• No results found

U kan de vragen op voorhand voorbereiden, en van uw voorbereiding gebruik maken op het mondelinge, digitale examen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "U kan de vragen op voorhand voorbereiden, en van uw voorbereiding gebruik maken op het mondelinge, digitale examen."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Bijlagen en leesteksten

1. Inhoud en samenhang Nieuwe Testament (zie 4.1a.) 2. Genese van de evangeliën

3. Plinius de Jongere over de eerste christenen 4. Wim Weren, De grenzen van een tekst

5. Maarten Menken, Mozes als model voor Jezus. Jezus’ geboorte en jeugd volgens Mt 1-2 6a. David Godecharle, Handelingen voor dummies. De eerste geschiedenis van het christendom 6b. David Godecharle, ‘Kind van zijn tijd’. Portretten van Lucas in zijn boek over de Kerk 7. Rudolf Bultmann, De christelijke boodschap en de moderne wereldbeschouwing 8. Kristiaan Depoorte, De derde dag

9. Schematische voorstelling van de verhaalstof van het lege graf en de verschijning(en) van Jezus in de evangeliën

Examen

Onderstaande lijst met examenvragen is exhaustief. Er zijn drie ‘korven’: multiple choice vragen over de cursus, open vragen vanuit de cursus en leesteksten, en open vragen vanuit de webinars.

Op het examen krijgt u twaalf multiple choice vragen (6/20), één open vraag vanuit cursus en leesteken (8/20), en één open vraag vanuit de webinars.

[Voor gebedsleiders en uitvaartvoorgangers volstaan op het examen zes van de twaalf vragen, naar keuze.]

U kan de vragen op voorhand voorbereiden, en van uw voorbereiding gebruik maken op het mondelinge, digitale examen.

I. Multiple choice,12 vragen (6/20)

1. Hoe kan je de titel ‘Nieuwe Testament’ best begrijpen?

- ‘Nieuw Testament’.

- ‘Nieuw Verbond’.

- ‘Nieuw Akkoord’.

2. Beoordeel de volgende stelling. ‘Het auteurschap van alle nieuwtestamentische boeken is inmiddels op wetenschappelijke basis bevestigd.’

- Ja. De auteurs vermeldden namelijk zelf hun naam in de titel of openingsverzen.

- Ja. De namen komen uit de christelijke tradities en zijn betrouwbaar.

- Neen. Het kwam geregeld voor dat geschriften op naam van een andere figuur dan de feitelijke auteur werden gezet, en namen uit de traditie zijn niet steeds zeker.

3. Wat wil het in exegetische termen zeggen dat een brief van Paulus ‘authentiek’ is?

- De brief geeft ons een inzicht in wie Paulus echt was.

- De brief ligt in lijn met het gedachtegoed van Paulus.

- De brief is historisch door Paulus zelf geschreven.

4. Wat wordt met de historisch-kritische methode bedoeld?

(2)

2 - Een verzamelnaam voor de methoden in de kritische studie van de Bijbel.

- Een methode om de historiciteit van de Bijbel in negatieve zin te evalueren.

- Een methode om de betekenis van Bijbelse verhalen tot hun historische waarheid of onwaarheid te herleiden.

5. Kan je het Nieuwe Testament zonder het Oude Testament begrijpen?

- Ja, nieuwtestamentische teksten staan zonder meer op zichzelf.

- Ja, sommige oudtestamentische teksten zijn zelfs ouder dan het Nieuwe Testament.

- Nee, Jezus, zijn leerlingen en de nieuwtestamentische auteurs zijn doordrongen van het Oude Testament.

6. Beoordeel de volgende stelling. ‘Bij het lezen in de Bijbel baseer ik me steeds op de indeling in hoofdstukken en verzen.’

- Akkoord. De indeling maakt deel uit van de oorspronkelijke teksten.

- Akkoord. De indeling is door specialisten aangebracht. Ze wordt nog regelmatig herbekeken en, indien nodig, aangepast.

- Niet akkoord. De indeling is van latere datum en niet steeds consequent. Het is zaak om de literaire structuur en context van een tekst na te gaan en te begrijpen.

7. Welke joodse groep gelooft niet in een opstandig uit de doden?

- Farizeeën - Sadduceeën - Essenen

8. Vandaag wordt nog steeds gebeden voor de ruïnes van de tempel in Jeruzalem. Is de tempel na de eerste joodse oorlog (66-70 n. Chr.) nog een keer heropgebouwd en verwoest?

- Ja.

- Neen.

9. Wat is de kwaliteit van het nieuwtestamentische Grieks?

- Hoog: Grieks was de moedertaal van alle auteurs.

- Laag: koinè-Grieks was een minderwaardige vorm van Grieks.

- Wisselend: afhankelijk van de auteur (afkomst, scholingsgraad, etc.) 10. Beoordeel volgende stelling. ‘Paulus is een systematische theoloog.’

- Akkoord. Zijn brieven zijn in essentie theologische en coherente traktaten.

- Nuance is nodig. Paulus schrijft over concrete zaken in het gemeenschapsleven, en ontwikkelde tegelijk belangrijke inzichten voor de christelijke traditie.

- Niet akkoord. Paulus was vooral geïnteresseerd in de praktijk van elke dag.

11. Vanaf wanneer is de omvang van ons huidige Nieuwe Testament (i.e., 27 boeken) algemeen?

- Van meet af aan. De Bijbelse auteurs waren zich er terdege van bewust dat ze

‘heilige Schrift’ schreven.

- Op het einde van de 2de eeuw. De vroegste Kerkvaders maakten al snel onder elkaar uit hoe de ‘canon’ van het Nieuwe Testament eruit moest zien.

- Rond het midden van de 4de eeuw. Het proces van canonisering duurde enkele eeuwen, en sommige boeken lagen herhaaldelijk in de balans.

12. Wat is een manuscript?

(3)

3 - Een papyrusrol.

- Een handgeschreven document.

- Teksten die dateren van voor de uitvinding van de boekdrukkunst.

13. Welke jaren waren een scharniermoment in de Kerk van de 1ste eeuw?

- 40-45 n. Chr.

- 60-65 n. Chr.

- 80-85 n. Chr.

14. In welk evangelie verbiedt Jezus zijn leerlingen om over hem te verkondigen als Messias?

- Marcus - Matteüs - Johannes

15. Wie past er niet in het rijtje als het gaat over de verdeling van de literaire bronnen in de studie naar de historische Jezus?

- Flavius Josephus (‘Joodse Oudheden’) - Evangelie van Matteüs

- Tacitus (‘Kronieken’)

- Seutonius (‘De twaalf keizers’)

16. In welk evangelie is het ‘(eeuwig) leven’ een dominant thema?

- Brief aan de Romeinen

- Handelingen van de Apostelen - Evangelie van Johannes

17. Hoe zou je de inhoud van het boek Handelingen van de Apostelen omschrijven?

- Het leven en de leer van de twaalf apostelen.

- De lotgevallen van Paulus en zijn volgelingen.

- De verkondiging van verschillende leerlingen (met focus op Petrus en Paulus), en het ontstaan van vroegchristelijke gemeenten.

18. Wat is Q (Quelle)?

- Een apocrief evangelie.

- Een hypothetische bron voor de evangeliën van Matteüs en Lucas.

- Een bloemlezing van oudtestamentische citaten.

19. Is het evangelie van Johannes deel van de synoptische evangeliën?

- Ja.

- Neen.

- Ja, als je het evangelie van Marcus voor 60 n. Chr. zou dateren.

20. Bij welke valkuil in de interpretatie van Bijbelse teksten plaats je volgende uitspraak? ‘Ik lees in de Bijbel vooral wat me aanspreekt.’

- Relativisme - Selectiviteit - Fundamentalisme

(4)

4 21. Lees het bekeringsverhaal van Paulus in Hnd 9,3-9 erop na. Welk detail van het schilderij van Caravaggio (1601, kapel van Cerasi, Santa Maria del Popolo, Rome) vinden we niet in de tekst?

- Paulus wordt door een licht omstraald.

- Paulus valt van zijn paard.

- Paulus wordt verblind.

- Paulus reisde niet alleen.

22. Welk boek uit het Nieuwe Testament behoort niet tot de categorie ‘Katholieke Brieven’?

- Brief van Jakobus - 3de Brief van Johannes - Brief aan de Hebreeën

23. Welke tekst uit het evangelie van Johannes geeft het doel van dit geschrift weer?

- Joh 20,30-31 - Joh 1,14 - Joh 6,35

24. Waar zijn de boeken van het Nieuwe Testament ontstaan?

- In verschillende populaire centrumsteden in het Romeinse Rijk.

- De meerderheid van de boeken komen uit Jeruzalem en Rome.

25. Beoordeel de volgende stelling. ‘We lezen de Bijbel vandaag in vertaling. Maar gelukkig kennen met zekerheid we de grondtekst.’

- Akkoord. De oorspronkelijk teksten zijn ongeschonden bewaard.

- Akkoord. Ook al zijn de ‘autografen’ verloren, de teksten zijn letterlijk gekopieerd.

- Niet akkoord. We beschikken enkel over kopieën, waarvan er vele onderling van elkaar verschillen.

26. Aan welke Kerkvader wordt de uitdrukking ‘nieuwe testament’ (novum testamentum) als een aanduiding voor een collectie van christelijke geschriften ontleend?

- Athanasius

(5)

5 - Augustinus

- Tertullianus

27. Wat is (wellicht) het oudste boek van het Nieuwe Testament?

- Eerste brief aan de Tessalonicenzen - Eerste brief van Petrus

- Evangelie van Marcus

28. Bekijk het kaartje van Paulus’ reizen op basis van verslagen uit de Bijbel. Welke stad uit onderstaande lijst, die wel zichtbaar is op de kaart, wordt niet in de reisverslagen vermeld?

- Efese - Alexandrië - Caesarea

29. Bekijk het schema met de verhalen van het lege graf en de verrijzenis van Jezus in de evangeliën (leestekst 3). Waar komt de hemelvaart van Jezus niet voor?

- In Matteüs.

- In Marcus en Lucas.

- In Matteüs en Johannes.

30. Leg voor jezelf de versies van de broodsectie in de evangeliën van Marcus (6,35-44) en Johannes (6,1-15) naast elkaar. Welk van onderstaande elementen vinden we in beide versies terug?

- De leerlingen vragen aan Jezus om de menigte weg te zenden.

- Een jongen heeft vijf broden en twee vissen bij zich.

- Jezus deelt de vermenigvuldigde broden en vissen rechtstreeks aan de mensen uit.

- De overgebleven brokken worden opgehaald.

- Het gras is groen.

- Met tweehonderd denariën zou je de menigte kunnen voeden.

31. Welke stad vormt het centrum van de Palestijnse joods-christelijke traditie in de vroegste Kerk?

- Nazaret - Jeruzalem - Antiochië

32. Hoe noem je discipline in de exegese die tracht de oorspronkelijke tekstversie van Bijbelse boeken te reconstrueren.

- Literaire kritiek.

- Tekstkritiek.

- Tekstreceptie.

II. Open vragen, vanuit leesteksten en cursus (8/20)

1. Schets de drie fasen in de totstandkoming (dus de geschiedenis van ontstaan) van de geschriften van het Nieuwe Testament. Kan je dit linken aan wat er geschreven staat in Lc 1,1-4 en Hnd 1,1-3, en aan de opzet van het Lucaanse dubbelwerk? Zie leesteksten 6a,6b.

(6)

6 2. Licht de principes in de afbakening van Bijbelse teksteenheden kort toe. Waarom is dit belangrijk? Zie leestekst 4.

Kan je het toepassen op Hnd 3,11: wat is de functie van dit vers in de opbouw van hoofdstuk 3? In jouw Bijbelversie is het vers ingedeeld in ofwel de genezing ofwel de toespraak. Ga je akkoord?

3. Matteüs modelleert zijn geboorteverhaal van Jezus op het geboorteverhaal van Mozes. Waarom is de parallellie tussen Jezus en Mozes belangrijk voor de vroege christenen? Wat is de meerwaarde om de Joodse Oudheden van Flavius Josephus hierbij te betrekken? Argumenteer vanuit leestekst 5 en de cursus.

III. Open vragen vanuit webinars Handelingen van de Apostelen, Bisdom Antwerpen ‘12 wegwijzers’) + fiches op website (6/20)

https://www.kerknet.be/bisdom-antwerpen/artikel/webinar-12-wegwijzers

1. ‘In naam van Jezus Christus, de Nazoreeër’. Schets de joodse visie achter het tetragrammaton YHWH. Waar zie je de relevantie voor het Nieuwe Testament, en voor ons spreken over God vandaag?

2. ‘Uitgeroepen’, ekklèsia. Waarom kan je Lucas’ gebruik van het begrip ekklèsia in Handelingen van de Apostelen ‘flexibel’ noemen? Zie fiche op website.

Herken jij in het boek Handelingen een algemene en / of lokale Kerk? Verwijs in je argumentatie naar concrete teksten.

(7)

7 Literatuurtips

- F. VAN SEGBROECK, Het Nieuwe Testament leren lezen. Achtergronden – Methoden – Hulpmiddelen, Acco, Leuven, 2004.

- W. WEREN, Vensters op Jezus. Methoden in de uitleg van de evangeliën, Meinema, Zoetermeer, 1998.

- G.VAN OYEN, Jezus. Toen en nu en dan, Leuven, VBS - Acco, 2004.

- D. BURKETT, An Introduction to the New Testament and the Origins of Christianity, Cambridge, Cambridge University Press, 2002.

-R.E.BROWN, An Introduction to the New Testament (The Anchor Bible Reference Library), Doubleday, New York, 1997.

- F.J. MATERA, New Testament Theology. Exploring Diversity and Unity, Westminster John Knox, Louisville Kentucky, 2007.

(8)

8 Doelstellingen cursus

- Begintermen

• Bereidheid om zich in literaire en historische teksten te verdiepen

• Aandacht voor vragen van religie en zingeving

• Openheid om actuele relevantie van de Bijbel te ontdekken - Theorie:

• Canoniciteit van NT: collectie van boeken in vroege kerk

• Literaire vormen en genres in de Bijbel

• Relatie tussen het Oude en Nieuwe Testament

• Methodes en benaderingen van Bijbellezing, geschiedenis van exegese

• Historische en literaire context van het Nieuwe Testament (joods-hellenistisch, Romeins, christelijk)

• Jezus, de Christus: historische vraag en geloofsvraag

• Bijbelse theologie: eenheid en diversiteit

• Hermeneutiek - Leven

• Omgang met Bijbelse teksten in de context van het eigen (geloofs)leven integreren.

• Weerstand en inspiratie, vreemdheid en herkenbaarheid onder woorden brengen. In staat zijn tot getuigenis over betekenis van Bijbelse teksten.

• Meerwaarde van een zelfstandige en kritische lectuur en houding begrijpen.

Kritiek in verbinding brengen met de eigen zingevingsvraag.

• Figuur van Jezus (her)ontdekken in spanningsveld tussen geschiedenis en geloof, traditie en openbaring. Verhalend karakter van het (oorspronkelijke) Jezusgebeuren erkennen.

• Kennismaking met Bijbel als joods-christelijk fundament voor Kerk en cultuur.

Relatie leggen met eigen wortels, bron en inspiratie van geloof.

- Beroepspraktijk

• Encyclopedisch en elementair kader verwerven voor Bijbel en Bijbelse studie en vorming.

• Onderscheiden van verantwoorde en constructieve Bijbelinterpretaties.

• Hermeneutische capaciteit in de richting van reflectie, handelen en organisatie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The evalution of rate constants for the transport between the respective compartments, and their sizes (i. the amount of cadmium in the com- partment) from the

(Department of Medi- cine). De hoofdproblemen voor zijn instituut zijn: - atrophische rhinitis. Verder wordt vrij veel aandacht besteed aan het oor- en staartbijten bij varkens.

Conducted in three phases and in accordance with its set objective, the study generally investigated the extent to which antibiotics were appropriately prescribed

‚Fehler’ bei der Groß- und Kleinschreibung im Deutschen können häufig Tippfehler sein oder dem betreffenden Wort wurde schlichtweg nicht genug Aufmerksamkeit geschenkt und somit

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

geschreven waren in de ‘Hebreeuwse taal’ past bij de bewijzen in de tekst zelf dat er een eerdere, Aramese tekst ten grondslag ligt aan het Q-materiaal in Mattheüs en Lukas. En

Het college is op grond van artikel 53a WWB bevoegd onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zonodig naar andere gegevens

De conclusie zal moeten zijn dat, gemeten aan het oordeel van toonaangevende stijlcritici uit de eerste eeuw voor en na Christus, de geschriften van het Nieuwe Testament voor