Route 2020
Een jaar lang op weg door de Bijbel
Routeboekje 4
© 2020 - Elke Dag Nieuw www.elkedagnieuw.nl Met medewerking van:
Eline van Reenen-Baan Elise Pater-Mauritz Illustraties: Clary Scheres
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal,
elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Routeboekje 1 Schepping tot Abraham Abraham tot David
Routeboekje 2 David tot de ballingschap De ballingschap tot Christus Routeboekje 3 Een nieuw begin (het leven van de
Heere Jezus)
Routeboekje 4 Het woord voor de wereld (Handelingen en brieven) Een blik op de toekomst (Openbaring)
Gids bij je stille tijd - 10
Wat als het niet (meer) lukt?
Welkom! Wat fijn dat je er bent!
Jij bent een tijd geleden vast vol goede moed begonnen om elke dag stille tijd te houden. Vind je het moeilijk om het elke dag vol te houden? Zijn er dagen dat je er niet zoveel zin in hebt om de Bijbel te lezen? Of gaat het elke dag ‘vanzelf’?
WAT ZEGT DE BIJBEL?
Zoek Romeinen 3:11 op.
Lees Psalm 27:4.
Schrijf de tekst over.
David heeft één ding van de Heere verlangd. Wat is dat?
In de tijd van David was de tabernakel de plaats waar de offers werden gebracht en waar mensen tot de Heere gingen in het gebed. Het was de plaats waar ze God konden ontmoeten. Later werd dat de tempel. In onze tijd is er niet meer zo’n plaats. Zondags gaan we naar de kerk.
Maar bidden en Bijbellezen mogen we ook thuis doen. Ook in ons eigen huis, in je eigen kamer, wil de Heere tot je spreken. Wat een voorrecht is dat!
Lees Psalm 27:8
Snap jij dat verlangen dat David had? Verlang jij er ook naar om dicht bij de Heere te zijn?
Wat zegt de Heere tegen David?
Wat zegt David tegen de Heere?
Vergelijk Psalm 27:8 met Romeinen 3:11 (hierboven).
Merk je in je hart dat je soms geen zin hebt om de Bijbel te lezen of te bidden? Dat is verdrietig hè. Vraag het maar eens aan je vader of moeder (of verzorger), of zij dat ook wel eens hebben. Wat doen ze dan?
ALS VOLHOUDEN MOEILIJK IS:
1. Vertel het tegen de Heere. Hij kan je helpen!
2. Bedenk waarom je het moeilijk vindt om vol te houden.
Vind je de Bijbel moeilijk te begrijpen? Word je snel
afgeleid? Ben je te moe? In de volgende gids proberen we oplossingen te bedenken voor deze problemen.
3. Praat er met iemand over. Met je vader of moeder, broertje of zusje of een vriend(in). Vraag elkaar regelmatig:
hoe gaat het met jouw stille tijd? Je kunt elkaar op die manier helpen om vol te houden.
Wat valt je op? Hoe komt dat denk je?
Schrijf Psalm 27:4 hier mooi over. Steeds als je het moeilijk vindt om vol te houden kan je aan deze tekst
denken.
Schrijf hier de tekst over
Handelingen 2 vers
4
- WEEK 39 - De eerste
christengemeente
ZONDAG
Handelingen 2: 1-13 Pinksteren
Teken een persoon met een vlam boven zijn hoofd. Schrijf er in je eigen woorden bij wat er er op het Pinksterfeest
gebeurde.
MAANDAG
Handelingen 2: 14-21 De Heilige Geest werkt
DINSDAG
Handelingen 2: 37-41 Gedoopt
WOENSDAG
Handelingen 2: 42-47 Gemeente zijn
Lees ook Joël 2: 28. Zie je dat God in het Oude Testament niet alleen de komst van de Heere Jezus, maar
ook de komst van de Heilige Geest beloofd heeft?!
Vers 39 wordt ook gelezen in het Doopformulier als er een kindje gedoopt wordt. Teken een doopvont en schrijf de
tekst erin of erbij.
Welke dingen deden de mensen in de christelijke gemeente
(vers 45-47)?
DONDERDAG
Handelingen 3: 1-6 Kreupele genezen
VRIJDAG
Handelingen 4: 1-4 Gevangen
ZATERDAG
Handelingen 4: 23-29 Danken en bidden
Heeft Petrus zelf de kreupele man beter gemaakt?
In welk vers lees je Wie dit deed?
Wie waren er ontevreden omdat Petrus en Johannes over Jezus vertelden?
Zing Psalm 2:1. Dit deed de gemeente ook toen Petrus en Johannes uit de gevangenis kwamen.
Schrijf hier de tekst over
Handelingen 5 vers
29
- WEEK 40 - Steeds meer
christenen
ZONDAG
Handelingen 5: 1-11 Ananias en Safira
Waarom stierven Ananias en Safira (vers 3)? Moesten zij hun land verkopen en het geld aan de apostelen geven
(vers 4)?
MAANDAG
Handelingen 5: 17-23 Gevangen en bevrijd
DINSDAG
Handelingen 6: 1-7 Diakenen
WOENSDAG
Handelingen 6: 8-15 Stefanus
Teken de open deuren van de gevangenis. Schrijf daarin de opdracht van de engel in je eigen woorden.
Wat is de taak van de diakenen in de Bijbel en van de diakenen nu (vers 1 en 2)? Vraag je vader of moeder als
je er niet uitkomt.
Zing Psalm 138:4.
DONDERDAG
Handelingen 7: 54-60 Stefanus gestenigd
VRIJDAG
Handelingen 8: 26-33 De moorman
ZATERDAG
Handelingen 8: 33-40 Filippus legt uit
Wat was het laatste wat Stefanus bad?
Bid jij ook voor jouw vijanden?
Over Wie leest de moorman in zijn boekrol (vers 35)?
Lees Markus 16:16a (t/m 'zalig worden'). Schrijf deze tekst over.
Wat is er belangrijker dan gedoopt worden?
Schrijf hier de tekst over
Handelingen 9 vers
15
- WEEK 41 - Paulus bekeerd en
uitgezonden
ZONDAG
Handelingen 9: 1-9 Saulus verrast
Schrijf de verzen die je gelezen hebt vers voor vers in je eigen woorden op.
MAANDAG
Handelingen 9: 10-16 Saulus uitverkoren
DINSDAG
Handelingen 9: 20-26 Saulus preekt
WOENSDAG
Handelingen 11: 25-30 Saulus gaat verder Waarom wil Ananias eerst niet naar Paulus?
Wat is het antwoord van God hierop?
Hoe vlucht Saulus uit Damascus? Schrijf je antwoord op of teken het.
Wanneer worden de mensen het eerst Christenen genoemd (vers 26)?
Waarom zouden ze juist zo genoemd worden?
DONDERDAG
Handelingen 13: 4-10 Eerst de Joden
VRIJDAG
Handelingen 13: 44-48 Boos en blij
ZATERDAG
Handelingen 14: 8-13 Vereerd als goden
Waar gaan Saulus en Barnabas eerst preken als zij in Salamis zijn aangekomen? (vers 5)
Wie zijn er niet blij met de preken van Paulus en Barnabas?
Waarom niet (vers 45)?
Wat doen de mensen in Lystre als Paulus een kreupele man geneest?
Schrijf hier de tekst over
Handelingen 18 vers
9b en 10a
- WEEK 42 - Tweede
zendingsreis van
Paulus
ZONDAG
Handelingen 16: 1-10 Kom over en help ons Kijk in de Bijbel met Uitleg of zoek ergens anders een kaart op van de zendingsreizen van Paulus. Maak drie kolommen. Schrijf erboven: 'Eerste zendingsreis', 'tweede
zendingsreis' en 'derde zendingsreis'. Kijk op de kaartjes en schrijf de plaatsen die Paulus bezoekt in de juiste
volgorde onder elkaar.
MAANDAG
Handelingen 16: 13-15 Lydia
DINSDAG
Handelingen 16: 20-26 Zingende gevangene
WOENSDAG
Handelingen 16: 27-33 De stokbewaarder
Hoe kwam Paulus bij Lydia in huis?
Paulus en Silas zingen in de gevangenis. Zoek zelf een Psalm op die zij in de gevangenis gezongen zouden
kunnen hebben.
Wat moet de stokbewaarder doen om zalig te worden (vers 31)?
DONDERDAG
Handelingen 17: 22-27 De onbekende God
VRIJDAG
Handelingen 18: 1-4 Ook werken
ZATERDAG
Handelingen 18: 6-11 Spreek Paulus!
Wat voor bijzonders vond Paulus in Athene (vers 23)?
Paulus moet ook werken om geld te verdienen. Wat is het beroep van Paulus? Schrijf het op of teken het.
Vindt Paulus het altijd fijn om over God te vertellen (vers 6)? Waarom niet? Wat zegt God dan tot Paulus (vers 9 en
10)?
Schrijf het in je eigen woorden op.
Gids bij je stille tijd - 11
Wat als het niet (meer) lukt? (2)
Welkom! Wat fijn dat je er bent!
In de vorige gids bij je stille tijd hebben we gezien hoe het komt dat het moeilijk kan zijn om je stille tijd elke dag vol te houden.
VIND JE HET LEZEN VAN DE BIJBEL MOEILIJK?
Misschien raak je snel in de war vanwege moeilijke woorden in de tekst. Of je weet niet goed hoe je verder moet als je een zin niet begrijpt. Hierbij een paar tips als je het lezen moeilijk vindt:
• Vraag je vader of moeder (of verzorger) om hulp.
• Gebruik een hulpmiddel zoals de Bijbel met uitleg
• Bedenk dat het niet erg is als je niet álles kunt begrijpen dat je leest.
• Vraag de Heere steeds als je de Bijbel leest of Hij je wil helpen om het te begrijpen.
• Lees langzaam en met je vinger erbij.
Welke van de tips hierboven wil jij proberen?
BEN JE SNEL AFGELEID?
Misschien is het voor jou vooral een probleem dat je je aandacht er niet goed bij kunt houden als je stille tijd houdt. Je ziet bijvoorbeeld ineens je lego staan op je bureau en daar ga je even mee spelen. Of terwijl je boven je Bijbel zit, ontdek je ineens dat je zit te dagdromen over iets wat op school gebeurd was. Een paar tips die je kunnen helpen:
• Probeer een rustige plek te vinden. Dat is niet alleen een plek waar je alleen kunt zijn, maar ook een plekje waar je weinig afleiding hebt. Als je bureau vol staat met speelgoed of huiswerk, is het misschien beter om op je bed te gaan zitten met je Bijbel.
Bedenk eens op welke plek jij je het beste kunt concentreren.
• Als je gedachten snel afdwalen kan het helpen om hardop de Bijbel te lezen en te bidden.
• Als je tijdens het Bijbellezen ineens aan iets belangrijks denkt, kun je het even op een briefje schrijven. Dan ‘parkeer’ je die gedachte. Als je klaar bent met je stille tijd kijk je op het briefje en denk je er weer aan.
BEN JE TE MOE?
Welke van deze tips wil jij proberen?
Als je merkt dat je eigenlijk te moe bent om je Bijbel te lezen en te bidden, bedenk dan of je een ander moment kunt kiezen.
• Als je meteen na het wakker worden gaat
Bijbellezen, kan het helpen om eest even naar de badkamer te gaan om je te wassen. Dan ben je goed wakker als je daarna je stille tijd gaat houden.
• Als je gewend bent om ’s avonds voor het naar bed gaan je stille tijd te houden, dan kun je proberen om dat ’s morgens te doen. Het is goed om te bidden bij het wakker worden én bij het naar bed gaan. Maar zelf de Bijbel lezen en erover nadenken, daar heb je wel wat energie voor nodig. Als je merkt dat je daar
’s avonds vaak te moe voor bent kun je het
misschien aan het begin van de avond doen, of toch
’s morgens als je wakker wordt.
• Bedenk samen met je ouders wat het beste moment voor jou is om je stille tijd te houden. Kies liever niet het moment waarop je het meest moe bent.
Misschien is er bij jou iets anders dat het moeilijk maakt om vol te houden. Wat kan je daar voor oplossing voor bedenken?
Op welk moment van de dag houd jij je stille tijd? Is dat een goed moment?
Steeds weer is het belangrijk om te bedenken waaróm we elke dag de Bijbel lezen en bidden.
Teken een zaklamp, een lantaarn of een lantaarnpaal.
Schrijf Psalm 119: 105 erbij.
Schrijf hier de tekst over
Johannes 15 vers
20b
- WEEK 43 - Derde
zendingsreis van
Paulus
ZONDAG
Handelingen 19: 1-11 De Heilige Geest
Wat doet Paulus in Efeze?
Wat gebeurt er in Efeze wat ook met Pinksteren gebeurde?
MAANDAG
Handelingen 19: 13-20 Zonden vernietigen
DINSDAG
Handelingen 19: 24-28 Demetrius
WOENSDAG
Handelingen 20: 7-12 Eutychus
Wat waren de gevolgen van het uitwerpen van de boze geest
(vers 17-20)?
Waarom is Demeterius boos (vers 27)?
Welk wonder verricht Paulus bij Eutychus?
DONDERDAG
Handelingen 20: 28-32 Afscheidswoorden
VRIJDAG
Handelingen 21: 8-14 Wat gebeuren zal
ZATERDAG
Handelingen 21: 31-36 Weg met hem
Welke dingen zullen er gebeuren als Paulus weggaat (vers 29-30)?
Waarom is Paulus niet bang om naar Jeruzalem te gaan (vers 13)?
In vers 36 lees je dat de schare roept: 'Weg met hem!' Over wie hebben ze dat ook geroepen? Je kunt het vinden
in Lukas 23: 18.
Schrijf hier de tekst over
Handelingen 27 vers
25
- WEEK 44 -
Gevangen
ZONDAG
Handelingen 23: 1-11 Grote Raad
Paulus zorgt voor ruzie tussen de farizeeën en de sadduceeën. Waarover gaat die ruzie (vers 6-8)?
Wat gebeurt er met Paulus (vers 10 en 11)?
MAANDAG
Handelingen 23: 23-27 Weggebracht
DINSDAG
Handelingen 24: 9-12 Niet eerlijk
WOENSDAG
Handelingen 26: 27-32 Agrippa
Omschrijf het leger dat met Paulus mee moet om hem onderweg naar Cesarea te beschermen.
Festus is niet eerlijk. Hij wil de Joden te vriend houden.
Hoe heet de stadhouder die dat ook deed toen de Heere Jezus veroordeeld werd?
Paulus moet zijn verhaal aan koning Agrippa vertellen die veel van de Bijbel weet. Wat is het oordeel van Agrippa
(vers 31 en 32)?
DONDERDAG
Handelingen 27: 20-26 Storm
VRIJDAG
Handelingen 28: 1-6 Slang
ZATERDAG
Handelingen 28: 24-31 Voor de heidenen
Waarom hoeven de mensen op het schip niet bang te zijn?
Waarom denken de mensen dat Paulus gebeten wordt (vers 4)?
Schrijf vers 28 over. Wie worden er bedoeld met 'de heidenen'?
Schrijf hier de tekst over
Efeze 2 vers
8
- WEEK 45 - Wijze lessen van
Paulus
ZONDAG
Efeze 6: 10-20 Strijden
Teken een soldaat met de 6 dingen uit zijn
wapenuitrusting die hier genoemd worden (vers 14 (2x), 15, 16, 17 (2x)). Schrijf de namen erbij.
Kijk samen met papa of mama naar de tekst. Waar heb je de wapens voor nodig? Schrijf vers 12 erbij.
MAANDAG
Efeze 1: 15-20 Danken
DINSDAG
Efeze 2: 4-10 Zalig worden
WOENSDAG
Efeze 6: 1-5 Ouders eren
Paulus dankt God dat de mensen in Efeze nog leven volgens de Bijbel. Waar dank jij vandaag voor?
Wanneer kun je echt gelukkig worden? Wat is daar voor nodig (vers 8)?
In vers 2 staat dat God wil dat we onze ouders liefhebben en dat Hij daarbij ook wat belooft. Wat (vers 3)?
DONDERDAG
2 Timotheüs 4: 6-8 Kroon
VRIJDAG
1 Korinthe 1: 25-31 Dwaas en zwak
ZATERDAG
1 Korinthe 10: 23-26 Niet ik, maar jij
Paulus weet dat hij gaat sterven (vers 6). Vindt hij dat erg (vers 8)? Waarom wel/niet?
Moet je sterk of slim zijn om de Heere te mogen dienen (vers 27 en 28)? Waarom niet (vers 31)?
Wat betekent vers 24? Schrijf het vers in je eigen woorden op.
Schrijf hier de tekst over
Filipenzen 4 vers
6
- WEEK 46 - Brief aan de
Filipenzen
ZONDAG
Filipenzen 1: 1-11 Post
Paulus schrijft een brief. Zoek antwoord op de volgende vragen. (In de Bijbel met uitleg kun je op de eerste bladzijde voor de brief echt begint alle antwoorden vinden.
Vraag eventueel of papa of mama wil helpen.) 1. Aan wie schijft Paulus?
2. Wanneer schrijft Paulus deze brief?
3. Waar schrijft hij over?
MAANDAG
Filipenzen 2: 1-5 Gemeente zijn
DINSDAG
Filipenzen 2: 12-17 Licht
WOENSDAG
Filipenzen 3: 10-16 Wedstrijd
Hoe moeten wij als mensen met elkaar leven (vers 3 en 4)? Wie is daarbij het beste voorbeeld (vers 5)?
Teken een gloeilamp. Schrijf erin hoe jij een licht kunt zijn in deze wereld (vers 14-16).
Paulus vergelijkt zijn leven met een hardloopwedstrijd.
Wat is de prijs die te winnen is (vers 10)? Wat voor soort hardloper is Paulus (vers 12)? Wat voor soort hardloper
ben jij?
DONDERDAG
Filipenzen 3: 17-21 Andere weg
VRIJDAG
Filipenzen 4: 1-6 Niet bezorgd
ZATERDAG
Filipenzen 4: 21-23 Gegroet
Paulus schrijft dat er ook een andere weg is (vers 18).
Teken twee wegen. Waar komt de weg van Paulus uit?
Waar die van de andere mensen die Paulus hier bedoelt (vers 18 en 19)?
Wat is het advies wat Paulus in vers 6 geeft?
Schrijf het in je eigen woorden op.
Paulus geeft de Filipenzen de zegen mee van God.
Schrijf vers 23 mooi over.
Gids bij je stille tijd - 12 Even terugkijken
Je bent nu aan het einde van het vierde boekje gekomen. In een jaar tijd lazen we de Bijbel ‘in vogelvlucht’ van Genesis tot Openbaring door:
Met het boekje dat je nu uit hebt, las je uit het Nieuwe Testament over de eerste christengemeenten, de zendingsreizen van Paulus, brieven aan de
gemeenten en uit de Openbaring aan Johannes.
We kunnen in een jaar tijd niet de hele Bijbel lezen.
Daarom hebben we vooral stukjes uit gekozen waarin
Routeboekje 1 Schepping tot Abraham Abraham tot David
Routeboekje 2 David tot de ballingschap De ballingschap tot Christus
Routeboekje 3 Een nieuw begin (het leven van de Heere Jezus)
Routeboekje 4 Het woord voor de wereld (Handelingen en brieven)
Een blik op de toekomst (Openbaring)
Blader eens terug in dit boekje. Welke stukjes die
je hebt gelezen vond je het mooist?
we iets leren over de Heere Jezus. Blader maar eens terug in boekje 1, 2 en 3.
Bij elke week zag je een richtingwijzer. Richtingwijzers wijzen de weg.
Door het gebruiken van deze boekjes heb je geleerd om elke dag zelf stille tijd te houden. Je hebt dat een jaar lang geoefend.
De richtingwijzers in Route 2020 wijzen naar de geschiedenis waar we die week over lezen. Maar
ze wijzen ook naar de Heere. Schrijf hier een tekst over van een richtingwijzer die je graag wil
onthouden:
In de gidsen 7 en 8 las je over negen manieren om de Bijbel te lezen. Lees ze nog eens door.
Welke manieren ga jij gebruiken, nu de routeboekjes uit zijn?
Zoek Psalm 25: 4 en 5 op (niet de berijmde psalm). Wat heeft dit met
een richtingwijzer te maken?
Schrijf hier de tekst over
Openbaring 1 vers
8
- WEEK 47 -
Zeven brieven
ZONDAG
Openbaring 1: 1-5 Het boek Openbaring
Zoek samen met je vader en/of moeder op:
1. Door wie werd dit Bijbelboek geschreven?
2. Waar werd dit Bijbelboek geschreven?
3. Waar gaat dit Bijbelboek over?
Zoek op waar de plaatsen liggen waar de brieven heen gestuurd werden die we deze week zullen lezen.
MAANDAG
Openbaring 2: 1-7 De brief aan Efeze
DINSDAG
Openbaring 2: 1-7 De brief aan Efeze
WOENSDAG
Openbaring 2: 8-11 De brief aan Smyrna
Wat weet de Heere voor goeds van deze gemeente?
En wat is niet goed?
Wat wordt er beloofd aan wie overwint (vers 7)?
Wat weet de Heere van de gemeente?
DONDERDAG
Openbaring 2: 8-11 De brief aan Smyrna
VRIJDAG
Openbaring 2: 12-17 De brief aan Pergamum
ZATERDAG
Openbaring 2: 12-17 De brief aan Pergamum Wat wordt er beloofd aan wie 'getrouw is tot de dood'
(vers 10)?
Wat weet de Heere voor goeds van deze gemeente?
En wat is niet goed?
Wat wordt er beloofd aan wie overwint (vers 17)?
Schrijf hier de tekst over
Openbaring 3 vers
20
- WEEK 48 -
Zeven brieven
ZONDAG
Openbaring 2: 18-29 De brief aan Thyatira Wat weet de Heere voor goeds van deze gemeente?
En wat is niet goed?
Wat wordt beloofd aan wie overwint (vers 26-28)?
MAANDAG
Openbaring 3: 1-6 De brief aan Sardis
DINSDAG
Openbaring 3: 1-6 De brief aan Sardis
WOENSDAG
Openbaring 3: 7-13 De brief aan Filadelfia Wat weet de Heere over deze gemeente?
Zijn er wel echte christenen in Sardis?
Wat wordt beloofd aan wie overwint (vers 5)?
Wat weet de Heere voor goeds van deze gemeente?
Zegt Hij ook iets wat niet goed is?
DONDERDAG
Openbaring 3: 7-13 De brief aan Filadelfia
VRIJDAG
Openbaring 3: 14-22 De brief aan Laodicéa
ZATERDAG
Openbaring 3: 14-22 De brief aan Laodicéa Wat wordt beloofd aan wie overwint (vers 12)?
Wat is de zonde van deze gemeente?
Wat wordt beloofd aan wie overwint (vers 21)?
Schrijf hier de tekst over
Openbaring 21 vers
5
- WEEK 49 -
Alles wordt nieuw
ZONDAG
Openbaring 21: 1-6 De nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Wat is er voorbij gegaan (vers 1)?
Vergelijk vers 1 met Genesis 1 en 10.
MAANDAG
Openbaring 21: 5-8 De Alfa en Omega
DINSDAG
Openbaring 21: 9-17 Het nieuwe Jeruzalem
WOENSDAG
Openbaring 21: 18-21 Edelstenen
Schrijf in je eigen woorden op wat de Heere belooft in vers 7 en 8.
Lees de verzen aandachtig.
Kun je je voorstellen hoe deze stad eruit zal zien?
Zoek op hoe de edelstenen eruit zien waarover je in deze verzen leest.
DONDERDAG
Openbaring 21: 22-27 Alles anders
VRIJDAG
Openbaring 21: 22-27 Binnen of buiten
ZATERDAG
Openbaring 22: 1-5 Het nieuwe paradijs
Waarom zal er geen tempel meer zijn? En geen zon en maar meer?
Wie zullen er wonen in het nieuwe Jeruzalem? En wie niet?
Waarin lijkt deze plaats op het verloren paradijs, de hof van Eden? Lees Genesis 2: 9 en 10
Schrijf hier de tekst over
Openbaring 22 vers
20
- WEEK 50 -
Alles wordt nieuw
ZONDAG
Openbaring 22: 1-5 De Boom des levens
Wat is de Boom des levens voor boom?
Zoek op wat deze Boom betekent.
MAANDAG
Genesis 3: 17 en Openbaring 22: 2 en 3 De Boom des levens
DINSDAG
Openbaring 22: 6-11 Wat snel gebeuren zal
WOENSDAG
Openbaring 22: 12-16 De Namen van de Heere Jezus Wat is het verschil tussen deze Boom en de boom die in
het verloren paradijs stond?
Schrijf vers 7 over in je boekje.
In vers 13 en 16 lees je 'Ik ben'. Weet je nog dat we in boekje 3 ook 'Ik ben' teksten opzochten? Schrijf vandaag op hoe de Heere Jezus Zichzelf noemt in de verzen 13 en
16.
DONDERDAG
Openbaring 22: 12-17 Dorst
VRIJDAG
Openbaring 22: 18-21 Amen
ZATERDAG
Openbaring 22: 20, 21 Kom!
Wat voor dorst wordt in vers 17 bedoeld, denk je?
Welke twee dingen mag je niet doen met Gods Woorden?
Verlang jij er ook naar dat de Heere Jezus terugkomt?
Waarom?