• No results found

Wilhelmina Adriana de Vries van den Bosch

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wilhelmina Adriana de Vries van den Bosch"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liturgie van de samenkomst

voorafgaand aan de begrafenis van

Wilhelmina Adriana de Vries – van den Bosch

moeder “Mien”

30 september 1926 - 16 mei 2017

Gereformeerde Kerk vrijgemaakt De Lichtbron Valkenburg ZH 22 mei 2017

Voorganger: Ds. Roel Heida, Organist: Jan de Vries JCzn

(2)

Lichtstad met uw paarlen poorten Lichtstad met uw paarlen poorten, Wond're stad zo hoog gebouwd Nimmer heeft men op deez' aarde, Ooit uw heerlijkheid aanschouwd.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, Luist'ren naar zijn liefdestem.

Daar geen rouw meer en geen tranen In het nieuw Jeruzalem.

Heilig oord vol licht en glorie Waar de boom des levens bloeit En de stroom van levend water Door de gouden godsstad vloeit.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, Luist'ren naar zijn liefdestem.

Daar geen rouw meer en geen tranen In het nieuw Jeruzalem.

Schoon tehuis voor moede pelgrims Komend uit de zand-woestijn, Waar zij rusten van hun werken Bij de springende fontein.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, Luist'ren naar zijn liefdestem.

Daar geen rouw meer en geen tranen In het nieuw Jeruzalem.

Wat een vreugde zal dat wezen Straks vereend te zijn met Hem In die stad met paarlen poorten In het nieuw Jeruzalem.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, Luist'ren naar zijn liefdestem.

Daar geen rouw meer en geen tranen In het nieuw Jeruzalem.

(3)

Inleidend orgelspel - Lichtstad met uw paarlen poorten Welkom

Zingen Psalm 43

Gebed

&¡===========f===g==g====V======V=====Y===Y==h====g==============

3 O He-re God, kom mij be-vrij-den,

¡==:============V=====g====i====X=====g====f====U====g==========;

zend mij uw waar-heid en uw licht

¡==============h====X=====X====W===W====X=====j==ÙY===j=========;

die naar uw heil-ge berg mij lei-den,

¡===============g=====W===W====h===g=====V====U===d===c=========;

waar Gij mij wo-ning wilt be-rei-den.

¡===============h=====Z===Y====X====W===h==i===X==================

Geef dat ik door U op-ge-richt

¡===============X=====W=====V====V===U====v=====================.

kom voor uw aan-ge-zicht.

4 Dan ga ik op tot uw altaren, tot U, o bron van zaligheid.

Dan mag mijn ziel uw heil ervaren en dankbaar ruisen alle snaren voor U die al mijn vreugde zijt en eindloos mij verblijdt.

5 Mijn ziel, hoe zijt gij zo verslagen, mijn hart, wat kwelt gij u zozeer?

Vertrouw op 's Heren welbehagen.

Hij doet weldra de morgen dagen.

ja, ik zal zingen tot zijn eer:

mijn redder is de Heer.

1543 / Genève1551

(4)

Zingen Gezang 170

&«=3=======g===W!====f=====W!====e====W!===dµ==========!-

1 Vas-te rots van mijn be-houd,

«============i====W=!==j===X=!==g===V=!==g¶==============!

als de zon-de mij be-nauwt,

«=============i=====Y=!===h====Y!==j====Y!====h¹=========!

laat mij steu-nen op uw trouw,

«=============i=====Y=!==h===Y=!=j===Y=!====h¹===========!

laat mij rus-ten in uw schauw,

«==============g=====W!=====f======W!====e==W!===dµ======!-

waar het bloed door U ge-stort,

«=============i====W=!===j====X!===g===V=!====g¶=========.

mij de bron des le-vens wordt.

2 Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, niet het offer, dat ik breng, niet de tranen, die ik pleng, schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden, Gij alleen.

3 Zie, ik breng voor mijn behoud U geen wierook, mirr' of goud;

moede kom ik, arm en naakt, tot de God, die zalig maakt, die de arme kleedt en voedt, die de zondaar leven doet.

4 Eenmaal als de stonde slaat, dat dit lichaam sterven gaat, als mijn ziel uit d'aardse woon opklimt tot des rechters troon, - Rots der eeuwen, in uw schoot berg mijn ziele voor de dood.

Ierse melodie 18e eeuw

August Montaqeu Toplady (1740 - 1778) vertaling: Jacqueline E. van der Waals (1868 - 1922)

(5)

Lezen Johannes 14: 1 - 21

1Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij.

2In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken?

3Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug.

Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben.

4Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’

5Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’

6Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.

7Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’

8Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’

9Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus?

Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien?

10Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij.

11Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet.

12Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader.

13En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt.

14Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen.

15Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden.

16Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn:

17de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven.

18Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.

19Nog een korte tijd en de wereld zal mij niet meer zien, maar jullie zullen mij wel zien, want ik leef en ook jullie zullen leven.

20Dan zul je begrijpen dat ik in mijn Vader ben, dat jullie in mij zijn en dat ik in jullie ben. 21Wie mijn geboden kent en zich eraan houdt, heeft mij lief. Wie mij liefheeft zal de liefde van mijn Vader en mij ontvangen, en ik zal mij aan hem bekendmaken.’ © Nieuwe Bijbelvertaling

(6)

Zingen Gezang 101

&¢===========g=====W====V====e===h====W======V=====e=========;

1 De dag van on-ze Vorst brak aan.

¢==============c=====U=====V====W===W===h===g=================;

Zie, Gods ge-zalf-de Ko-ning

¢==============g=====U=====U===S===U====d====c================;

gaat tot zijn he-mel-wo-ning.

¢==============g=====X===X===i===g=======X======Y======j======;

Hoe zal Hij in zijn schoon-heid staan,

¢==============g=====X=======X=====g====f====e================;

om-straald van mor-gen-licht,

¢===============c=======T===V=====e====d===s==================.

voor ‘s Va-ders aan-ge-zicht.

2 Hij heeft, van dood en graf ontdaan, het leven weergenomen.

Nu is zijn uur gekomen.

Gods paradijs zal opengaan en heel de hemel wijd weerkaatst zijn heerlijkheid.

4 Wie kan zijn hoog en heilig recht ter wereld ooit verbreken!

Wie zal Hem tegenspreken, die voor zijn kerk het pleit beslecht en haar na strijd en kruis

voert in het vaderhuis.

5 O, Heer, die onze Koning zijt, laat niets uw rijk verhindren, en open voor uw kindren de poorten van uw woning wijd.

Laat, met uw feestkleed aan, ons tot uw bruiloft gaan.

Pieter Dinus Kuiper (1900 - 1966) Loys Bourgeois, Genève 1551 wijze: Psalm 21

(7)

Overdenking over Johannes 14: 1 - 4

1Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij.

2In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken?

3Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug.

Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben.

4Jullie kennen de weg naar waar ik heen ga.’

Zingen Psalm 84

&¢============c====g====V===U===T====S====d====e============;

1 Hoe lief - lijk is uw huis , o Heer!

¢============e====X====X====W======U===g==f=====e============;

O God, U weet hoe ik be - geer

¢=============g==V===U===T=====W===V===U====d====c===========;

bij U te wo - nen in uw ho - ven.

¢============c=====U=====V=====g=======h====W==ÖV=====g======;

U weet hoe heim - wee mij be - vangt,

¢=============c=====U====V====g=====h=====W====ÖV=====g======;

om - dat ge - heel mijn hart ver - langt

¢=============j==Y===X===g====e=====V====W===h===g===========;

U in uw hei - lig - dom te lo - ven.

¢===============g====W===V====e======h===W===V=====e=========;

‘k Ga ju - be - lend God te - ge - moet,

¢=============c====U=====W====T===V====e====d=====s==========.

die leeft en mij ook le - ven doet.

2 Zelfs vindt de mus een huis, o HEER, de zwaluw legt haar jongen neer bij uw altaren in uw woning.

Laat mij bij U zo thuis zijn, HEER.

Voor de koorleider. Op de Gittit. Van de Korachieten.

Een psalm.

Genève 1562

(8)

Want daar is vrede; ik begeer bij U te zijn, mijn God en Koning!

Welzalig wie daar wonen mag, hij zingt uw lof van dag tot dag.

3 Welzalig hij die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht, zijn hart kent de gebaande wegen.

Een dal, geblakerd door de zon, ontsluit voor hen zelfs bron op bron en op hen daalt een milde regen.

Zij worden door uw overvloed gesterkt met nieuwe levensmoed.

4 Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort, het oog gericht naar Sions oord.

Daar zullen zij voor God verschijnen.

O, HEER der legerscharen, let op mijn ootmoedig smeekgebed, laat mij niet op de weg verkwijnen!

O HERE, neig tot mij uw oor, o Jakobs God, geef mij gehoor.

Gebed

Dankwoord familie

(9)

Zingen Gezang 137

Uitleidend orgelspel: U zij de glorie, opgestane Heer

&¨1===========b=!==e==f====g=====e======i====i===w==e============

1 ‘k Wil U, o God, mijn dank be-ta-len,

¨=============g!==f===i===g====j===i==øh=====y===================;

U prij-zen in mijn a-vond-lied.

¨=============b=!==e====f======g===e===i===i===w==e================

Het zon-licht mo-ge ne-der-da-len,

¨==============g=!===f=====i=====g=====j====i====øh===y==========;

maar Gij, mijn licht, be-geeft mij niet.

¨==============f=!===f======f====d====b=====e======f===w==e========

Gij woudt mij met uw gunst om-rin-gen,

¨==============g!=====f====g====f===e====d====c====r=============;

meer dan een va-der zorg-det Gij.

¨=============b!===e==f=====g=====e====i==i===w===e================

Gij, mil-de bron van ze-ge-nin-gen,

¨==============i=!===e====f===d===e======g=====f====u=============.

zulk een ont-fer-mer waart Gij mij.

2 Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe, al wisselen ook dag en nacht.

Ik ken de rots waarop ik bouwe:

Hij feilt niet, die uw heil verwacht.

Ook aan de avond van mijn leven breng ik, van zorg en strijden moe, voor elke dag, mij hier gegeven, u nog een dankbaar loflied toe.

Freylinghausen’s Geistreiches Gesang-Buch Christian Friedrich Richter (1676-1711) 1704 Naar Die Tugend wird durchs kreuz geübet

Herman Adriaan Bruining (1738 -1811)

(10)

Bij het graf

Lezen 1Tessalonicenzen 4: 13 - 18

13Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben.

14Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf.

15Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan.

16Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen.

Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan,

17en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet.

Dan zullen we altijd bij hem zijn.

18Troost elkaar met deze woorden.

© Nieuwe Bijbelvertaling

Zingen Gezang 114

&¢===========f===d====W====X====Y===Y====h===================;

1 Je-zus is mijn toe-ver-laat.

¢==============g=====i=====V====T====U===T===c===b============;

Hij, mijn Hei-land, is het le-ven.

¢=============f===d=====W=====X=====Y===Y===h=================;

Ik zal aan Gods wij-ze raad

¢==============g====i====V====T==U==T===c====b================;

mij blij-moe-dig o-ver-ge-ven.

¢===============d====Õe=====V======W====W====ÖV====g==========;

Jaagt de dood nog ang-sten aan,

¢==============X=====Y=====Z====[======Z=====Z====y===========.

Hij, mijn Hei-land, heeft vol-daan.

naar Johann Crüger? (1598-1662), 1653

(11)

3 'k Weet mij door de nauwste band in die hoop aan Hem verbonden.

mijn geloof houdt steeds zijn hand vast tot in de laatste stonden.

En geen macht van dood en graf rukt mij ooit van Jezus af!

6 Wat hier ziek is, zucht of kwijnt, zal daar fris en bloeiend wezen.

Wat als aards in 't graf verdwijnt, is daar hemels weer herrezen.

Zinkt het sterflijk lichaam neer, levend schenkt de Geest het weer.

Apostolische Geloofsbelijdenis

I 1 Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde.

II 2 En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here;

3 die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria;

4 die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven, en begraven, neergedaald in de hel;

5 op de derde dag opgestaan uit de doden;

6 opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de Almachtige Vader;

7 vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.

III 8 Ik geloof in de Heilige Geest.

9 Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen;

10 vergeving van de zonden;

11 opstanding van het vlees;

12 en een eeuwig leven.

naar een duits lied ‘Jezus, meine Zuversicht’ ±1653, Bernard ter Haar (1806-1880)

(12)

Het gebed van de Here

Onze Vader, die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd;

Uw koninkrijk kome;

Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood;

en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;

en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Want van U is het koninkrijk en de kracht

en de heerlijkheid tot in eeuwigheid.

Amen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hun vraag en wensen zijn hét uitgangspunt voor het ontstaan van allerlei leuke gezamenlijke of individuele activiteiten, waarbij vrijwilligers veel voor de bewoners kunnen

Het eerste doel van dit proefschrift is daarom de relatie tussen enerzijds positieve en negatieve bejegening van jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragspro-

Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart Of bangen nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed.. Mijn rots, mijn deel, mijn

 Maak een bolletje uit watte of uit papier en kleef die in het midden. Dit word

Niet alleen mensen met een beperkt inkomen, maar ook kwetsbare groepen zoals mensen die uit de maatschappelijke opvang komen, die nog maar net in Nederland zijn of die door

Een rechte en een cirkel kunnen geen, één of twee punten gemeen hebben. Beweeg met de schuifknop om dit

je oefenen in leven met de woorden uit Gods mond, zoeken naar Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid:. juist in deze veertig dagen kunnen we dáár mee

2 In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken.. 3 Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt