• No results found

(Ontwerp)krachten versterken? Evaluatie Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "(Ontwerp)krachten versterken? Evaluatie Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp"

Copied!
103
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(Ontwerp)krachten versterken?

Evaluatie Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp 2017-2020

(2)

Opdrachtgever: Ministerie v an B innenlandse Zaken

Ministerie v an Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ons kenmerk: A 19B ZK-090

Samenstellers: K rista den D rijver Magdeleen S turm Harm Wilzing

Datum: 10 juli 2020

(3)

Inhoud

1. Managementsamenvatting 4

2. Inl eiding 7

2. 1. Aanleiding 7

2. 2. Lees wijzer 7

3. Opdracht en aanpak 8

3. 1. Cent rale onderzoeksvragen 8

3. 2. Onderzoek geric ht op de bedoeling 8

3. 3. Analysekader 9

3. 4. Gef aseerde aanpak 9

4. Belei dsreconstructi e 11

4. 1. Voorgeschiedenis en context 11

4. 2. Tijdlijn A RO 2017 - 2020 12

4. 3. Opzet en betrokkenen Actieagenda 13

4. 4. Governance en f inanciering 14

4. 5. Doelen en bedoeling van de ARO 15

5. Bevi ndingen 17

5. 1. Bevindingen bedoelingen 17

5. 2. Bevindingen aanpak en instrumenten: Wat was het plan? 19

5. 3 Bevindingen middelen 25

5. 3. Bevindingen res ultat en: wat was de praktijk ? 27

5. 4. Bevindingen eff ecten 33

6. Conclusies 43

7. Aanbevelingen en overwegingen 45

8. Bijl agen 53

(4)

1. Managementsamenvatting

In v o orliggende evaluatie van de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp 2017 -2020 (ARO) wordt toegelicht in ho ev erre d e A RO (potentieel) s uccesvol is g eweest (t erugkijkend) en waar k ansen liggen voor v erbetering (vooruitkijkend). Aanleiding voor dit onderzoek was het aflopen van de programmaperiode in 2020. De onderzoeksactiviteiten zijn voor de coronacrisis af gerond, waardoor effect en hiervan niet zijn o nderzocht.

B eleidsreconstructie

D e eerste Actieagenda liep v an 2013 t ot 2016 en werd in het leven geroepen vanwege v erschillende c o mplexe maatschappelijke o pgaven. Ook het v erdwenen arc hitectuurbeleid, de d ecentralisatie van het RO-beleid en de benodigde steun voor de culturele (ontwerp)sector waren daarvoor aanleiding.

D e A RO 2017-2020 v o rmde het v ervolg o p d eze eers te A c t ieagenda. D e A RO 2017-2020 is o pgebouwd uit een visie en een s amenvatting v an het p rogramma . Dat p rogramma bestaat uit tien s ep arate p rogrammaonderdelen, elk g etrokken d oor een v an d e Lead P artners. Het programma k enmerkt zic h door d e lichte s amenhang en zelf sturing; er is b ewust g ekozen v oor v rijheid in plaats v an s cherpte en f ocus.

De bedoeling van de A RO

D e A ctieagenda is b innen een bepaalde context en v anuit een b eoogd hoger doel ingestoken. Bij het o nderzoek is niet v anuit “d e letter” g ekeken naar g ehanteerde aanpak, ingezette middelen, en g erealiseerde res ultaten, ef f ecten en imp act . D e f ocus is g elegd o p wat d e A RO b eoog de en in ho everre d at hogere doel (naar v erwachting) wordt bereikt. D e bedoeling van de ARO is hierbij als v o lgt g eformuleerd: B ijdragen aan maatschappelijke opgaven met een ruimtelijke c omponent via de inzet v an ont werpmethoden, denk - en werk wijzen. Hierbij zou de f oc us moet en liggen op ont werpkracht: de c ombinatie v an prof essionele t oepassing v an ont werp en goed opdrachtgeverschap. V oor wat betreft structuur en sturing, was het de bedoeling aan lead partners v rijheid t e geven voor invulling van de v erschillende programmaonderdelen. Hiermee werd ingezet op een breed scala aan mogelijkheden om de meerwaarde v an ruimtelijk ontwerp t e benutten.

A anpak en instrumenten

V o or d e A RO is een aanpak gekozen met t ien p rogrammaonderdelen, g etrokken door lead partners.

Hierbij wo rden g lobaal 3 s o orten ac t iviteiten / ins trumenten g ehanteerd: inzet b ij p rojecten en o pgaven, v erspreiding kennis en k unde en onderzoek en ref lectie . De s turing v an de A RO heeft een hy b ride k arakter. De sturingslijnen v erlopen primair v ia f inanciering. Daarnaast zijn er ook elementen zic htbaar v an programma- en netwerksturing.

Middelen

In to taal is er jaarlijks € 4.378.000 beschikbaar voor de uitvoering v an de ARO. Met elke lead partner zijn v o or d e v erschillende p rogrammaonderdelen s ep arate af spraken o v er f inanciering en v erantwoording g emaakt. Op b asis v an d e b eschikbare inf ormatie is g een o verschrijding van de b eschikbare budgetten t e v erwachten.

(5)

Res ultaten

Ond anks dat de looptijd van de ARO nog niet is verstreken is er reeds een rijke oogst. E r zijn diverse res ultaten geboekt binnen de programmaonderdelen en tevredenheid bij de b etrokkenen overheerst.

(No g) niet alle res ultaten zijn v olledig c onform d e oorspronkelijke p lannen. E en aantal p lannen is t us sentijds bijgesteld en op onderdelen anders ingevuld , waarmee gebruik is g emaakt van de vrije ruimte. E r zijn s uccesvol nieuwe o ntwerpmethoden g ebruikt, d ie mogelijk k unnen worden toegepast o p grotere s chaal. B ij een b eperkt aantal p rogrammaonderdelen zijn d e g ewenste resultaten (nog) niet v olledig behaald. Resultaten en ervaringen zijn niet s tructureel v erzameld of g edeeld t ussen de lead partners en s amenwerking t ussen de lead p artners v anuit d e A RO was b eperkt.

E f f ecten

V o or d e meerderheid v an de programmaonderdelen geldt dat zij de ef fecten v an de activiteiten (nog) niet inzichtelijk hebben gemaakt en b etrokkenen dit lastig v inden . Zoals aangegeven is de looptijd v an d e A RO echter nog niet voorbij. Op b asis v an b eschikbare documenten, gevoerde gesprekken en b ijeenkomsten is d erhalve s lechts een s c hets t e g ev en v an d e ef f ecten v an d e A RO. We b enadrukken dat een uitgebreide ef fectenstudie ook geen onderdeel was van de onderzoeksopdracht.

D e g eschetste ef fecten zijn overwegend positief . Er is directe en indirecte meerwaarde g eleverd aan maat schappelijke opgaven . De omvang v an de ef fecten in verhouding t ot de t otale maatschappelijke o pgaven is echter relatief beperkt. Opdrachtgevers en ontwerpers zijn bereikt, het belang van ontwerp is o nder d e aand acht g ebracht en er zijn d oor b et rokkenen inzic hten o p gedaan. Het v iel de o nderzoekers onder meer op dat de ef fectiviteit v an soorten aanpak en instrumenten verschilt en een aant al genoemde inzichten en v erbeterpunten reeds bekend was en soms ook in d e A RO verwoord.

Conc lusies

D e o nderzoekers t rekken d e volgende conclusies:

1. De programmaonderdelen (projecten en activiteiten) hebben bijgedragen aan de bedoeling van de A RO. E ffecten op grote s chaal en langere t ermijn lijken echter beperkt

D e d iversiteit v an d e p rogrammaonderdelen en d e eigen aanpak en instrumenten v an de lead p art ners heb ben g eleid t o t mooie, d iv erse res ultaten. V ia i nzet v an een b reed s c ala aan o nt werpmethoden, d enk- en werk wijzen zijn uit eenlopende b ijdragen g eleverd aan maat schappelijke opgaven. Op de langere t ermijn zijn ef fecten naar verwachting beperkt, evenals d e o mvang v an ef fecten in v erhouding tot d e t otale o pgave.

2. Ont werpmethoden v ersnipperd t oegepast en getest

E r is v eel g eëxperimenteerd en o nt werpmethoden, d enk - en werk wijzen zijn ontwikkeld . To epassing heef t g eresulteerd in d iverse, maar v ersnipperde b ijdragen aan maatschappelijke o pgaven.

3. Meer reflectie, zichtbaarheid v an ervaringen en inzichten hadden de effecten van de ARO kunnen v ergroten

Het ef fect van de ARO is beperkter dan mogelijk was geweest, wanneer ook ef fecten en inzichten b reed g edeeld waren en t ussentijdse aanscherping van de ARO als geheel had p laats gevonden.

(6)

4. Gek ozen hybride v orm en inrichting A RO pasten bij de bedoeling v an de A RO, hebben brede en div erse bijdragen mogelijk gemaakt, maar geen v ersterkende werking gehad.

D e b eoogde v rije ruimte is g ecreëerd en g ebruikt door lead p artners. Onder meer v ersnippering en b ep erkte s turing, hebben s amenwerking en s ynergie op A RO-niveau echter niet geholpen en zo g een v ersterkende werking gehad.

5. Vooral de “hoe-vraag” is v oor de toekomst relevant

Het nut v an o ntwerp bij maatschappelijke opgaven s taat inmiddels niet meer t er discussie; de v raag is hoe b ij een volgende A RO t e zorgen v oor blijvende ef fecten, hoe structurele toepassing v an o ntwerp bij maatschappelijke opgaven op g rotere s c haal t e borgen en o rganiseren richting d e t o ekomst, ho e in t e s p elen o p d e huidige c ontext en v erwachte o ntwikkelingen voor de k o mende periode.

A anbevelingen

Op b as is v an d e o nderzoeksresultaten wo rden v oor een v ervolg o p d e A RO uitdagingen g ezien o mtrent:

• V an k orte t ermijn ef fect naar lange t ermijn ef fect.

• V an incidenteel naar s tructureel.

• V an p rojectniveau naar systeemniveau.

• V an s turing via f inanciering naar s turing op impact.

• V an v eel verschillende v isies en b enaderingen naar gezamenlijke visie en aanpak.

Hierbij is de v raag of het huidige hybride model en de huidige leadpartners het meest geschikt zijn o m hier invulling aan t e g even. Om t e k omen t ot een nieuwe A RO wo rden d e volgende stappen aanb evolen:

1. Fo rmuleer v isie op basis van actuele context en uitkomsten A RO en s tel s cherp wat je met de v o lgende A RO wilt b ereiken; wat is d e bedoeling?

2. B ep aal welke s tructuur hierbij p ast

3. B ep aal wat hierbij nodig is, om zo v eel mogelijk impact t e realiseren 4. B ep aal welke v orm v an sturing hierbij past

5. S electeer uitvoeringspartners en zorg voor gezamenlijk beeld v an bedoeling en aanpak 6. B ep aal hoe huidige A RO af t e ronden en overgang naar v ervolg in t e zetten.

A ls o nderdeel v an d e aanb evelingen wo rdt een eers te v oorzet g egeven v oor inv ulling v an deze s t appen.

(7)

2. Inleiding

2.1. Aanleiding

V o orliggende rapportage bevat de resultaten van de evaluatie van de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp 2017-2020 (ARO). Aanleiding voor dit o nderzoek was het af lopen v an de programmaperiode. In de A RO was het voornemen opgenomen om t egen het eind van de periode in 2020 d e actieagenda te lat en evalueren d oor een externe p artij. D eze evaluatie volgt op een eerder uitgevoerde ‘Midterm Rev iew’, d ie b egin 2019 is uitgevoerd. De onderzoeksresultaten vormen input voor een vervolg in de p eriode v an 2021 t ot en met 2024. Opgemerkt wordt, dat de looptijd v an de A RO t en tijde van het o nderzoek nog niet was v erstreken. En dat d e onderzoeksactiviteiten nog voor de coronacrisis zijn af gerond, waardoor ef fecten hiervan niet zijn o nderzocht.

2.2. Leeswijzer

D e rap portage s t art in ho ofdstuk 3 met een k o rte t o elichting o p d e o pdracht, d e aanpak en het analysekader d ie zijn gehanteerd bij het onderzoek. In hoofdstuk 4 volgt een beleidsreconstructie. In ho ofdstuk 5 zijn d e b elangrijkste bevindingen v an de evaluatie weergegeven, gerangschikt aan de hand v an het g ehanteerde analysekader. Hierbij is o nderscheid g emaakt t ussen d e f eitelijke b ev indingen, ervaringen en meningen van betrokkenen en d e aandachtspunten en conclusies van de o nderzoekers v an Lysias. D e b evindingen p er p rogrammaonderdeel zijn als bijlagen toegevoegd. In ho ofdstuk 6 en 7 v olgen respectievelijk d e conclusies en aanbevelingen.

(8)

3. Opdracht en aanpak

3.1. Centrale onderzoeksvragen

B ij d e evaluatie van d e A RO 2017 -2020 zijn de volgende c entrale onderzoeksvragen gehanteerd:

 In ho ev erre is de ARO (potentieel) succesvol (terugkijkend)?

 En waar liggen kansen voor v erbetering (vooruitkijkend)?

3.2. Onderzoek gericht op de bedoeling

B ij d e aanpak is d e f ocus s teeds g elegd op d e bedoeling v an d e A ctieagenda. De Actieagenda is v eelomvattend en is binnen een bepaalde context en vanuit een beoogd hoger doel ingestoken. Bij het o nderzoek is d aarom gekeken naar wat d e A RO b eoogt en in ho everre d at hogere doel wordt g edeeld en bereikt. We k ijken dus niet vanuit “de letter” naar g erealiseerde resultaten, effecten en imp act, maar v anuit d e b edoeling. D it helpt o m t ot d e k ern t e komen en b ruikbare aanbevelingen te f ormuleren. Om dat goed te kunnen doen, is allereerst een beknopte beleidsreconstructie gemaakt, een f eitenrelaas met context. De resultaten hiervan zijn weergegeven in hoofdstuk 4: een beschrijving v an context en voorgeschiedenis v an de A RO. Daarbij laten we zien welke ontwikkeling globaal heeft p laatsgevonden in de wereld v an het ruimtelijk ontwerp, hoe de ARO in deze context geplaatst kan wo rden en wanneer eventuele nieuwe inzichten zijn ontstaan. V ervolgens geven we een beknopte rec onstructie van de totstandkoming, opzet en uitvoering van de ARO als beleidsinstrument. Op basis hierv an is, met input v anuit b etrokkenen, d e “kennelijke b edoeling” van de ARO inzichtelijk gemaakt.

V ervolgens is d e p apieren werkelijkheid o nder d e loep g enomen: wat zijn d e b edoelingen van de v erschillende o nderdelen v an d e A RO, welke middelen, instrumenten en s turing zijn hierbij ingezet?

E n d raagt d it naar v erwachting b ij aan d e k ennelijke b edoeling v an d e A RO? D aarna zijn de uit komsten in de p raktijk onderzocht: We lke resultaten zijn er geboekt in de af gelopen ARO-periode?

E n wat zijn de (potentiële) effecten: hebben de resultaten van de programmaonderdelen impact gehad en b ijgedragen aan de bedoeling van d e A RO?

D oor t erug t e k ijken op d e A RO, k unnen we lessen t rekken voor d e toekomst. B ij het s lot van het o nderzoek is hierbij ook vooruit g ekeken, naar d e volgende A RO, welke b edoeling d eze zo u kunnen o f moeten hebben vanuit d e huidige context en hoe daar dan invulling aan gegeven k an worden.

(9)

3.3. Analysekader

V o or het analyseren en d uiden v an d e b evindingen is een analysekader o pgesteld. Hierin zijn de o nderzoeksvragen

v erwerkt, d ie als v ert rekpunt zijn meegegeven door de o pdracht gevende ministeries van B innenlandse Zak en en K o ninkrijksrelaties (B ZK) en Onderwijs Cult uur en Wetenschap (OCW). Hierbij is de f ocus o p d e bedoeling aang ehouden, zoals hier b o ven t oegelicht.

Hiernaast s t aat een s c hematische weergave v an het analysekader.

3.4. Gefaseerde aanpak

B ij d e uitvoering van het o nderzoek zijn we g ef aseerd t e werk g egaan. Na een kick-off met de opdracht g ev ende departementen is een dossieronderzoek uit gevoerd. Op basis v an d e b eschikbare d o cumenten zijn onder

meer de

b eleidsreconstructie, een o v erzicht v an de s leutelmomenten en f actsheets per p rogrammaonderdeel g emaakt.

In d e hier op volgende f ase is v eldwerk uitgevoerd. E r zijn gesprekken g evoerd met alle betrokken lead partners en d epartementen. Daarna zijn t wee evaluatielabs g eorganiseerd.

ADVIES ADVIES

Aanpak

3

1. Voorbereiding 2. Deskresearch 3. Veldwerk 4. Rapportage

Kennismaking en start Dossieronderzoek en eerste analyses

Verdieping en optimalisatie

Rapportage, presentatie en

overdracht

ADVIES ADVIES

Analysekader

4

Context en geschiedenis

Toekomst Lessen &

aanbevelingen Bedoeling

DOELEN

Bedoeling

Ontwikkeling en bijstelling

Middelen INPUT

Inzet middelen

Aanpak/instrumenten THROUGHPUT

Programma vorm en inrichting

Aanpak en activiteiten

Samenwerking

Structuur en sturing

papier praktijk

(Potentiële) effecten OUTCOME

Bijdrage (verwachte) resultaten aan bedoeling

Doelen ARO bereikt?

Impact/meerwaarde

Resultaten OUTPUT

Aanpak/instrumenten succesvol?

Goede (eerste) resultaten?

Goede verwachte resultaten?

(potentieel) succesvol

(10)

Tijd ens de eerste bijeenkomst is v erdieping gezocht aan de hand van een a antal voorbeeldprojecten uit d e programmaonderdelen. In een c reatieve, ‘laboratorium’ o mgeving zijn met projectbetrokkenen en lead p artners v erbeterkansen en lessen uit d eze p rojecten af geleid v oor d e p rojecten zelf , de b et rokken lead p artners en het A RO a ls g eheel. Tijdens de t weede bijeenkomst is met lead partners o p de ARO als totaal geref lecteerd. De gerealiseerde meerwaarde en kansen voor versterking hiervan s t onden c entraal. Met b etrokkenen zijn v erbeterpunten b enoemd, o nder meer o p het g ebied van s am enspel en s t uring. Tijdens b eide s essies waren t ekenaars aanwezig o m d e o pbrengst vast te leg gen.

D e b evindingen uit d e dossieranalyse, d e g espreksfase en d e ev aluatielabs, vormden de input voor d e rap portage. In een ro ndetaf elgesprek met d e d ep artementen en d e lead p art ners zijn de b ev indingen, analyse, c onclusies en aanbevelingen op hoofdlijnen g epresenteerd en b esproken.

Op b as is v an d eze b esprekingen heef t Ly sias het eindrapport o pgesteld, d at enk ele malen is b esproken met d e opdrachtgevers.

(11)

4. Beleidsreconstructie

In d it hoofdstuk wordt een beknopte reconstructie gegeven van de A ctieagenda Ruimtelijk Ontwerp (A RO) 2017 - 2020 als beleidsinstrument. Gestart wordt met een toelichting van de voorgeschiedenis , waarb ij d e A RO inhoudelijk in d e c ontext wordt g eplaatst [ 4. 1]. D aarna v olgt d e t ijdlijn met de b elangrijkste momenten v oor d e t o tstandkoming en uit voering [ 4.2], g evolgd d oor d e o pzet en b et rokkenen [ 4.3]. Hierna wordt ingegaan op de governance en financiering [ 4.4] en tot slot de doelen en k ennelijke b edoeling v an de ARO 2017 – 2020 d ie v oortkomt uit d e reconstructie [4.5].

4.1. Voorgeschiedenis en context

In 1991 p resenteerde Nederland voor het eerst een architectuurnota, onder de naam ‘Ruimte voor Arc hitectuur’. Daarmee was Nederland het eerste land ter wereld dat een nationaal architectuurbeleid o p stelde. In de twee decennia na 1991 volgden een tweede, derde, vierde en vijfde nota op het gebied v an ruimtelijk o ntwerp. In 2012 werd o nder g ezamenlijk opdrachtgeverschap v an d e ministeries van Inf rastructuur en Milieu (IenM) en Ond erwijs, Cult uur en Wet enschap (OCW) d e A ctieagenda A rc hitectuur en Ruimtelijk Ontwerp (AARO) ontwikkeld.1 Dit g ebeurde in een t ijd waarin de context v an ruimtelijk ontwerp sterk was veranderd. De financiële crisis zette allereerst de vraag naar ontwerp s t ructureel o nder druk. In d e p eriode 2010-2013 d aalde de omzet v an arc hitectenbureaus jaarlijks t us sen d e 8% en 15%2 en o ok voor s tedenbouwers en landschapsarchitecten was d e s ituatie niet v eel and ers.3 Ond ertussen werd o o k d e c ult uursector in d eze p eriode hard g eraakt; in alle o v erheidslagen v onden g rote b ezuinigingen p laats in d eze s ector. D e eers te A c tieagenda was enerzijds een financieel v angnet voor een aantal (culturele) o rganisaties. Anderzijds we rd op basis v an d e koppeling v an ontwerp(end onderzoek) aan urgente maatschappelijke opgaven/transities, een nieuw soort ' agenda' voor een d eel v an de sector gecreëerd.

Hiermee werd t egelijkertijd ingespeeld o p d e b ehoef ten v an d eze v eranderde maatschappelijke o pgaven. Leegstand en een s t agnerende wo ningmarkt v roegen o m een g rotere hero ntwikkelingsopgave. V ergrijzing, v erstedelijking en k rimp leidden t o t nieuwe eis en aan v o orzieningen o p het g ebied v an zorg, onderwijs en herbestemming. E n d aarnaast d ienden urgente o pgaven ro nd d uurzaamheid, wat er, v erdichting en f unctiemenging zic h aan.4 D e s t eeds bredere, c o mplexe opgaven vroegen o m meer s amenwerking, een meer integrale b enadering en leidden tot d e o ntwikkeling van de Omgevingswet, waarmee de wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leef omgeving moest worden vereenvoudigd en gebundeld en een meer integrale b enadering beoogd werd . Ook d e d ecentralisatie v an het RO -beleid was een belangrijke ontwikkeling bij de vorming van d e A ctieagenda. De toegenomen taken en verantwoordelijkheden van lokale en regionale overheden, d e b eweging richting een integrale benadering en de gevolgen van de f inanciële c risis (o.a. opheffen v an d iensten s tadsontwikkeling en v erkleining v an budgetten), leidden t ot de vraag in hoeverre deze

1 N ic is & Platform 31 (2012) ‘Tussenevaluat ie van het architectuurbeleid’, pagina 7.

2Tr e n d c i j f er s R ab o ba n k 2 0 14

3R o y a l H a sko n in g DHV ( 20 1 6 ) E va lu a ti e A cti e ag e n da A r chi te ctu u r e n Ru im tel i jk o n twe r p 2 0 1 3 - 2 01 6 ,p . 2 5

4 N ic is & Platform 31 (2012) ‘Tussenevaluat ie van het architectuurbeleid’, pagina 7.

(12)

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Verkiezingen (mrt ‘17) Evaluatie ARO 2013-

16 (voorjaar ‘16) Start uitvoering ARO

2013-16

Subsidiebeschikkingen (aug ’17)

Midtermreview ARO 2017-’20 (jan ’19) Opstellen deelplannen ARO 2017-’20 (mrt ‘17)

Start evaluatie eind ‘19

o v erheden voldoende kennis en kunde in huis hadden, waar het ging om de inzet v an ontwerp als o nderdeel v an professioneel opdrachtgeverschap. De Actieagenda is daarop ingesprongen.

Op het t errein v an innovatie en int ernationalisering s loot d e A c tieagenda aan o p het To p sectorenbeleid, waarin d e c reatieve industrie een v an d e neg en t opsectoren was die voor de t o ekomst van Nederland v an g rote economische en maatschappelijke waarde zijn.5

D e c o ntext waarin d e A RO 2017 – 2020 tot s tand k wam, borduurt voor een b elangrijk d eel voort op d e b ovengenoemde o ntwikkelingen. In d e A RO 2017-2020 wordt b enoemd dat (m et het verdwijnen v an het architectuurbeleid) de ARO een alternatief beleidsinstrument van het Rijk vormt, gericht op het v ersterken v an o ntwerp. Het moet d aarbij een b rug s laa n t ussen het o mgevingsbeleid en het c ultuurbeleid.6

B ij het vormgeven v an d e A RO 2017 -2020 waren d e v erbeterpunten uit d e e v aluatie v an de ARO 2013-2016 aanleiding om ‘nieuwe accenten’ te p laatsen. In de evaluatie v an de A ARO 2013-20167 werd d e ac tieagenda g edefinieerd als een hybride werkprogramma met een grote v ariëteit in type ac t ies en p rogramma’s. D e c o nclusie was d es tijds d at d e Ac tieagenda als b eleidsinstrument t o egevoegde waarde had voor de v ersterking v an o ntwerpkracht. Ten eerste had d e A ARO 2013- 2016 g ezorgd voor legitimatie voor het continueren van aantoonbaar ef fectieve acti es die al liepen en d aarin s amenhang aangebracht. Ten tweede bevatte de actieagenda ambities die onverminderd ac t ueel waren met het oog op d e t oekomst. Ten d erde had d e c ombinatie v an ac tiviteiten geleid tot een v erdere d oorontwikkeling v an ‘o ntwerp als p roces en o nderzoeksinstrument’ om opgaven te ag enderen en aan t e p ak ken. Uit d e ev aluatie b leek ec hter o ok , d at d e ef f ectiviteit k o n worden v ergroot als er een s terkere programmatische sturing op het niveau v an de Actieagenda als geheel zo u zijn. Specifiek we rd d e c ontinuïteit in d e agendering v an ontwerpkracht aanbevolen, vers terking v an het programmatische karakter v an de ARO t ijdens de uitvoering, v ersterking en actualisering van v erbinding ARO met aansprekende agenda’s en v ersterking v an c ompetentieontwikkeling bij de nieuwe generatie o ntwerpers7.

4.2. Tijdlijn ARO 2017 - 2020

5 M i n i s t er i e v an I nfr a str uc tuu r e n M il i eu & M in i ste ri e v a n O n d er wi j s, Cu l tuu r e n W e te nsc ha p () ‘Samen w erken aan ontwerpkracht.

A c t i e a g en d a Ru im tel i jk O n twe r p 2 0 1 7-2020’, p. 24.

6 M inis t erie v an I nfrastruc tuur en M ilieu & M inisterie v an Onderwijs, Cultuur en W etensc hap () ‘Samen w erken aan ontwerpkracht.

A c t i e a g en d a Ru im tel i jk O n twe r p 2 0 1 7-2020’, p. 23 -24.

7R o y a l H a sko n in g DHV ( 20 1 6 ) E va lu a ti e A cti e ag e n da A r chi te ctu u r e n Ru im tel i jk o n twe r p 2 0 1 3 - 2 01 6 .

(13)

D e A RO 2017-2020 k wam t ot stand in een p eriode v an Tweede K amer verkiezingen, wat ook een wis seling v an d e wac ht met zic h meeb racht o p ministersniveau. Mede hierdoor liepen de b eschikkingen v an s ubsidies aan b etrokken p artijen in 2017 v ertraging op, d ie v ervolgens in 2018 g ro tendeels werd ingelopen. In januari 2019 vond een midterm rev iew v ia individuele gesprekken p laats met de v erschillende betrokken partijen. E ind 2019 werd opdracht gegeven voor voorliggende ev aluatie. De evaluatie activiteiten werden uitgevoerd in de periode voorafgaand aan de coronacrisis.

Hierbij wordt opgemerkt d at d e looptijd v an d e A RO momenteel nog niet voorbij is.

4.3. Opzet en betrokkenen Actieagenda

D e A ctieagenda Ruimtelijk Ontwerp 2017 – 2020 heet “Samen werken aan o ntwerpkracht”. Het document is opgebouwd uit twee d elen: een v is ie en een samenvattende beschrijving van het p rogramma.

In het eers te onderdeel wordt een v isie gegeven op:

1. Ho e d e leefomgevi ng verandert

2. Wat nodig is voor een goede omgevingskwaliteit 3. D e k racht v an ontwerp

4. Naar een nieuwe ontwerptraditie

In het t weede deel worden het doel van d e A RO en de c ontext ervan g egeven, g evolgd door een korte b eschrijving v an de onderdelen waar het programma uit bestaat en een overzicht v an f inanciële middelen.

D e A RO 2017 – 2020 kwam tot stand onder verantwoordelijkheid van de ministeries van Infrastructuur en Milieu (IenM ) en Ond erwijs, Cult uur en Wet enschap (OCW). Na d e k abinetsformatie is de v erantwoordelijkheid van het ministerie van IenM overgeheveld naar het ministerie van Binnenlandse Zak en.

P rogrammaonderdelen en l ead partners

Het p rogramma b estaat uit t ien programma onderdelen:

1. A t elier X

2. Co llege v an Rijksadviseurs 3. O-t eam

4. P ro jectateliers IABR

5. S t imuleringsprogramma Innovatieve Vormen Opdrachtgeverschap 6. S t imuleringsprogramma Zorg en Onderwijs

7. P rogramma Ontwerp en P raktijk 8. P rogramma Ontwerp en Overheid

9. P rogramma Opdrachtgeverschap en Ontwerp 10. Rijk sprijs Gouden P iramide

Programma 2017-2020 Visie

(14)

D oor d e b etrokken ministeries is aangegeven dat bij de programma opzet b ewust is gekozen voor v rijheid en ruimte voor de uitvoerende p artijen v an d e A RO, d e Lead P artners. Naast de ministeries zijn d it het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, de Internationale A rchitectuur Biënnale Rotterdam, A rc hitectuur Lokaal, het College van Rijksadviseurs, Het Nieuwe Instituut, de Technische Universiteit D elf t in s amenwerking met d e Tec hnische Univ ersiteit E indhoven en Wag eningen University &

Res earch, d e A cademies v an B ouwkunst in Nederland en het Ontwerpteam (O -team). Via deze p art ners d ienen v erschillende d oelgroepen t e wo rden b ereikt en wo rdt een zo g root mogelijke s p reiding v an k ennis en k unde b eoogd. E lk v an d e Lead P art ners, is v erantwoordelijk voor een p rogrammaonderdeel. Uit zondering hierop is Het Nieuwe Ins t ituut, d at g een eigen p rogrammaonderdeel heef t. Hierbij is v anuit de

b et rokken ministeries aangegeven, dat een bewuste k euze is gemaakt om het HNI wel als Lead P artner te b et rekken v anuit de g edachte om zo d e ARO en de B as isinf rastructuur (BIS) bij elkaar t e b rengen.

D e programmaonderdelen zijn separaat door de Lead P art ners uitgewerkt en uitgevoerd. Hierbij heef t geen s y stematische v ert aling p laatsgevonden v an de ho ofddoelen naar d e doelen en b eoogde resultaten v an d e p rogrammaonderdelen. E lk e lead p artner heef t op b asis v an een beschrijving op hoofdlijnen in d e A c tieagenda een plan v an aanpak v oor v ier jaar o pgesteld. De plannen zijn zelfstandig en v anuit een eig en ref erentiekader opgesteld en spelen in op het p rof iel en d e p o sitie v an d e Lead P art ner in het s p eelveld. D it s luit aan b ij d e g ekozen o pzet waarbij b ewust is g ekozen v o or v rijheid in p laats van

s c herpte en f ocus. D it leidt er t oe d at er sprake is van een programma met lichte s amenhang.

4.4. Governance en financiering

Het governancemodel g aat uit van zelfsturing en het nemen van eigen verantwoordelijkheid binnen d e g estelde k aders. D eze k aders worden primair gevormd door de beschikbaar g estelde financiering en d e werkplannen die voor alle programmaonderdelen in verschillende vormen zijn opgesteld. Daarin s t aan d e aanpak en activiteiten benoemd.

In d e A ctieagenda is b enoemd dat d e uitvoering is gebaat b ij een intensieve s amenwerking van de p art ners onderling en met andere p artijen. In d e governance is de beoogde s amenwerking enerzijds g epoogd te borgen via halfjaarlijkse Lead Partner overleggen op directeuren- en medewerkersniveau.

A nd erzijds is het b elang v an s amenwerking in een aant al (maar niet alle) s ubsidiebeschikkingen b enoemd als cruciaal voor een blijvend ef fect. Tot slot is een beoogd online platform voor uitwisseling v an k ennis en ervaring in d e A RO opgenomen, waar t evens middelen voor b egroot zijn.

Fig u u r: divers e plannen v an de p ro grammaonderdelen

(15)

Oo k v oor alle p rogrammaonderdelen is v ooraf een budget beschikbaar gesteld en zijn er separate af spraken g emaakt. V oor d e “rijksinterne” o nderdelen – Atelier X, CRa, O-team en d e Gouden P iramide - zijn jaarlijks werkbudgetten beschikbaar gesteld op basis v an we rkplannen. Voor de zes and ere programmaonderdelen - Projectateliers IABR, IVO, Zorg en Onderwijs, Ontwerp en praktijk, Ont werp en overheid en Opdrachtgeverschap en ontwerp - is dit in de vorm van een subsidie gebeurd.

D e s ubsidie geef t vervolgens ruimte aa n de ontvanger om zelf operationele k euzes te maken in de s electie en v o rmgeving v an p rojecten, mede op b asis v an v oortschrijdend inzicht. V erschillen ten o p zichte v an het projectplan moeten in d e jaarlijkse v oortgangsrapportages toegelicht wo rden, zie o nder. Na af loop van d e p rogrammaperiode v indt er een v erantwoording en d efinitieve toekenning v an d e subsidie p laats.

Om d e subsidies t ussentijds t e k unnen beoordelen, is in de beschikkingen opgenomen dat jaarlijks een v oortgangsrapportage ingediend moet wo rden. A an de hand van de voortgangsrapportage moet aang etoond worden d at de activiteiten waarvoor s ubsidie is v erleend, zijn v erricht en dat is voldaan aan d e v erplichtingen d ie aan d e s ubsidie v erbonden zijn. D e v oortgangsrapportages moeten een o v erzicht bevatten van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend en van de daarmee bereikte res ultaten. D e inrichting v an d e rapportage k omt overeen met d e inrichting v an het p rojectplan. Het v ers lag b evat, v oor zo ver v an t oepassing, een analyse v an v erschillen t ussen d e voorgenomen ac t iviteiten en beoogde resultaten, v ermeld in het p rojectplan, en de f eitelijke realisatie.

D aarnaast is in de beschikkingen opgenomen dat de s ubsidieontvanger in 2018 e en t ussenevaluatie uit voert in s amenwerking met d e ministeries v an B ZK (IenM v oor d e o mbuiging) en OCW, die mo gelijkheid g eef t t ot b ijsturing v an d e ac tiviteiten. Hieraan is invulling g egeven v ia d e eerder g enoemde midterm review (zie 4.2).

4.5. Doelen en bedoeling van de ARO

B ij d it onderzoek is de insteek, zoals toegelicht in paragraaf 3.2, om d e f ocus t e leggen op wat de A RO b eoogt en in hoeverre dat hogere doel wordt gedeeld en bereikt. Het doel van d eze evaluatie is immers niet om d e A RO naar d e letter t e ev alueren, maar o m het p rogramma t e b eschouwen in het lic ht van d e ambitie en intenties. Om d it te k unnen doen stellen we de “kennelijke bedoeling” scherp.

Uit d e ARO komt nadrukkelijk naar voren, d at mondiale en nationale t rends en o ntwikkelingen een g ro te impact op het b eheer, d e o ntwikkeling en d e inrichting v an d e leef omgeving hebben. E r zijn v eel t ransitievraagstukken op het g ebied van water, mobiliteit, migratie, verstedelijking en energie, maar o ok in s ectoren als zo rg en o nderwijs. Het Rijk ziet o ntwerp als een ins trument d at een b elangrijke b ijdrage k an leveren aan een goed en g edragen p roces en t ot s limme, innovatieve en d uurzame oplossingen k an leiden. Met een b udget v an v ier miljoen euro p er jaar investeert het Rijk middels de ARO in een breed scala aan mogelijk heden om ruimtelijk ontwerp t e benutten, waarbij het s t eeds gaat om d e aanpak v an urgente maatschappelijke opgaven.

Het d o el v an d e A RO is o p enigszins v erschillende manieren g ef ormuleerd in d e b eschikbare d o cumenten (Actieagenda, p lannen v an aanpak en s ubsidiebeschikkingen, zie k ader). D it is terug te v o eren op de gekozen (getrapte) opzet en de in de t ijd verspreide uitwerking v an d e doelen, plannen v an aanpak en procesdynamiek.

(16)

B ij navraag b leek de f ormulering uit de s ubsidiebeschikkingen het meest actueel, wat aansluit bij de mo menten waarop v erschillende d ocumenten g ereed k wamen (zie t ijdlijn ). Op b as is v an het o mschreven d o el in d e s ubsidiebeschikkingen, b ovenstaande r ec onstructie en g esprekken met b et rokkenen is d e volgende bedoeling van d e A RO gedestilleerd:

Bedoeling van de ARO

B ijdragen aan maat schappelijke o pgaven met een ruimtelijke c o mponent v ia d e inzet van o nt werpmethoden, -denk en werkwijzen. Daarbij zou de f ocus moeten liggen op ontwerpkracht:

d e c o mbinatie v an p rofessionele t oepassing v an ontwerp en g oed opdrachtgeversch ap. Voor wat b etref t structuur en s turing, wordt aan d e lead partners v rijheid gegeven voor de invulling v an d e v erschillende p rogrammaonderdelen. Hiermee wordt ingezet o p een b reed s cala aan mo gelijkheden om d e meerwaarde van ruimtelijk ontwerp t e benutten.

Formuleringen van doelen en ambities in verschillende documenten Doel zoals geformuleerd in de ARO

In de Ac t ieagenda Ruimtelijk Ont werp 2017 -2020 is als doel geformuleerd “ om met de inzet van ont w erp een concrete bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving.”

H oof ddoelstellingen / ambit ies zoals geformuleerd in subsidiebeschikkingen

H et doel dat in de ARO zelf v ermeld st ond , is doorvertaald in de v olgende v ier hoofddoelst ellingen / ambit ies en via de subsidiebeschikkingen aan de Lead Part ners mee gegeven:

1. “ M et de Ac t ieagenda biedt het Rijk een v isie en een programma met t ien onderdelen die de t oepassing v an ont w erp in projec ten en maat sc happelijke opgav en mogelijk maakt . H et Rijk inv esteert daarmee in een breed sc ala aan mogelijkheden om de meerw aarde v an ruimtelijk ontwerp t e benut t en. Lokaal, regionaal en (int er)nationaal kan het ont w erp als instrument een belangrijke bijdrage leveren aan een ef fect iev e en gedragen aanpak die t evens slimme, innovat ieve en duurzame oplossingen mogelijk maakt. H et gaat daarbij v ooral om urgente maatschap pelijke opgaven rond energie, klimaat , bereikbaarheid, een c irc ulair gebruik, grondstof fen en een c onc urrerende ec onomie.

2. Om het ef fect v an de Actieagenda te vergroten w illen w e de besc hikbare middelen meer dan in de af gelopen periode inzetten v oor c on crete projecten die de meerwaarde van het ontwerp overtuigend aant onen. De resultaten v an deze projecten w illen w e v ervolgens gericht inzet ten om specifieke doelgroepen t e bereiken. H et is v oor de komende periode v an belang om doelgroepen t e bereiken die t ot nu t oe onvoldoende bekend zijn met de meerwaarde van het ontwerp.

3. We v erv olgen de koers die in 2012 is ingezet, w aarin goed opdrachtgeverschap en de professionele t oepassing van het ontwerp c ent raal st aan.

4. E en int ensieve samenw erking t ussen de part ners die de v ersc hillende onderdelen v an de Ac t ieagenda uitvoeren is cruc iaal. Alleen zo bereiken we een blijvend effect . Bij de uit voering zullen w e ook ac t ief andere ov erheden, maat sc happelijke organisat ies, bedrijv en en burgers moeten bet rekken. M et dit net w erk kunnen w e v erschillende doelgroepen bereiken en beogen w e een zo groot mogelijke spreiding v an kennis en kunde.”

(17)

5. Bevindingen

In d it hoofdstuk wo rden d e b evindingen van het o nderzoek weergegeven. We presenteren d eze in de paragrafen 5.1 tot en met 5.5 langs d e lijn van het gehanteerde analysekader (zie f iguur). Hierbij wo rdt s t eeds o nderscheid g emaakt t us sen d e f eitelijke b evindingen, erv aringen en meningen van betrokkenen en d e aand achtspunten en c o nclusies v an de o nderzoekers v an Ly sias. V oor een nadere t o elichting o p alle p rogrammaonderdelen v erwijzen we naar bijlage 8. 1.

5.1. Bevindingen bedoelingen

D e b edoelingen, inhoudelijke o pgaven en b eoogde d o elgroepen d ie v o oraf d oor d e tien p rogrammaonderdelen zijn benoemd, zijn s amengevat in onderstaande t abel.8

8 De c o ö rdinatie v an h et p rogrammaonderdeel A telie r X is na d e k abinetsf orma tie ov ergegaan v an he t ministerie van IenW n a a r het minis terie v an BZK.

5.1 Bedoeling DOELEN

5.3 Middelen INPUT

5.2 Aanpak/instrumenten THROUGHPUT

papier praktijk

5.5 Effecten OUTCOME

5.4 Resultaten OUTPUT

Programma- onderdeel

Bedoeling Inhoudelijke opgaven Doelgroepen

1. Atelier X Ministerie BZK

Bijdragen aan prioritaire projecten binnen rijksoverheid, via organiseren inzet van ontwerpend onderzoek. Ook interdeparte- mentaal en samenwerking andere overheden.

Energie en Ruimte, Deltaprogramma, Living Labs (2017), etc

Beleids- en uitvoeringsdiensten projecten en programma’s IenM. Na 'omhanging' directie Ruimtelijke Ontwikk., accentverschuiving naar BZK 2. Cra

College van Rijksadviseurs (CRA)

Het stimuleren van het ‘ruimtelijk denken’ in overheidstrajecten via gevraagd en ongevraagd advies

O.a. mobiliteit en bereikbaarheid, hergebruik van rijksvastgoed en erfgoed,

vluchtelingenopvang, energietransitie.

Het Rijk (primair), ander overheden, beroepspraktijk, onderwijs en stakeholders (secundair)

3. O-team O-Team

Lokale en regionale overheden die hier zelf om vragen, helpen bij het oplossen van complexe ruimtelijke vraagstukken. Door analyse, keuze externe ontwerpers en advies.

Opdrachtgeverschap gebiedsopgaven; o.a.

krimp, klimaat, energie en bereikbaarheid

Gemeenten, waterschappen, provincies en plaatselijke stakeholders

4. Projectateliers IABR Internat. Architectuur Biënnale R’dam

Ontwikkelen oplossingen voor urgente maatschappelijke en ruimtelijke opgaven binnen het thema veerkracht/resilience, via open leer- en ontwikkelomgevingen.

Veerkracht/weerbaarheid;

klimaat/duurzaamheid/nieuwe economie/gezondheid/sociale inclusiviteit

Bestuurders & professionals, burgers/bewoners

5. IVO

Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (SCI)

Ondersteunen lokale en regionale initiatieven om te experimenteren met toepassing van ruimtelijk ontwerp in projecten en vernieuwende vormen van OG-schap in de fysieke leefomgeving

NOVI; nieuwe manier van werken (leefbaarheid, duurzaamheid, stedelijke transformatie, klimaat, technologie, gezondheid, bevolkingsgroei en sociale inclusiviteit)

Lokale en regionale overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en (collectieven van) burgers

6. Zorg en Onderwijs Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (SCI)

Ondersteunen lokale en regionale initiatiefnemers in zorg- en onderwijs bij experimenten vernieuwende vormen van OG- schap, in de fysieke leefomgeving in zorg- en onderwijs.

Zorg (o.a. nieuwe woonvormen, toegankelijke wijken, zorg voor elkaar, financiële modellen, dementie), onderwijs (MBO leeromgeving van de toekomst ), impactmeting

Zorg- en onderwijsinstellingen, lokale en regionale overheden, bedrijven en (collectieven) van burgers die samen met ontwerpers aan de slag willen.

7. Ontwerp en Praktijk Academie van Bouwkunst Amsterdam

Versterken samenwerking en wisselwerking tussen onderwijs, onderzoek en werkpraktijk lokale en regionale overheid, gericht op lokale/regionale ruimtelijke opgaven

Vitale economie, gezond leven, sociaal- culturele verbinding, veerkracht, materialenbalans, duurzame energie

Onderwijs / ontwerpers in opleiding / lokale en regionale overheden

8. Ontwerp en Overheid TU Delft

Onderzoeken ontwerpinstrumenten en weten- schappelijk fundament leggen onder relatie overheid en ontwerp. Verbinden kennis en wetenschappelijk inzicht en bijdragen aan uitwisseling praktijk, wetenschap en beleid.

Transitievraagstukken: energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, zorgvoorziening, mobiliteit en verstedelijking, veranderende rollen en processen en de Omgevingswet

Ontwerponderwijs en opdrachtgevers van ontwerpdiensten

9. OG-schap en Ontwerp Architectuur Lokaal

Bijdragen aan verbetering opdrachtgeverschap irt ontwerp, op lokaal niveau. Via kennisdeling, instrumentenontwikkeling en (begeleiding bij) de toepassing daarvan.

(Semi)publieke en collectieve vormen van opdrachtgeverschap en uiteenlopende ontwerpopgaven

Opdrachtgevers zoals bestuurders, projectleiders, ontwikkelaars, kennis- en overheidswerkers

10. Gouden Piramide College van Rijksadviseurs (CRA)

stimuleren van inspirerend OG-schap in de architectuur, stedenbouw, infrastructuur, landschapsarchitectuur en ruimtelijke ordening

Inspirerend opdrachtgeverschap (architectonische, stedenbouwkundige en landschappelijk ontwerp)

Opdrachtgevers (particulier, instellingen, bedrijven, corporaties, overheden, ontwikkelcombinaties, etc.)

(18)

B o venstaand o verzicht is g ebaseerd o p d e A RO en d e p lannen v an aanpak v an d e v erschillende p rogrammaonderdelen.

E rvaringen en meningen betrokkenen

D e b etrokkenen hebben bevestigd dat het voor het onderzoek het meest zinvol is om d e in paragraaf 4. 5 g ef ormuleerde b edoeling v an d e A RO t e hanteren. Het bovenstaande overzicht is als onderdeel v an d e conceptrapportage aan hen voorgelegd en waar nodig aang escherpt. Desgevraagd werd door b et rokkenen t ijdens g esprekken v eelal het bijdragen aan (ruimtelijke) maatschappelijke opgaven via o nt werp en opdrachtgeverschap genoemd als de bedoeling van de ARO. Daarnaast werd door diverse g esprekspartners individueel b enoemd, d at in hun ogen d e A RO ook – wederom - bedoeld was ter o ndersteuning v an d e c ulturele /ontwerpsector / het b ieden v an een helpende hand. Ook gaf een aant al v an hen aan de A RO nog s teeds t e beschouwen als een (noodzakelijk) alternatief voor het v erdwenen architectuurbeleid. D aarnaast werd de bedoeling o m in t e spelen op de in hun ogen nog s t eeds aanwezige behoefte aan ondersteuning van lokale en regionale overheden genoemd. Dit mede als gevolg van decentralisatie en toegenomen complex iteit van opgaven. Door betrokkenen werd niet ex p liciet aan d e A RO als gezamenlijke v isie geref ereerd en er waren v erschillende b eelden bij de b edoeling om intensief als partners s amen t e werken en nut en noodzaak daarvan.

D e b et rokkenen herk enden d at er g een g estructure erde d oorvertaling in (s ub)doelen heef t p laatsgevonden. Het was in hun beleving inderdaad de bedoeling dat er vrijheid werd gegeven aan d e lead p artners om invulling te geven aan de verschillende programmaonderdelen. Juist zo zou een b reed s c ala aan mo gelijkheden v o or b ijdragen aan maatschappelijke o p gaven v ia o ntwerp o nderzocht, uitgetest en v erspreid k unnen worden.

Wat vi el de onderzoekers op?

D e b edoelingen d ie d e v erschillende p rogrammaonderdelen v ooraf had den, d ragen b ij aan de

“k ennelijke b edoeling”, het hogere doel v an ARO (zie p aragraaf 4.5).

D aarnaast v alt o p d at d e inhoudelijke o p gaven, thema’s en d o elgroepen waar de p rogrammaonderdelen zich op richten, soms overlap v ertonen. Dit is v erklaarbaar op basis van de g ekozen opzet waarbij bewust is g ekozen voor v rijheid in plaats v an scherpte en f ocus.

To t s lot v allen d e relatief grote v erschillen in b eelden b ij de b edoelingen o mtrent s amenwerking op.

Hier wo rdt in de volgende p aragraaf nader op ingegaan.

(19)

5.2. Bevindingen aanpak en instrumenten: Wat was het plan?

In d eze p aragraaf wo rden eerst de b elangrijkste b ev indingen toegelicht, o v er d e v erschillende manieren waarop d e A RO activiteiten zijn ingebed bij lead p art ners. D aarna v o lgen d e ingezette ins trumenten en ac t iviteiten en de v erschillende b enaderingen d aarbij, dan s amenwerking en t o t s lo t s t ructuur en s t uring. Hiermee wo rdt een beeld g egeven v an wat het p lan v an de ARO was , kijkend naar de ARO als geheel en

d e p lannen v an de verschillende o nderdelen. Ook hier wordt g est art met d e f eitelijke bevindingen, g evolgd d oor d e b eelden d ie b ij d e b etrokkenen zijn opgehaald. V ervolgens g even we een aantal p unten weer d ie d e o nderzoekers opvielen, met name k ijkend v anuit de bedoeling v an de A RO.

V erschillende i nbedding activiteiten l ead partners

E en aant al p rogrammaonderdelen, zo als het O-Team en A t elier X , is s p eciaal v o or de ARO g eorganiseerd en v erricht alleen A RO ac tiviteiten. B ij v erschillende p rogrammaonderdelen, zoals CRa, IA BR, Zorg en Onderwijs, Opdrachtgeverschap en o ntwerp9, en d e Gouden P iramide zijn de A RO ac tiviteiten (deels) ingebed in andere activiteiten v an de eigen o rganisatie v an de lead partner.

In d e A RO is opgenomen dat d e uitvoering v an het programma is belegd b ij p artners d ie met elkaar d e d oelgroepen v an d e A ctieagenda bereiken. Hierbij is ook Het Nieuwe Ins tituut (HNI) genoemd, naas t d e p artijen in d e b o venstaande t abel. Het Nieuwe Ins tituut (HNI) heef t ec hter g een eigen p rogrammaonderdeel. In d e A RO wo rdt naar HNI en het S t imuleringsfonds Creat ieve Industrie v erwezen als “de belangrijkste beleidsinstrumenten v oor de ontwerpsectoren arc hitectuur, v ormgeving en digitale c ultuur. Deze instellingen hebben de t aak om op het t errein v an architectuur, s t edenbouw, v ormgeving, mode en digitale cultuur (inter)nationale ontwikkelingen te signaleren en te s t imuleren.”

Acti viteiten / i nstrumenten: Globaal drie soorten te onderscheiden

D e p rogrammaonderdelen hebben elk een eigen plan opgesteld met een eigen aanpak en activiteiten.

D e g edachte die in d e A RO is v erwoord over het t ype instrumenten, is s amengevat als volgt: “De A RO k oppelt ontwerp aan projecten en opgaven, waar dit meerwaarde k an leveren. Dit kan leiden tot res ultaten en goede v oorbeelden, waarvan geleerd k an worden en die navolging v erdienen. Om een bredere beweging in gang t e zet t en en een grot er ef fect t e s ort eren, zet de A RO ook in op k ennisverspreiding en -deling. “Zo leidt het programma tot meer dan de s om der delen.” Bovendien wo rdt een relat ie g elegd met het o nd erwijs d oor d e o ntwerppraktijk t e k o ppelen aan het

9 v a n u it A rc hitect uur L oka al h ierbij is o p gemerkt d a t h ier s ind s d e b e zuinigingen o p h e t c u ltuurbeleid 2 013 f e it elijk geen sp ra ke is van een ‘eigen p rogramma’. I n 2 017 -2020 doen zij hun we rk in h et kader van ARO, Meerjarenprogra mma SCI en o p d rac hten; in a lle g evallen uiteraard altijd binnen de doelst elling v an de an bi-sticht ing. ”

5.1 Bedoeling DOELEN

5.3 Middelen INPUT

5.2 Aanpak/instrumenten THROUGHPUT

papier praktijk

5.5 Effecten OUTCOME

5.4 Resultaten OUTPUT

(20)

o nt werponderwijs. E r kan globaal onderscheid gemaakt worden t ussen drie t ypen instrumenten die ing ezet worden:

a. I nzet bij projecten en opgaven

Het g aat hierbij o m het k o ppelen v an o nt werp aan p rojecten en o pgaven, waaraan meerwaarde g eleverd k an worden. E n o m hulp, gericht op goed opdrachtgeverschap en p rof essionele toepassing van ontwerp bij projecten en opgaven. Voor de inzet bij projecten wo rdt gebruik gemaakt v an externe bureaus.

b. V erspreiding kennis en kunde

E nerzijds g aat het hier o m v erspreiding v an c o ncrete p ro jectresultaten en goede v o orbeelden. A nderzijds gaat het ook om brede k ennisdeling: inzichten en kennis op het g ebied v an ontwerp en opdrachtgeverschap worden o ok in meer algemene zin verspreid, zo nder dat dit direct gekoppeld is aan A RO projectresultaten. Dit gebeurt bijvoorbeeld via:

• Platformfunctie, via website, d igitaal portaal en kennisbank

• Ko ppelen van d e o ntwerppraktijk aan het ontwerponderwijs

• Co mmunity building, betrekken (andere) p artners b ij uitvoering

• Pub licaties

• Pub lieke presentaties en debatten

• Ond erwijs en masterclasses

c . Onderzoek en reflectie

Ond erzoek en ref lectie k unnen b ijdragen aan het v ersnellen v an d e rol van ontwerp bij t ransitievraagstukken, o ntwerpwerkwijzen/-methoden- en o p drachtgeverschap bij c o mplexe maatschappelijke v raagstukken. D it g ebeurt bijvoorbeeld v ia:

• Wetenschappelijk onderzoek

• Gevraagde en o ngevraagde reflecties

Ond erstaande t ab el g eef t een o v erzicht v an d e b elangrijkste ins t rumenten/activiteiten per p rogrammaonderdeel en d e b eoogde ins teek, g ebaseerd o p d e p lannen v an aanpak. B ij het ins trument k ennisdeling is onderscheid gemaakt tussen het delen van concrete projectresultaten (b1) en d e b redere v erspreiding v an k ennis en k unde (b2) in algemene zin.

(21)

Ta b e l: G lobale in s teek p e r p ro grammaonderdeel . G e mark eerd is we lk e s o orte n in st ru ment en/ac tiviteiten v o o ral uit de p la n nen naa r v oren k wamen.

V erschillende benaderingen: Brede i nz et naast focus op opgaven

D e ac t iviteiten/instrumenten wo rden door sommige p rogrammaonderdelen g ericht ing ezet o p specifieke o pgaven en d o or andere b reed aangeboden. D it sluit aan b ij de benoemde keuze uit de ARO voor aanpak van een aant al urg ente maat schappelijke o pgaven en t eg elijkertijd v o or maat werk en c o ncrete p rojecten, waarmee een breed palet aan resultaten beoogd wordt.

D e eers te b enadering is met name zic htbaar bij het S t imuleringsprogramma Zo rg en Ond erwijs, waarbij b eschikbare instrumenten worden ingezet bij specifieke urg ente opgaven met een ruimtelijke component in de zo rg en o nderwijssector, waarbij v o oraf een

SCI aanpak: Leeromgeving v an de t oekomst

Voor dit project is een aanpak gehanteerd, geric ht op het t ew eeg brengen v an v eranderingen, om t e komen tot hybride MBO onderw ijs. Inst ellingen bet er ingebed in de maat sc happij en huisv esting die hier aan bijdraagt. E en impac t raamw erk is ont w ikkeld, w aarmee v ooraf beoogde ef f ecten zic ht baar gemaakt zijn, en via monit oring, ev aluatie en bijst elling v an de aanpak op impac t gest uurd w ordt . E r is gew erkt met open oproepen, leidend tot ont w erpend onderzoek projecten. Daarnaast een f lankerend programma geric ht op kennisdeling t ussen bet rokkenen en v ersterking v an het lerend netwerk (c ommunity building)

(22)

inho udelijke f ocus en af bakening wordt gekozen en instrumenten gericht worden ingezet om daaraan b ij t e d ragen. Zie het voorbeeld in het k ader.

D e prijsvraag Gouden Piramide, CRa, Atelier X, O-Team, IVO en Ontwerp en Praktijk zijn voorbeelden v an p rogrammaonderdelen, waarbij v ooraf wel mogelijke o pgaven en d o elgroepen zijn benoemd, maar niet vooraf een specifiek maatschappelijke opgave is geselec teerd. Instrumenten worden hier b reed ingezet b ij v erschillende soorten opgaven . B ij d e p rojectateliers van IA BR is wel vooraf een t hema g enoemd (s t edelijke res ilience), waar b innen no g v eel ruimte is v oor s electie van o pgaven/projecten waarvoor de projectateliers ingezet worden.

S am enwerking: S amenwerkingsambitie i n de ARO zichtbaar, m aar niet uitgewerkt

Zo als toegelicht bij de beleidsreconstructie, is i n de Actieagenda benoemd dat d e uitvoering is gebaat b ij een intensieve s amenwerking v an d e partners onderling en met andere p artijen. D aarnaast is het b elang v an s amenwerking in een aant al (maar niet alle) s ubsidiebeschikkingen b enadrukt. Waar s amenhang t ussen programmaonderdelen b estaat of welke c oncrete k ansen v oor synergie er zijn, is ec ht er niet aan de voorkant uitgewerkt. Ook zijn g een g emaakte p rocesafspraken aangetroffen voor s amenwerking op het niveau v an d e A RO t ijdens d e uitvoering. Ook het in de ARO genoemde online p latform is niet b elegd. In d e p lannen v an t wee p rogrammaonderdelen is wel zic htbaar dat s amenwerking met andere lead p artners op specif ieke projecten beoogd wordt.

S tructuur en sturing: Hybride i nsteek, sturing primair via financiering / subsidiëring

Zo als t oegelicht b ij d e b eleidsreconstructie, g aat h et g overnancemodel uit v an zelf sturing en het nemen v an eigen v erantwoordelijkheid b innen d e g estelde k aders. D eze k aders wo rden primair g evormd d oor d e b eschikbaar g estelde f inanciering en d e werk plannen d ie v oor alle p rogrammaonderdelen in verschillende vormen zijn opgesteld. Daarin staan de aanpak en activiteiten b enoemd.

Op d eze manier is bij alle lead partners en p rogrammaonderdelen v ia f inanciering gestuurd, behalve b ij HNI. Hier werd g een f inanciering v erstrekt en v ond g een s turing p laats. D e andere lead partners heb ben f inanciële b ijdragen o ntvangen, waarbij d e rijksoverheid een res ponsieve ro l koos, met relat ief veel ruimte voor eigen invulling door betrokkenen. E r is veel v rijheid, zoals beoogd. Tijdens d e uitvoering wordt niet inhoudelijk gestuurd. In sommige gevallen is een inhoudelijke s turings - en/of af stemmingslijn buiten de ARO om g eorganiseerd, zoals b ij het College v an Rijksadviseurs.

In d e ARO zijn tevens elementen van een programmatisch e benadering zichtbaar. Zo wordt veelvuldig g esproken over “het programma” in de Actieagenda en over tien “programmaonderdelen” waarbinnen ac t iviteiten en p rojecten g erealiseerd wo rden. Oo k s p reekt d e A RO o v er het b elang van s amenwerking en is in d e b eschikbare d ocumenten enige s t uring zichtbaar, b ijvoorbeeld via de ins telling van het lead-partneroverleg op directeuren- en medewerkersniveau en de bespreking van d it onderwerp in alle mid-termgesprekken. Er is echter geen sprake van zuivere programmasturing of -o p zet. Zo is er g een g estructureerde d oorvertaling v an d e A RO d oelen naar d e (s ub)doelen per p rogrammaonderdeel, zo als b ij d e reconstructie toegelicht. D e mate waarin d e doelen en ambities v an d e programmaonderdelen zijn doorvertaald in activiteiten, projecten en resultaten v erschilt sterk, net als s turing op ef fecten en bijsturing van activiteiten en projecten door de Lead Partners.

(23)

To t s lot is een beperkt aantal elementen van netwerksturing zichtbaar. Zo wordt in de ARO gesproken o v er uitvoering door een “netwerk v an uitvoeringspartners” . Deze zelfstandige o rganisaties (de lead p art ners) dienen in s amenwerking aan de s lag t e gaan met de uitvoering van het programma. Ook b ijvoorbeeld autonomie en inbedding in d e eigen o rganisatie p assen hierbij, in combinatie met de b eoogde s amenwerking en uitwisseling v an k ennis en ervaring. E n d e v rijheid om in d e loop van het p rogramma d e aanp ak d o or t e o nt wikkelen en b ij t e s t ellen o p b as is v an v eranderende o mstandigheden en opgedane inzichten.

E rvaringen en meningen betrokkenen

B et rokkenen hebben over het algemeen een positief b eeld b ij d e eigen aanpak en instrumenten die wo rden ingezet. P er o nderdeel wo rden v erbeterpunten g ezien, zie b ijlage 8. 2. E en aantal lead p art ners zet v raagtekens b ij (het o rganiseren v an) uit voerende o nt werpactiviteiten v anuit een Rijk sprogramma en s uggereert dat er meer impact gemaakt zou kunnen worden door te i nvesteren in b ijvoorbeeld o nderwijs, kennisdeling of capacity b uilding.

E r lev en v erschillende b eelden b ij b etrokkenen o ver d e v raag of d e A RO een p rogramma of een ac t ieagenda is, of beide. Een aantal lead partners heeft aangegeven dat zij de ARO vooral als een f inancieringsbron zien, waarbij de gefinancierde activiteiten (ook) bijdragen aan d e A RO doelen.

B et rokkenen hebben v eel v rijheid erv aren voor eigen inv ulling en ex periment. D e lead partners b enadrukken d at d it enerzijds p rettig was en ruimte g af v oor autonomie en f lexibiliteit. Anderzijds werd s oms d e b etrokkenheid en/of inhoudelijke s turing g emist v anuit d e d epartementen. E en aantal b et rokkenen g eef t aan b ehoef te t e hebben aan een gezamenlijk inhoudelijk k ader, zoals “Panorama Ned erland” of d e UN Sustainable Development Goals (SDG’s).

S o mmige b etrokkenen v inden d at d e s tructuur en s turing ruimte heeft g eboden om op onderdelen b innen p ro jecten en ac t iviteiten s amen t e werk en. E en aant al v an hen heef t b innen de p rogrammabudgetten p raktische v o rmen v an s amenwerking g ezocht en b innen p rojecten s amengewerkt. A nd ere b et rokkenen heb ben aangegeven hier juist b elemmeringen t e hebben erv aren, vanwege een gevoel van gebrek aan financiële ruimte of stimulans. Dit lijkt onder meer terug t e v o eren op het f eit dat v anuit een eigen ref erentiekader p lannen v oor activiteiten door de eigen o rg anisatie werden geschreven. Hierbij werd v aak wel ingezet op s amenwerking met stakeholders v an p rojecten, of anderen binnen de eigen organisatie , maar niet met andere lead partners. Vanuit het ministerie v an BZK is aangegeven dat d iverse pogingen t ot meer gezamenlijkheid/samenwerking zijn g ed aan en er o o k meermaals f inanciële ruimte is t o egezegd als er c o ncrete, uitvoerbare v o orstellen zo uden k omen. E r b estaat overeenstemming , d at d e g ekozen s tructuur en s turingswijze (t e) weinig noodzaak en s timulans he bben g egeven voor s amenwerking op A RO-niveau.

To t s lot heeft het HNI in de af gelopen ARO-periode meerdere programma’s, die bijdragen en raken aan d e doelen van d e A RO, opgezet en g edeeld met d e lead partners. In d e praktijk zijn deze echter niet productief geworden binnen de huidige systematiek van de Actieagenda. Betrokkenen zien echter d e p otentiële toegevoegde waarde v an b etrokkenheid v an HNI bij de A RO.

(24)

Wat vi el de onderzoekers op?

• Enerzijds veel diversiteit in aanpak en instrumenten, anderzijds weinig overzicht en synergie op A RO-niveau

D e A RO b evat een relatief groot aantal p rogrammaonderdelen, met weinig onderscheidende namen en p o tentiële overlap in doelen, beoogde inhoudelijke o pgaven en doelgroepen. D eze d iversiteit van d e p rogrammaonderdelen en d e eigen aanpak en instrumenten v an d e lead p artners heef t enerzijds t o egevoegde waarde, want er kunnen v eel v erschillen resultaten v erwacht worden. Dit sluit aan op d e b edoeling van d e A RO . Anderzijds geeft het weinig o verzicht en synergie op A RO-niveau.

• Vrije ruimte gebruikt voor eigen invulling, maar uitwerking en afwegingen niet beschreven Uit d e plannen komen verschillende visies en benaderingen naar voren, waarmee de gegeven vrije ruimte is gebruikt. Vooraf zijn brede ambities zichtbaar bij de v erschillende programmaonderdelen, maar d eze zijn beperkt uitgewerkt. In d e plannen zijn bijvoorbeeld v eel t e benaderen doelgroepen en mo gelijke o pgaven g enoemd, zonder d at o veral een aanpak is uitgewerkt en b eoogde concrete res ultaten/effecten p er programmaonderdeel zijn vooraf beperkt zichtbaar gemaakt. De vrije ruimte is in een aantal gevallen op constructieve wijze gebruikt voor eigen invulling van de aanpak en f ocus p er p rogrammaonderdeel . Overwegingen en eventuele bijstelling v an d e aanpak zijn echter niet altijd (eenvoudig) op p apier t raceerbaar.

• Hybride karakter ARO en risico’s ervan op papier reeds zichtbaar

D e ARO heet “ac tieagenda”, maar b evat v ooral v isies en ambities en maar b eperkt uitwerking in c o ncrete acties of een agenda. Een aantal risico’s v an d e gekozen opzet en hybride sturing is op p apier zichtbaar, zo als hierboven t oegelicht. D e v rije ruimte b iedt k ansen v oor experiment en eigen v is ies en benaderingen. Echter, versnippering in t ien onderdelen, beperkte sturing via financiering en int egratie van activiteiten in verschillende eigen organisaties , kan samenwerking en synergie op ARO- niv eau belemmeren. Opgemerkt wordt dat ook in de evaluatie van de ARO 2013 -2016 de actieagenda reed s gedef inieerd werd a ls een hybride werkprogramma met een g rote v ariëteit in t ype acties en p rogramma’s. Hierbij werd o nder meer v ers terking v an het p rogrammatische k arakter v an de A c t ieagenda aanbevolen. De ef fectiviteit kon naar verwachting worden v ergroot als er een sterkere p rogrammatische s turing op het niveau v an de Actieagenda als geheel zou zijn. Door betrokkenen is aang egeven dat bij het opstellen van de Actieagenda 2017 -2020 echter doelbewust is besloten om d e o pzet niet wezenlijk t e wijzigen en de aanbeveling van een meer p rogrammatische s turing op het g eheel te zoeken in ' collegiale' s amenwerking. Zo als in paragraaf 5.4 zal blijken, heeft een aantal ris ico’s zich in d e praktijk ook voorgedaan.

(25)

5.3 Bevindingen middelen

Welk e middelen wo rden ing ezet v o or welke ac t iviteiten? Hierna wo rden d e b elangrijkste b ev indingen t oegelicht, g evolgd d oor d e b eelden d ie b ij d e b etrokkenen zijn opgehaald. Vervolgens g ev en we een aant al p unten weer d at de o nderzoekers opviel, met name k ijkend v anuit de b edoeling van d e A RO.

In to taal is er v anuit d e v erschillende d epartementen jaarlijks €4. 378.000 b eschikbaar voor de uit voering v an d e A RO10. A an d e v oorkant is er p er p rogrammaonderdeel een jaarlijkse f inanciële b ijdrage v astgesteld voor d e programmaperiode van vier jaar. In het hier onder weergegeven schema is zic htbaar o m welk e b edragen het g aat per

p rogrammaonderdeel. HNI is wel lead partner, maar o nt vangt geen subsidie.

Met de lead partners zijn per programmaonderdeel s ep arate af spraken over f inanciering gemaakt. Voor d e meeste lead partners, behalve Atelier X, CRa, O- t eam en de Gouden Piramide, is hierbij gewerkt met s ubsidies. Het t oekennen v an d e s ubsidies bij de s t art v an d e A RO liep v ertraging o p. De p rogrammaonderdelen heb ben d eze v ertraging ec ht er weer in kunnen lopen. Inhoudelijk had het tot g evolg dat de p lannen v an een p aar lead partners d ienden t e worden b ijgesteld.

In d e t ab el is weer g egeven welk e middelen b eschikbaar waren v oor d e ac t iviteiten v an elk p rogrammaonderdeel. Ten t ijde v an het onderzoek was er no g g een d efinitief b eeld v an de bestede middelen, aangezien de A RO nog tot en met 2020 lo opt.

V o or d e verleende s ubsidies g eldt dat in de b eschikkingen (door IenM en OCW) is opgenomen dat b innen dertien weken na 31 d ecember 2020 een aanvraag tot v aststelling gedaan moet worden. Aan d e hand v an een eindverslag , bestaande uit een activiteitenverslag en een f inancieel verslag , moet wo rden aangetoond d at de activiteiten waarvoor s ubsidie is v erleend, zijn v erricht en dat is voldaan aan d e verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn. Daarmee wordt rekening en verantwoording af gelegd omtrent de aan de activiteiten verbonden kosten en opbrengsten. Om de subsidie tussentijds t e k unnen beoordelen, is in d e b eschikking ev eneens opgenomen dat jaarlijks b innen dertien weken

10 Na a st d e verdelin g van d it b udget o ver d e p rogrammaonderdelen, is e r € 150.000 ge reserveerd vo or h et re aliseren van e e n o nline plat form.

Pro g ram m a on derdeel B u d g et p er jaar ( x1000)

1. A t elier X €918

2. C R a €540

3. O - t eam €475

4. Pro ject at eliers IA B R €400

5. IVO €500

6. Z o rg en O n derwijs €700 7. O n t w erp en Praktijk €175 8. O n t w erp en O verh eid €150

9. O p d rach tg everschap en O n t w erp

€190

10. G o u d en Piram id e €180 5.1 Bedoeling

DOELEN

5.3 Middelen INPUT

5.2 Aanpak/instrumenten THROUGHPUT

papier praktijk

5.5 Effecten OUTCOME

5.4 Resultaten OUTPUT

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De tuingevels worden uitgevoerd in een lichtere baksteen met geelaccenten die passen bij de kleur van de voordeuren, deze kleur komt terug in de bijgebouwen. Een efficient

[r]

Artikel 3 van het ontwerp strekt ertoe het gebruik van het identificatienummer in het Rijksregister eveneens toe te laten alleen als identificatiemiddel - in de interne en externe

Zie hiervoor de legenda bij de kaart; bijvoorbeeld, met donker blauwe punten zijn de woningen weergegeven in de geurklasse niet aanvaardbaar met een achtergrond geurbelasting

Uitgaande van een opheffing van de stadsregio per 1 juli 2015, geeft de liquidatie begroting het verwachte verloop 2015-2018 weer van de in de stadsregio Rotterdam in

Architect Grafisch ontwerper Civiel ingenieur Industrieel ontwerper Medisch technoloog Modeontwerper Werktuigbouwkundige Interieurontwerper. Planoloog Landschapsarchitect

Voor de niet vrij toegankelijke vormen van hulp zal eerst beoordeeld moeten worden of de jeugdige of zijn ouders deze hulp nodig hebben.. Hiervoor is een beschikking nodig op

jaar of minder, die te ondergaan krachtens de artikelen 18 en 28 daaronder begrepen, in de rechterlijke uitspraak worden vervangen door hechtenis van gelijken duur. De tot