• No results found

Adviseur namens de gemeente

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Adviseur namens de gemeente"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Colofon

Projectnummer 46060615/2683266100

In opdracht van Van Egmond Totaal Architectuur

Auteur T. Kok MA

Redactie drs. B.A. Corver

Versie 1.0

Status concept

Autorisatie

B.A. Corver Senior Archeoloog 22-06-2015

Goedkeuring

R. Lugard Gemeente Blaricum

E. van Rooijen (Cultuurcompagnie)

Adviseur namens de gemeente

© IDDS Archeologie Noordwijk, juni 2015 ISSN 2212-9650

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inventariserend veldonderzoek d.m.v.

proefsleuven

Melkweg 6, Blaricum Gemeente Blaricum

IDDS Archeologie rapport 1772

(2)

SAMENVATTING:

In opdracht van Van Egmond Totaal Architectuur heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie op 17 juni 2015 een inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven uitgevoerd aan Melkweg 6 in Blaricum, gemeente Blaricum.

De vraag was of er sprake is van een behoudenswaardige vindplaats. Ook kan door middel van de proefsleuven de veldverkenning worden getoetst.

Uit het onderzoek blijkt dat er in het gebied een intact bodemprofiel aanwezig is, die op enkele plaatsen is verstoord door waarschijnlijk de bouw van de vorige villa. In het noorden en het zuiden van het onderzoeksgebied is het bodemprofiel verstoord.

Ondanks dat er een intacte bodemprofiel aanwezig is, zijn er echter geen indicaties aangetroffen die duiden op een behoudenswaardige vindplaats.

(3)

INHOUDSOPGAVE:

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ... 4

1. INLEIDING ... 5

1.1. Onderzoekskader ... 5

1.2. Doel- en vraagstellingen van het onderzoek ... 5

1.3. Ligging van het plangebied ... 5

2. VOORONDERZOEK ... 7

3. WERKWIJZE ... 9

4. RESULTATEN VAN HET VELDWERK ... 10

4.1. Fysische geografie ... 10

4.2. Sporen ... 11

5. SYNTHESE ... 12

6. BEANTWOORDING VAN DE ONDERZOEKSVRAGEN ... 13

7. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN ... 14

7.1. Aanbevelingen ... 14

LITERATUUR EN KAARTEN ... 15

LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN ... 16

BIJLAGEN

1. Topografische kaart

2. Werkputtenoverzicht met vorige en toekomstige bebouwing 3. Werkput 2 en 3

4. Werkput 1, 4 en 5 5. Werkput 2 6. Periodentabel

(4)

4

Administratieve gegevens van het plangebied

Toponiem Melkweg 6

Onderzoekmeldingsnummer 2683266100 Vondstmeldingsnummer nnb.

Onderzoeksnummer nnb

Plaats Blaricum

Gemeente Blaricum

Kadastrale aanduiding Blaricum E 499, 2161, 2848 en 2649

Provincie Noord-Holland

Coördinaten Centrum Hoekpunten

144900/475450 144.912/475.553 (n) 145.000/475.455 (o) 144.942/475.361 (z) 144.805/475.451 (w) Oppervlakte plangebied 2210 m2

Onderzoekskader Omgevingsvergunning

Uitvoerder IDDS Archeologie

Contactpersoon: drs. B.A. Corver Postbus 126

2200 AC Noordwijk (ZH) Tel: 071-4028586

E-mail: bcorver@idds.nl

Bevoegde overheid Gemeente Blaricum Dhr. R. Lugard Postbus 126 3755 ZH Eemnes Tel: 035-7513444 E-mail: info@blaricum.nl Adviseur namens de bevoegde

overheid

Cultuurcompagnie Noord-Holland Afdeling Cultureel Erfgoed Contactpersoon: E. Van Rooijen

Bergerweg 11815 AC Alkmaar Tel: (072) 850 28 00 E-mail: Elizavanrooijen@cultuurcompagnie.nl Beheer en plaats van

documentatie

Provinciaal Depot voor Bodemvondsten van de provincie Noord-Holland

Uitvoeringsperiode onderzoek 17 juni 2015

(5)

1. Inleiding

1.1. Onderzoekskader

In opdracht van Van Egmond Totaal Architectuur heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie op 17 juni 2015 een inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven uitgevoerd aan Melkweg 6 in Blaricum, gemeente Blaricum. De aanleiding voor dit onderzoek is geplande herinrichting van het plangebied, waarbij twee villa’s worden gerealiseerd. Dit onderzoek betreft de locatie van de centrale villa met bijbehorende vijver (villa 1). De andere villa valt buiten dit onderzoek.

Hierbij zal de bodem door graafwerkzaamheden worden verstoord tot een diepte van maximaal 6,2 m boven NAP, waardoor er een kans aanwezig is dat eventueel aanwezige archeologische waarden verstoord dan wel vernietigd zullen worden.

Een andere aanleiding voor het onderzoek is dat in 2014 door IDDS archeologie een bureau- en inventariserend veldonderzoek gedaan is, waaruit bleek dat er op grote delen van het terrein een intact bodemprofiel aanwezig was. Dit hield in dat eventuele archeologische sporen goed geconserveerd zouden zijn als deze aanwezig waren. Op basis van dat onderzoek is besloten dat er een inventariserend veldonderzoek nodig was.

Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3 (KNA;

Centraal College van Deskundigen 2013) en conform het Programma van Eisen (PvE) dat voor dit onderzoek is opgesteld door drs. S. Moerman van IDDS Archeologie (Moerman 2015). Het veldwerk is uitgevoerd door B. A. Corver (projectleider) en T. Kok, respectievelijk senior- KNA archeoloog en KNA archeoloog.

Deze rapportage bevat de resultaten van het onderzoek.

1.2. Doel- en vraagstellingen van het onderzoek

Het doel van het inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven is aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting, zoals geformuleerd in het bureauonderzoek. Om de doelstelling te realiseren dient op de volgende onderzoeksvragen een antwoord te worden gegeven:

 Hoe ziet de bodemopbouw er uit? In hoeverre is de bodem intact? Komt het overeen met de in het booronderzoek gestelde verwachting?

 Is er sprake van één of meer behoudenswaardige vindplaatsen? Zo nee, wat is hiervoor de verklaring? Zo ja, beantwoord de onderstaande vragen:

 Wat is de aard, omvang, kwaliteit en het verloop van de archeologische sporen en sporenclusters?

 Wat is de conservering en gaafheid van de vindplaats(-en)?

 Wat is de fasering van de vindplaats(-en)?

 Wat is de datering van de archeologische vondsten en tot welke vondsttypen of vondstcategorieën behoren zij?

 Uit welke periode dateren de eventuele sporen?

 Wat is de geologische context van de aangetroffen archeologische resten?

 Hoe verhouden de aangetroffen resten zich tot de bekende vindplaatsen in de omgeving?

1.3. Ligging van het plangebied

De ligging van het her in te richten gebied, ofwel het plangebied, is weergegeven in bijlage 1. Het plangebied ligt in het zuiden van Blaricum, aan de Melkweg 6. Het plangebied wordt in het zuiden begrensd door de Melkweg en in het noorden door een zijtak van de Vliegweg. In het oosten wordt het terrein begrenst door de tuin van Melkweg 9a en in het westen door de tuin van heide1 en 1a. Het plangebied heeft een oppervlakte van 21.740 m2 en een gemiddelde maaiveldhoogte van 5,5 m +NAP. Van de 21740 m2 wordt ongeveer 2210 m2 daadwerkelijk verstoord door de bouw van de villa en vijver. De exacte ligging van het plangebied zijn nader weergegeven in bijlage 1.

(6)

6

In het plangebied zijn grote reliëfverschillen aanwezig, voornamelijk veroorzaakt door natuurlijke duinen. Een deel van het reliëf is aangepast voor de inrichting van de tuinen. Op het AHN is het niet mogelijk om hier een duidelijk beeld van te creëren, omdat de hoogtemetingen verstoord zijn door de bebouwing en omdat het plangebied sterk bebost is. De hoogteverschillen in het plangebied worden plaatselijk geschat tot 3 meter.

Figuur 1: Het plangebied voorafgaand aan het veldwerk.

(7)

2. Vooronderzoek

Soort onderzoek Bureauonderzoek en IVO verkennende fase

Uitvoerder IDDS Archeologie

Uitvoeringsperiode Februari 2014

Rapportage Koekkelkoren, A.M.H.C., 2014: Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase: Melkweg, Blaricum, gemeente Blaricum, Noordwijk (IDDS Archeologie rapport 1625).

Documentatie IDDS Archeologie, Noordwijk

Uit bovenstaand vooronderzoek blijkt dat in het plangebied sprake is van een natuurlijk landschap van glaciale afzettingen die vervolgens zijn bedekt door een dik pakket dekzand. Deze afzettingen dateren uit het Paleolithicum. In de top van het dekzand is een bodem ontstaan. Deze bodem is nog vrijwel onverstoord aanwezig en is vaak bedekt door een humeuze laag, vermoedelijk (deels) een akkerlaag die plaatselijk is opgebracht voor de aanleg van de tuin. In het (noord)westen van het plangebied is een intacte podzolbodem aangetroffen, inclusief een uitspoelingslaag. In het (noord)oosten van het plangebied is tevens een podzolbodem aangetroffen, maar zonder de uitspoelingslaag. Deze twee zones liggen relatief hoog in het plangebied. Het zuidelijke, lagere deel van het plangebied heeft geen podzolbodem, maar hier ligt het humeuze dek direct op het schone dekzand. Ook zijn er enkele diepe verstoringen aangetroffen. Het betreft hier vermoedelijk plaatselijke verstoringen door de aanleg van de tuin.

Van het gebied zijn wel oudere kaarten aanwezig, maar het eerste gedetailleerde kaartmateriaal dateert uit het begin van de 19e eeuw. Op de kadastrale kaart uit 1811-32 is het merendeel van het plangebied in gebruik als bouwland, de randen zijn nog bos. De Melkweg bestaat al (als Melkstraat), en ook de (doodlopende) straat aan de noordzijde van het plangebied is aanwezig.

Een eeuw later is weinig veranderd. Het landgebruik van het plangebied en de omgeving is nog hetzelfde. Op de topografische kaart van 1905 zijn wel reliëfverschillen aangegeven (figuur 2). Dit zijn oude akkers (essen) die door eeuwenlang bemesten hoger zijn komen te liggen dan de omgeving.

Tussen de Melkweg en de Torenlaan zijn nog drie andere akkers gelegen naast het plangebied. Het gebied ten zuiden van het plangebied is nog niet ontgonnen heide, met een groot aantal kleinere duintjes. Het grootste deel van dit gebied, Mauvezand genaamd, is nog steeds heidegrond.

(8)

8

Figuur 2. Het plangebied, aangegeven met rood kader, op de topografische kaart uit 1905 (bron:

watwaswaar.nl).

(9)

3. Werkwijze

In het plangebied zijn proefsleuven aangelegd met een totale omvang van 216 m2 (ca. 10% van het te verstoren gebied) tot een diepte van circa 1,3 m –mv. De proefsleuven zijn verdeeld over het terrein van de geplande villa (d.w.z. de plattegrond van de villa zelf met een bufferzone van 5 m rondom ten behoeve van de bouwkuip) en de geplande vijver. Ter plaatse van de villa zijn twee proefsleuven aangelegd van ieder 15 m lang en 4 m breed en ter plaatse van de vijver zijn twee proefsleuven aangelegd van ieder 12 m lang en 4 m breed. Deze laatste proefsleuf is echter in twee kleinere werkputten (werkput 4 en 5) opgedeeld vanwege nog aanwezige beplanting. Werkput 4 ligt nog wel op de geplande locatie, maar werkput 5 is enigszins richting het zuidoosten verplaatst. Werkput 4 is nu ongeveer 7m lang en 5,5 m breed. Werkput 5 is 8,5 m lang en 4m breed. In iedere proefsleuf is één vlak aangelegd in de top van de C-horizont.

In de eerste drie proefsleuven (WP1, 2 en 3) zijn drie profielkolommen opgenomen daar de bodemopbouw weinig variatie vertoonde. In de laatste twee bleek dit echter niet mogelijk en is er één profiel per sleuf opgenomen.

(10)

10

4. Resultaten van het veldwerk

4.1. Fysische geografie

Tijdens het booronderzoek was al vastgesteld dat op het terrein grote delen waren opgehoogd met zand en dat sommige delen van het terrein waren verstoord, waarschijnlijk door de eerdere bebouwing. Onder de ophoging werden resten aangetroffen van een esdek en een bodem. Dit beeld wordt bevestigd door de profielen die in elke proefsleuf zijn opgenomen.

In totaal zijn er elf profielen opgenomen. Bij zeven daarvan is een intact bodemprofiel en esdek of een gedeeltelijk intact bodemprofiel aangetroffen. Deze bodem en esdek is afgedekt met een dikke laag zand, vermoedelijk om het terrein enigszins te egaliseren (zie figuur 3). Bij vier van de profielen was er geen intact bodemprofiel meer aanwezig. De bodem was hier verstoord door graafwerkzaamheden tot in de C-horizont. Dit was het geval bij alle profielen in werkput 2, het eerste profiel van werkput 3 en het profiel van werkput 5.

In de profielen waar een esdek aanwezig is heeft er ook bodemwerking opgetreden. Onder het esdek is er dan een duidelijk herkenbare uitspoelings- (E) en inspoelingshorizont (B) te zien (zie figuur 3).

Figuur 3. Voorbeeld van een intact bodemprofiel afgedekt door een dikke laag zand, zoals het tweede profiel in werkput 1.

(11)

4.2. Archeologie

Tijdens het onderzoek zijn drie sporen aangetroffen in werkput 2. Het betreft alle drie een afvoerput gemaakt van gestapelde baksteen. Alle drie lijken gelijktijdig te zijn aangelegd en zijn gemaakt van dezelfde type 20e eeuwse, industriële baksteen. Ze zijn ook tot zeer recente tijden in gebruik geweest.

Een PVC-buis mondde uit in één van de afvoerputten (zie figuur 4). De aanleg van deze afvoerputten valt waarschijnlijk samen met de bouw van de vorige bebouwing ergens in de tweede helft van de 20e eeuw.

Buiten de drie afvoerputten zijn er geen andere archeologische sporen aangetroffen. Ook zijn er geen indicaties dat er mogelijk archeologische sporen aanwezig zouden zijn geweest.

Figuur 4. Afvoerput met PVC-buis in werkput 2. De bruine vlekken in het vlak zijn ontstaan door boomwortels.

(12)

12

5. Synthese

Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn er geen aanwijzingen aangetroffen die duiden op een vindplaats, ondanks dat de omstandigheden op het terrein zich daar goed voor leenden. Hierdoor is een waardering niet mogelijk. Er is een intacte bodem aanwezig met relatief weinig verstoringen. Het gebied lijkt desondanks niet bewoond of gebruikt te zijn geweest tot de vorige villa werd gebouwd ergens in de tweede helft van de 20e eeuw . Er zijn alleen resten aangetroffen van een esdek, wat er op duidt dat het gebied in gebruik is geweest als akker. Dit heeft vermoedelijk pas plaatsgevonden vanaf de Nieuwe tijd.

(13)

6. Beantwoording van de onderzoeksvragen

Aangezien het plangebied weinig archeologische resultaten heeft opgeleverd, kan niet op alle onderzoeksvragen antwoord worden gegeven. De vragen waarop wel antwoord kan worden gegeven staan hieronder.

 Hoe ziet de bodemopbouw er uit? In hoeverre is de bodem intact? Komt het overeen met de in het booronderzoek gestelde verwachting?

De verwachting die opgesteld is bij het booronderzoek wordt bevestigd door de opgenomen profielen in elke werkput. Hieruit blijkt dat op een groot deel van het terrein intacte bodems en delen van een esdek aanwezig zijn en dat deze op enkele locaties is verstoord.

 Is er sprake van één of meer behoudenswaardige vindplaatsen?

Er is geen sprake van een behoudenswaardige vindplaats. Tijdens het onderzoek zijn er geen indicaties, in de vorm van vondsten of grondsporen, aangetroffen die wijzen op het mogelijk aanwezig zijn van een vindplaats. Het gebied is wel gebruikt geweest als akker. De aanwezigheid van een esdek op het terrein is hiervan het resultaat. Waarschijnlijk heeft dit vanaf de Nieuwe tijd plaatsgevonden.

(14)

14

7. Conclusie en aanbevelingen

In opdracht van Van Egmond Totaal Architectuur is op 17 juni 2015 een inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Melkweg 6 in Blaricum, gemeente Blaricum.

Uit het inventariserend veldonderzoek is gebleken dat er op het terrein geen behoudenswaardige archeologische resten aanwezig zijn.

7.1. Aanbevelingen

Aangezien er geen behoudenswaardige archeologische resten zijn aangetroffen tijdens het inventariserend veldonderzoek is aanvullend onderzoek niet noodzakelijk.

Bovenstaand advies dient gecontroleerd en beoordeeld te worden door de bevoegde overheid, in dit geval de Gemeente Blaricum. Deze zal vervolgens een besluit nemen inzake de te volgen procedure.

IDDS Archeologie wil meegeven dat voordat dit besluit genomen is, er niet begonnen kan worden met bodemverstorende activiteiten of activiteiten die voorbereiden op bodemverstoringen.

Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. Wij wijzen u er graag op dat indien archeologische waarden worden aangetroffen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gemeld dienen te worden. Dit kan door het invullen van het vondstmeldingsformulier op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) of door contact op te nemen met de InfoDesk (info@cultureelerfgoed.nl).

(15)

Literatuur en kaarten

ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Noord-Holland 1:25000, Den Haag.

Centraal College van Deskundigen, 2013: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, Gouda.

Corver, B., 2015: Plan van aanpak. Melkweg 6 in Blaricum, gemeente Blaricum, Noordwijk (intern rapport, IDDS Archeologie).

Moerman, M, 2015: Programma van Eisen. Melkweg 6 in Blaricum, gemeente Blaricum, Noordwijk (IDDS Archeologie).

Koekkelkoren, A.M.H.C., 2014: Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase: Melkweg, Blaricum, gemeente Blaricum, Noordwijk (IDDS Archeologie rapport 1625).

(16)

16

Lijst van afkortingen en begrippen

Afkortingen

Archis Archeologisch Informatie Systeem AMK Archeologische Monumenten Kaart GPS Global Positioning System

IKAW Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie mv maaiveld (het landoppervlak)

NAP Normaal Amsterdams Peil

PvA Plan van Aanpak

PvE Programma van Eisen

RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Verklarende woordenlijst

dekzand Fijnzandige afzettingen die onder periglaciale omstandigheden voornamelijk door windwerking ontstaan zijn; de dekzanden van het Weichselien vormen in grote delen van Nederland een ‘dek’ (Formatie van Boxtel).

esdek dikke humeuze laag ontstaan door eeuwenlange bemesting; beschermt de oorspronkelijke bodem tegen ploegen en andere verstoringen

horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming

humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bodem

laag Een vervolgbare grondeenheid die op archeologische of geologische gronden als eenheid wordt onderscheiden.

plangebied gebied waarbinnen de realisering van de planvorming het bodemarchief kan bedreigen

Pleistoceen Geologisch tijdperk dat ca. 2,3 miljoen jaar geleden begon. Gedurende deze periode waren er sterke klimaatswisselingen van gematigd warm tot zeer koud (de vier bekende IJstijden). Na de laatste IJstijd begint het Holoceen (ca. 8800 voor Chr.).

podzol Bodem met een uitspoelingslaag (E-horizont) en een inspoelingslaag (B-horizont).

Het proces van het uitlogen van de E-horizont en de vorming van een B-horizont door inspoeling van amorfe humus en ijzer wordt podzolering genoemd.

stratigrafie Opeenvolging van lagen in de bodem.

stuwwal Door de druk van het landijs in het Saalien opgedrukte rug van scheefgestelde preglaciale sedimenten.

(17)
(18)

11

1a

SCHAAL:

FORMAAT:

OMSCHRIJVING REV. DATUM NAAM

PROJECT NR.

OMSCHRIJVING

Archeologie

NOORDWIJK (Hoofdkantoor) 's-gravendijckseweg 37 Postbus 126 2200 AC Noordwijk TEL: 071 - 402 85 86 FAX: 071 - 4035524 EMAIL: INFO@IDDS.NL www.idds.nl

46060615

MELKWEG TE BLARICUM

1:1000

0 23.06.15 HNA WERKPUTTEN OVERZICHT

MET VOORMALIGE BEBOUWING EN

A4

N

475400

LEGENDA

plangebied 1 plangebied 2

475450475500

putgrenzen wp2

wp3

wp1

wp5 wp4

oude bebouwing nieuwe bebouwing

(19)

P3

S1

+ 5,21 P2

P1 S9010

+ 5,17 + 5,05

+ 5,60

S9010

+ 5,65 S3

S2 + 5,69

+ 6,36

P2 S9010

+ 5,29 P3

+ 6,41 + 6,43 + 6,43

SCHAAL:

OMSCHRIJVING REV. DATUM NAAM

NOORDWIJK (Hoofdkantoor) 's-gravendijckseweg 37 Postbus 126 2200 AC Noordwijk TEL: 071 - 402 85 86

1:200

0 23.06.15 HNA OVERZICHT ALLESPORENKAART

N

profiel spoornr.

SX

hoogte in m+/- NAP +/- X,XX

PX

verstoord

LEGENDA

putgrenzen

475470475485

WP3

WP3

(20)

P1 S9011

+ 5,07 P2

P3 S9010

+ 5,04

+ 6,48

P1 S9010

+ 5,12

+ 5,09

S9010 P1 + 4,76

+ 4,66

+ 6,19

SCHAAL:

FORMAAT:

OMSCHRIJVING REV. DATUM NAAM

PROJECT NR.

OMSCHRIJVING

Archeologie

NOORDWIJK (Hoofdkantoor) 's-gravendijckseweg 37 Postbus 126 2200 AC Noordwijk TEL: 071 - 402 85 86 FAX: 071 - 4035524 EMAIL: INFO@IDDS.NL www.idds.nl

46060615

MELKWEG TE BLARICUM

1:400

0 23.06.15 HNA OVERZICHT ALLESPORENKAART

A4

N

475420

profiel spoornr.

SX

hoogte in m+/- NAP +/- X,XX

PX

verstoord

LEGENDA

putgrenzen

475435475450

WP1

WP4

WP5

(21)

P3

S1

+ 5,21 P2

P1 S9010

+ 5,17 + 5,05

+ 5,60

S9010

+ 5,65 S3

S2 + 5,69

+ 6,36 + 6,43

+ 6,43

SCHAAL:

OMSCHRIJVING REV. DATUM NAAM

NOORDWIJK (Hoofdkantoor) 's-gravendijckseweg 37 Postbus 126 2200 AC Noordwijk TEL: 071 - 402 85 86

1:1000

0 22.06.15 HNA ALLESPORENKAART WP2

N

profiel spoornr.

SX

hoogte in m+/- NAP +/- X,XX

PX

verstoord

LEGENDA

putgrenzen

475480475485475490

(22)

Bijlage 6: Periodentabel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De landelijke verwachtingskaart voor archeologie geeft een trefkans op archeologische waarden: zeer lage, laag, middelhoog en hoog. Deze waardering is gebaseerd

Door de ligging op oeverwal van de Lek heeft de onderzoekslocatie volgens de verwachtingskaart van de gemeente Lies- veld (afb. 5) een hoge verwachting op archeologische resten uit

Op een historische kaart worden de ‘tighel’werken aangevuld met onder meer een touwslagerij, steenovens – de geelbakkende afgetichelde klei uit de omgeving van de stad werd ook op

Hier kunnen archeologische resten worden aangetroffen daterend vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd.. Voor de bebouwde delen

Hamaland Advies heeft in opdracht van Terra Agribusiness een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende en karterende fase) uitgevoerd voor

Lithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, compact (alleen zand en veen), matig fijn, kalkrijk, interpretatie: oude duin en strandafzettingen Litho-stratigrafie: Formatie

In het noordwesten van het plangebied (boorprofiel 1) zijn twee pakket oeverafzettingen aanwezig, die door een pakket veen worden gescheiden.. Is sprake van een natuurlijke

Uit dit onderzoek bleek dat er in dit plangebied een waardevolle archeologische vindplaats ligt, evenals een (mogelijke) waardevolle archeologische vindplaats en een gebiedsdeel