• No results found

Verpleegafdeling D14. Medische oncologie/gastro-enterologie/endocrinologie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verpleegafdeling D14. Medische oncologie/gastro-enterologie/endocrinologie"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 1

Verpleegafdeling D14

Medische oncologie/Gastro-enterologie/Endocrinologie 1. Opdracht

Op de verpleegafdeling D14, bij het specifieke luik oncologie, is onze verpleging vooral gericht op:

Medische oncologie:

Verzorging en behandeling van patiënten met een kwaadaardige aandoening. De afdeling is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van kankerpatiënten in het bijzonder door chemotherapie, hormonale therapie en immunotherapie. De medische oncologie bestaat uit een verpleegafdeling en een dagzaal (bevindt zich op de benedenverdieping van het ziekenhuis).

Digestieve Oncologie:

Verzorging, diagnosestelling en de therapie van de kwaadaardige aandoeningen van het

maagdarmstelsel. Het betreft hier dus alle kankers van de slokdarm, de maag de darm als van de pancreas (alvleesklier), de lever, de galblaas en de galwegen.

Pneumologische oncologie:

Verzorging, diagnosestelling en de therapie van de kwaadaardige aandoeningen van de longen en andere kwaadaardige aandoeningen van de borstkast. Bij de verlening van de oncologische zorg staan de individuele zorgbehoeften van de patiënt centraal:

De zorg kenmerkt zich door een:

Multidisciplinair karakter

Professionele afstemming tussen cure en care, dit zowel in de diagnostische, behandel-, palliatieve als in de terminale fase van de patiënten.

Respect voor autonomie van de patiënt;

Het centraal stellen van het oncologisch zorgproces volgens de individuele zorgbehoefte van de patiënt.

Bij het tweede luik endocrinologie, is onze verpleging vooral gericht op de behandeling van patiënten met een pas ontdekte en/of ontregelde diabetes. Zeer belangrijk voor deze patiënten groep is educatie.

Daarnaast worden ook patiënten met aandoeningen aan de hormoonproducerende organen (schildklier, bijnieren, …) opgenomen.

Bij het derde luik gastrologie, is onze verpleging dan weer gericht op de diagnose, behandeling en preventie van aandoeningen van het volledige spijsverteringsstelsel. Die omvatten aandoeningen van de slokdarm, de maag, de dunne darm, de dikke darm, de anus, de lever, de galblaas en de pancreas. Ook kankerziekten die van deze organen uitgaan worden bij ons behandeld.

(2)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 2

2.

Medische equipe 2.1 Oncologie :

Dokter De Soete C.: Geneesheer-diensthoofd oncologie

De medisch oncoloog: geneesheer diensthoofd, neemt actief deel aan de tweewekelijkse multidisciplinaire oncologische consulten (dit met chirurgen, radiotherapeuten, oncologische specialist verpleegkundigen andere medische disciplines ) waarin de diagnose en het behandelingsplan van de patiënten besproken wordt.

Dokter Fabry B.: Pneumologe met specialisatie oncologie

2.2 Endocrinologie:

Dokter Tsoumalis G.: Geneesheer-diensthoofd endocrinologie

(3)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 3 2.3 Gastro-enterologie:

Binnen de specialiteit gastro-enterologie zijn de behandelende artsen internisten, gespecialiseerd in maagdarmziekten:

Dokter Van Avermaet S. : geneesheer-diensthoofd gastrologie

Dokter Stubbe J.: gastro-enteroloog

Dokter Tresinie M: Gastro-enterologe met specialisatie oncologie

(4)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 4

3. Verpleegkundige equipe

De verpleegkundigen met een bijzondere beroepstitel in de oncologie zijn gespecialiseerd in de zorg voor patiënten met kanker. Zij zijn onder meer deskundig op het gebied van de chemotherapie.

Zij geven steun en advies aan patiënten en familie.

Wij werken ook nauw samen met de verpleegkundige specialisten in de oncologie die instaan voor de opvolging en coördinatie van de oncologische patiënt.

De diabeteszorg vraagt een specifieke deskundigheid en wordt mee opgevolgd door de diabetes- educatoren (verpleegkundigen) die werkzaam zijn op verpleegafdeling en ook consultaties doen.

Hoofdverpleegkundige - Adjunct: Philip Brock

Verantwoordelijk verpleegkundigen: Angie Baptist, Joerie Casier, Romy Mostrey, Anke Lefever Stagementoren: zie lijst ‘afdelingsmentoren’ onder de rubriek ‘zorg’

Het oncologisch, endocrinologisch en gastro-enterologisch team is een multidisciplinair team, waarbij verpleegkundigen worden bijgestaan door sociale assistenten, kinesisten, psychologen en medewerkers van het palliatiefsupportteam.

4. Voorstelling van de afdeling

De verpleegafdeling D14 telt 27 bedden.

De afdeling beschikt over 2 isolatiekamers en 2 steriele kamers.

Oncologisch dagziekenhuis

De verpleegafdeling werkt nauw samen met het oncologisch dagziekenhuis: de equipe bestaat uit medewerkers van de verpleegafdeling onder leiding van een dagelijkse verantwoordelijke Pascale Coulier. Het dagziekenhuis is gespecialiseerd in het correct en efficiënt toedienen van cytostatica, immunotherapie en targettherapie aan patiënten met een oncologische aandoening. Ook kan er elke andere medische behandeling binnen de oncologische setting (vb. botbiopsie, spoelen PAC…) die binnen 1 werkdag afgehandeld worden.

Tijdens de stageperiode trachten we ook leermomenten op de dagkliniek te voorzien voor de derdejaars studenten. Tijdens jullie stage zullen jullie zowel op de verpleegafdeling als op het dagziekenhuis ingezet worden.

(5)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 5

5. Meest voorkomende behandelingen in de medische oncologie:

5.1 Behandelmethoden

Chirurgie: voornaamste en dikwijls de enige behandeling voor 75%-80% van de patiënten die geneesbaar zijn.

Radiotherapie of ook wel bestralingsbehandeling genoemd, heeft tot doel de deling en de ontwikkeling van de cellen af te remmen. Radiotherapie maakt gebruik van de celdodende eigenschappen van

ioniserende stralen om deze groei te stoppen. Het is een vorm van behandeling die ofwel alleen, ofwel in combinatie met chirurgie en:of systeemtherapie- zoals chemotherapie of hormonale therapie

voorgeschreven wordt. De radiotherapie behandeling gaat steeds door in de campus van Brugge.

Chemotherapie

De medicatie die toegediend wordt, noemen we ‘cytostatica’.

Cytostatica remmen de vermeerdering van de kankercellen. Vaak wordt een combinatie van verschillende cytostatica gebruikt om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. Bij de chemotherapie zijn er dus verschillende therapeutische schema’s, die allemaal volgens vaststaande richtlijnen worden toegediend.

Werken met cytostatica houdt risico’s in. Nadat cytostatica zijn toegediend, wordt de patiënt zelf en zijn directe omgeving een risicofactor. Dit risico treft alle personen die contact hebben met de patiënt, zijn uitscheidingsproducten en zijn omgeving. Door het nemen van persoonlijke voorzorgsmaatregelen kan contaminatie vermeden worden. Alle studenten worden tijdens de introductie van deze maatregelen op de hoogte gesteld en krijgen op de eerste dag van hun stage periode de volledige richtlijnen mee naar huis.

Targettherapie

Doelgerichte therapie of “targeted therapy” richt zich vooral op de kankercel en remt zo de vermenigvuldiging van deze cel af. Zo blijven de gezonde cellen buiten schot en zijn er minder

bijwerkingen dan bij chemotherapie. Bij chemotherapie hebben de gebruikte geneesmiddelen immers ook een effect op gezond weefsel. De geneesmiddelen werken enkel bij een bepaald (sub)type tumor en zijn niet geschikt voor alle types kanker.

Immunotherapie

Immunotherapie is een behandeling die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleert. Deze

behandeling versterkt of verandert uw eigen afweersysteem, zodat het de kankercellen beter kan doden.

De behandeling werkt niet direct in op de tumor, zoals bijvoorbeeld chemotherapie, maar is gericht op het afweersysteem zelf. Dit is uniek aan immunotherapie.

Immunotherapie wordt op verschillende manieren gegeven. Dit is afhankelijk van de soort immunotherapie. De medicijnen worden toegediend:

•via een infuus: rechtstreeks in een ader.

•subcutaan: injectie onder de huid.

Immunotherapie stimuleert het immuunsysteem. Dit kan dit leiden tot afweerreacties gericht tegen het eigen lichaam (auto-immuniteit). Veel voorkomende bijwerkingen zijn daarom een grieperig gevoel, darmontstekingen met diarree als gevolg, of huidontstekingen in de vorm van uitslag. Behandelingen met medicijnen die het afweersysteem remmen kunnen soms nodig zijn om dit soort klachten te behandelen.

(6)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 6 5.2 Hoe toedienen?

Via een poortkatheter gebeurt de transfusie van chemo naar de patiënt. (Het aanprikken van de PAC, zullen derdejaarsstudenten kunnen uitoefenen). Verdere info zal gegeven worden op de afdeling omtrent de reden van plaatsing, gebruiksaanwijzingen…

(7)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 7

6. Meest voorkomende behandelingen/ ziektebeelden in de endocrinologie

Wat is endocrinologie?

Hormonen zijn stoffen die door gespecialiseerde endocriene klieren worden afgescheiden en die instaan voor de regeling van tal van lichaamsfuncties. De endocrinoloog zorgt voor de diagnose en behandeling van ziekten die het gevolg zijn van stoornissen in deze endocriene klieren, en in de afscheiding of de werking van hormonen.

De meest voorkomende opnameredenen voor de specialisatie endocrinologie zijn op de eerste plaats het op punt stellen van pas ontdekte diabetes en het op punt stellen van ontregelde diabetes en het

behandelen van complicaties. De eerst optredende complicaties zijn hypo -en hyperglycemie. Het hoofddoel van de behandeling is het bekomen van normale glycemiewaarden ( een oppuntstelling). De normale glycemiewaarden verminderen de kansen op complicaties of stellen de complicaties uit.

De meest voorkomende endocrinologische problemen, buiten diabetes mellitus, zijn

schildklierproblemen. Deze kunnen erg divers zijn. Men kan ze globaal in drie grote groepen indelen:

• Te trage schildklierwerking (“hypothyreoidie”)

wanneer de schildklier te traag werkt, kan de patiënt algemene klachten ervaren als gewichtstoename, vermoeidheid, kouwelijkheid.

Te snelle schildklierwerking (“hyperthyreoidie”)

wanneer de schildklier te snel werkt, geeft dit heel andere klachten: de patiënt vermagert, voelt zich nerveus, heeft last van hartkloppingen en beven. Dit klachtenpatroon kan sterk wisselen van persoon tot persoon. Op lange termijn bestaat er – vooral bij oudere personen - gevaar voor hartritmestoornissen en versnelde botontkalking of osteoporose. Er zijn verschillende

behandelingsmogelijkheden die afhangen van de oorzaak van de snelle schildklierwerking en van de situatie: medicamenteuze behandeling, radio-actief jood of een operatie.

• Knobbels in de schildklier (“goiter”)

soms is de schildklier abnormaal gevormd en vergroot. Dit kan gepaard gaan met een abnormale schildklierwerking.

Minder frequente endocrinologische aandoeningen

Problemen met de hypofyse, een kliertje aan de basis van de hersenen, behoren eveneens tot het aandachtsgebied van de endocrinoloog. Dit kliertje controleert de werking van heel wat andere klieren in het lichaam, waaronder de schildklier, de bijnieren, de geslachtshormonen en staat ook in voor de afscheiding van groeihormoon. Problemen kunnen ontstaan zowel bij een verhoogde als een verminderde afscheiding van hormonen door de hypofyse. Ziekten van de bijschildklieren, die zorgen voor de

calciumbalans in het lichaam, worden eveneens door de endocrinoloog behandeld.

(8)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 8

7.

Meest voorkomende behandelingen/ziektebeelden/onderzoeken in de gastrologie

Een gastro-enteroloog kan veel aandoeningen of afwijkingen opsporen of behandelen, met name aan de slokdarm, het maag-darmkanaal, de lever, de alvleesklier, de galblaas en het galwegenstelsel. Een gastro-enteroloog kan onder andere aan de hand van onderstaande symptomen besluiten een onderzoek (en behandeling) uit te voeren:

bloedarmoede galstenen maagbloedingen plotse vermagering

preventief onderzoek dikke darmkanker slikproblemen

stoelgangsproblemen

tumor, ontsteking of poliepen in de buikorganen verteringsproblemen

ziekte van Crohn Hulpmiddelen

Veelal voert een gastro-enteroloog endoscopische onderzoeken uit. Hierbij gebruikt hij een endoscoop, een soort flexibel buisje met daaraan een lichtje en kleine camera dat dan via een natuurlijke opening van de patiënt naar binnen gebracht wordt. Zo kan de gastro-enteroloog de organen aan de binnenkant bestuderen. Meestal krijgt de patiënt voor een endoscopisch onderzoek een korte of volledige narcose toegediend. Voor sommige onderzoeken, zoals een ERCP, maakt de gastro-enteroloog ook gebruik van contrastvloeistof en röntgenafbeeldingen om zo het orgaan beter zichtbaar te maken en eventuele afwijkingen te detecteren

(9)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 9

8. Taakinhoud en taakverdeling

Bij de dagelijkse verdeling van het werk wordt aan ieder lid van het team een groep van patiënten of taken toegewezen = systeem geïntegreerde verpleging.

Bij patiëntentoewijzing is elke verpleegkundige verantwoordelijk voor de ‘totaal zorg’ aan een aantal toegewezen patiënten.

Onder ‘totaal zorg’ verstaan wij:

Op de hoogte zijn van de aandoening en de eventuele problemen.

Tegemoet komen aan zowel fysisch, psychische en sociale noden van de patiënt.

Om de continuïteit van de zorgverlening te vrijwaren, worden alle observaties nauwgezet genoteerd in het digitaal centraal patiënten dossier.

De toewijzing is te raadplegen op de werk verdelingslijst aanwezig in de verpleegpost. Ieder lid van het team is dus verantwoordelijk voor de toegewezen patiënten en taken.

‘Verantwoordelijk zijn voor’ houdt in dat men zorgt dat de opdracht wordt uitgevoerd.

Het is de bedoeling dat men elkaar helpt in alle collegialiteit, dit houdt in dat men steeds hulp mag vragen of taken mag herverdelen. Van de collega’s die klaar zijn met hun taak of die het minder druk hebben wordt verwacht dat ze een handje toesteken en taken overnemen!

De eindverantwoordelijkheid blijft echter steeds bij de medewerker die de opdracht toegewezen kreeg!

Studenten worden toegewezen aan een verpleegkundige. Studenten werken steeds onder toezicht van een verpleegkundige. Elke verpleegkundige heeft een grote verantwoordelijkheid over de wijze waarop studenten een opdracht uitvoeren

.

Verpleegkundigen behouden de eindverantwoordelijkheid over alle handelingen die door een student worden uitgevoerd!

9. Dagindeling en taken

De volledige dag indeling kan u terug vinden op de afdeling.

De weergave van de werkzaamheden op onze afdeling is enkel een ‘leidraad’ waar zoveel mogelijk wordt naar gestreefd. Indien bepaalde taken niet of onvoldoende afgewerkt kunnen wordt dit steeds gemeld aan de volgende shift zodat hiermee tijdig rekening kan worden gehouden in de organisatie van de afdeling

(10)

AZ St. Jan Brugge-Oostende AV – campus Henri Serruys / Verpleegafdeling D14 versie 2020-2021 10

10. Verwachtingen vanuit de afdeling naar de student

1) De student is zelf verantwoordelijk voor het realiseren van de vooropgestelde doelen, d.w.z. dat hij/zij:

- Regelmatig aan de verpleegkundigen of mentoren zegt welke zorgen hij/zij wil oefenen of met hen bespreekt waar er problemen zijn en gerichte feed-back hierover vraagt

- Zelf alert is op leermomenten bv. door te gaan kijken naar afdelingsgebonden specialiteiten

- Nader uitleg vraagt wanneer hij/zij iets niet begrijpt i.v.m. pathologie of behandeling etc….

2) Van de student wordt evenzeer verwacht dat hij /zij zich verdiept in de voor de afdeling relevante ziektebeelden , behandelingen en onderzoeksmethoden zo ook met het palliatieve behandeling van sommige patiënten.

3) Dat hij/zij inzicht krijgt in het normale verloop van het dagschema van de afdeling

4) De door de student aan te leren technieken worden liefst zoveel mogelijk geïntegreerd in het totaal zorgpakket bij een patiënt: d.w.z. niet alleen oog hebben voor de techniek, maar ook voor de andere zorgvragen van de patiënt.

5) Alle belangrijke observaties worden door de studenten zowel schriftelijk als mondeling gerapporteerd.

6) Leergierigheid wordt uitermate geapprecieerd,

7) Er wordt verwacht dat de student op een tactvolle en voorname manier kan omgaan met patiënten en alle personeel waarmee je in contact komt.

Zo ook zich op een gepaste manier integreren in het team, rekening houden met de eigenheid van de verpleegeenheid.

8) Het beroepsgeheim dient strikt nageleefd te worden!

9) Verwittig steeds de afdeling indien je ziek bent of door omstandigheden wat later op stage komt.

10) Toon respect voor soms de uitspraken van sommige patiënten (vaak terminale patiënten die nors kunnen zijn). Empathisch zijn is dus een sterke must-have!!!

Verder wensen wij (het D 14 team) u een aangename en leerrijke stage

periode toe!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierin gingen 24 burgers gedurende drie weekenden met elkaar in gesprek over het maken van dergelijke keuzes: welke zorg willen we met elkaar en voor elkaar betalen.. En waarom

J.E.. In this report an analysis will be given of the radial heat flow in two coaxial cylindrical disks which have different thermo-dynamical properties. Of

In verband met het bovenstaande werd een oriënterend onderzoek verricht (38) met het antibioticum Pimaricine, dat ons ter beschikking werd gesteld door de Koninklijke

I n de gemeente Wageningen wordt jaarlijks circa 1,6 miljoen kilo eten weggegooid.. Gebutst fruit, kliekjes van maaltijden of brood dat niet meer

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

is niet alleen onvoldoende inventarisatie van de risico’s van de werkzaamheden aan de orde, maar speelt volgens de Afdeling bestuursrechtspraak ook dat de werkgever

Dit licht was echter niet voor het gewas verloren, omdat het kon worden opgevangen door het gewas aan de andere kant van het pad. • Op het bedrijf met verticale

Ook de rol van sociale problemen in de relatie tussen emotionele competentie en de ontwikkeling van psychische problemen (hoofdstuk 4) en de invloed van sociale vaardigheden op de