• No results found

INSTITUUT VOOR BIOGRAFIEK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INSTITUUT VOOR BIOGRAFIEK"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INSTITUUT VOOR BIOGRAFIEK

(2)

‘ Het leven is een mysterie dat moet worden geleefd.

Het is niet een probleem dat moet worden opgelost.’

Søren Kierkegaard COLOFON

© 2021 Instituut voor Biografiek, Driebergen Titel: Leren van je leven

Auteurs: Kees Locher en Jos van der Brug, Vera G. Klein (Hoofdstuk 7) Bewerking: Maartje Oosterhof

Redactie: Inge Ikink

Vormgeving: Maaike van Keimpema

Uitgever: Stichting ter Bevordering van de Biografiek Druk- en bindwerk: Wilco, Amersfoort

Leren van je leven is een bewerking van Ondernemen in de levensloop van Jos van der Brug en Kees Locher, 1995, Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist ISBN 9789 08318 2001

Alle rechten voorbehouden. Gebruik dit boek om van te leren, om je te laten inspireren. Wil je iets kopiëren, opslaan in een gegevensbestand, openbaar maken of verveelvuldigen op welke wijze dan ook, neem dan contact op met het Instituut voor Biografiek voor toestemming.

(3)

INHOUDSOPGAVE

De kunst van het leven met vragen 15

Inleiding 9

Nawoord 119 Literatuurlijst 122

Het leven is ontwikkeling 27

Wie ben ik? 43

Onderzoek van het verleden 55

Onderzoek naar de toekomst: de centrale vraag 75

Stappen naar de toekomst 91

Aan de slag met je biografie 107

01

03 02

04

05

06

07

(4)

9 8

Met grote regelmaat krijgen wij bij het Instituut voor Biografiek de vraag wat biografiek nou eigenlijk is. Die steeds terugkerende vraag deed ons beseffen dat er behoefte bestaat aan een boek waarin helder verwoord staat waar wij ons al vele jaren elke dag mee bezighouden, wat voor ons dus vanzelfsprekend is

geworden, maar voor anderen nog niet. Met het boek dat je nu in handen hebt, wordt die vraag zo goed mogelijk beantwoord.

Het woord biografiek komt van biografie, een beschrijving van iemands leven. In de biografiek kijken we naar de levensloop vanuit de overtuiging dat zicht op de eigen patronen, samen- hangen en thema’s houvast geeft én een vrije ruimte creëert om de eigen bestemming vorm te geven.

Iedere levensloop is de moeite van het kennen waard. Met name de eigen biografie. Een bezinning hierop op enig moment tijdens het leven is een waardevolle bron van zelfkennis.

Levensgebeurtenissen die begrijpelijk, hanteerbaar en betekenis- vol zijn, kunnen bronnen van gezondheid worden. Alles wat je meemaakt aan geluk of tegenspoed hoort bij jouw leven.

INLEIDING

(5)

11 10

Je kunt uit iedere gebeurtenis een les trekken waardoor je levenswijsheid kan rijpen. Dit is helpend om met je levenslot in het reine te komen, in de zin van wat Nietsche ‘Amor Fati’

noemde; liefde voor je lot. Dan worden levenservaringen een inspiratiebron.

Leren van je leven is een gemoderniseerde versie van het in 1995 verschenen boek Ondernemen in de levensloop, geschreven door Jos van der Brug en Kees Locher. Het was het boek van een workshop die zij vele jaren hebben gegeven vanuit het voormalige NPI (Instituut voor Organisatieontwikkeling) in Zeist. Een workshop die voornamelijk gericht was op ontwikke- lingen in het werkleven.

Destijds heb ik zelf, aan de hand van het boek, met een groep vrouwen onze levens doorgespit, een jaar lang. Dat was een verrijkende ervaring, die mij - lang voor ikzelf de opleiding tot biografisch coach deed - het belang van biografiewerk deed inzien.

De theoretische uitleg over de ontwikkelingen in de levensloop die Jos en Kees bij de oefeningen in het boek gaven, is na al die jaren nog steeds relevant omdat het gaat over de grondslagen van de biografiek. Zo relevant dat ik vond dat het opnieuw uitgegeven moest worden, zij het met een andere insteek. Waar Ondernemen in de levensloop voornamelijk een doe-boek was, ligt nu de nadruk op de theorie.

Opvallend is dat het begrip biografiek door beide auteurs niet wordt genoemd. Dat is pas door de jaren heen tot leven gekomen.

Vanaf de 80-er jaren waren er verschillende initiatieven en groepen waar de levensloop werd bestudeerd en diverse mensen

hebben er in de praktijk mee gewerkt. In een van deze studie- groepen ontmoetten de auteurs en mensen die het Instituut voor Biografiek hebben opgericht elkaar.

Uit deze samenwerking en wat daar inhoudelijk ontwikkeld werd, is dus zowel Ondernemen in de levensloop voortgekomen als het Instituut voor Biografiek. Ook was Jos van der Brug direct betrokken bij de oprichting van het Instituut.

De gemeenschappelijke bron is daarmee duidelijk, en leidt bovendien terug naar het mensbeeld van de antroposofie.

Leren van je leven, een introductie in de biografiek begint met wat leven met vragen inhoudt, vervolgens lees je over het leven als ontwikkeling en in hoofdstuk 3 komt ons mensbeeld aan bod, een van de pijlers van de biografiek. Andere pijlers zijn het biografisch zelfonderzoek van het verleden en het kijken naar de toekomst, respectievelijk hoofdstuk 4, 5 en 6.

In dit onderzoek gaat het nadrukkelijk niet om het vinden van pasklare antwoorden, sterker nog, eerder gaat om het uithouden van vragen en te ervaren wat dat brengt. Misschien is het toch een antwoord, misschien ook een nieuwe vraag.

Je vindt naast de theoretische uitleg dan ook bij elk hoofdstuk een aantal vragen die je uitnodigen om naar je eigen leven te kijken. Hoe doe jij dat nou? Neem deze vragen eerst eens een tijdje mee, geef ze de ruimte.

Het zevende en laatste hoofdstuk staat geheel in het teken van ‘zelf aan het werk’. Aan de hand van instructies word je uitgenodigd je levensloop in beeld te brengen. Want zelf aan het werk is toch wel waar het om draait in het biografiewerk!

Leren van je leven is voor iedereen die wil weten waarom het INLEIDING

(6)

13 12

ertoe doet het eigen leven te onderzoeken. Voor wie op zoek is naar handvatten om positief en zelfsturend richting te kunnen geven in het leven. Daarnaast is het bedoeld als opfrisser voor biografisch coaches.

Uiteindelijk hoop ik dat iedere lezer door dit boek begrijpt hoe biografiek een baken kan zijn dat de filosofische woorden van Søren Kierkegaard een praktische betekenis geeft:

‘Het leven wordt voorwaarts geleefd en achterwaarts begrepen.’

Want dat is precies waar het over gaat!

Vera G. Klein

Directeur Instituut voor Biografiek

INLEIDING

Aan de lezer,

Wij onderschrijven het belang van genderneutraliteit en gelijkwaar- digheid, ook in taalgebruik. Tegelijkertijd staan er in deze tekst soms mannelijke verwijswoorden, vooral wanneer het gaat om de mens in het algemeen. Het is onze wens dat iedere lezer zich desondanks vrij zal kunnen verbinden met de inhoud.

(7)

14

De kunst van het leven

met vragen

01

15

(8)

17 16

‘Het leven met vragen is dikwijls belangrijker dan het hebben van antwoorden.’

DE KUNST VAN HET LEVEN MET VRAGEN

Het motto boven dit hoofdstuk doet op het eerste gezicht misschien wonderlijk aan. De meeste mensen zijn immers geneigd antwoorden belangrijker te vinden dan vragen.

Als het om het oplossen van praktische problemen gaat, is dat ook terecht.

In het leven zelf zijn het echter de vragen die mensen in beweging brengen en houden. Zij zijn de motor achter persoonlijke ontwikkelingsprocessen, terwijl de antwoorden die motor dikwijls stilzetten. Als je het antwoord of de oplos- sing gevonden hebt, zoek je niet verder – en stopt het proces.

Mensen die altijd met een oplossing klaar staan, zijn meestal niet de interessantste. Zij lopen de kans stil te blijven staan in hun ontwikkeling, terwijl degenen die de kunst verstaan met vragen te leven de mogelijkheid hebben voortdurend nieuwe ontdekkingen te doen, zowel over zichzelf als over hun omgeving.

Hoe leef jij met vragen?

Hoe ga jij om met

antwoorden en oplossingen?

Wat is jouw vraag

op dit moment?

(9)

19 18

Als kind hebben we vragen te over. ‘Hoe past dat grote paard in mijn kleine oog?’ vraagt een vierjarige aan zijn vader. ‘Mama, waarom is de hemel blauw?’ vraagt een ander.

De vage en abstracte antwoorden van de volwassenen zijn er mede de oorzaak van dat we het stellen van echte vragen snel afleren en overgaan tot het napraten van de grote mensen.

Onze eigen, oorspronkelijke vragen zijn daardoor weggezakt.

We weten niet eens meer dat we ze hebben. We schrikken als een ander informeert welke vragen ons bezighouden.

Die hebben we niet! En hebben we ze wel, dan noemen we ze

‘problemen’. En daar willen we natuurlijk zo snel mogelijk van af, want het is ondraaglijk met een onopgelost probleem rond te lopen.

Bij de kunst om met vragen te leven gaat het erom de vraag in ere te houden. Dat wil zeggen de vraag niet weg te drukken, maar er te laten ‘zijn’, er geen probleem van te maken dat snel moet worden opgelost, maar hem tot motief te maken om op zoek te gaan, initiatieven te nemen en ontdekkingen te doen.

Deze kunst is te leren.

Het vanzelfsprekende doorbreken

Het hebben van vragen is kenmerkend voor de mens. In tegen- stelling tot dieren zijn wij in staat afstand te nemen van onszelf en van onze omgeving en hierbij vragen te stellen. Het dier is één met zijn wereld. Zijn lichaam en al zijn instincten zijn daarop afgestemd. In die verwevenheid is geen plaats voor een vragend bewustzijn.

Ook wij mensen leven natuurlijk voor een deel in een vanzelf- sprekende wereld. We doen ons werk en gaan weer naar huis, lezen de krant, drinken een kop koffie, maken een praatje

met de buurman en gaan slapen – zonder daar vragen over te stellen. Gelukkig maar, want wat zou ons leven krampachtig worden als we dat wel deden. Soms echter – door een

onverwachte gebeurtenis van buiten, of vanuit een innerlijke stemming – wordt die vanzelfsprekende verbondenheid met het leven van alledag verbroken en stellen we onszelf een vraag.

Waar gaat het hier nou éigenlijk over? Wil ik doorgaan zoals ik dat al jaren doe?

Vragen rijzen waar het vanzelfsprekende doorbroken wordt, óf door onszelf óf door de wereld om ons heen. Vragen maken ons soms zo onrustig dat we er niet van kunnen slapen en ze ons ook overdag voortdurend bezighouden. Zodra ze eenmaal zijn gesteld, kun je niet om wezenlijke vragen heen. Ze ‘werken’

in je. Een echte vraag luidt vroeg of laat een nieuwe ontwikke- ling in.

DE KUNST VAN HET LEVEN MET VRAGEN

kenvragen resultaat: inzicht

gericht op het verleden gericht op de toekomst

resultaat: oplossing keuzevragen

(10)

21 20

In de biografiek wordt de vanzelfsprekende gang van het leven onderbroken. Het is een rustpunt op je levensweg.

Je staat een moment stil en stelt jezelf een vraag.

De diepste vragen die de mens al duizenden jaren bezighouden, zijn nog altijd onveranderd: ‘Wie ben ik?’, ‘Wat doe ik hier?’,

‘Wat wil ik met mijn leven?’

De vraag verbinden met jezelf

Veel vragen die je in het dagelijks leven hoort, zijn vragen om te vragen. Het zijn interessante vragen, slimme vragen,

‘onderuithaalvragen’, beleefdheidsvragen, enzovoort.

Die mogen in bepaalde situaties hun nut hebben, voor het op gang brengen en houden van je persoonlijke ontwikkeling hebben ze geen belang. Daarvoor zijn vragen nodig die dieper verankerd zijn. Echte persoonlijke vragen hebben hun oorsprong in het gevoelsleven.

Het gevoelsleven speelt op en geeft een signaal, waardoor het vanzelfsprekende wordt doorbroken. Het evenwicht tussen onze binnenwereld (waarin onze opvattingen, gedachten, waarden, normen en intenties leven) en de buitenwereld wordt verstoord.

Het opspelende gevoel kan een vage onrust zijn, een vaag gemis, of een beklemmende angst, met alle variaties ertussen.

De theorie van de Dynamische Oordeelsvorming, ontwikkeld door Lex Bos, wijst erop dat dit gevoelssignaal in twee verschillende richtingen kan wijzen. Het kan een gevoel zijn van verwondering, van verbazing over wat ‘is’, over het bestaande. Dit gevoel leidt tot vragen om te ‘weten’, om

‘inzicht’. Bijvoorbeeld: ‘Hoe komt het toch dat ik telkens weer lang blijf hangen in een relatie, terwijl ik weet dat het een mislukking is?’ Het kan echter ook een gevoel van beklemming

zijn. Dit leidt tot vragen naar de toekomst, zoals: ‘Wat moet ik gaan doen nu mijn werkgever me niet meer nodig heeft?’

Deze vragen neigen niet zozeer naar een inzicht als wel naar een keuze die gemaakt, een besluit dat genomen moet worden.

Bij het biografie-onderzoek hebben we met beide soorten vragen te maken. De meeste mensen die een dergelijk

zelfonderzoek beginnen, zijn gericht op de toekomst en hebben keuze-vragen. Maar om tot de juiste keuzen te komen is ook inzicht nodig: inzicht in wie je bent, wat bij jou hoort, wat je kunt, enzovoort. Deze vraagrichting, door Lex Bos de kenweg genoemd, hoort er dus ook bij.

Nogmaals: aan iedere vraag ligt een gevoel ten grondslag.

Dat gevoel moet onder woorden worden gebracht. Dat kan een lastige opgave zijn, want je moet iets persoonlijks vertalen in gangbare woorden en begrippen. Daar zit spanning tussen:

enerzijds kun je te veel in het gevoel blijven hangen, zodat het je niet lukt om tot een heldere vraagstelling te komen; anderzijds kun je te veel losraken van je oorspronkelijke gevoel en er een te algemene, abstracte vraagstelling van maken.

Probeer de vraag zo helder te formuleren dat je ermee werken kunt, terwijl hij tegelijkertijd verbonden blijft met het oorspronke- lijke gevoel waaruit hij is voortgekomen. Om dit evenwicht te bereiken, heb je dikwijls een gesprekspartner nodig die je helpt je vraag te verwoorden. Het gaat om iemand die luistert en spiegelt wat hij in jouw woorden hoort. Het lukt bijna nooit om meteen de juiste vraag op tafel te krijgen. En wat is hier juist?

De vraag is altijd een voorlopige vraag. Dikwijls verandert hij in de loop van het onderzoeksproces. Of je ontdekt nog een vraag achter de oorspronkelijke vraag, die misschien wel wezenlijker

DE KUNST VAN HET LEVEN MET VRAGEN

(11)

23 22

voor je is. De beginvraag moet echter wel zo duidelijk zijn dat je ermee aan het werk kunt.

Bij het werken aan je biografie is zo’n beginvraag een houvast.

Want het biografisch materiaal in je levensloop is eindeloos.

Je kunt er gemakkelijk in verdwalen doordat je telkens weer nieuwe interessante aspecten en verbanden ziet. De vraag houdt je echter in het spoor. Hij geeft de zoekrichting aan waarmee je je levensloop onderzoekt. Hij werkt ook als een magneet, die de relevante gegevens naar boven haalt voor jouw vraagstelling.

De vraag verbinden met concrete situaties

Een vraag ontstaat in eerste instantie in onze binnenwereld.

Ook als hij helder geformuleerd is, bijvoorbeeld: ‘Hoe komt het dat ik in elke nieuwe baan na enkele jaren in conflict kom met mijn baas?’ gaat het toch om een min of meer geïsoleerde beleving binnen de eigen ziel. Om met het vraagstuk aan de slag te kunnen gaan, is het belangrijk dat de vraag wordt gerelateerd aan de buitenwereld, dat wil zeggen aan concrete situaties waarin de vraag speelt. Dat gebeurt op twee manieren, die we spontaan, in het gewone leven, ook wel toepassen:

je verbindt de vraag met concrete situaties uit het verleden.

Daarbij gaat het erom dat je één of enkele situaties uit het verleden voor de geest haalt waarin de vraag speelde. Deze situaties beschrijf je vervolgens beeldend, zodat daarvan een filmisch beeld ontstaat.

Daarna verbind je de vraag met een voorstelling van de toekomst. Je maakt je een voorstelling van de toekomstige situatie die zal ontstaan als je geen actie onderneemt, maar laat komen wat er komt, met andere woorden: als je het

helemaal van de omgeving laat afhangen wat er gebeuren gaat. Ook deze voorstelling dient zo concreet en beeldend mogelijk te zijn.

Bij beide beschrijvingen beweeg je je vanuit de binnenwereld naar de buitenwereld. Doordat de beschrijvingen een beeldend karakter hebben, kunnen anderen de situatie voor zich zien en jou vertellen wat hen opvalt.

Het is niet altijd gemakkelijk om deze beweging van binnen naar buiten te maken. Misschien heb je je, door de emoties waarmee ervaringen gepaard zijn gegaan, met je vraagstuk opgesloten in je binnenwereld. Het kan ook zijn dat het relateren van je vraag aan concrete situaties weerstand bij je oproept, want dat betekent onontkoombaar: afstand nemen, objectiveren, naar de situatie kijken als door de ogen van een ander. Het uiten van gevoelens is soms gemakkelijker. Misschien moet je dat dan eerst doen, want daardoor krijg je wellicht een vrijer zicht op de feiten, omstandigheden en handelingen waar het om gaat.

Vrienden, je partner of een biografisch coach kunnen behulp- zaam zijn bij het beschrijven van concrete situaties door het stellen van ‘beeldverhelderende’ vragen. Bovendien kan de ander, door aan te geven wat hem in de beschreven situaties opvalt, een verrassend licht op je vraag werpen. Daardoor vindt misschien een eerste verschuiving van de vraagstelling plaats.

Door de vraag te verbinden met concrete situaties in het verleden, krijg je beter zicht op wat er in wezen speelt. En door hem te verbinden met een voorstelling van de toekomst, kan de wil worden versterkt om ermee aan het werk te gaan.

DE KUNST VAN HET LEVEN MET VRAGEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met steun van de Stichting Vrienden van het Kunsthistorisch Instituut in Florence kon onderzoek worden voortgezet ten behoeve van een geannoteerde bronuitgave (Engelstalig) van

Schrijf een vraag op die je bij het stukje Gevangen op Slot Loevestein hebt.. Lees het

Laat steeds een kind zijn of haar open vragen oplezen en bekijk dan aan de hand van de kenmerken in ‘Dit moet je weten’ of het inderdaad een open vraag is.. Hierna gaan de

Hierdoor is deze mogelijkheid waarschijnlijk alleen toepasbaar in die situaties waarbij de wijze waarop de verantwoordelijkheden worden gerealiseerd overduidelijk is of van

(Morele wetten hebben bete- kenis in de christelijke wereldbeschouwing waar God mensen schiep naar Zijn eigen beeld [Gene- sis] zodat Hij het recht heeft de regels te stellen voor

Wie een vader of moeder met ALS heeft of had, maakt 50 procent kans om de ziekte ook te krijgen Zirte: ‘Soms weet ik niet meer wat ik doe, hol ik maar voort.. Ik was ziek vorige

Hermans, psychiater Greet Lemmens, psychiater Lucas Joos, psychiater Tom Melckmans, psychiater Kristiaan Plasmans, psychiater Jan Schrijvers, psychiater Geert Van Asten, psychiater

De verslagen vormen enkel een weerspiegeling van de gerapporteerde