• No results found

Progressieve fanatici maken gematigd links kapot

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Progressieve fanatici maken gematigd links kapot"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,20

71ste jaargang • nummer 16 • donderdag 21 april 2016 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

De boegbeelden zijn verdeeld, vermoeid ook, oud en leeggeschreven. Neem nu Tom Lanoye. Zijn jongste boekje ‘Revue Lanoye’ is een paternoster van oude teksten uit De Stan- daard en (vooral) Humo. Als columnist voor dat blad spuwt hij nog wel wekelijks eens in zijn inktpot, maar de mensen lachen hem uit, de man die denkt nog vlug “de catechismus van de linkse kerk” te moeten schrijven. Houd er mee op, vroeg Peter Casteels al vorig jaar in Knack.

Die linkse kerk wordt akelig kil na de afval- ligheid van almaar meer boegbeelden. Van Benno Barnard tot Etienne Vermeersch, van Herman Brusselmans tot Luckas Vander Tae- len, er is al wat schoon volk dat zich aansloot bij de geuzen.

In De Morgen probeerde Joël De Ceulaer zaterdag in zijn artikel ‘Wij van rechts’ klaarte te scheppen voor de kameraden. De tijdsgeest verandert, onze kijk op de wereld verandert.

Links zit in het defensief. Journalistieke plak- katen volstaan niet meer om winst te boeken in de politieke democratie.

Conservatieve en rechtse partijen doen het goed, knabbelend aan de ‘culturele hegemo- nie’ van links. Een term van de Italiaanse com- munist Antonio Gramsci. Die schreef al in de jaren 1920 dat er van de voorspellingen van Marx over de ‘Verelendung’ van het proletari- aat en het einde van het kapitalisme niets in huis zou komen als links niet de baas kon wor- den van het maatschappelijke debat. En zo de geesten kon veroveren.

Vanaf de jaren 1960 leek dit te zullen luk- ken. De territoria van media, kunst en cultuur, maar ook die van pedagogen, sociale weten- schappers en historici werden bezet. Ook van- daag zijn die nog in handen van links, laat daar geen twijfel over bestaan. Maar van hegemonie op het politieke terrein is vandaag geen sprake meer. Het proletariaat klom wat welvaart tege- moet, vond brood en spelen, en fragmenteerde

in de sociaal-democratie.

Alleen een elite van progressieve dromers bleef hangen op haar wolk van ‘culturele hege- monie’, rijdend op haar stokpaard van een grenzeloze, multiculturele samenleving. Ook daar krijgen ze het nu lastig, de laatste ridders van de onzin, die zich maar blijven verkijken op de impact van massamigratie, bevangen door te veel rancune tegenover traditie, identiteit.

De aanvallen op alvast dit deel van de linkse kerk komen van liberalen en conservatieven, van rechts en extreemrechts, maar nu ook uit eigen kring. Tegenover de progressieve droom van absolute gelijkheid staat de werkelijkheid van de diversiteit en eigenheid, van normen en waarden. Maar vandaag trekken de dogmati- sche denkers van de andersglobalisten, ecolo- gisten, feministen en andere smaldenkers de grens van de redelijkheid voorbij.

Stembus

Oud links zette volgens Mia Doornaert (De Standaard) destijds het verstand op nul en zweeg over de misdaden van het commu- nisme, over het tirannieke karakter van som- mige onafhankelijkheidsbewegingen. Nieuw links doet vandaag hetzelfde over de minder gezellige gevolgen van massamigratie en islam- radicalisme. Hierbij onderschatten de progres- sieven het intellect van té veel nuchtere men- sen. Ook al blijft links de instituties stevig in handen houden, in de stembus pakt dit nega- tionisme niet.

“De rechts-conservatief heeft een iets min- der rooskleurig mensbeeld dan wie links-pro- gressief is. Niet onterecht, vaak”, merkt De Ceu- laer op. De conservatieve houding is die van de voorzichtigheid. Hij citeerde Irving Kristol, de vader van het Amerikaanse neoconserva- tisme: “Een neoconservatief is een progres- sief iemand die werd overvallen door de wer- kelijkheid”.

Begin

Volgens De Ceulaer is “de strijd om het cultu- rele overwicht grotendeels gestreden. De klus is geklaard”. Dat klopt niet. Die strijd begint pas.

De mythe dat religieuze radicalisering een gevolg zou zijn van achterstelling bijvoorbeeld, is nog springlevend. Dat tolerantie niet bepaald een opvallend kenmerk is van godsdiensten, werd ons altijd geleerd. Maar zeg dat niet over de islam. Suggereren dat economische migran- ten geen politieke vluchtelingen zijn, of dat de sociale kloof iets te maken heeft met migratie, is uit den boze. Zo zijn er tal van politiek cor- recte taboes die overeind blijven. Neen, de klus is niet geklaard. In deze zet links de toon en zit rechts nog in de catacomben.

Wat erger is: links duldt geen onwelgevallige meningen. Andersdenkenden krijgen nauwe- lijks een forum. Politieke tegenstanders wor- den uit beeld gewist met cordons, hitsige mediamanipulatie, ontkenning (Keulennacht, rellen, terreurdreiging). Wat zijn ze er goed in getraind, die meiden en knapen van de Reyer- slaan, die hautaine scalpenjagers van de kwa- liteitskranten. Mocht het kunnen, ze openden heropvoedingskampen. Maar zolang de demo- cratie zelf niet is afgeschaft halen ze het niet.

De kiezer slaat terug.

Jambon

Het recentste voorbeeld van deze hitsige hysterie was de poging tot kruisiging van Jan Jambon. “Een significant deel van de moslim- gemeenschap danste naar aanleiding van de aanslagen”, dat zeggen zou een schande zijn?

De met de sp.a gelieerde hoogleraar Mark Elchardus (sociologie, VUB), nog maar eens een “afvallige”, zette de klokkenluiders en inquisiteurs ferm op hun plaats: “Die signifi- cantie is er al als zelfs maar één medeburger juicht of danst bij de aanslagen”. De reactie van politici als Almaci (Groen), Lanjri (CD&V) vindt hij ongepast.

“We zitten hier wel in een oorlogssituatie.

IS wordt gebombardeerd en het kalifaat ver- moordt hier burgers… In zo’n situatie moeten we weten wie waarvoor staat. Het schandaal is dat we niet weten hoeveel mensen sympathie hebben voor de activiteiten van die terroristen.

We moeten ons niet kwaad maken op degenen die problemen aanwijzen, wel op degenen die ze verhullen”, besluit Elchardus.

Dat ‘dansen’ kan een mooie metafoor zijn.

En ‘significant’, je vindt er wel twaalf definities van, betekent betekenisvol, niet onbelangrijk.

Jawel dus, een significant deel van de moslims keert zich af van de westerse waarden, ook al vallen ze hier met hun gat in de boter. Een sig- nificant deel van de media danst om die waar- heid heen. Dom.

De Standaard en De Morgen zullen blij- ven stoken. Ze doen maar, het staat ons vrij voor hun onzin niet te betalen. Maar hetzelfde gebeurt dagelijks in de uitzendingen van de publieke omroep. En dat kan niet. Slopen, die bunker vol pretentie. We hebben recht op een omroep die het midden houdt.

De progressieve elite is het noorden kwijt als het gaat over maatschappelijke problemen.

Ze blijft rationeel en gematigd links beschadi- gen, genietend van haar vermeende culturele hegemonie en wild om zich heen slaand met het politiek correcte zweepje. Ze doet de linkse politieke structuren krimpen.

Jammer, want sociaaldemocratische partijen hebben wél nog een verhaal te vertellen. Weg van de marxistische utopie, kunnen ze de grijp- kranen van het groot kapitaal helpen kantelen, en kunnen ze mee bouwen aan een socialer Vlaanderen in een genereuzer Europa.

Als de sp.a dit werkelijk wil, moet de partij afstand nemen van de dromerij van fanatieke progressieven die als ongezellige beestjes aan haar vel hangen. Het is het volkje dat niet geïn- teresseerd is in de evenwichten van de sociaal- democratie, maar griezelig de weg op wil van een totalitaire maatschappij.

Of Jambon woensdag al dan niet is geplooid onder de druk van een zoveelste smerige cam- pagne, konden wij bij het schrijven van dit stuk niet weten. U weet dat ondertussen wel. Maar als het zo zou zijn, wordt het tijd dat De Wever denkt aan de uittocht. Reculer pour mieux sauter. Laat dan maar snel de kiezer spreken.

Hij zal de redelijken lonen.

De betoging van vorige zondag in Brussel was een gigantische flop. Niet omdat men- sen niet meeleven met terreur, maar omdat een kleine linkse beweging de betoging heeft gekaapt. Wie hun spandoeken zag, merkte het wel: het ging niet over terrorisme, maar om een aanval op rechts. Zelfs de rode loper in de media volstaat niet meer om veel volk te mobiliseren. De mensen zijn niet gek. Door dit soort zottigheden verliest links de straat, de mensen, de verkiezingen.

Progressieve fanatici maken gematigd links kapot

4 Blz. extra

(2)

Actueel

21 april 2016

2

Wallonië blijft economisch verarmen

Hoofdzetel:

Hoogstratenplein 1 2800 Mechelen

Geen woorden

maar daden!

Voor een Vlaamse

sociale zekerheid!

Bel gratis 0800 179 75 of surf voor ons kantorennetwerk even naar vnz.be

Word lid van het VNZ

Minister-president Paul Magnette (PS) herhaalt het in het Waalse parlement tot vervelens toe: economisch gezien staat Wallonië op hetzelfde niveau als het Belgische en Europese gemiddelde. Onderzoek van econoom Bernard Jurion (Univer- siteit Luik) toont een ander beeld. Jurion moest niet ver zoeken.

Hij haalde nieuwe cijfers bij het Europees statistisch bureau Eurostat en bij de Waalse statistische dienst IWEPS. Volgens de Luikse econoom is er geen sprake van een Waalse inhaalbewe- ging. De Waalse groei lag vorig jaar met 1 procent van het bbp lager dan het Belgische (1,5 procent) en het Europese gemid- delde (1,5 procent). Dit jaar zal het niet anders zijn: 1,4 pro- cent voor Wallonië tegenover 1,5 procent voor België en 1,9 procent in de eurozone.

Maar het is vooral het inkomen per inwoner dat Jurion zor- gen baart. Hij maakte een provinciale opsplitsing. Momenteel bedraagt het beschikbaar inkomen van een inwoner van de provincie Henegouwen 76 procent van het Europese gemid- delde. Tien jaar geleden was dat nog 81 procent. Hier doet zich een relatieve verarming voor.

Ook andere Waalse provincies bevinden zich nog altijd onder het Europese gemiddelde. 87 procent voor Luik, 76 procent

voor het agrarische Luxemburg en 83 procent voor Namen.

Enkel Waals-Brabant heeft een inkomen per kop dat hoger ligt dan het Europese gemiddelde: 30 procent hoger om pre- cies te zijn.

Waals-Brabant profiteert volgens Jurion van de economische aantrekkingspool die Brussel is. Ook zijn veel welvarende Brus- selaars verhuisd naar Waals-Brabant. Jurion maakte ook een vergelijking met de Vlaamse provincies. En daar ligt het inko- men overal boven het EU-gemiddelde, Limburg uitgezonderd, dat er met 98 procent net onder ligt. Het inkomen per inwo- ner bedraagt in de provincie Antwerpen 38 procent meer dan het EU-gemiddelde. Maar vooral: de cijfers zijn de voorbije tien jaar amper gewijzigd. Terwijl de Waalse provincies lagere wel- vaartscijfers voorleggen dan tien jaar geleden.

Andere reden tot bezorgdheid: regio’s in Oost-Europa waar- mee Wallonië lange tijd vergeleken werd, doen het nu een stuk beter. De regio Bratislava in Slovakije heeft een inkomen per kop dat ondertussen 86 procent boven het EU-gemiddelde ligt.

De regio rond Boekarest in Roemenië had tien jaar geleden een inkomen dat 64 procent van het EU-gemiddelde bedroeg.

Dat is nu gestegen tot boven het gemiddelde. Die Oost-Euro-

pese regio’s hebben natuurlijk veel geld gekregen uit de Euro- pese structuurfondsen, maar dat kan evengoed gezegd wor- den van Henegouwen.

Wallonië blijft economisch op de sukkel, ondanks de miljar- dentransfers uit Vlaanderen. De precaire Waalse situatie zou de Waalse regering er dus toe moeten aanzetten een ander beleid te voeren: minder fiscale druk, een hervorming van de arbeidsmarkt (de zesde staatshervorming maakt een speci- fiek regionaal beleid gemakkelijker), een vriendelijker onder- nemingsklimaat… Maar dat gebeurt niet.

Magnette brengt een ‘alles gaat goed’-verhaal. Hij gebruikt daarbij soms zeer vreemde redeneringen. Zo beweert hij dat er transfers van… Wallonië naar Vlaanderen gaan. 5 miljard euro om precies te zijn. Waar zouden die vandaan komen? Vlamin- gen maken meer gebruik van brugpensioen en tijdskrediet dan de Walen. En de Walen kopen Vlaamse producten. Dan vloeit er dus Waals geld naar Vlaanderen.

Daarom bepleit Magnette een Waals economisch patriot- tisme. De Walen zouden meer eigen producten moeten con- sumeren. De Waalse privébestedingen gaan volgens Magnette maar voor 60 procent naar Waalse producten. In Vlaanderen is de verhouding 68 procent. De Waalse minister-president roept dan ook op om “Waals te consumeren”. Alsof dat de oplossing is voor de economische problemen in Charleroi, Bergen of Luik.

Angélique VAnderstrAeten

Al jaren beweren de opeenvolgende Waalse minister-presidenten dat Wallonië aan een economische inhaalbewe- ging ten opzichte van Vlaanderen bezig is. En dat Wallonië qua welvaart stilaan aansluiting vindt bij het Europese gemiddelde. Niets is minder waar, zo leert onderzoek van de Universiteit Luik. In verschillende Waalse provincies is het inkomen per inwoner zelfs verder aan het dalen ten opzichte van het Europese gemiddelde.

Xavier Waterslaeghers versus Cincinnatus

In de nasleep van de aanslagen in Brussel en Zaventem wordt de vraag naar onze weerbaarheid en de morele discipline opnieuw een stukje dwingender. Waar is de ziel van Europa?

De aanslagen waren in alle opzichten een daad van oorlog. Onze goegemeente, maar ook de grote segmenten van de maatschap- pij (georganiseerde hooligans niet nagelaten) reageerden niet met woede, of zelfs met angst.

Nochtans zijn die emoties (groeps)evolutio- naire instincten die toelaten correct te reage- ren bij fysieke dreiging: ‘fight or flight’ (vech- ten of vluchten). Dat was er niet, wel makke oproepen tot “vrede en liefde”. De hashtags

#PeaceForParis en #PeaceForBrussels, com- pleet met hippielogo, moeten op één of andere manier ons die oorlog doen winnen, of extre- mer: onze vijand motiveren om ermee te stop- pen. Helaas werkt de echte wereld van geopo- litiek en internationale betrekkingen niet zoals op het speelplein in de lagere school: “Als je je pester negeert, stopt ie vanzelf wel.” Een advies dat vroeger op het speelpleintje al fout was, kan ons zeker nu niet voorthelpen. Wie voor zichzelf wil opkomen, moet zich verdedigen.

En onze maatschappij wordt meer dan gepest.

Hoe komt dat dan? Waarom is onze maat- schappij zo slap? Waar is de weerbaarheid die ons toeliet om vroeger steeds (existentiële) bedreigingen te beantwoorden? Denk aan de Spartaanse koning Leonidas die het opnam tegen de Perzen, Karel Martel die de Moren ver- dreef uit Frankrijk, Jan Sobieski die Wenen ont- zette van de Osmanen, Jeanne d’Arc, Willem van Oranje, Charles de Gaulle, Margaret That- cher… Waar is de wilskracht die ons toeliet om telkens uit onze as te herrijzen? Denk maar aan de renaissance na de Zwarte Dood, de Neder- landse Gouden Eeuw na de Spaanse bezetting,

het Wirtschaftswunder na WOII, enzoverder. In de plaats daarvan hebben we Noorse politici zoals Karsten Nordal Hauken. Een linkse man- nelijke denker die thuis werd verkracht door een Somalische asielzoeker en zich schuldig voelt omdat de kwaaddoener terug naar Afrika werd gedeporteerd. Anekdotisch, maar type- rend. We laten ons letterlijk verkrachten.

Het antwoord op die vraag heeft meerdere facetten:

• Het liberale individualisme en de daarbij horende secularisering heeft onze sociale cohesie geërodeerd tot heel nauwe cirkels (maximaal het gezin, als dat er al is) rond de ik-persoon. Waar vroeger de term ‘vrijheid’

betekende vrij te zijn van bezetting, vrij van vreemde mogendheden, betekent het van- daag mogen doen wat je wilt doen. Je goes- ting doen, zeg maar.

• De staat is meer en meer taken beginnen doen die burgers vroeger zelf organiseer- den. We hebben niet alleen onze defensie anoniem uitbesteed (die onze staat op haar beurt dan nog eens uitbesteedt aan de NAVO en de Verenigde Staten van Amerika) maar ook dingen als voor de ouderen en de kin- deren zorgen, hulpbehoevenden opvangen, buurtwerk enzoverder worden in groeiende mate exclusief opgevangen door de staat, of door instanties verbonden aan de staat. Dat waren zaken waarin burgers elkaar vonden.

In het geval van defensie en militaire dienst was het een plek waar de burger en de poli- tiek elkaar vonden.

• De rijkdom die we opgebouwd hebben op de fundamenten van onze voorouders, en die lange tijd gegarandeerd werd door de sussende militaire paraplu van de VSA, heeft ons doen geloven dat er nooit meer oorlog kan komen, waardoor oorlog iets onwezen- lijk wordt, niet echt.

Uit deze facetten komt een giftige combinatie voort van egocentrische onverantwoordelijk- heid, fundamenteel plichtsgebrek en kunst- matig pacifisme.

Pleisters of remedies?

Net doordat ons veiligheidsvraagstuk opnieuw in de verf is gezet, met bloed, roept men in heel wat beleids- en intellectuele krin- gen luider om antwoorden. Moet de staat nog meer gaan organiseren? Nog meer data verza- melen van onze eigen burgers? Bart de Wever riep al in november 2015 op tot een Europese Patriot Act (naar analogie met de Amerikaanse wet die ingrijpende privacyinbreuken toelaat om terreur te bestrijden). Strengere justitie- maatregelen? Misschien. Maar symptoombe- strijding verdelgt de ziekte niet.

Een interessantere piste die af en toe opduikt, is die van de legerdienst terug in te voeren. Het zou alleszins een stap zijn. In the- orie (en als je de verhalen over de legerdienst van weleer in België negeert) zou Jan en alle- man technisch in staat zijn om zich georgani- seerd te verweren tegen agressoren. Men zou ook wat geleerd krijgen over het belang van (werken in) een groep. Maar veel meer dan een druppel op een hete plaat kan zo’n maat- regel niet zijn. Uiteindelijk is een jaar dienst veel te weinig om de hierboven geschetste maatschappelijke tendensen op te lossen die al decennia lang gaande zijn. Veel waarschijn- lijker is dat we met een gigantische hoop Xavier Waterslaeghers’ zullen eindigen. Even gecas- treerde mannen die gewoon met een wapen kunnen omgaan en direct weer terug herval- len in de geïnstitutionaliseerde onverantwoor- delijkheid. Zolang er maar voetbal en dagscho- tels zijn.

Men kan zich de vraag stellen of de hierbo- ven vernoemde maatschappelijk tendensen überhaupt omkeerbaar of oplosbaar zijn. Dat zou betekenen dat we de rol van de staat en de denkwijze van zijn burgers radicaal moe- ten veranderen. Gekkenwerk. Maar misschien kunnen we er wel omheen fietsen en toch op bestemming arriveren.

Lucius Quinctius Cincinnatus

Wie een klassieke opleiding heeft gevolgd, kent de Romein Lucius Quinctius Cincinnatus.

Cincinnatus lijkt wel de tegenpool van Xavier Waterslaeghers. De aristocraat van geboorte leidde een teruggetrokken leven op het platte- land, maar was toch doordrongen van burger- lijk plichtsgevoel. Tot tweemaal toe werd Cin- cinnatus opgeroepen om als dictator Rome te

leiden en van de afgrond te redden. Eens de taak volbracht was, gaf hij de absolute militaire en politieke terug aan het volk en ging hij terug zijn land ploegen. Waarom haal ik deze figuur aan? Omdat hij een symbool is voor de weinig plichtsbewuste mensen die onze beschaving vandaag nog kent. En het zijn deze mensen wiens stem luider zou moeten klinken.

In de filosofische sciencefictionroman Star- ship Troopers van Robert Heinlein is er een politiek systeem aanwezig op aarde dat alleen stemrecht geeft aan burgers die zich inschrij- ven voor militaire dienst. De geest achter die gang van zaken is de volgende: enkel mensen die lijf en leven willen riskeren voor de samen- leving hebben het plichtsgevoel en het gebrek aan egocentrisme noodzakelijk om politiek te participeren in die samenleving. De science- fiction van Heinlein laten we best vallen, maar misschien is het niet zo gek om enkel stem- recht te geven aan mensen die bereid zijn om militair te dienen. Op die manier fietsen we rond slappe onverantwoordelijkheid en berei- ken we onze bestemming: politieke en mili-

taire weerbaarheid. rn

VoorAL WALLoNIë VErtroUWt FILIp

Bijna 70 procent van de Belgen hebben

“redelijk wat of veel vertrouwen” in koning Filip. Elf procent van de respondenten stelt hun “volledige vertrouwen” in de koning, 58 procent geeft aan “eerder vertrouwen”

te hebben in de vorst.

Dat zou blijken uit een peiling van Ipsos, uitgevoerd naar aanleiding van een uit- zending vorige week zaterdag op RTL-TVi over de duizendste dag van het koning- schap van Filip. Het grootste vertrouwen in de koning is er bij de Brusselaars, met 20 procent van de ondervraagden die zegt een totaal vertrouwen te hebben, tegen- over 13 procent in Wallonië en 8 procent in Vlaanderen.

(3)

Actueel 21 april 2016 3

Rechtse linkse rakker

Mijnheer de baanbreker,

Elke keer als gij in de media aan het woord komt om uw licht te laten schijnen op aller- hande samenlevingsproblemen in Het Edel Land der Belgen, doet gij onwillekeurig de wenkbrauwen fronsen in alle spectra van de politieke regenboog. Voor zowel de lin- ker- als de rechterzijde zijt gij immers een linkse die rechtse praat verkoopt. Links kan daar niet mee lachen, want politiek correct als zij zijn, hebben zij het liefst dat wegge- keken wordt van de naakte feiten die gij hen voorhoudt of dat deze op zijn minst verdoe- zeld worden. Rechts daarentegen verkneu- kelt zich in het feit dat er eindelijk een linkse, en niet van het zesde knoopsgat, het licht heeft gezien; één die nu komt zeggen wat zij aan die kant al zoveel jaren in dovemans- oren staan te roepen.

Veiligheid, multiculturaliteit, vreemdelin- gen, Franstalige arrogantie… Het zijn the- ma’s die jarenlang bijna exclusief en onver- bloemd door het vermaledijde en politiek geïsoleerde Vlaams Belang onder de loep werden genomen. Ondertussen zijn bij velen omwille van de brute en ontnuchterende realiteit - dus uit de aard der dingen zelf - de ogen open gegaan en werden die thema’s

‘bon ton’, waardoor ze gededouaneerd wer- den. En gij hoort daar vandaag ontegenspre- kelijk bij. Het zal u niet in dank afgenomen worden in uw eigen politieke biotoop, en ook niet bij bepaalde Franstaligen en vreemde- lingen. Want als inwoner van Brussel, weet gij hoe Vlamingen en autochtonen er behan- deld worden. Hoe dan ook, gij slaat de nagel meer dan geregeld op de kop en gij neemt geen blad meer voor de mond. En daar kun- nen die allemaal niet goed tegen, want de ongemakkelijke waarheid doet de oogver- blindende multiculturele droom ongenadig uit elkaar spatten.

Na eerdere onthutsende analyses over het onmogelijke samenleven van ‘Belgen’ met vreemdelingen in Brussel, kwaamt gij vorige week ruim in het nieuws met een vinger- wijzing naar de Franstaligen in de hoofd- stad. Ik citeer: “Een niet onbelangrijk deel van Franstalige opiniemakers houdt er helaas

nog altijd rabiate communautaire reflexen op na. Het is bijzonder jammer dat die zo vaak toegang blijven krijgen tot de media en op die manier het politieke debat blijven vergif- tigen.” Uiteraard legde gij daarmee vanzelf- sprekend de link naar de vunzige uitspraken van Yvan Mayeur, de rabiate en Vlamingen- hatende burgemeester van Brussel. Terecht merkte gij op dat, als Mayeur in zijn uitspraak

“Vlaanderen heeft Brussel bezoedeld”, waar- mee hij overduidelijk en onverkort een hele bevolkingsgroep bewust stigmatiseert, het zou gehad hebben over Marokkanen of Tur- ken, het kot te klein zou geweest zijn. Toen gij de kwestie in een tv-uitzending voorlegde aan Alexis de Swaef, de voorzitter van de Franstalige mensenrechtenorganistatie, en gij aan die man vroegt of dat geen racisme was, stamelde die wat en bleek die geen problemen met de anti-Vlaamse uitspraken van Mayeur. Na de uitzending was De Swaef woedend en weigerde hij elk verder gesprek met u, zegt gij...

Vlaanderen is tevreden dat gij tot het juiste inzicht zijt gekomen en niet onder stoelen of banken steekt dat er grenzen zijn aan ons incasseringsvermogen. Misschien moes- ten alle kaviaarsocialisten, groene villawijk-, riante verkavelings- en progressieve ivoren- torenbewoners maar eens verplicht worden een tijdje hun aanbeden en sacrosancte mul- ticulturele en diverse ‘samenleving’ aan den lijve te gaan ervaren in sommige Brusselse of Antwerpse of nog andere wijken en buur- ten in kleinere steden waar de ketel al een tijdje onder druk staat. Misschien dat zij dan niet meer zullen kotsen bij het zien van een Vlaams-nationalistisch pamfletje dat spreekt over tikkende tijdbommen in onze samen- leving, maar dat ze dat wel doen bij het aan den lijve ondervinden van de vernederin- gen door een bepaalde Franstalige kaste en het bespuugd worden door ‘nieuw Belgisch’

janhagel.

Gij levert baanbrekend werk, Luckas. Als het goed is, zeggen we het ook. Zelfs als gij een linkse groene zijt die taal naar ons hart spreekt.

Briefje aan Luckas vander Taelen

Meer dan 150 organisaties hadden opge- roepen om te komen betogen. Inclusief slachtoffers, nabestaanden van slachtoffers, hulpdiensten en een rist “m’as-tu vu”-poli- tici telde de politie met een welwillend oog zevenduizend deelnemers. Dat zijn er nog geen vijftig per deelnemende organisatie.

Men kan zich dus ernstig afvragen wat nu de werkelijke impact is van die 150 organisaties.

Thema gekaapt door links

Eén zaak is overduidelijk: de betoging, met als achterliggend idee het herdenken van de slachtoffers van de blinde terreur, werd vol- ledig door links gemanipuleerd. Niet de over- heid was de initiatiefnemer, wel een “doch- teronderneming” van Hart boven Hard, voor de gelegenheid omgedoopt tot Hart boven Haat.

Bij die ondersteunde organisaties: ACOD- VRT, Oxfam, Comac (PvdA), Honduras- werkgroep, Zulu World vzw, 11.11.11., ACW,

ACV, ABVV, Masereelfonds, School zonder racisme, enz.

Ons interviewt ons

Dat er niet bepaald veel volk was komen opdagen, bleek ook uit het verslag op het VRT Nieuws. Eén van de geïnterviewden was een zekere Veerle Segers. Veerle wie? Wel, Veerle was zondag in Brussel komen wande- len om aan haar kinderen de samenhorigheid te laten zien, vertelde ze voor de camera. Wat VRT Nieuws niet vermeldde, was het beroep van Veerle Segers. Zij blijkt namelijk produ- cer te zijn bij… Radio 2.

Nu kunnen wij gerust verdragen dat werk- nemers van de VRT in hun vrije tijd meestap- pen in een betoging. Wij doen dat bij gelegen- heid immers ook. Maar we vinden het toch een beetje onkies dat net zij er dan uitgepikt worden voor een interview met een schijn- baar willekeurige betoger. Was het niveau van de andere betogers dan werkelijk zo laag?

Marsje tegen Terreur en Haat

De kap van De vlamingen (1)

“Leven we op de kap van de Vlamingen?

Nee. En dat zal ook blijken.” Dat zei de Waalse minister-president Paul Magnette (PS) in zijn tweede ‘state of the union’, de jaarlijkse stand van zaken van Wallonië. De uiteenzetting van Magnette paste perfect in de nieuwe stra- tegie van de Franstaligen. De transfers wor- den niet langer ontkend, want te veel Waals proffen en studiediensten geven toe dat ze bestaan en omvangrijk zijn. Neen, Magnette zoekt naar verklaringen om het probleem te minimaliseren.

Een eerste deel van de transfers zit volgens Magnette ingebakken in de financieringswet, de hopeloos ingewikkelde wet die de gewes- ten en de deelstaten van centen voorziet. De transfers via dit kanaal - 290 euro per Waal per jaar - zouden worden afgebouwd tegen 2025, “het jaar dat Wallonië zijn eigen lot in handen moet nemen”.

Dat kan kloppen, maar eerst zien en dan geloven… Volgens Magnette is de interregio- nale solidariteit bovendien vergelijkbaar met wat in andere federale staten, zoals Duitsland, Zwitserland en Canada gebeurt.

De kap van De vlamingen (2)

Een tweede en veel ruimer deel van de transfers verloopt via de sociale zekerheid.

Heel eenvoudig uitgelegd: de werkzaamheids- graad blijft in Wallonië veel kleiner in Vlaan- deren, de werkloosheidsgraad is er veel gro- ter. De gemiddelde Vlaming betaalt dus meer aan de sociale zekerheid, de gemiddelde Waal geniet er meer van. “Twee derde van de soci- ale bijdragen komt van werknemers uit Vlaan- deren. En de alternatieve financiering van de sociale zekerheid wordt ook vooral betaald door Vlamingen”, erkent Magnette.

Maar hij vindt dat - zoals wel meer Walen - “evidente” solidariteit en relativeert het pro- bleem weg met een portie euforie over een vermeend “Waals herstel”. De Waalse econo- mische groei bedroeg tussen 2000 en 2015 gemiddeld 1,2 procent, de Vlaamse evenwel 1,4 procent. De kloof krimpt dus niet. Magnet- tes conclusie dat Wallonië “werk moet maken van werk, zodat ook de scheeftrekking bij de inkomsten voor de sociale zekerheid wordt weggewerkt”, is voluntaristisch. Maar voor de Vlamingen een plaat die doordraait. Hoelang nog?

De stakingsDrift van De Walen

De kloof tussen Vlamingen en Franstaligen is ook merkbaar in de reacties op de stakingen die we dit jaar al over ons heen kregen. Ook in Vlaanderen loopt het in specifieke situaties al eens uit de hand (Scheldeloodsen begin

april, politievakbond en luchtverkeersleiders Zaventem), maar in ruimere sociale conflic- ten zijn het vooral de Walen die stakingsbereid zijn. Dat was zo bij de januaristakingen bij het spoor. De Vlaamse vleugels staakten niet mee.

Op 5 en 6 april waren het opnieuw vooral Waalse boze transporteurs die wegen en grensovergangen blokkeerden uit protest tegen de op 1 april ingevoerde kilometerhef- fing voor trucks van meer dan 3,5 ton. Deze week zijn er algemene acties van de socialis- tische vakbond ABVV, niet geheel toevallig in Brussel, Charleroi en Luik. De christelijke vak- bond ACV, veel sterker in Vlaanderen, betoogt (20 april), de socialistische vakbond, veel ster- ker in Wallonië staakt (26 april).

anDere cinema

Ook cultureel zijn en blijven Vlaanderen en Wallonië twee totaal verschillende werelden.

Zo werd vorige week nog maar eens duide- lijk dat de “Belgische cinema” het goed doet, maar dan toch vooral… in Vlaanderen. De bioscopen kregen 21 miljoen bezoekers over de vloer, waarvan 2,2 miljoen ging kijken naar een “Belgische” film.

Op ‘Le Tout Nouveau Testament’ na kleurde de hele Belgische top tien Vlaams, met op kop FC De Kampioenen en Safety First. Het Vlaamse overwicht valt te verklaren door de nadruk op de commer¬ciëlere film in Vlaan- deren, terwijl Wallonië veeleer mikt op ‘art- house’ (minder commerciële films, meer films met een artistiek karakter).

van gronD en baksteen

Wallonië mag dan al economische proble- men hebben, daar wonen heeft zo zijn voor- delen. Tijdens de eerste drie maanden van het jaar wisselden liefst 55.000 huizen en appar- tementen van eigenaar.

In Vlaanderen betaal je voor een huis gemid- deld 259.642 euro, in Wallonië 176.709 euro.

Een appartement in Vlaanderen kost gemid- deld 209.433 euro, in Wallonië 155.985 euro.

In Vlaanderen werd in 2015 gemiddeld 229 euro per vierkante meter bouwgrond neer- geteld. In Wallonië was dat maar 84 euro. In Brussel en Wallonië betaal je 12,5 procent registratierechten, in Vlaanderen 10 procent.

Alleen in Vlaanderen bestaat het meeneem- recht: als je binnen twee jaar na de verkoop van een woning een ander pand aanschaft, zijn de eerder betaalde registratierechten deels aftrekbaar.

Die maatregel, die in 2003 is ingevoerd, heeft de houding in Vlaanderen veranderd.

Van 1.000 gezinnen kopen er 44 een woning - een nieuwbouw of bestaand pand. In Brussel en Wallonië geldt dat maar voor 27 op 1.000 gezinnen. Vóór 2003 was dat verschil veel klei- ner (De Tijd).

Over Vlamingen en Walen

Leugens dwingen Jacqueline Galant tot ontslag

Zondag trok de zogenaamde “mars tegen terreur en Haat” door brussel. ieder- een was op die demonstratie welkom, behalve natuurlijk diegenen die al meer dan een kwarteeuw waarschuwden voor wat op 22 maart jammer genoeg werkelijkheid werd. Zo gaat dat nu eenmaal.

(4)

Duidelijk

Ja, natuurlijk was er in de Kamer heel wat heisa aangaande de samenstelling van de parlementaire onderzoekscommissie die werd opgericht om de terreurtoestanden te gaan onderzoeken. De kleine partijen gingen in het verweer omdat zij werden uitgesloten. Maar hun amendementen om alsnog een zitje als niet-stemgerechtigd lid te bekomen, werden voorspelbaar weggestemd. Bij de stemming viel toch wat op. Het amendement van PVDA werd door Groen/Ecolo gesteund. Alle sossen (VL en F) en cdH onthielden zich. Het amende- ment van Défi (FDF) werd opnieuw gesteund door Groen/Ecolo en zelfs door een aantal Vlaamse socialisten. Een ander deel onthield zich, samen met cdH. Maar bij de stemming over het VB-amendement was het veel duide- lijker: alleen de Belangers stemden voor, al de rest tegen. Als signaal kan dat tellen. De

‘democraten’ verdragen geen kritische pot- tenkijkers die de dingen bij naam duren noe- men, zoveel is duidelijk. Bij de installatie van de commissie vorige donderdag verschenen de VB’ers met een rode doek voor de mond geknoopt. Erg symbolisch…

Voorspelbaar

Zoals we voorspelden, wordt Patje Bril- lantine Dewael voorzitter van de commissie.

Omdat de commissie wel geregeld druk zal ondervinden op deze en de vorige regeringen, werd het voorzitterschap in handen van de meerderheid gehouden, kwestie van de oppo- sitie hier geen opportuniteiten te gunnen. Hoe anders was dat met de commissie-Dutroux, toen Verwilghen vanuit de oppositie het stuur in handen had. Nog een merkwaardigheid is dat de Kamervoorzitter, Siegfried Bracke, deel zal uitmaken van de onderzoekscommissie.

Ook dat is ‘du jamais vu’! Een Kamervoorzitter staat normaal gezien boven alle werkzaam- heden van de Kamer. Enkel in de commis- sie-Grondwet zat hij voor, wat logisch is. De aanwezigheid van Bracke, maar ook van alle fractievoorzitters, geeft aan dat de meerder- heid redelijk zenuwachtig is en ook van bin- nenuit alles inzet om de boel in handen te hou- den. De leden van de meerderheid en zelfs enkele leden van de oppositie in de Conferen- tie van Voorzitters zijn dus allemaal op post.

Het staat in de sterren geschreven dat de regi- mepartijen elkaar ‘geen pijn’ zullen gaan doen en met een wollig eindrapport zullen afko- men, dat bol staat van de pathos en de goede voornemens ‘voor de toekomst’. Allemaal erg voorspelbaar.

Jacht op een minister

Op minister Galant werd vorige week een ware klopjacht gehouden in de Kamer nadat er uit lekken was gebleken dat zij bepaalde Europese kritische rapporten aangaande de veiligheid van en het toezicht op onder meer de luchthaven van Zaventem toch zou ont- vangen hebben terwijl ze dat stijf ontkende.

Galant had waarschuwingen over het gebrek- kige toezicht in de wind geslagen. Ze zou ook niet of onvoldoende hebben gereageerd op vragen om extra middelen voor de beveili- ging. Het was een hoogdag voor de Groenen, die het spel op de wagen hadden gezet en met gelekte e-postberichten de zaak scherp stelden.

Toen in de loop van donderdagnamiddag één en ander almaar duidelijker werd, eiste de oppositie dan ook dat premier Michel terug naar de Kamer zou geroepen worden om tekst en uitleg te komen geven aangaande de capri- olen van zijn beschermelinge. Tenslotte had hij haar eerder op de dag beschermd door te zeggen dat de regering geen weet had van die rapporten. Toen hij later op de dag vernam

Roddels uit de Wetstraat

Dossier

21 april 2016

4

dat er wel degelijk samenvatting van het rap- port is besproken en werd verstuurd naar het kabinet van de minister, was ook voor hem de maat vol. Het ontslag van Jacqueline Galant kon niet meer uitblijven. Het zou een smade- lijke aftocht worden van de burgemeester van Jurbeke (Jurbise) en meteen kon ze terug naar haar zetel in het Waalse parlement.

S….t aan de knikker

Tekenend was eens te meer hoe de meer- derheid bij monde van de Kamervoorzitter weigerde in te gaan op de vraag van de oppo- sitie om de eerste minister te vorderen en een Conferentie van Voorzitters bijeen te roepen om te zien hoe het probleem-Galant zou wor- den aangepakt. Hun ordemotie werd bij ‘zitten en opstaan’ verworpen. De meerderheid hield de adem in, want men wist maar al te goed dat er met brokkenpiloot Jacqueline eens te meer s….t aan de knikker was. Dat Bracke bloed- nerveus was, kon je merken aan het feit dat hij protesterende oppositieleden formeel en dus volgens het reglement tot de orde begon te roepen. Zijn tête-à-têtes met de koninklijke familie zijn vast veel leuker en meer ontspan- nen…

Wat is het nu?

In de Kamer werd vorige woensdag het boek van de studeerkamerbollebozen van N-VA, Hendrik Vuye en Veerle Wouters, voorgesteld:

“De maat van de monarchie”. Het is een boek dat door veel Kamerleden en royaltywatchers zeker zal gelezen worden. Alleen zal elke Vlaams-nationalist zich afvragen waarom er gewoon niet gepleit wordt voor de afschaffing van de monarchie… Het lijkt wel of de republi- keinse partij N-VA op een slappe koord staat te dansen, want het is niet echt duidelijk of ze nu pleit voor een soort van republikeinse monar- chie dan wel een koninklijke republiek… Twee- maal een ‘contradictio in terminis’, als men het ons vraagt. Hoe onthullend en verhelde- rend het boek over concrete en herkenbare toestanden als bijvoorbeeld de dotaties en de bezittingen van de koninklijke familie ook is, des te vager is het over het toekomstperspec- tief van de structuur van dit land als het over de bestuursvorm gaat. We horen Geert Bour- geois het nog zeggen: “Monarchie rijmt niet op democratie.” Wel, dan?!

Taalwetgeving

Barbara Pas van Vlaams Belang heeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jam- bon (N-VA) ondervraagd over het al zestien jaar lang uitblijven van evenwichtig verdeelde taalkaders binnen de NMBS. Zij wilde dan ook weten wat hij aan die toestand ging doen, want het is duidelijk dat alles hier te maken heeft met Franstalige onwil. De antwoorden die zij hieromtrent reeds van (voormalig) minister van Overheidsbedrijven Galant had gekregen, waren compleet nietszeggend en waardeloos. En bovendien naast de kwestie.

Jambon erkende zeer welwillend de toestand en hij engageerde zich om in samenwerking met het kabinet van Galant (haar opvolger dus) tot een oplossing te komen. Op de bij- komende vraag van een (voorlopig) tevreden Barbara Pas om misschien toch maar eens de taalwetten aan te passen zodat er sanc- tionerend kan opgetreden worden bij zo’n grove nalatigheden, antwoordde Jambon dat er een tweederdemeerderheid nodig is om de taalwet te wijzigen, waarover de regering niet beschikt. Daar maakte Jan toch even een schuiver, want voor het wijzigen van de taal- wet is in de Kamer slechts een gewone meer- derheid nodig, en die heeft de regering wél.

Wellicht knelt daar het schoentje. De bevoegde minister is immers een Franstalige minister uit de enige Franstalige partij in de regering…

Misschien kan Barbara Pas de minister even op die vereiste gewone meerderheid wijzen?!

Als onze vriend Jan dit roddeltje leest, dan weet hij het meteen…

Lilian en de koning

In “Lilian en de koning” - het recente boek van ULB-historicus Olivier Defrance - blijkt nog maar eens hoe goed Raskin zijn niet zo talrijke primaire bronnen gebruikte om een uitstekend portret te schilderen van een parvenue die een koning aan de haak sloeg en spuwde op haar Vlaamse achtergrond.

In tegenstelling tot Raskin kon Defrance beschikken over relevante privébrieven tus- sen Lil en Leo; liefdesbiljetjes en flink wat haatproza. Defrance heeft ook het voordeel dat hij via een adellijke hoogleraar tenmin- ste één keer een hilarische ontmoeting met

“la princesse de Réthy” had in Argenteuil.

Ze toonde de ULB-historicus een recent boek dat ze ontvangen had van haar hof- nar Herman de Croo en becommentari- eerde het minachtend: “Maar het is in het Vlaams geschreven.” Naast de promotor van Defrance was ook de gepensioneerde gene- raal en ex-MR-senator Robert Close aanwe- zig. Lilian Baels veegde hem als een kleu- ter de mantel uit omdat hij een document bekeek, en Close stamelde zijn excuses. Na afloop van het bezoek vroeg de hoogleraar aan Defrance: “En, kun je de koningskwes- tie nu beter begrijpen?”

’t is de High Society, de kruim van het volk

Evrard Raskin heeft indertijd de stam- boom van Lilian Baels grondig uitgebeend.

Ze is inderdaad de kleindochter van een Oostendse visverkoopster die al een “voor- kind” van acht jaar heeft vooraleer ze trouwt met Jules Baels, die een visgroothandel uit- bouwt. Hun zoon Henri-Harry wordt advo- caat, maar hij verdient meer als beheerder van visbedrijven. Deze grote knappe man verovert een meisje uit een geslacht van Oost-Vlaamse notabelen en het gelukkig huwelijk wordt gezegend met negen kinde- ren. Baels gaat in de politiek, en is de eer- ste die in de Oostendse gemeenteraad weer Nederlands spreekt. In 1914 vlucht hij met zijn gezin (en vissersvloot) naar Engeland.

Daar wordt in 1916 Mary Lilian Lucy Josepha Monique geboren als zevende kind. Na de oorlog stijgt de politieke ster van Baels. In 1926 wordt hij minister van Landbouw. Hij blijft Vlaamsgezind, maar niet te fel. Baels is één van die Vlamingen waarmee we nog in de jaren zestig rond de oren geslagen worden als we Vlaamse eisen stellen: “Uw voormannen sturen hun kinderen naar Franstalige scholen.” (Ernest Claes en Max Lamberty behoren ook tot die categorie.) Lilian volgt het grootste deel van haar lager onderwijs in die taal. In mijn VRT- jaren ontmoette ik vertrouwelingen van het hof die me al eens iets vertelden. Eén bron zei me dat “la princesse” liever dood viel dan nog één woord Nederlands te gebrui- ken, behalve als een paar Oostendse vissers de eerste garnalen (of waren het maatjes?) kwamen aanbieden, want dan sprak ze nog volmaakt het lokaal dialect. Haar middel- baar onderwijs volgt Lilian in een peperdure Brusselse nonnenkostschool waar alleen de kinderen van “la haute bourgeoisie”, diplo- maten of adellijke families welkom zijn.

Veel aandacht gaat dus naar “la petite” en

“la grande réverence”, de kunst van conver- satie, savoir-vivre, enz. Een diploma haalt Lilian nooit, maar ze vervolmaakt zich nog twee jaar in Engeland in etiquette en proto- col. Ze houdt aan haar zogenaamde studies een netwerk van mensen uit de high society over. Door haar filmsterrenuiterlijk maakt ze een onvergetelijke indruk.

De Czardasvorstin

Inmiddels is vader Baels minister af, maar hij profiteert van de taalwetten van 1932. Hij zaagt met succes aan de poten van de gou- verneur van West-Vlaanderen, een franskil- jon die nauwelijks een paar woorden Neder- lands begrijpt en die niet te handhaven is nu de gemeenten niet langer het Frans als

voertaal mogen gebruiken. Dochter Lilian beijvert zich na haar studies om een stuk van de Europese wereld te zien, met hulp van mensen uit de beste kringen. Ze heeft een zwak voor de Oostenrijks-Hongaarse adel, die de ondergang van de Donau- monarchie nog altijd niet verteerd heeft. In Wenen ontmoet ze haar eerste grote liefde:

Peter graaf Draskovich von Trakostjan: play- boy, sportman met een voorkeur voor skiën en snelle wagens, en zoon van een groot- grondbezitter in Hongarije en Kroatië.

Nog altijd genieten mensen van de won- dermooie muziek die Imre Kalman com- poneert voor zijn operettes ‘De Czardas- vorstin’ en ‘Gravin Maritza’, maar niemand neemt de verhaaltjes ernstig over de adel- lijke tenor die niet mag trouwen met de sopraanster omdat ze niet van stand is. Tij- dens het interbellum geloven de toeschou- wers nog terecht in zo’n verhaal, want Lilian Baels en graaf Peter botsen op een keihard veto. De playboy wordt onterfd als hij durft trouwen met die glamourgirl zonder adel- lijke titel. Einde verhaal. Lilian keert met de staart tussen de benen terug naar Brugge.

“Je Leo”

Naar eigen zeggen ontmoet Lilian koning Leopold III voor het eerst in 1937 bij de inhuldiging van het koning Albert-monu- ment in Nieuwpoort. Leopold vraagt:

“Spreekt u Vlaams?” Lilian antwoordt: “Een beetje.” Vervolgens gaat het over golf. Die- zelfde avond nog belt de koning, om met hem golf te spelen in het Zoute. Leopold III heeft een reputatie in de betere krin- gen, want “hij houdt er een eigen seksu- ele moraal op na” zoals Manu Ruys het uit- drukt. Dat is al zo wanneer koningin Astrid nog leeft, en sedert haar dood fladdert hij van de ene relatie naar de andere, met soms gênante gevolgen. Lilian en Leopold heb- ben nooit duidelijk gezegd waar en wan- neer hun relatie begint. Ze is wel dikwijls aan zijn zijde tijdens de mobilisatie. Bij de Duitse inval vlucht Lilian (een goede chauf- feur) met haar moeder naar Frankrijk. Na een paar dagen verschijnt daar - puur toe- val, vertellen de Baelsen later hoogst ern- stig - ook vader Baels. Raskin vermoedt dat de familie in werkelijkheid met twee auto’s vertrokken is. De gouverneur is als een haas gevlucht, wordt daar later voor afgezet, maar krijgt tenslotte wel zijn salaris maar niet meer zijn functie terug. Na de capitulatie neemt Lilian contact op met de koning, die zogenaamd krijgsgevangene is in Laken.

Ten laatste in juli 1940 is ze zijn minnares.

Ze hebben een liefdesnestje in de Brusselse Handelsstraat. Koningin-moeder Elisabeth moedigt de relatie aan. Ook de Duitsers hebben er geen problemen mee, want een dolverliefde koning besteedt zijn tijd aan cadeautjes kopen, reisjes naar zee (waar niemand anders nog mag verschijnen) en heimelijke afspraakjes, want hij durft zijn kinderen over zijn nieuwe vlam niets te ver- tellen. Dus heeft hij geen tijd en zin om zich met politiek te moeien. “Je Leo” schrijft puberbriefjes, zoals: “Lil, laat me nooit meer op zo’n manier lijden! Laat me niet lang- zaam sterven.” Zijn “Lil” weet niet dat zij niet de enige is die af en toe het konink- lijk bed deelt. Het koppel is wel zo verliefd dat ze besluiten te trouwen; tot afgrijzen van moeder Elisabeth, die Lilian een uit- stekende maîtresse vindt, maar vermoedt dat de politieke gevolgen catastrofaal kun- nen uitdraaien. Een burgerlijk huwelijk bete- kent echter een officiële bekendmaking, en dat durft de koning niet aan, want 60.000 Walen zitten nog krijgsgevangen. Het kop- pel kiest voor een geheim kerkelijk huwe- lijk, al staat de wet die verbintenis niet toe.

Kardinaal Van Roey is er niet gelukkig mee maar hij begrijpt dat het koppel niet langer in zonde wil leven. Lil is niet zwanger als ze op 11 september 1941 met Leo trouwt.

Vervolg volgende week Jan neckers

Lil en Leo (1)

Evrard Raskin heeft ons een paar weken geleden in stilte verlaten. Hij verdiende meer dan een paar regels over zijn VU-jaren. Hij was ook een uitstekend historicus met baanbrekende boeken over Gerard Romsée, koningin Elisabeth en Lilian Baels, de tweede vrouw van Leopold III.

(5)

Actueel 21 april 2016 5

Echo’s uit de Koepelzaal

Gezeur

Onze Vlaamse volksvertegenwoordiging draait weer op volle toeren, zoals mocht blij- ken uit de rijke oogst van actualiteitsvraag- jes. Vele daarvan gingen over radicalisering, Syriëstrijders en dergelijke aardigheden meer.

Niet onlogisch, in de nasleep van de aansla- gen. Zoals bekend is het Vlaamse niveau bevoegd voor de zachte sectoren, die dus op

“preventieve”, begeleidende en pedagogische wijze de genoemde fenomenen moeten aan- pakken. Tot welk eindeloos gezeur dit alles in het Vlaams Parlement leidt, hoeven we u niet te vertellen.

Om u niet te veel hoofdpijn te bezorgen, lichten we er maar één vraagje uit. Onder- wijsminister Crevits gaat nog maar eens een aantal maatregelen “uitrollen”, in Europese samenspraak zelfs. Toelichting daarbij kwa- men vragen Chris Janssens (VB) en Jo de Ro (Open Vld). Janssens gooide meteen de beuk erin, nog meer multicultureel gedoe en diver- siteitsverhalen zullen de zaak heus niet oplos- sen, vond hij.

De Ro was dan weer tegen het “haat predi- ken” van het VB, maar was verheugd over het plan om al in de kleuterschool te beginnen

met indoctrinatie -pardon, met het bijbren- gen van “onze waarden”. Enig schaduwpuntje is dat de participatiegraad in het kleuteron- derwijs nog niet hoog genoeg ligt (nog zo’n steeds terugkerend onderwerp in het Vlaamse halfrond).

Ziek

Crevits genoot nog na van het theekransje met de onderwijscollega’s van de Raad van Europa. Gelukkig is er nu een gemeenschap- pelijk “kader” om onze blozende jeugd de bur- gerschapswaarden-die-voor-ons-zo-belang- rijk-zijn aan te reiken.

En inderdaad, dat kan best van zo jong mogelijk. De Ro was nog bezorgd over de

“allochtone kindjes” die volgens de cijfers iets minder participeren in het kleuteron- derwijs. De dames Gennez (sp.a.) en Meule- man (Groen) vertelden iets over diversiteit en levensbeschouwing. Kathleen Krekels (N-VA), door Janssens uitgedaagd, benadrukte het belang van een sterke eigen identiteit waarop moet worden voortgebouwd, en ze putte hier- voor uit Bart de Wevers Grote Citatenboek.

Crevits werd “een beetje misselijk” dan wel

“ziek” van Janssens omgang met ons aller pro-

ject voor identiteit, burgerschap en democra- tische waarden. We hopen op spoedig beter- schap.

TTIP

Een zeer moeilijk weg te happen boterham is het Trans-Atlantisch Handels- en Investe- ringspartnerschap (TTIP), dat een aantal han- delsbarrières tussen Amerika en Europa moet wegwerken.

Voor de duidelijkheid: dit onderwerp behoort bepaald niet tot de zachte sector.

Welke impact op Vlaanderen dat TTIP zal gaan hebben, was voorwerp van discussie in het halfrond; bijwijlen nogal technisch. Ondanks de bedoeling de dingen beknopt te houden, was de bespreking aan de omstandige kant, wat met dergelijk thema moeilijk is te vermij- den. Grote angels in het ding zijn onder meer de standaardenharmonisatie, het arbitragesy- steem en de sociale effecten. Alle rapporten en onderzoeken ten spijt blijft één en ander zeer onduidelijk, en zijn de meningen dus erg verdeeld. Een economisch eldorado wacht ons volgens de enen, een ongeziene ramp volgens de anderen. In dat laatste kamp een Güler Turan (sp.a) die de hele zaak grondig kwam afbranden: het TTIP zal leiden tot lagere stan- daarden, sociale afbraak en rechtsonzeker- heid. Ter rechterzijde kon precies het omge- keerde worden beluisterd. Turan vond vooral

een sterke Karl Vanlouwe (N-VA) op haar weg:

in globo voorstander van het TTIP, maar dan wel met (culturele) correcties en de nodige

“realistische” blik op hoe de EU het bereddert.

Kritiek op het TTIP komt niet alleen van links, maar in veel landen ook van identitair rechts, ditmaal een afwezige stem in de Koepelzaal.

N-VA waakt

De aandacht die het Sint-Ignatiusschool- tje in Overijse mocht genieten in de welden- kende pers en in de Commissie onderwijs is opvallend voor zo’n bescheiden privé-initia- tief. Je waant je terug in de tijd van de sans- culotten die in de Vendée en elders het “fana- tisme” met vuur (letterlijk en figuurlijk) te lijf gingen. Van Jean-Jacques de Gucht (Open Vld) is dat te verwachten; dat liberale en ethische genie is per definitie tegenstander van confes- sioneel onderwijs en eigenlijk ook wel van “de godsdienst” in het algemeen. Verbazend is dat nu ook een N-VA’er zich in de strijd tegen het obscurantisme heeft geworpen. In de Commis- sie vroeg Koen Daniëls, na de erkenning, ook om een doorlichting van het verdachte school- tje. Een toetsing aan de internationaalrechte- lijke mensenrechten en zo. Hij had tevens iets vernomen over de Mechelse catechismus, die hij niet kent, maar naar verluidt “een streng boekje”. Voor radicalisering moet men overal opletten. Zalig zijn de armen van geest...

Progressieve proffen blijven prutsen aan ons onderwijs

Vorige week publiceerden sommige media berichten over enkele conclusies van het MARS-onderzoek (Meertaligheid Als Realiteit op School), uitgevoerd in opdracht van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Het thema wekt de belangstelling, omdat taal en onderwijs te maken hebben met migratie en de inburgering van al wie zich bin- nen Vlaanderen komt vestigen. Het MARS-onderzoek vertrekt vanuit de visie van een pro- gressieve pedagogische elite die culturele identiteit wegrelativeert. Vlaanderen doet er goed aan te volgen hoe onderwijsminister Hilde Crevits met die linksigheid omspringt.

Meertalig onderwijs betekent dat een deel van het lessenpakket in een andere taal dan het Nederlands wordt onderwezen. Hierom- trent lopen proefprojecten in het secundair onderwijs. In het basisonderwijs is dat voorlo- pig niet mogelijk.

Het Vlaams ministerie van Onderwijs liet wel een onderzoek uitvoeren (2013-2015) bij vier- dejaars leerlingen in 212 basisscholen uit Brus- sel, Gent en de Limburgse mijngemeenten. Het resultaat is een onleesbare turf van honder- den bladzijden pedagogische schuinschrijverij.

Het onderzoeksteam van de uGent en de VUB krijgt in 476 bladzijden niet uitgelegd wat er zo fout loopt in ons onderwijs. Beperken we ons hier tot de essentie van de politieke infor- matie, zoals onder meer professor Piet van Avermaet die in de media probeerde toe te lichten (verderop meer over die man).

Continuüm

Volgens Van Avermaet en co zit ons (basis) onderwijs vol “vooroordelen” en schort er daarom iets met motivatie, positief zelfbeeld en welbevinden van de betrokkenen, wat dan weer zorgt voor zwakkere schoolprestaties. We fixeren ons te veel op het Nederlands in plaats van uit te gaan van “een continuüm waarop iedere meertalige een andere plaats inneemt al naargelang de context”. Geniet van het jar- gon…Nog eentje? De auteurs drammen maar door over “functioneel veeltalig leren (sic), waarbij de verschillende talige repertoires van de leer- lingen (sic!) positief benut worden in functie van de ontwikkeling van hun academische taal- vaardigheid”. Hoe krijgt een prof zo’n abstracte onzin uit zijn pen? Zeg dan toch gewoon: wat minder Nederlands is goed voor ons, amen!

Wat staat er ons dan te doen? De thuistaal van leerlingen ‘positiever’ benaderen. Een ‘effi- ciënt’ talenbeleid opleggen. De leraren beter

“professionaliseren” in het omgaan met meer- taligheid”, en - niet geheel onverwacht in die middens - nog meer investeren in “verfijnd onderzoek”. Wat dat dan concreet betekent?

Wat dat zal kosten? “Euh...”

De leraar, die eeuwige sukkel, kan alvast beginnen met de invoering van “een taalpas- poort” voor de leerling. Aan dat laatste heeft Crevits zich al laten vangen. Dat paspoort zou er komen… Zijn er nog geen paperassen genoeg op school? En van die zwakzinnige les- gevers mag je toch niet verwachten dat ze na enkele dagen al weten welke talen hun pupil- len thuis spreken?

Nut?

Is onderwijs in andere talen dan de pest?

Allicht niet. In ons secundair onderwijs lopen in enkele tientallen scholen al een paar jaar proef- projecten. Lessen aardrijkskunde, geschiede- nis of chemie in het Frans of Engels geven, bij- voorbeeld. Of dat dan beter is dan onderwijs in de standaardtaal is bij ons nergens bewe- zen. Blijkbaar moet nu ook het basisonderwijs experimenteren. Ook in de vernieuwde lera- renopleiding moet “diversiteit” expliciet wor- den meegenomen als ‘focus’. Aan welke grens stopt dat spelletje?

We hopen dat onderwijsminister Hilde Cre- vits het hoofd koel houdt, maar we vrezen het

ergste. Ze geeft de Vlaamse Onderwijsraad nu de opdracht om “een breed kader te ontwer- pen voor een actief talenbeleid op scholen waarbinnen de taalcompetenties van leerlin- gen en diverse vormen van meertaligheid een plaats krijgen”. Mét om te beginnen dus dat taalpaspoort als ‘tool’ (sic), als ‘voorbeeld van good practice’ (sic!)… Al even abstract als haar pedagogen en sociologen, die Hilde?

Samengevat: niet meer de nieuwkomers moeten goed opgeleid worden, de pedagogen zullen eens de leraars, directies, begeleiders, opleiders heropvoeden. Hoe wat wanneer pre- cies concreet moet gebeuren? Dat zijn zorgen voor later, ook voor haar. Het vel wordt ver- kocht, maar de beer moeten we nog schieten.

Het gaat dus om politiek, niet om wetenschap.

Fort Knox

Het MARS-rapport wordt nog besproken in de commissie onderwijs van het Vlaams Parle- ment. Mogen we ervan uitgaan dat er politieke partijen zijn die op z’n minst op hun hoede zijn voor een en ander?

Misschien moeten ze dan vooraf even lezen wat Piet van Avermaet, de kopman van het peloton onderzoekers hierover eerder al schreef. Bijvoorbeeld in een tekst die hij brouwde samen met de nu aan de universiteit van Tilburg werkende sociolinguïst Jan Blom- maert (zie webstek laatstgenoemde).

Beide ‘specialisten’ spotten met eerdere beslissingen van politici om de integratie te koppelen aan ‘kennis van het Nederlands’. Wat gelijkekansen-, inburgerings- en onderwijs- ministers als Paula D’Hondt, Marino Keulen en Frank Vandenbroucke deden, deugt niet.

Inburgerend Vlaanderen werd omgetoverd tot een “taalkundig Fort Knox”. Honderd jaar taal- strijd heeft van het Nederlands “een monster- tje” gemaakt. Ze hebben ervoor gezorgd dat de ideologie van het Nederlands zich steeds comfortabeler nestelde in de publieke opi- nie. Ze hebben het contact met Franstalig Bel- gië verbroken. Ze hebben in dat Vlaams Parle- ment, dat “kerkorgel van Vlaamse autonomie”

nooit ingezien dat multicultuur en meertalig- heid “normaal” zijn, en eentaligheid een uit- zondering, enzovoort, enzoverder…

Vlaanderen is een door en door meertalig land, willen Blommaert en Van Avermaet ons doen geloven. Als marxistische en/of postmo- derne hersenspinsels van deze fantasten het onderwijsbeleid gaan bepalen, zijn we niet goed bezig.

Ons onderwijs is degelijk. Nederlands is de standaardtaal en zal dat blijven. Omdat de keuze voor Nederlands sociaal is en voor veel migranten de enige weg naar kansen, naar burgerschap, naar culturele participatie, naar vriendschap. Omdat die keuze economisch van belang is. Ze vergroot kansen van nieuwkomers in het onderwijs, hun kansen op werk.

Omdat die keuze ook de enige betaalbare optie is en het alternatief onbetaalbaar (peda- gogen spreken in hun verdoezelend taaltje van

“gekleurde middelen”…). Omdat er niet één overtuigend argument is dat aantoont dat het warrige concept “soepelheid voor nieuwe taal- varianten in het Nederlands” de nieuwkomers meer zou helpen dan degelijk onderwijs in de taal van de gemeenschap waarin men is terechtgekomen.

Natuurlijk is meertaligheid een pluspunt.

Maar daaraan sleutelen kan het best binnen de huidige structuren. Je hoeft daarom het onder- wijs niet nog maar eens op z’n kop te zetten.

Crevits zal de lopende experimenten evalu- eren na deze regeerperiode. Gelukkig is ze niet alleen. Haar partijgenoten en Vlaamsgezinden uit andere partijen houden zich best klaar om grondig mee te evalueren en weerwerk te bie- den aan de goeroes die met hun ideologie de boel hier te pletter willen renoveren. De ver- engelsing in het hoger onderwijs volstaat. Die verder doortrekken naar middelbaar of basis- onderwijs? Houd daarmee op.

AnjA Pieters

Monopoly in de versie van Michel I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zou het dan niet eens aardig zijn er naar te streven dat onze bondgenoot zijn krijgsmacht en overige middelen wat strategischer inzet en zich weer gaat houden aan, onder meer,

Deze verklaring is erg verenigbaar met wat Beck schrijft in zijn laatste boek The Seven Wonders That Will Change Your Life, in het bijzonder zijn verklaring van de universele

Hij liet hen weten dat Hij eerst door het volk verworpen zou worden:“Maar eerst moet Hij veel lijden en verworpen worden.” Het Koninkrijk zou dus komen met

Zo wordt door haar de verklaring van een onafhankelijke accountant gedefiniëerd als een document, waarin hij in het kort aard en omvang van zijn onderzoek

Mijn ervaring heeft mij echter geleerd dat, hoe vreemd dit ook moge klinken, slechts bij uitzondering verzekeringen worden gesloten welker vorm en inhoud

sleeën in echte sneeuw en werken op de boerderij. Tot de Russen komen, te voet en te paard, dan moet de familie weer gaan lopen, deze maal tot in de Amerikaanse zone. Hun angst

Mail ze dan naar Aduis (info@aduis.nl) en wij plaatsen deze dan als downlaod op onze web

4 † Uit de uitleg moet blijken dat als gevolg van de overgang van een communistisch naar een kapitalistisch systeem veel (verouderde) industriële vestigingen zijn