiek van begeleiden

De drie hoofddoelgroepen kun zowel intramuraal, extramuraal als semimuraal tegenkomen. Dat wil zeggen in een woonvoorziening, buiten een woonvoorziening thuis of in een tussenvorm. Beroepshouding Welke welzijnsopleiding je ook gekozen hebt, de beroepshouding is dezelfde. De beroepshouding steunt op vijf pijlers: betrokkenheid, empathie, assertiviteit, representativiteit en integriteit. Je moet graag met mensen willen werken, je kunnen verplaatsen in de gevoelens van de cliënt, je grenzen bewaken, de organisatie vertegenwoordigen en zorgvuldig en verantwoord en naar eer en geweten handelen.

Veel succes. Altijd werken van acht tot vijf, daar moet ik niet aan denken. Ik doe graag verschillende dingen en ik houd van onverwachte situaties.

Ik heb daarom ook gekozen voor sociaal-agogisch werk. Hierin kan ik mijn creativiteit kwijt en mijn werktijden zijn wisselend. Leuk toch om door de stad te banjeren als anderen moeten werken? Welke richting ik precies op wil, weet ik nog niet. De gehandicaptenzorg lijkt me heel boeiend, maar ook de kinderopvang trekt me aan. Welke leeftijdsgroep mij het meest ligt, moet ik nog ontdekken. Maar werken met mensen, dat past bij mij. Het liefst werk ik met een groep. Ik houd van gezelligheid. En in zo n groep is het elke dag weer anders. Zo vind ik steeds nieuwe uitdagingen.

Het samenwerken in een team vind ik een pluspunt.

Je hebt veel eigen inbreng, maar hebt ook steun aan collega s. En natuurlijk heb je ook met ouders en andere professionals te maken.

Samenwerken met al die verschillende mensen geeft zo veel inspiratie! Voor sociaal-agogisch werk welzijnswerk kies je als je graag met mensen werkt. Het is veelzijdig werk, waarmee je veel kunt betekenen voor de samenleving. Je kunt kiezen uit verschillende deelgebieden:

maatschappelijke zorg, pedagogisch werk of sociaal werk. Je werkt altijd met mensen, met mensen van alle leeftijden, met een bepaalde leeftijdsgroep of met mensen met een bepaalde problematiek.

Afhankelijk van het werkveld ligt de nadruk op zorg, begeleiding, activering of opvoeding. Leerdoelen Als je dit hoofdstuk hebt doorgewerkt, heb je de volgende leerdoelen bereikt: Je weet wat sociaal-agogisch werk welzijnswerk is; Je weet wat we bedoelen met het begrip welzijn; Je kent verschillende welzijnsberoepen op mbo-niveau; Je weet waar een goede beroepshouding aan voldoet; Je hebt jezelf beoordeeld op een goede beroepshouding. De theorie is opgesplitst in hoofdstukken en paragrafen met een logische onderlinge samenhang en opbouw. De titels van de hoofdstukken en paragrafen geven de inhoud weer.

Een casus geeft aan wat dit hoofdstuk te maken heeft met het beroep waarvoor de studenten worden opgeleid - antwoord op vragen als Waar gaat het hoofdstuk over? Waarom is dit voor een student belangrijk? Je vindt het belangrijk dat mensen het naar hun zin hebben, plezier hebben in het leven en mee kunnen doen. Sociaal-agogisch werk wordt daarom ook wel welzijnswerk genoemd. Dit is de beroepssector die zich richt op personen of groepen die vanwege een probleem niet volledig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Het doel van sociaal-agogisch werk is het beïnvloeden van gedrag van personen om te komen tot welzijn. De wetenschap die zich bezighoudt met het veranderen van gedrag is de agogiek. Vandaar dat jouw beroep ook wel eens wordt aangeduid met het begrip sociaal -agogisch werker. Agogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het veranderen van het gedrag van mensen Welzijn Welzijn is een begrip dat je maar moeilijk kunt omschrijven.

Welzijn heeft te maken met een gevoel van welbevinden. Het gaat dan niet om materiële voorspoed, maar om immateriële zaken. Het gaat dus niet om veel geld en een grote auto, maar om zich gelukkig voelen. Het betekent dat het zowel geestelijk als sociaal goed gaat met een persoon.

Welzijn is de mate van welbevinden. Definitie met begrip. Dat doe je door opvoeding, begeleiding, advisering, ondersteuning of door het aanbieden van activiteiten. Je werk is gericht op het functioneren van mensen: in hun eigen woon- en leefomgeving; in de sociale omgeving; als lid van de samenleving.

Eigen woon- en leefomgeving Mensen moeten in de eerste plaats goed kunnen functioneren in hun eigen woon- en leefomgeving. Dat is de basis van waaruit ze zich verder kunnen ontwikkelen en ontplooien. Vaak is dat het gezin waarin mensen opgroeien of een zelfstandige woonruimte.

Maar het kan ook een plek zijn waar mensen een deel van de dag of dag en nacht verblijven. Als agogisch werker kun je een rol spelen in het voorzien in de behoefte aan huisvesting, opvang, geborgenheid, veiligheid, relaties, spel, ontwikkeling en ontplooiing.

Sociale omgeving De leefwereld van mensen is groter dan de primaire leefomgeving. Ze wonen in een buurt, een wijk of een dorp. Ze gaan naar school, volgen een opleiding, hebben een baan of doen vrijwilligerswerk. Ze maken gebruik van allerlei voorzieningen die het leven aangenamer maken. Het is belangrijk dat zij ook daar hun weg in kunnen vinden en mee kunnen doen. De mens is tenslotte een sociaal wezen. Mensen hebben elkaar nodig. Het is ook belangrijk dat mensen weten welke voorzieningen er zijn en hoe ze er gebruik van kunnen maken.

In dit prototype zijn registerwoorden blauw. Het gaat om woorden die in het alfabetisch register worden opgenomen achter in het boek. Ze verwijzen naar bladzijden waar ze worden toegelicht of vaak aan de orde komen. In dit prototype zijn de begrippen rood. De begrippenlijst is achter de theorie van een leereenheid opgenomen. Het gaat om een lijst met begrippen die vakmatige uitleg behoeven. Op de site komt een integrale begrippenlijst. In een aantal paragrafen is een definitie opgenomen. Het gaat dan om het kernbegrip van de paragraaf. Een definitie valt op door kleur en lay-out. In dit prototype staat een definitie op een rode achtergrond. Niet iedereen zal hier even gemakkelijk in functioneren. Als sociaal-agogisch werker help en ondersteun je mensen hierbij. Samenleving Mensen maken deel uit van de samenleving als geheel.

Ze doen, als het goed is, mee aan het maatschappelijke en culturele leven en zijn actieve burgers. Actief meedoen betekent ook dat mensen invloed hebben op hun eigen leefsituatie. Dit alles draagt bij aan welzijn en geluk. Het geeft het leven inhoud en betekenis. Het werkterrein van de sociaal-agogisch werker ligt hier op het gebied van recreatie, kunst, cultuur, educatie, participatie en samenlevingsopbouw. Voordat je aan je opleiding begon, had je misschien al een idee over je toekomstige beroep. Misschien heb je ook al in de praktijk gewerkt. Je wilt bijvoorbeeld met kleuters werken op een basisschool, baby s opvangen in een kinderdagverblijf of activiteiten organiseren in een verzorgingshuis of buurthuis. Dat zijn allemaal beroepsgroepen die onder het sociaal-agogisch werk vallen. Je kunt kiezen voor maatschappelijke zorg, pedagogisch werk of sociaal werk. Binnen die deelgebieden kun je verdere keuzes maken.

Daarnaast zijn zij werkzaam in welzijnsinstellingen, justitiële inrichtingen, asielzoekerscentra, en ziekenhuizen. Verder zijn zij onder andere ook

(4)

inzetbaar in overige verzorgend-agogische functies binnen het sociaal agogisch werk of de verpleging en verzorging. Bron: KD Maatschappelijke zorg Als beroepskracht maatschappelijke zorg geef je ondersteuning en zorg aan mensen die door een beperking of andere omstandigheden hulp nodig hebben. Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen volwaardig mee kunnen doen aan de samenleving. Een beperking of ouderdom mag er niet de oorzaak van zijn dat mensen buiten spel staan en volkomen afhankelijk zijn van een ander.

Zorg en welzijn zijn twee aspecten van je werk. Wil je gaan werken in de maatschappelijke zorg, dan kun je de opleiding MZ gaan volgen. Dat kan op twee kwalificatieniveaus, niveau drie en niveau vier. Als je gaat werken op niveau vier doe je dezelfde werkzaamheden als een medewerker op niveau drie, maar je hebt wel meer verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld bij het opstellen van het ondersteuningsplan en het rapporteren over de ondersteuning die wordt geboden. Binnen de opleiding MZ kun je kiezen uit verschillende richtingen, ook wel profielen genoemd. Een kader is een tekst die geen onderdeel uitmaakt van de lopende tekst.

Het wordt er als het ware uitgelicht als illustratief element. Een kader heeft een afwijkende opmaak in het uiteindelijke boek. Het kan een eigen tekst zijn maar ook een citaat of een gedeelte uit een kranten- of tijdschriftartikel. Je staat mensen bij in hun gewone leefsituatie of in een dagcentrum waar mensen activiteiten komen doen. Wat nodig is lees je in de ondersteuningsplannen van de cliënten. Je hebt aandacht voor problemen die het gevolg van een beperking of ziekte zijn. Begeleider specifieke doelgroepen Als begeleider specifieke doelgroepen werk je met cliënten van alle leeftijden met chronische ziekten zoals psychiatrische en psycho-geriatrische stoornissen.

Je richt je afhankelijk van de cliënt of de situatie op herstel, behoud of ontwikkeling van de zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren. Op niveau vier kun je kiezen uit: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg. Als persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg werk je, net als de begeleider gehandicaptenzorg, met cliënten die een beperking hebben. Je hebt in deze functie meer coördinerende taken, rapporteert over de ondersteuning die wordt geboden en overziet de totale situatie van de cliënt. Ook heb je oog voor de ontwikkelingen in de organisatie en de samenleving die van belang zijn voor je cliënt en je werkzaamheden. De cliënten hebben één of meerdere geestelijke gezondheidsproblemen die hun lichamelijk, psychisch, sociaal en maatschappelijk functioneren beïnvloeden.

Thuisbegeleider De thuisbegeleider werkt vaak zelfstandig in lastige zorgsituaties bij cliënten in de thuissituatie. Het kan daarbij gaan om kwetsbare mensen die de regie over de eigen situatie dreigen te verliezen. Soms werk je in opdracht van een externe opdrachtgever, bijvoorbeeld de gemeente. Je hebt ook verantwoordelijkheden bij het opstellen van het ondersteuningsplan, de coördinatie van de ondersteuning in relatie tot de individuele cliënt en het rapporteren over ontwikkelingen Pedagogisch werk Een pedagogisch werker is betrokken bij de opvang en opvoeding van kinderen en jongeren tot 23 jaar.

Je hebt oog voor hun ontwikkeling en hun welzijn. Je houdt je bezig met de vraag hoe kinderen en jongeren in de samenleving tot bloei kunnen komen. Je hebt niet alleen te maken met het kind, maar ook met zijn ouders of verzorgers. Je overlegt met hen over hun kind, wisselt informatie uit en beantwoordt vragen. De pedagogisch werker werkt in het algemeen met een groep kinderen, d. De pedagogisch werker werkt met kinderen afkomstig uit alle lagen van de bevolking en heeft daardoor te maken met een grote diversiteit aan culturen, leefstijlen en maatschappelijke posities.

Bron: KD Pedagogisch werk Bij pedagogisch werk PW kun je kiezen uit drie opleidingen, je spreekt van profielen: Pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 3 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 Onderwijsassistent niveau 4 De pedagogisch medewerker

kinderopvang werkt in de kinderopvang. Je zorgt voor een veilige, vertrouwde omgeving. Je houdt je bezig met de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Je zorgt voor een balans tussen rust en structuur enerzijds en uitdaging, activiteiten en vrij spel anderzijds. Het gaat dan vaak om kinderen of jongeren met een ontwikkelingsachterstand. Je biedt veelal in groepsverband een stimulerende omgeving voor de ontwikkeling van elk kind. Je kunt een aansturende en begeleidende rol vervullen voor collega s en vrijwilligers. De onderwijsassistent werkt in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, speciaal onderwijs of in de volwasseneneducatie.

Je ondersteunt de leerkracht bij het geven van onderwijs. Je houdt je bezig met de vraag hoe leerlingen maximaal kunnen profiteren van het onderwijs. Je bereidt de leeromgeving voor, begeleidt leerlingen individueel of in groepjes en neemt taken van de leerkracht over. Een onderwijsassistent werkt altijd onder verantwoordelijkheid van de leerkracht Sociaal werk Als je je erg betrokken voelt bij de manier waarop mensen aan de maatschappij deelnemen, is het sociaal werk misschien wat voor jou. Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Je biedt ze mogelijkheden, ondersteunt hun initiatieven en geeft de mensen het gereedschap om actief mee te doen in de samenleving en hun positie te verbeteren. Hij werkt daarvoor vaak in of vanuit wijkaccommodaties. Sociaal werkers zijn ook werkzaam in overige welzijnsorganisaties, gemeentes, woonorganisaties, de maatschappelijke opvang, de buitenschoolse opvang, in de recreatie, sport en spel, kunst, cultuur en amusement waar onder culturele en kunstzinnige festivals , educatie en burgerschapsvorming.

Bron: KD Sociaal werk Bij sociaal werk SW kun je kiezen uit twee opleidingen, je spreekt van profielen: Sociaal-maatschappelijk dienstverlener niveau 4 Sociaal-cultureel werker niveau 4 Een sociaal-maatschappelijk dienstverlener biedt een luisterend oor, geeft raad en advies. Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen tot hun recht kunnen komen in de samenleving. Je hebt vooral te maken met mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn om de vragen en problemen die ze tegenkomen zelf op te lossen. Dat betekent niet dat jij ze dan maar voor hen oplost. Je helpt mensen om hun eigen problemen op te lossen en je ondersteunt hen daarin. Als het nodig is, regel je zelf ingewikkelde kwesties of je maakt het ze makkelijker door al contacten te leggen of te bemiddelen.

Een sociaal-cultureel werker levert een bijdrage aan het verbeteren van de sociale verhoudingen in de maatschappij. Je probeert het sociale gedrag van mensen positief te beïnvloeden. Daarmee versterk je het vermogen van de samenleving om problemen op te lossen. Je kunt je specialiseren in verschillende doelgroepen. Zo kun je kiezen voor een bepaalde leeftijdsgroep of voor een bepaalde problematiek.

Je kunt bijvoorbeeld met kinderen werken, met jongeren in een jeugdcentrum of op straat, met volwassenen of met ouderen. Voor deze groepen ontwikkel je een vrijetijdsaanbod van sociale en culturele activiteiten. Het gaat daarbij niet alleen om vermaak, maar vooral ook om ontmoeting en educatie. Je kunt ook kiezen voor het begeleiden en coachen van nieuwkomers, voortijdig schoolverlaters of daklozen. En je kunt werken aan de leefbaarheid en sociale samenhang in probleemwijken. De activiteiten, diensten en projecten zijn er op gericht om het samenleven in de buurt te

(5)

verbeteren. Je geeft mensen het gereedschap om zelf wat van hun leven te maken. Ook jij hebt je motieven om aan deze opleiding te beginnen. Iets met mensen, dat leek me wel leuk, is een veelgehoord antwoord. Het is belangrijk dat je de volgende zaken in ieder geval leuk vindt: werken met mensen; afwisseling; uitdagingen; veel mogelijkheden Werken met mensen Als je graag met mensen werkt, is een baan in het agogisch werk een goede keus.

De groep mensen waarmee je werkt, noemen we de doelgroep. Dat is de cliëntengroep waar je mee werkt. Dat kunnen mensen met problemen zijn, 11 Je werkt met mensen uit alle lagen van de samenleving: jong en oud, rijk en arm, hoog en laag opgeleid, met een Nederlandse of niet- nederlandse achtergrond, al dan niet met problemen. Misschien werk je graag met kinderen, of vind je het een uitdaging om met jongeren te werken. Misschien liggen volwassenen of ouderen je beter. Kinderen zijn in ontwikkeling, daarom ben je bij kinderen bezig met opvoeden. Bij volwassenen spreek je van begeleiden. Jouw doelgroep bestaat uit de cliënten waar je werk op is gericht Afwisseling Als je van afwisseling houdt, zit je in deze sector goed. Werken met mensen zorgt altijd voor verrassingen. Geen mens is tenslotte hetzelfde. Bij de ene werksoort is die afwisseling groter dan bij de andere. Maar het werk is zelden te vergelijken met een gemiddelde kantoorbaan.

Het sociaal-agogisch werk is een creatief vak met veel mogelijkheden voor eigen initiatief Uitdaging Natuurlijk is het werk niet alleen maar leuk. Je komt ook voor moeilijke situaties te staan. Het werk is soms zwaar en eist veel van je. Je werkt met mensen met heel verschillende achtergronden en vaak met kwetsbare doelgroepen. Je werkt zelfstandig, maar ook samen met anderen. Soms lijkt het of je weinig bereikt en is het moeilijk om positief te blijven. Kortom, het is ook werk dat veel energie kan kosten.

Voor veel professionals is dat juist de uitdaging. Sjaak begeleidt jongeren en jongvolwassenen die vastgelopen zijn, geen werk hebben en geen diploma: De problemen die ik tegenkom, zijn soms gigantisch. Sommige mensen hebben in hun jonge leven zo veel meegemaakt en zo veel tegenslag gehad, dat wil je niet geloven. Die hebben het helemaal gehad, hebben alle vertrouwen verloren en willen niks. Het is niet gemakkelijk om ze te motiveren en op het juiste spoor te zetten. Maar als het dan lukt, geeft dat ook heel veel voldoening Mogelijkheden Je kunt op verschillende manieren in het sociaal-agogisch werk aan de slag. Zowel de opleiding als het werk bieden veel mogelijkheden. Je kunt een dagopleiding volgen, maar ook studeren naast je werk. Op basis van de ervaringen die je al hebt, kun je een traject op maat volgen. Je kunt op een laag niveau instappen en doorstromen naar hogere functies door werk en studie te combineren.

Je kunt kiezen uit duizend-en-een verschillende werkomgevingen en groepen mensen, van een redelijk ontspannen baan tot een pittige baan die veel spanning met zich meebrengt. De werktijden zijn vaak heel flexibel en een parttimebaan is meestal geen probleem. Je kunt ook vrij

gemakkelijk veranderen van werkomgeving. Te weinig of juist te veel uitdaging? Dan zoek je gewoon een andere doelgroep of werkomgeving. Het resultaat van je werk is afhankelijk van hoe je met die mensen omgaat.

Daar is een juiste beroepshouding bij nodig. Definitie 12 Jouw persoonlijkheid moet passen bij die elementen. Ze horen bij jou als persoon. Het gaat om eigenschappen die in aanleg aanwezig zijn. Ze horen bij jouw manier van doen. Een ander zal zeggen: dat is typisch voor hem of haar. Dat wil niet zeggen dat ze altijd zichtbaar zijn. Je kunt je beroepshouding ook ontwikkelen tijdens je opleiding, maar de aanleg ervoor moet je dan wel al in je hebben Betrokkenheid Eén van de onderdelen van een juiste beroepshouding is betrokkenheid. Die uit zich in liefde voor het vak. Je werkt niet alleen graag met mensen, maar je wilt ze ook graag iets meegeven. Je vindt het welbevinden welzijn van mensen belangrijk en daar wil je graag aan bijdragen.

Je gelooft in de kracht die ieder mens in zich heeft om wat van zijn leven te maken. Je hebt het vertrouwen dat een betere samenleving mogelijk is.

Jouw basishouding is positief. Tegelijkertijd kun je de nodige professionele afstand bewaken tussen jou en je cliënt. Je gelooft er bijvoorbeeld niet in dat je de overlast van jongeren in een wijk oplost met alleen maar zwaardere straffen. Hij gelooft in de kansen van iedere jongere en zal blijven zoeken naar een aanpak die jongeren helpt om die kansen te benutten Empathie In elk beroep in het sociaal-agogisch werk is het belangrijk dat je je kunt inleven in de ander. Inlevingsvermogen heet ook wel empathie. In je werk krijg je vaak te maken met mensen die een andere achtergrond hebben dan jij. Dat kunnen mensen zijn met een ander geloof, mensen die van oorsprong uit een ander land komen, mensen met andere gewoonten en gebruiken enzovoort.

Er is sprake van diversiteit. Diversiteit-sensitief Op haar website schrijft de gemeente Maastricht dat iedere inwoner van de stad gevestigd of nieuwkomer de kans moet hebben op een gelijkwaardige wijze deel te nemen. Ongeacht sekse, huidskleur, leeftijd, mate van gezondheid, seksuele voorkeur, religieuze en politieke overtuiging, burgerlijke staat, opleiding en met gelijke rechten, plichten, kansen en vrijheden. Het uitgangspunt in Maastricht is dat diversiteit geen last is, maar een lust. Maastricht wil diversiteit-sensitief zijn en geeft als voorbeelden: het niet toestaan van discriminatie en het bestrijden van vooroordelen oog hebben voor de individuele keuze van burgers gebruikmaken van verschillende invalshoeken.

Je kunt anderen alleen goed helpen en begeleiden als je een situatie vanuit hun standpunt kunt zien. Je kunt ook zeggen dat je gevoelig moet zijn voor diversiteit.

De kennis van cliënten met verschillende achtergronden en het begrip daarvoor duidt je aan met de term diversiteit-sensitief. Een pedagogisch medewerker kan vinden dat ouders maar tijd moeten maken om met hun kind te spelen. Als ouders dat vanuit hun cultuur niet gewend zijn, geen idee hebben wat je met een jong kind moet ondernemen, een drukke baan of een groot gezin hebben of zorgen hebben, is dat makkelijker gezegd dan gedaan.

Alleen als de pedagogisch medewerker begrip toont voor de situatie van de ouder, ervan uitgaat dat ouders het beste voor hun kind willen en samen met de ouders naar een oplossing zoekt die bij hun situatie past, zal er resultaat zijn Assertiviteit Assertiviteit wil zeggen dat je niet over je heen laat lopen en dat je doortastend kunt optreden. Je kunt opkomen voor jezelf.

Het is een belangrijke voorwaarde om je in deze sector staande te houden. Je houdt daarbij zowel rekening met de gevoelens van de mensen voor wie je werkt als met je eigen positie en verantwoordelijkheden. Je bewaakt je eigen grenzen. Je hebt respect voor de ander, maar verwacht ook respect terug. Je kent je eigen taak en positie. Dat betekent dat je ook nee kunt zeggen als je werkbelasting te groot wordt of als er iets van je gevraagd wordt dat niet tot jouw deskundigheid hoort. Je denkt dan wel mee over een andere oplossing. Als je bijvoorbeeld werkt in een wijk met

(6)

grote verschillen in sociale en culturele achtergrond, is het belangrijk om steeds je eigen positie in de gaten te houden.

Je krijgt te maken met vaak tegenstrijdige belangen: kinderen hebben ruimte nodig om te spelen, volwassenen hebben geen zin om lang naar een parkeerplaats te zoeken als ze van hun werk komen, ouderen willen hun rust en jongeren die in een overvol huis wonen, willen een plek om elkaar te ontmoeten. Iedereen wil wat van je. Je populair maken bij de ene groep door hun wensen te vervullen, levert boze gezichten en wantrouwen op van de andere groep.

Je kunt alleen bijdragen aan een beter leefklimaat als je in oplossingen denkt waarin iedereen tot zijn recht komt en waarin iedereen duidelijkheid heeft over zijn eigen taak en positie Representativiteit Net als bij vrijwel iedere baan wordt van jou verwacht dat je prettig met anderen omgaat en dat je er verzorgd uitziet. Dat noem je ook wel representativiteit. Als je bij een winkelketen werkt, ziet de klant aan je bedrijfskleding dat je bij het personeel hoort.

Aan de manier waarop je met de klant omgaat, herkent de klant je als vertegenwoordiger van een bepaald bedrijf. Afhankelijk van het bedrijf waarvoor je werkt, spreek je de klant bijvoorbeeld aan met je of met u en neem je afscheid met doei of met nog een prettige dag. Ook in het welzijnswerk vertegenwoordig je de organisatie waarvoor je werkt. Daar ben je je van bewust en je gedraagt je volgens de normen en waarden die bij die organisatie horen. Om dat te kunnen doen heb je sociale vaardigheden nodig, zeg maar de eigenschappen om goed met anderen om te kunnen gaan. Denk aan het voeren van gesprek. Cliënten moeten er bijvoorbeeld van op aan kunnen dat je zorgvuldig omgaat met de dingen die ze jou toevertrouwen en die jij over ze weet. De meeste beroepen hebben hiervoor een beroepscode.

Daarin staat hoe je omgaat met informatie en aan welke waarden en normen je je hoort te houden. Mensen moeten zich veilig bij jou kunnen voelen. Je bewaakt ook dat de mensen waarvoor jij verantwoordelijk bent zich houden aan gangbare normen en waarden. Pesten en

discriminerende opmerkingen accepteer je bijvoorbeeld niet. Werk je bijvoorbeeld als begeleider gehandicaptenzorg, waarbij je ondersteuning biedt aan cliënten die in hun eigen appartement wonen, dan treed je op als je merkt dat een cliënt gepest wordt. Verder vertel je niet aan je vrienden hoe het zit met de relatie tussen Peter en zijn ouders. Of over de problemen die Marije heeft met haar vriend en het feit dat ze de pil gebruikt. Wil je meer weten over welzijnswerk? Ga dan naar de website en leer meer over de geschiedenis van het welzijnswerk. In de KD s staan bij de werkprocessen in het basisdeel aandachtspunten geformuleerd per profiel. Waar nodig worden deze in de verdiepingsstof verwerkt.

Verdiepende leerstof bieden we aan op de website. De verdiepingsstof krijgt maximaal woorden. Bij de verdiepingsstof horen opdrachten. Zie ook hoofdstuk 1. Ze is hier begonnen als vakantiekracht. Een goede kennis tipte haar voor dat baantje. De zorg had haar altijd wel wat geleken, maar aan mensen met een verstandelijke beperking had ze nooit gedacht. Tot haar verrassing bleek het werk haar erg goed te liggen. Ik vond het eerst wel een beetje eng, maar het zijn heel erg lieve mensen. Nou ja, niet altijd hoor. Sommigen hebben een speciale gebruiksaanwijzing. Je moet de goede snaar weten te raken. Net als kinderen zijn ze heel spontaan en eerlijk. En ze kunnen veel meer dan ik eerst had gedacht. Verschillende bewoners hebben een baan in het reguliere bedrijfsleven. Op kantoor of bij een supermarkt zijn altijd wel geschikte taken waarmee ze zich nuttig kunnen maken. Wij zorgen dat ze s morgens op tijd en verzorgd de deur uitgaan. De een heeft daar meer hulp bij nodig dan de ander. Maar wat ze zelf kunnen, doen ze ook zelf.

En trots dat ze dan zijn als het lukt! Marcel, een van de bewoners, is pasgeleden zelfstandig gaan wonen. Wel met begeleiding natuurlijk. Zijn flatje is schitterend strak ingericht. En hij heeft nu eindelijk plaats voor zijn verzameling modelauto s. Inmiddels combineert Simone haar baan in het gezinsvervangend huis met de opleiding maatschappelijke zorg.

Nu ik leer hoe ik met verschillende situaties om moet gaan, wordt het werk alleen nog maar leuker. Het is echt mijn ding! Jij bent begonnen aan een mbo-opleiding in de maatschappelijke zorg MZ. Deze richting past goed bij je als je feeling hebt met zorg en begeleiding van mensen die het in hun eentje niet redden. Je kunt werken met mensen met een verstandelijke of een lichamelijke beperking, met ouderen of met mensen die door hun persoonlijke situatie ondersteuning nodig hebben. Bij sommige functies ligt de nadruk op zorg en begeleiding bij het wonen, bij andere op

activering. Door je goed te oriënteren, kom je erachter waar je hart ligt en wat je sterke kanten zijn.

Maatschappelijke zorg of MZ is een deelgebied van sociaal-agogisch werk. In de maatschappelijke zorg ondersteun je cliënten bij zelfredzaamheid en het sociaal functioneren. Je werkt in de gehandicaptenzorg, ouderenzorg of met specifieke dovelgroepen zoals mensen die asiel zoeken, dakloos zijn of een verslaving hebben. Mee kunnen doen, daar draait het om in de maatschappelijke zorg. Ook mensen met een verstandelijke of

lichamelijke beperking en kwetsbare ouderen moeten op hun eigen manier actief deel kunnen nemen aan de samenleving. Dat kan vaak met enige ondersteuning. Die ondersteuning geeft de beroepskracht maatschappelijke zorg. Simone ontdekte bij toeval dat het werk met mensen met een verstandelijke beperking haar goed lag. Maar je kunt ook kiezen voor een andere werkomgeving of doelgroep. Als Simone haar studie op niveau 4 heeft afgerond, kan ze woonbegeleider worden en mensen als Marcel ondersteunen bij het zelfstandig wonen. Je kunt ook kiezen voor mensen met een lichamelijke beperking of voor ouderen in een zorgcentrum.

Of dit werk iets voor jou is, ontdek je door je er goed op voor te bereiden. Waar werk je en met wie? Wat houdt het werk in? Wat moet je er voor kunnen en wat zijn je toekomstmogelijkheden? Die kent twee domeinen: verpleging en verzorging en sociaal-agogisch werk. De

maatschappelijke zorg heeft met beide domeinen te maken. Je begeleidt mensen niet alleen bij hun activiteiten, maar geeft ze ook de zorg die ze, afhankelijk van hun beperking, nodig hebben. En als je daarvoor gekwalificeerd bent, zorg je bijvoorbeeld dat ze op tijd hun medicijnen krijgen. Je werkt in de gehandicaptenzorg of met specifieke doelgroepen. Je hebt daar een baan als begeleider, groepsleider, groepswerker, woonbegeleider of activiteitenbegeleider Het werk Als beroepskracht maatschappelijke zorg heb je een begeleidende en een verzorgende taak.

Je ondersteunt mensen bij het functioneren in hun eigen leefomgeving. Mensen wonen afhankelijk van de woonvorm meer of minder zelfstandig. Je zorgt dat ze hun eigen leven vorm en inhoud kunnen geven. Je ondersteunt en begeleidt ze bij hun activiteiten. Je zoekt samen met ze naar een geschikte opleiding of werkomgeving en een actieve invulling van hun vrije tijd. Je ondersteunt ze bij het leggen en onderhouden van contacten met vrienden en familie. Je ondersteunt en stimuleert cliënten ook om actief deel te nemen aan de samenleving. Dat is de agogische kant van je werk.

Daarnaast heb je verzorgende en verplegende taken. Zie ook hoofdstuk. Het gaat daarbij om algemene dagelijkse levensverrichtingen adl en hun

(7)

gezondheid. Mensen met een beperking kunnen niet alles zelf. Mensen met een verstandelijke beperking hebben niet altijd zelf in de gaten dat ze iets mankeren. Je moet dus extra waakzaam zijn voor signalen. Je maakt samen afspraken met de arts of de specialist.

Je zorgt ook dat mensen op tijd hun medicijnen krijgen. Je zorgt dat ze prettig kunnen leven en zo veel mogelijk de regie in eigen hand houden. Als je een woongroep begeleidt, zorg je voor een goede sfeer en een prettige omgang met elkaar. Omdat je met mensen met een beperking te maken hebt, zul je steeds moeten inschatten wat jouw rol is: activeren, stimuleren, ondersteunen of zorgen. Zelf kunnen ze immers lang niet altijd aangeven waar hun behoeften en mogelijkheden liggen De organisatie Als beroepskracht maatschappelijke zorg werk je meestal in een team, waarin je verantwoordelijk bent voor je eigen werkzaamheden. Daarbij word je wel aangestuurd door je team en een leidinggevende van de organisatie. Je kunt bij veel verschillende organisaties werken, zowel in het sociaal-agogisch werk als in de verpleging en verzorging. Denk bijvoorbeeld aan een woonvoorziening zoals een gezinsvervangend tehuis. Maar je kunt ook werken in de dagbesteding, bij een welzijnsinstelling, een justitiële jeugdinrichting, een asielzoekerscentrum, een verpleeghuis of een ziekenhuis.

Je zult je dus goed moeten oriënteren waar jouw belangstelling naar uitgaat en waar jij je het meeste thuis zult voelen. Voor die oriëntatie, maar ook als je straks echt werkt is het handig om een goed overzicht te hebben van de verschillende zorg- en welzijnsorganisaties in jouw regio. Zo n overzicht noem je een sociale kaart. Behalve zorg en welzijn kom je vaak ook het onderwijs, gemeentelijke instanties en belangenorganisaties tegen. Soms ook sportverenigingen. De sociale kaart bevat niet alleen de naam van een organisatie, maar ook informatie over contactpersonen, doelgroepen en doelen De doelgroep Het hangt van de organisatie af met welke doelgroep je werkt. Je kunt met jongvolwassenen werken, met ouderen of met de brede groep volwassenen. Je zult in het algemeen werken met mensen die een bepaalde problematiek hebben. Daarbij kun je denken aan de volgende specifieke doelgroepen voor MZ of een combinatie daarvan: mensen met een verstandelijke beperking; mensen met een lichamelijke beperking; mensen met een zintuiglijke beperking; mensen met psychiatrische problemen; mensen met psychosociale of

gedragsproblemen; mensen die te maken hebben met huiselijk geweld; aanstaande tienermoeders; mensen in de maatschappelijke opvang; mensen met beperkingen als gevolg van ouderdom; mensen in een justitiële jeugdinrichting.

Het hangt van je opleidingsniveau af en de richting die je hebt gekozen, met welke doelgroep je mag werken. Op niveau 3 kun je algemeen worden ingezet en werk je meestal 18 Op niveau 4 kun je je verder specialiseren en krijg je voor een deel andere verantwoordelijkheden.

Extramuraal Alle vormen van hulpverlening waarbij de cliënt thuis woont en daar ondersteuning krijgt. Ook wel: thuisopvang of ambulante hulpverlening. Intramuraal Alle vormen van hulpverlening waarbij de cliënt in een instelling woont. Ook wel: residentiële hulpverlening of uursopvang. Semimuraal Alle vormen van hulpverlening waarbij de cliënt naar een instelling gaat voor dagbehandeling, maar thuis woont.

Ook wel: semiresidentiële hulpverlening. Definitie 2. In de gehandicaptenzorg zijn veel verschillende soorten voorzieningen waar je kunt werken.

Mensen met een beperking wonen veel minder dan vroeger in grote instellingen in het buitengebied. Er wordt zorg op maat geboden. Er wordt gekeken welke zorg iemand nodig heeft, waar zijn of haar behoeften liggen en wat zijn of haar wensen zijn. De zorg kan extramuraal zijn of intramuraal. Extramuraal wil zeggen buiten de muren, iemand woont dan thuis of op zichzelf. Hij of zij krijgt de zorg die nodig is in de eigen leefomgeving. Bij intramurale zorg woont iemand binnen een instelling. Er zijn ook tussenvormen mogelijk. Iemand woont thuis, maar krijgt overdag zorg of behandeling bij een zorgorganisatie. Dat noem je semimuraal Dagopvang Met dagopvang bedoelen we semimurale voorzieningen voor cliënten waarvoor begeleiding in de eigen omgeving onvoldoende is.

Er zijn vormen van dagopvang voor kinderen, volwassenen en ouderen. Er zijn bijvoorbeeld revalidatiecentra voor verschillenden doelgroepen.

Een revalidatiecentrum is een voorziening waar cliënten met lichamelijk letsel of een functionele beperking behandeld kunnen worden. Dat kan intramuraal, maar ook semimuraal. Voor kinderen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking is dat een uitkomst.

Uit , paperback, goed. Haar onstuimige hart Nummer 16 Schrijver: Cartland. Harlequin Holland. Uit , Redelijk, papercover, bldz. Hamsters, Alles over; aanschaf, verzorging, voeding, ziekten, hun taal. Paperback, goed, 72 bldz. Redelijk, papercover, bldz. Wolters Noordhoff. Zomer en Keunings. Uit , paperback, Redelijk, bldz. Nog een boek van Kosmos. Heks van Arroglin Schrijver: Wavell Arthur. Boek komt uit , hardcover, goed. Herinneringen voor de toekomst Schrijver: Jan Durk Tuinier. Stichting comité Nationale Feestdagen Gemeente Ede. Luitingh Sijthoff. Uit , hardcover, goed, bldz. Het achterhuis, dagboekbrieven 12 juni - 1 augustus Schrijver: Anne Frank.

Met een inleiding van Annie Romijn - Verschoor, linnenband, bldz. Het Appeltaart mysterie Schrijver: R. Voorhoeve, J. Het Beste Dierenboek Schrijver: Diverse schrijvers. Readers's Digest, The. Het duivelseiland 2e druk Schrijver: Charles Pean. Uit , bldz. Matig exemplaar scheurtje in het voorkant,. Het Enige hart Schrijver: Matthijs Vermeulen. Bezige Bij, De. Patrimonium woonstichting Veenendaal. Het geheim der gezondheid Schrijver: Briede, Dr.

Universiteit voor zelfstudie, s'-Gravenhage. Betreft een blauw gebonden exemplaar uit onbekend jaar in goede staat, bldz. Het geld ligt op straat, Saffierreeks 34 Schrijver: P. Spaarnestad, De - Haarlem. Kerco Ridderkerk. Uit , witte omslag, goed, bldz. Moeilijk verkrijgbaar. Het jaar emotie in nieuws en sport Schrijver: Diverse. Telegraaf, De. Hardcover, Goed, bldz. Het Keerpunt heet liefde Nummer 20 1e druk Schrijver: Cartland.

Paperback, Redelijk. Het laatste offer Schrijver: Hammesfahr, P. Geus, De Spanning.

Het liefdeskomplot Schrijver: Konsalik, H. Boekerij, De - Baarn. Hardcover, goed, naam in het boek, bldz. Het ongetemd verlangen Schrijver:

Rosemary Rogers. Bruna Uitgevers, A. Het politieraadsel, Nr. Het slot van de blauwe Vogels Schrijver: Konsalik, H. Het Toiletboek Schrijver:

Onbekend. Slingenberg Boekproducties. Spectrum, Uitgeverij Het.

Methodiek van begeleiden. Orientatie op sociaal-agogisch werk. Pedagogisch-didactisch begeleiden. Pedagogische begeleiding 4. Werken in het basisonderwijs. De professionele werker in de maatschappelijke zorg. Zorg bij gezondheid, ziekte en ongeval. Basiscalculaties voor de

commerciële sector. Basiscalculaties voor de commerciële sector - rekenvaardigheid Basisdeel. Basiscalculaties voor de commerciele sector Rekenvaardigheid. Basiscalculaties voor marketing. Basiscalculaties voor marketing Rekenvaardigheid. Basisdeel marktonderzoek. BPV Verkoop optimaliseren. BPV Verkopen. BPV-katern Afrekenen en een brug naar niveau. Click met online marketing. Economie en recht. Financieel management.

(8)

Het salestraject. Het salestraject Basisdeel. Inleiding op marktonderzoek. Internationale handel 1. Juridisch beheer. Leidinggeven 1. Leidinggeven deel B. Lekker zelf ondernemen. Lekker zelf ondernemen - rekenvaardigheid. Logisch Logistiek. Logistiek management 1. Marketing en marktonderzoek basisdeel. Marketing in de praktijk 1.

Marketingmanagement Basisdeel. Ondernemend gedrag niveau folio. Ondernemend gedrag niveau Ontwikkelingen in de maatschappij voor helpenden Tekstboek. Organisatiebeleid uitvoeren en formuleren 2 Niveau 4. Personeelsmanagement Theorieboek. Personeelsmanagement Vestigingsmanager groothandel. Personeelsmanagement detailhandel. Rekenen in de retail 1 niveau 3 en 4. Rekenvaardigheid niveau 2.

Rekenvaardigheid niveau 3 en 4. Sales in de praktijk. Verkoop optimaliseren MBO Detailhandel leerlingenboek. Verkoopteam leiden niveau 3 en 4. Werken in de commerciële sector. Werken in de detailhandel. Werken in de detailhandel, goederen komen binnen Niveau 2. Werken in de marketing. Werken in de retail niveau 2. Straat: Nummer:. Boeken Categorieën Studieboeken Gezondheidszorg. Hautvast-Haaksma, H.

BoekenBinck uit Purmerend. Zodra U een bestelling heeft geplaatst ontvangt U zo spoedig mogelijk een bevestigings-email van ons. Alle bestellingen worden zorgvuldig verpakt en na ontvangst van de betaling zo spoedig mogelijk verzonden. Verzenden naar naar overige buitenlandse bestemmingen is geen probleem, bij vergoeden van de verzendkosten. Voor vragen kunt U ons altijd een berichtje sturen. Verder lezen.

Afbeeldingen Klik om te vergroten.

Het kan een eigen tekst zijn maar ook een citaat of een gedeelte uit een kranten- of tijdschriftartikel. Je staat mensen bij in hun gewone leefsituatie of in een dagcentrum waar mensen activiteiten komen doen. Wat nodig is lees je in de ondersteuningsplannen van de cliënten. Je hebt aandacht voor problemen die het gevolg van een beperking of ziekte zijn. Begeleider specifieke doelgroepen Als begeleider specifieke doelgroepen werk je met cliënten van alle leeftijden met chronische ziekten zoals psychiatrische en psycho-geriatrische stoornissen. Je richt je afhankelijk van de cliënt of de situatie op herstel, behoud of ontwikkeling van de zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren.

Op niveau vier kun je kiezen uit: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg. Als persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg werk je, net als de begeleider gehandicaptenzorg, met cliënten die een beperking hebben. Je hebt in deze functie meer coördinerende taken, rapporteert over de ondersteuning die wordt geboden en overziet de totale situatie van de cliënt. Ook heb je oog voor de ontwikkelingen in de organisatie en de samenleving die van belang zijn voor je cliënt en je werkzaamheden. De cliënten hebben één of meerdere geestelijke gezondheidsproblemen die hun lichamelijk, psychisch, sociaal en maatschappelijk functioneren beïnvloeden. Thuisbegeleider De thuisbegeleider werkt vaak zelfstandig in lastige zorgsituaties bij cliënten in de thuissituatie.

Het kan daarbij gaan om kwetsbare mensen die de regie over de eigen situatie dreigen te verliezen. Soms werk je in opdracht van een externe opdrachtgever, bijvoorbeeld de gemeente. Je hebt ook verantwoordelijkheden bij het opstellen van het ondersteuningsplan, de coördinatie van de ondersteuning in relatie tot de individuele cliënt en het rapporteren over ontwikkelingen Pedagogisch werk Een pedagogisch werker is betrokken bij de opvang en opvoeding van kinderen en jongeren tot 23 jaar. Je hebt oog voor hun ontwikkeling en hun welzijn. Je houdt je bezig met de vraag hoe kinderen en jongeren in de samenleving tot bloei kunnen komen.

Je hebt niet alleen te maken met het kind, maar ook met zijn ouders of verzorgers. Je overlegt met hen over hun kind, wisselt informatie uit en beantwoordt vragen. De pedagogisch werker werkt in het algemeen met een groep kinderen, d. De pedagogisch werker werkt met kinderen afkomstig uit alle lagen van de bevolking en heeft daardoor te maken met een grote diversiteit aan culturen, leefstijlen en maatschappelijke posities.

Bron: KD Pedagogisch werk Bij pedagogisch werk PW kun je kiezen uit drie opleidingen, je spreekt van profielen: Pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 3 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 Onderwijsassistent niveau 4 De pedagogisch medewerker kinderopvang werkt in de kinderopvang.

Je zorgt voor een veilige, vertrouwde omgeving. Je houdt je bezig met de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Je zorgt voor een balans tussen rust en structuur enerzijds en uitdaging, activiteiten en vrij spel anderzijds. Het gaat dan vaak om kinderen of jongeren met een

ontwikkelingsachterstand. Je biedt veelal in groepsverband een stimulerende omgeving voor de ontwikkeling van elk kind. Je kunt een aansturende en begeleidende rol vervullen voor collega s en vrijwilligers.

De onderwijsassistent werkt in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, speciaal onderwijs of in de

volwasseneneducatie. Je ondersteunt de leerkracht bij het geven van onderwijs. Je houdt je bezig met de vraag hoe leerlingen maximaal kunnen profiteren van het onderwijs. Je bereidt de leeromgeving voor, begeleidt leerlingen individueel of in groepjes en neemt taken van de leerkracht over. Een onderwijsassistent werkt altijd onder verantwoordelijkheid van de leerkracht Sociaal werk Als je je erg betrokken voelt bij de manier waarop mensen aan de maatschappij deelnemen, is het sociaal werk misschien wat voor jou.

Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Je biedt ze mogelijkheden, ondersteunt hun initiatieven en geeft de mensen het gereedschap om actief mee te doen in de samenleving en hun positie te verbeteren. Hij werkt daarvoor vaak in of vanuit wijkaccommodaties. Sociaal werkers zijn ook werkzaam in overige welzijnsorganisaties, gemeentes, woonorganisaties, de

maatschappelijke opvang, de buitenschoolse opvang, in de recreatie, sport en spel, kunst, cultuur en amusement waar onder culturele en kunstzinnige festivals , educatie en burgerschapsvorming. Bron: KD Sociaal werk Bij sociaal werk SW kun je kiezen uit twee opleidingen, je spreekt van profielen: Sociaal-maatschappelijk dienstverlener niveau 4 Sociaal-cultureel werker niveau 4 Een sociaal-maatschappelijk dienstverlener biedt een luisterend oor, geeft raad en advies.

Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen tot hun recht kunnen komen in de samenleving. Je hebt vooral te maken met mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn om de vragen en problemen die ze tegenkomen zelf op te lossen. Dat betekent niet dat jij ze dan maar voor hen oplost. Je helpt mensen om hun eigen problemen op te lossen en je ondersteunt hen daarin. Als het nodig is, regel je zelf ingewikkelde kwesties of je maakt het ze makkelijker door al contacten te leggen of te bemiddelen. Een sociaal-cultureel werker levert een bijdrage aan het verbeteren van de sociale verhoudingen in de maatschappij.

(9)

Je probeert het sociale gedrag van mensen positief te beïnvloeden. Daarmee versterk je het vermogen van de samenleving om problemen op te lossen. Je kunt je specialiseren in verschillende doelgroepen. Zo kun je kiezen voor een bepaalde leeftijdsgroep of voor een bepaalde

problematiek. Je kunt bijvoorbeeld met kinderen werken, met jongeren in een jeugdcentrum of op straat, met volwassenen of met ouderen.

Voor deze groepen ontwikkel je een vrijetijdsaanbod van sociale en culturele activiteiten. Het gaat daarbij niet alleen om vermaak, maar vooral ook om ontmoeting en educatie. Je kunt ook kiezen voor het begeleiden en coachen van nieuwkomers, voortijdig schoolverlaters of daklozen. En je kunt werken aan de leefbaarheid en sociale samenhang in probleemwijken. De activiteiten, diensten en projecten zijn er op gericht om het samenleven in de buurt te verbeteren. Je geeft mensen het gereedschap om zelf wat van hun leven te maken. Ook jij hebt je motieven om aan deze opleiding te beginnen. Iets met mensen, dat leek me wel leuk, is een veelgehoord antwoord. Het is belangrijk dat je de volgende zaken in ieder geval leuk vindt: werken met mensen; afwisseling; uitdagingen; veel mogelijkheden Werken met mensen Als je graag met mensen werkt, is een baan in het agogisch werk een goede keus.

De groep mensen waarmee je werkt, noemen we de doelgroep. Dat is de cliëntengroep waar je mee werkt. Dat kunnen mensen met problemen zijn, 11 Je werkt met mensen uit alle lagen van de samenleving: jong en oud, rijk en arm, hoog en laag opgeleid, met een Nederlandse of niet- nederlandse achtergrond, al dan niet met problemen. Misschien werk je graag met kinderen, of vind je het een uitdaging om met jongeren te werken. Misschien liggen volwassenen of ouderen je beter. Kinderen zijn in ontwikkeling, daarom ben je bij kinderen bezig met opvoeden. Bij volwassenen spreek je van begeleiden. Jouw doelgroep bestaat uit de cliënten waar je werk op is gericht Afwisseling Als je van afwisseling houdt, zit je in deze sector goed.

Werken met mensen zorgt altijd voor verrassingen. Geen mens is tenslotte hetzelfde. Bij de ene werksoort is die afwisseling groter dan bij de andere. Maar het werk is zelden te vergelijken met een gemiddelde kantoorbaan. Het sociaal-agogisch werk is een creatief vak met veel

mogelijkheden voor eigen initiatief Uitdaging Natuurlijk is het werk niet alleen maar leuk. Je komt ook voor moeilijke situaties te staan. Het werk is soms zwaar en eist veel van je. Je werkt met mensen met heel verschillende achtergronden en vaak met kwetsbare doelgroepen.

Je werkt zelfstandig, maar ook samen met anderen. Soms lijkt het of je weinig bereikt en is het moeilijk om positief te blijven. Kortom, het is ook werk dat veel energie kan kosten. Voor veel professionals is dat juist de uitdaging. Sjaak begeleidt jongeren en jongvolwassenen die vastgelopen zijn, geen werk hebben en geen diploma: De problemen die ik tegenkom, zijn soms gigantisch. Sommige mensen hebben in hun jonge leven zo veel meegemaakt en zo veel tegenslag gehad, dat wil je niet geloven. Die hebben het helemaal gehad, hebben alle vertrouwen verloren en willen niks.

Het is niet gemakkelijk om ze te motiveren en op het juiste spoor te zetten. Maar als het dan lukt, geeft dat ook heel veel voldoening Mogelijkheden Je kunt op verschillende manieren in het sociaal-agogisch werk aan de slag. Zowel de opleiding als het werk bieden veel

mogelijkheden. Je kunt een dagopleiding volgen, maar ook studeren naast je werk. Op basis van de ervaringen die je al hebt, kun je een traject op maat volgen. Je kunt op een laag niveau instappen en doorstromen naar hogere functies door werk en studie te combineren. Je kunt kiezen uit duizend-en-een verschillende werkomgevingen en groepen mensen, van een redelijk ontspannen baan tot een pittige baan die veel spanning met zich meebrengt. De werktijden zijn vaak heel flexibel en een parttimebaan is meestal geen probleem. Je kunt ook vrij gemakkelijk veranderen van werkomgeving.

Te weinig of juist te veel uitdaging? Dan zoek je gewoon een andere doelgroep of werkomgeving. Het resultaat van je werk is afhankelijk van hoe je met die mensen omgaat. Daar is een juiste beroepshouding bij nodig. Definitie 12 Jouw persoonlijkheid moet passen bij die elementen. Ze horen bij jou als persoon. Het gaat om eigenschappen die in aanleg aanwezig zijn. Ze horen bij jouw manier van doen. Een ander zal zeggen: dat is typisch voor hem of haar. Dat wil niet zeggen dat ze altijd zichtbaar zijn. Je kunt je beroepshouding ook ontwikkelen tijdens je opleiding, maar de aanleg ervoor moet je dan wel al in je hebben Betrokkenheid Eén van de onderdelen van een juiste beroepshouding is betrokkenheid. Die uit zich in liefde voor het vak. Je werkt niet alleen graag met mensen, maar je wilt ze ook graag iets meegeven.

Je vindt het welbevinden welzijn van mensen belangrijk en daar wil je graag aan bijdragen. Je gelooft in de kracht die ieder mens in zich heeft om wat van zijn leven te maken. Je hebt het vertrouwen dat een betere samenleving mogelijk is. Jouw basishouding is positief. Tegelijkertijd kun je de nodige professionele afstand bewaken tussen jou en je cliënt. Je gelooft er bijvoorbeeld niet in dat je de overlast van jongeren in een wijk oplost met alleen maar zwaardere straffen. Hij gelooft in de kansen van iedere jongere en zal blijven zoeken naar een aanpak die jongeren helpt om die kansen te benutten Empathie In elk beroep in het sociaal-agogisch werk is het belangrijk dat je je kunt inleven in de ander.

Inlevingsvermogen heet ook wel empathie. In je werk krijg je vaak te maken met mensen die een andere achtergrond hebben dan jij. Dat kunnen mensen zijn met een ander geloof, mensen die van oorsprong uit een ander land komen, mensen met andere gewoonten en gebruiken enzovoort.

Er is sprake van diversiteit. Diversiteit-sensitief Op haar website schrijft de gemeente Maastricht dat iedere inwoner van de stad gevestigd of nieuwkomer de kans moet hebben op een gelijkwaardige wijze deel te nemen.

Ongeacht sekse, huidskleur, leeftijd, mate van gezondheid, seksuele voorkeur, religieuze en politieke overtuiging, burgerlijke staat, opleiding en met gelijke rechten, plichten, kansen en vrijheden. Het uitgangspunt in Maastricht is dat diversiteit geen last is, maar een lust. Maastricht wil diversiteit- sensitief zijn en geeft als voorbeelden: het niet toestaan van discriminatie en het bestrijden van vooroordelen oog hebben voor de individuele keuze van burgers gebruikmaken van verschillende invalshoeken.

Je kunt anderen alleen goed helpen en begeleiden als je een situatie vanuit hun standpunt kunt zien. Je kunt ook zeggen dat je gevoelig moet zijn voor diversiteit. De kennis van cliënten met verschillende achtergronden en het begrip daarvoor duidt je aan met de term diversiteit-sensitief. Een pedagogisch medewerker kan vinden dat ouders maar tijd moeten maken om met hun kind te spelen. Als ouders dat vanuit hun cultuur niet gewend zijn, geen idee hebben wat je met een jong kind moet ondernemen, een drukke baan of een groot gezin hebben of zorgen hebben, is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Alleen als de pedagogisch medewerker begrip toont voor de situatie van de ouder, ervan uitgaat dat ouders het beste voor hun kind willen en samen met de ouders naar een oplossing zoekt die bij hun situatie past, zal er resultaat zijn Assertiviteit Assertiviteit wil zeggen dat je niet over je heen laat lopen en dat je doortastend kunt optreden.

(10)

Je kunt opkomen voor jezelf. Het is een belangrijke voorwaarde om je in deze sector staande te houden. Je houdt daarbij zowel rekening met de gevoelens van de mensen voor wie je werkt als met je eigen positie en verantwoordelijkheden. Je bewaakt je eigen grenzen. Je hebt respect voor de ander, maar verwacht ook respect terug. Je kent je eigen taak en positie. Dat betekent dat je ook nee kunt zeggen als je werkbelasting te groot wordt of als er iets van je gevraagd wordt dat niet tot jouw deskundigheid hoort. Je denkt dan wel mee over een andere oplossing. Als je bijvoorbeeld werkt in een wijk met grote verschillen in sociale en culturele achtergrond, is het belangrijk om steeds je eigen positie in de gaten te houden. Je krijgt te maken met vaak tegenstrijdige belangen: kinderen hebben ruimte nodig om te spelen, volwassenen hebben geen zin om lang naar een parkeerplaats te zoeken als ze van hun werk komen, ouderen willen hun rust en jongeren die in een overvol huis wonen, willen een plek om elkaar te ontmoeten.

Iedereen wil wat van je. Je populair maken bij de ene groep door hun wensen te vervullen, levert boze gezichten en wantrouwen op van de andere groep. Je kunt alleen bijdragen aan een beter leefklimaat als je in oplossingen denkt waarin iedereen tot zijn recht komt en waarin iedereen duidelijkheid heeft over zijn eigen taak en positie Representativiteit Net als bij vrijwel iedere baan wordt van jou verwacht dat je prettig met anderen omgaat en dat je er verzorgd uitziet.

Dat noem je ook wel representativiteit. Als je bij een winkelketen werkt, ziet de klant aan je bedrijfskleding dat je bij het personeel hoort. Aan de manier waarop je met de klant omgaat, herkent de klant je als vertegenwoordiger van een bepaald bedrijf. Afhankelijk van het bedrijf waarvoor je werkt, spreek je de klant bijvoorbeeld aan met je of met u en neem je afscheid met doei of met nog een prettige dag. Ook in het welzijnswerk vertegenwoordig je de organisatie waarvoor je werkt. Daar ben je je van bewust en je gedraagt je volgens de normen en waarden die bij die organisatie horen. Om dat te kunnen doen heb je sociale vaardigheden nodig, zeg maar de eigenschappen om goed met anderen om te kunnen gaan. Denk aan het voeren van gesprek. Cliënten moeten er bijvoorbeeld van op aan kunnen dat je zorgvuldig omgaat met de dingen die ze jou toevertrouwen en die jij over ze weet.

De meeste beroepen hebben hiervoor een beroepscode. Daarin staat hoe je omgaat met informatie en aan welke waarden en normen je je hoort te houden. Mensen moeten zich veilig bij jou kunnen voelen. Je bewaakt ook dat de mensen waarvoor jij verantwoordelijk bent zich houden aan gangbare normen en waarden. Pesten en discriminerende opmerkingen accepteer je bijvoorbeeld niet. Werk je bijvoorbeeld als begeleider gehandicaptenzorg, waarbij je ondersteuning biedt aan cliënten die in hun eigen appartement wonen, dan treed je op als je merkt dat een cliënt gepest wordt. Verder vertel je niet aan je vrienden hoe het zit met de relatie tussen Peter en zijn ouders. Of over de problemen die Marije heeft met haar vriend en het feit dat ze de pil gebruikt. Wil je meer weten over welzijnswerk? Ga dan naar de website en leer meer over de geschiedenis van het welzijnswerk. In de KD s staan bij de werkprocessen in het basisdeel aandachtspunten geformuleerd per profiel.

Waar nodig worden deze in de verdiepingsstof verwerkt. Verdiepende leerstof bieden we aan op de website. De verdiepingsstof krijgt maximaal woorden. Bij de verdiepingsstof horen opdrachten. Zie ook hoofdstuk 1. Ze is hier begonnen als vakantiekracht. Een goede kennis tipte haar voor dat baantje. De zorg had haar altijd wel wat geleken, maar aan mensen met een verstandelijke beperking had ze nooit gedacht. Tot haar verrassing bleek het werk haar erg goed te liggen. Ik vond het eerst wel een beetje eng, maar het zijn heel erg lieve mensen. Nou ja, niet altijd hoor.

Sommigen hebben een speciale gebruiksaanwijzing. Je moet de goede snaar weten te raken. Net als kinderen zijn ze heel spontaan en eerlijk. En ze kunnen veel meer dan ik eerst had gedacht. Verschillende bewoners hebben een baan in het reguliere bedrijfsleven. Op kantoor of bij een supermarkt zijn altijd wel geschikte taken waarmee ze zich nuttig kunnen maken.

Wij zorgen dat ze s morgens op tijd en verzorgd de deur uitgaan. De een heeft daar meer hulp bij nodig dan de ander. Maar wat ze zelf kunnen, doen ze ook zelf. En trots dat ze dan zijn als het lukt! Marcel, een van de bewoners, is pasgeleden zelfstandig gaan wonen. Wel met begeleiding natuurlijk. Zijn flatje is schitterend strak ingericht.

En hij heeft nu eindelijk plaats voor zijn verzameling modelauto s. Inmiddels combineert Simone haar baan in het gezinsvervangend huis met de opleiding maatschappelijke zorg. Nu ik leer hoe ik met verschillende situaties om moet gaan, wordt het werk alleen nog maar leuker. Het is echt mijn ding! Jij bent begonnen aan een mbo-opleiding in de maatschappelijke zorg MZ. Deze richting past goed bij je als je feeling hebt met zorg en begeleiding van mensen die het in hun eentje niet redden.

Je kunt werken met mensen met een verstandelijke of een lichamelijke beperking, met ouderen of met mensen die door hun persoonlijke situatie ondersteuning nodig hebben. Bij sommige functies ligt de nadruk op zorg en begeleiding bij het wonen, bij andere op activering. Door je goed te oriënteren, kom je erachter waar je hart ligt en wat je sterke kanten zijn. Maatschappelijke zorg of MZ is een deelgebied van sociaal-agogisch werk.

In de maatschappelijke zorg ondersteun je cliënten bij zelfredzaamheid en het sociaal functioneren. Je werkt in de gehandicaptenzorg, ouderenzorg of met specifieke dovelgroepen zoals mensen die asiel zoeken, dakloos zijn of een verslaving hebben. Mee kunnen doen, daar draait het om in de maatschappelijke zorg. Ook mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking en kwetsbare ouderen moeten op hun eigen manier actief deel kunnen nemen aan de samenleving. Dat kan vaak met enige ondersteuning. Die ondersteuning geeft de beroepskracht maatschappelijke zorg.

Simone ontdekte bij toeval dat het werk met mensen met een verstandelijke beperking haar goed lag. Maar je kunt ook kiezen voor een andere werkomgeving of doelgroep. Als Simone haar studie op niveau 4 heeft afgerond, kan ze woonbegeleider worden en mensen als Marcel ondersteunen bij het zelfstandig wonen.

Je kunt ook kiezen voor mensen met een lichamelijke beperking of voor ouderen in een zorgcentrum. Of dit werk iets voor jou is, ontdek je door je er goed op voor te bereiden. Waar werk je en met wie? Wat houdt het werk in? Wat moet je er voor kunnen en wat zijn je

toekomstmogelijkheden? Die kent twee domeinen: verpleging en verzorging en sociaal-agogisch werk. De maatschappelijke zorg heeft met beide domeinen te maken. Je begeleidt mensen niet alleen bij hun activiteiten, maar geeft ze ook de zorg die ze, afhankelijk van hun beperking, nodig hebben. En als je daarvoor gekwalificeerd bent, zorg je bijvoorbeeld dat ze op tijd hun medicijnen krijgen. Je werkt in de gehandicaptenzorg of met specifieke doelgroepen.

(11)

Je hebt daar een baan als begeleider, groepsleider, groepswerker, woonbegeleider of activiteitenbegeleider Het werk Als beroepskracht maatschappelijke zorg heb je een begeleidende en een verzorgende taak. Je ondersteunt mensen bij het functioneren in hun eigen leefomgeving.

Mensen wonen afhankelijk van de woonvorm meer of minder zelfstandig. Je zorgt dat ze hun eigen leven vorm en inhoud kunnen geven. Je ondersteunt en begeleidt ze bij hun activiteiten. Je zoekt samen met ze naar een geschikte opleiding of werkomgeving en een actieve invulling van hun vrije tijd. Je ondersteunt ze bij het leggen en onderhouden van contacten met vrienden en familie. Je ondersteunt en stimuleert cliënten ook om actief deel te nemen aan de samenleving. Dat is de agogische kant van je werk. Daarnaast heb je verzorgende en verplegende taken.

Zie ook hoofdstuk. Het gaat daarbij om algemene dagelijkse levensverrichtingen adl en hun gezondheid. Mensen met een beperking kunnen niet alles zelf. Mensen met een verstandelijke beperking hebben niet altijd zelf in de gaten dat ze iets mankeren. Je moet dus extra waakzaam zijn voor signalen. Je maakt samen afspraken met de arts of de specialist. Je zorgt ook dat mensen op tijd hun medicijnen krijgen. Je zorgt dat ze prettig kunnen leven en zo veel mogelijk de regie in eigen hand houden. Als je een woongroep begeleidt, zorg je voor een goede sfeer en een prettige omgang met elkaar. Omdat je met mensen met een beperking te maken hebt, zul je steeds moeten inschatten wat jouw rol is: activeren, stimuleren, ondersteunen of zorgen.

Zelf kunnen ze immers lang niet altijd aangeven waar hun behoeften en mogelijkheden liggen De organisatie Als beroepskracht maatschappelijke zorg werk je meestal in een team, waarin je verantwoordelijk bent voor je eigen werkzaamheden. Daarbij word je wel aangestuurd door je team en een leidinggevende van de organisatie. Je kunt bij veel verschillende organisaties werken, zowel in het sociaal-agogisch werk als in de verpleging en verzorging. Denk bijvoorbeeld aan een woonvoorziening zoals een gezinsvervangend tehuis. Maar je kunt ook werken in de dagbesteding, bij een welzijnsinstelling, een justitiële jeugdinrichting, een asielzoekerscentrum, een verpleeghuis of een ziekenhuis.

Je zult je dus goed moeten oriënteren waar jouw belangstelling naar uitgaat en waar jij je het meeste thuis zult voelen. Voor die oriëntatie, maar ook als je straks echt werkt is het handig om een goed overzicht te hebben van de verschillende zorg- en welzijnsorganisaties in jouw regio. Zo n overzicht noem je een sociale kaart.

Behalve zorg en welzijn kom je vaak ook het onderwijs, gemeentelijke instanties en belangenorganisaties tegen. Soms ook sportverenigingen. De sociale kaart bevat niet alleen de naam van een organisatie, maar ook informatie over contactpersonen, doelgroepen en doelen De doelgroep Het hangt van de organisatie af met welke doelgroep je werkt. Je kunt met jongvolwassenen werken, met ouderen of met de brede groep

volwassenen. Je zult in het algemeen werken met mensen die een bepaalde problematiek hebben. Daarbij kun je denken aan de volgende specifieke doelgroepen voor MZ of een combinatie daarvan: mensen met een verstandelijke beperking; mensen met een lichamelijke beperking;

mensen met een zintuiglijke beperking; mensen met psychiatrische problemen; mensen met psychosociale of gedragsproblemen; mensen die te maken hebben met huiselijk geweld; aanstaande tienermoeders; mensen in de maatschappelijke opvang; mensen met beperkingen als gevolg van ouderdom; mensen in een justitiële jeugdinrichting.

Het hangt van je opleidingsniveau af en de richting die je hebt gekozen, met welke doelgroep je mag werken. Op niveau 3 kun je algemeen worden ingezet en werk je meestal 18

[

Annika Kuiper Verstuurt meestal binnen 2 dagen. Fenna Gellings Verstuurt meestal binnen 5 dagen. Joëlle van Tol Verstuurt meestal binnen 2 dagen. Kirsten Kirsten Verstuurt meestal binnen 1 dag. Celine Prins Verstuurt meestal binnen 2 dagen. Marieke van Gurp Verstuurt meestal binnen 1 dag. Liz Rutten Verstuurt meestal binnen 2 dagen. Nieuwe studieboeken Staat van het boek. Sociale omgeving De leefwereld van mensen is groter dan de primaire leefomgeving. Ze wonen in een buurt, een wijk of een dorp. Ze gaan naar school, volgen een opleiding, hebben een baan of doen vrijwilligerswerk.

Ze maken gebruik van allerlei voorzieningen die het leven aangenamer maken. Het is belangrijk dat zij ook daar hun weg in kunnen vinden en mee kunnen doen. De mens is tenslotte een sociaal wezen. Mensen hebben elkaar nodig. Het is ook belangrijk dat mensen weten welke voorzieningen er zijn en hoe ze er gebruik van kunnen maken. In dit prototype zijn registerwoorden blauw. Het gaat om woorden die in het alfabetisch register worden opgenomen achter in het boek. Ze verwijzen naar bladzijden waar ze worden toegelicht of vaak aan de orde komen. In dit prototype zijn de begrippen rood. De begrippenlijst is achter de theorie van een leereenheid opgenomen. Het gaat om een lijst met begrippen die vakmatige uitleg behoeven. Op de site komt een integrale begrippenlijst.

In een aantal paragrafen is een definitie opgenomen. Het gaat dan om het kernbegrip van de paragraaf. Een definitie valt op door kleur en lay-out.

In dit prototype staat een definitie op een rode achtergrond. Niet iedereen zal hier even gemakkelijk in functioneren. Als sociaal-agogisch werker help en ondersteun je mensen hierbij. Samenleving Mensen maken deel uit van de samenleving als geheel. Ze doen, als het goed is, mee aan het maatschappelijke en culturele leven en zijn actieve burgers. Actief meedoen betekent ook dat mensen invloed hebben op hun eigen leefsituatie. Dit alles draagt bij aan welzijn en geluk. Het geeft het leven inhoud en betekenis. Het werkterrein van de sociaal-agogisch werker ligt hier op het gebied van recreatie, kunst, cultuur, educatie, participatie en samenlevingsopbouw.

Voordat je aan je opleiding begon, had je misschien al een idee over je toekomstige beroep. Misschien heb je ook al in de praktijk gewerkt. Je wilt bijvoorbeeld met kleuters werken op een basisschool, baby s opvangen in een kinderdagverblijf of activiteiten organiseren in een

verzorgingshuis of buurthuis. Dat zijn allemaal beroepsgroepen die onder het sociaal-agogisch werk vallen. Je kunt kiezen voor maatschappelijke zorg, pedagogisch werk of sociaal werk. Binnen die deelgebieden kun je verdere keuzes maken. Daarnaast zijn zij werkzaam in

welzijnsinstellingen, justitiële inrichtingen, asielzoekerscentra, en ziekenhuizen.

Verder zijn zij onder andere ook inzetbaar in overige verzorgend-agogische functies binnen het sociaal agogisch werk of de verpleging en verzorging. Bron: KD Maatschappelijke zorg Als beroepskracht maatschappelijke zorg geef je ondersteuning en zorg aan mensen die door een beperking of andere omstandigheden hulp nodig hebben. Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen volwaardig mee kunnen doen aan de

(12)

samenleving. Een beperking of ouderdom mag er niet de oorzaak van zijn dat mensen buiten spel staan en volkomen afhankelijk zijn van een ander. Zorg en welzijn zijn twee aspecten van je werk. Wil je gaan werken in de maatschappelijke zorg, dan kun je de opleiding MZ gaan volgen.

Dat kan op twee kwalificatieniveaus, niveau drie en niveau vier. Als je gaat werken op niveau vier doe je dezelfde werkzaamheden als een medewerker op niveau drie, maar je hebt wel meer verantwoordelijkheden.

Bijvoorbeeld bij het opstellen van het ondersteuningsplan en het rapporteren over de ondersteuning die wordt geboden. Binnen de opleiding MZ kun je kiezen uit verschillende richtingen, ook wel profielen genoemd. Een kader is een tekst die geen onderdeel uitmaakt van de lopende tekst.

Het wordt er als het ware uitgelicht als illustratief element.

Een kader heeft een afwijkende opmaak in het uiteindelijke boek. Het kan een eigen tekst zijn maar ook een citaat of een gedeelte uit een kranten- of tijdschriftartikel. Je staat mensen bij in hun gewone leefsituatie of in een dagcentrum waar mensen activiteiten komen doen. Wat nodig is lees je in de ondersteuningsplannen van de cliënten. Je hebt aandacht voor problemen die het gevolg van een beperking of ziekte zijn. Begeleider specifieke doelgroepen Als begeleider specifieke doelgroepen werk je met cliënten van alle leeftijden met chronische ziekten zoals psychiatrische en psycho-geriatrische stoornissen. Je richt je afhankelijk van de cliënt of de situatie op herstel, behoud of ontwikkeling van de zelfredzaamheid en zelfstandig functioneren.

Op niveau vier kun je kiezen uit: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg. Als persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg werk je, net als de begeleider gehandicaptenzorg, met cliënten die een beperking hebben. Je hebt in deze functie meer coördinerende taken, rapporteert over de ondersteuning die wordt geboden en overziet de totale situatie van de cliënt. Ook heb je oog voor de ontwikkelingen in de organisatie en de samenleving die van belang zijn voor je cliënt en je werkzaamheden. De cliënten hebben één of meerdere geestelijke gezondheidsproblemen die hun lichamelijk, psychisch, sociaal en maatschappelijk functioneren beïnvloeden. Thuisbegeleider De thuisbegeleider werkt vaak zelfstandig in lastige zorgsituaties bij cliënten in de thuissituatie. Het kan daarbij gaan om kwetsbare mensen die de regie over de eigen situatie dreigen te verliezen. Soms werk je in opdracht van een externe opdrachtgever, bijvoorbeeld de gemeente. Je hebt ook verantwoordelijkheden bij het opstellen van het ondersteuningsplan, de coördinatie van de ondersteuning in relatie tot de individuele cliënt en het rapporteren over ontwikkelingen Pedagogisch werk Een pedagogisch werker is betrokken bij de opvang en opvoeding van kinderen en jongeren tot 23 jaar.

Je hebt oog voor hun ontwikkeling en hun welzijn. Je houdt je bezig met de vraag hoe kinderen en jongeren in de samenleving tot bloei kunnen komen. Je hebt niet alleen te maken met het kind, maar ook met zijn ouders of verzorgers. Je overlegt met hen over hun kind, wisselt informatie uit en beantwoordt vragen. De pedagogisch werker werkt in het algemeen met een groep kinderen, d. De pedagogisch werker werkt met kinderen afkomstig uit alle lagen van de bevolking en heeft daardoor te maken met een grote diversiteit aan culturen, leefstijlen en maatschappelijke posities.

Bron: KD Pedagogisch werk Bij pedagogisch werk PW kun je kiezen uit drie opleidingen, je spreekt van profielen: Pedagogisch medewerker kinderopvang niveau 3 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 Onderwijsassistent niveau 4 De pedagogisch medewerker

kinderopvang werkt in de kinderopvang. Je zorgt voor een veilige, vertrouwde omgeving. Je houdt je bezig met de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Je zorgt voor een balans tussen rust en structuur enerzijds en uitdaging, activiteiten en vrij spel anderzijds. Het gaat dan vaak om kinderen of jongeren met een ontwikkelingsachterstand. Je biedt veelal in groepsverband een stimulerende omgeving voor de ontwikkeling van elk kind. Je kunt een aansturende en begeleidende rol vervullen voor collega s en vrijwilligers. De onderwijsassistent werkt in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, speciaal onderwijs of in de volwasseneneducatie. Je ondersteunt de leerkracht bij het geven van onderwijs.

Je houdt je bezig met de vraag hoe leerlingen maximaal kunnen profiteren van het onderwijs. Je bereidt de leeromgeving voor, begeleidt leerlingen individueel of in groepjes en neemt taken van de leerkracht over. Een onderwijsassistent werkt altijd onder verantwoordelijkheid van de leerkracht Sociaal werk Als je je erg betrokken voelt bij de manier waarop mensen aan de maatschappij deelnemen, is het sociaal werk misschien wat voor jou. Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Je biedt ze mogelijkheden, ondersteunt hun initiatieven en geeft de mensen het gereedschap om actief mee te doen in de samenleving en hun positie te verbeteren.

Hij werkt daarvoor vaak in of vanuit wijkaccommodaties. Sociaal werkers zijn ook werkzaam in overige welzijnsorganisaties, gemeentes, woonorganisaties, de maatschappelijke opvang, de buitenschoolse opvang, in de recreatie, sport en spel, kunst, cultuur en amusement waar onder culturele en kunstzinnige festivals , educatie en burgerschapsvorming. Bron: KD Sociaal werk Bij sociaal werk SW kun je kiezen uit twee opleidingen, je spreekt van profielen: Sociaal-maatschappelijk dienstverlener niveau 4 Sociaal-cultureel werker niveau 4 Een sociaal-

maatschappelijk dienstverlener biedt een luisterend oor, geeft raad en advies. Je houdt je bezig met de vraag hoe mensen tot hun recht kunnen komen in de samenleving. Je hebt vooral te maken met mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn om de vragen en problemen die ze tegenkomen zelf op te lossen.

Dat betekent niet dat jij ze dan maar voor hen oplost. Je helpt mensen om hun eigen problemen op te lossen en je ondersteunt hen daarin. Als het nodig is, regel je zelf ingewikkelde kwesties of je maakt het ze makkelijker door al contacten te leggen of te bemiddelen. Een sociaal-cultureel werker levert een bijdrage aan het verbeteren van de sociale verhoudingen in de maatschappij. Je probeert het sociale gedrag van mensen positief te beïnvloeden. Daarmee versterk je het vermogen van de samenleving om problemen op te lossen. Je kunt je specialiseren in verschillende doelgroepen. Zo kun je kiezen voor een bepaalde leeftijdsgroep of voor een bepaalde problematiek. Je kunt bijvoorbeeld met kinderen werken, met jongeren in een jeugdcentrum of op straat, met volwassenen of met ouderen. Voor deze groepen ontwikkel je een vrijetijdsaanbod van sociale en culturele activiteiten.

Het gaat daarbij niet alleen om vermaak, maar vooral ook om ontmoeting en educatie. Je kunt ook kiezen voor het begeleiden en coachen van nieuwkomers, voortijdig schoolverlaters of daklozen. En je kunt werken aan de leefbaarheid en sociale samenhang in probleemwijken. De activiteiten, diensten en projecten zijn er op gericht om het samenleven in de buurt te verbeteren. Je geeft mensen het gereedschap om zelf wat van hun leven te maken. Ook jij hebt je motieven om aan deze opleiding te beginnen. Iets met mensen, dat leek me wel leuk, is een veelgehoord antwoord. Het is belangrijk dat je de volgende zaken in ieder geval leuk vindt: werken met mensen; afwisseling; uitdagingen; veel mogelijkheden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De rol van inwerkcoach blijkt voor medewerkers die niet (meer) werkzaam kunnen zijn in de uitvoerende zorg, een goede mogelijkheid om hun senioriteit in te zetten.. • Sint

Gezamenlijke besluitvorming Van mensen met dementie wordt vaak gedacht dat zij niet of nauwelijks in staat zijn deel te nemen aan besluitvormingsprocessen?.

Als duidelijk is om welke werkprocessen of producten het gaat en welke resultaten en effecten daarbij van belang zijn, dan is een logisch volgende stap om na te gaan over welke

Download Mijn reuzegrote insekten boek pdf Charles Reasoner.. Download Mooie motorverhalen pdf

De arts vult het inhoudelijk deel in, de persoonlijk begeleider bewaakt de uitvoering (zie items lijst), zo nodig in overleg met de palliatief zorgconsulent.. Vervolgens wordt

Zo’n doel bepaal jij niet alleen, maar altijd samen met alle betrokkenen, zoals ouders, familieleden, begeleiders en collega’s.. Ook de werkwijze – hoe wil ik het

Stappenplan Wet zorg en dwang De Wet zorg en dwang heeft als uitgangspunt dat uw familielid of cliënt alleen vrijwillige zorg krijgt.. Onvrijwillige zorg is altijd het laatste

Ga direct naar: 5 tips om mensen met dementie te ondersteunen 10 basistips voor goed contact Meer tips over communiceren Toolbox betekenisvol contact Film met tips over communicatie