Tekst lezen en vragen stellen

(1)

pagina 1 van 9

Tekst lezen en vragen stellen

Kijk naar de titel, de kopjes en de foto’s.

Ik denk dat de tekst gaat over:

1. Dit weet ik al over het onderwerp:

Hugo de Groot, het wonder van Holland

Dit jaar is het Hugo de Grootjaar. Maar wie is Hugo de Groot? En waarom is hij nog steeds zo bekend? In deze les lees je er meer over.

• Bij opdracht 1 voorspel je waar de tekst over gaat. Ook lees je de tekst. En je let op woorden die je niet goed kent. Daarna maak je vragen die bij de stukjes horen. Ook bedenk je zelf een vraag bij elk stukje.

• Bij opdracht 2 vul je een volgordeschema in.

• Bij opdracht 3 kijk je nog eens naar de vragen die je zelf bij elk stukje van de tekst had.

• Opdracht 4 is een extra opdracht. Je maakt daar een strip.

• Ook opdracht 5 is een extra opdracht. Het is een woordenpuzzel.

Hugo de Groot

Foto: Slot Loevestein

(2)

pagina 2 van 9

2. Luister en lees de woorden mee.

400

[spreek uit:

vier - hon - durt]

ge - le - den ge - leden geleden

boe - ken - kist boeken - kist boekenkist

won - der - kind wonder - kind wonderkind

ge - bo - ren ge - boren geboren

bur - ge - mees - ter burge - meester burgemeester

bij - voor - beeld bij - voorbeeld bijvoorbeeld

u - ni - ver - si - teit uni - versi - teit uni - versiteit universiteit

be - lang - rijk belang - rijk belangrijk belangrijke

Ne - der - land Neder - land Nederland

sol - da - ten sol - daten soldaten

Span - jaard Spanjaard Spanjaarden

op - pakken oppakken

op - slui - ten op - sluiten opsluiten

Loe - ve - stein Loeve - stein Loevestein

ge - vangen gevangen

Ridder - to - ren Ridder - toren Riddertoren

gelukkig [spreek uit:

gu - lu - kug]

op - pakken oppakken

op - slui - ten op - sluiten opsluiten

Loe - ve - stein Loeve - stein Loevestein

stu - de - ren stu - deren studeren

ont - snap - te ont snapte ontsnapte

ie - der - een ieder - een iedereen

we - reld - be - roemd wereld - beroemd wereldberoemd

(3)

pagina 3 van 9

En vul het schema hieronder in.

Hier schrijf ik de woorden nog een keer op:

Die kun je later navragen.

Deze woorden kende ik (nog) niet, en kleur ik in de tekst:

_______________________

(vul een kleur in)

(4)

pagina 4 van 9

4. Lees de inleiding van de tekst.

5. Wanneer is het Hugo de Grootjaar?

6. Schrijf een vraag op die je bij de inleiding hebt.

Wonderkind

7. Lees het stukje Wonderkind.

8. Wie wordt het wonder van Holland genoemd?

A. de burgemeester van de stad B. de koning van Frankrijk C. Hugo de Groot

9. Schrijf een vraag op die je bij het stukje Wonderkind hebt.

Lees de tekst nog een keer.

• Lees steeds een stukje van de tekst.

• Geef dan antwoord op de vraag die bij dat stukje hoort.

Soms zijn er meer vragen bij een stukje.

Hoi! Als ik een tekst lees, stel ik vragen. Want dan begrijp ik de tekst beter. Ik kijk ook of het antwoord in de tekst staat.

Een vraag kan beginnen met bijvoorbeeld:

wie, wat, waar, waarom, wanneer, welke of hoe.

(5)

pagina 5 van 9

10. Lees het stukje Oorlog.

11. Waarom was de tijd waarin Hugo de Groot leefde, een spannende tijd?

A. omdat er een ziekte was waar iedereen ziek van werd B. omdat er in Nederland veel stormen waren

C. omdat Nederland oorlog had met Spanje

12. Waarom werd Hugo de Groot opgepakt en opgesloten?

A. Hij had boeken gestolen om te kunnen studeren.

B. Hij was goede vrienden met de koning van Frankrijk.

C. Hij was het niet altijd eens met prins Maurits.

13. Schrijf een vraag op die je bij het stukje Oorlog hebt.

Gevangen op Slot Loevestein

14. Lees het stukje Gevangen op Slot Loevestein.

15. Wat kun je vertellen over toen Hugo de Groot gevangen zat in Slot Loevestein? Noem iets wat erg was en noem iets wat minder erg was.

Iets wat erg was:

Iets wat minder erg was:

16. Hoe ontsnapte Hugo de Groot uit Slot Loevestein?

A. Hij kroop ’s nachts stiekem door het raam.

B. Hij maakte een tunnel onder de muren door.

C. Hij verstopte zich in een grote boekenkist.

Hugo in de gevangenis

Foto: Tom Baas

(6)

pagina 6 van 9

17. Schrijf een vraag op die je bij het stukje Gevangen op Slot Loevestein hebt.

Boeken

18. Lees het stukje Boeken.

19. Noem twee bekende boeken van Hugo de Groot. Vertel kort waar ze over gaan.

Boek 1 heet

en het boek gaat over:

A. de lange oorlog met de Spanjaarden.

B. een spannend verhaal over oorlog.

C. regels voor hoe je oorlog voert.

Boek 2 heet

en het boek gaat over:

A. allerlei vissen die in de zee en de oceaan leven.

B. de mooie reizen over zee die hij gemaakt heeft.

C. van wie de zee is en wie er mag varen en reizen.

20. Schrijf een vraag op die je bij het stukje Boeken hebt.

Na het lezen

21. Op 22 maart 2021 start het Hugo de Grootjaar. Je kunt Slot Loevestein bezoeken. Zou je Slot Loevestein willen bezoeken? Wat zou je nog meer over Hugo de Groot willen leren?

gevangen op Loevestein

Foto: Tom Baas

Hugo schreef boeken

Foto: Tom Baas

(7)

pagina 7 van 9

Zet in de goede volgorde

Lees de zinnen. Wat gebeurde er het eerst? Zet daar een ‘1’ voor. En wat gebeurde er daarna? Zet daar een

‘2’ voor. Ga zo verder.

De koning van Frankrijk noemt Hugo ‘het wonder van Holland’.

Hugo ontsnapt in een boekenkist.

Hugo gaat naar de universiteit.

Hugo woont in Frankrijk.

Prins Maurits laat Hugo opsluiten in Slot Loevestein.

Hugo wordt geboren in Delft.

Vragen stellen

Bij opdracht 1 heb je na het lezen van elk stukje een vraag bij het stukje bedacht.

1. Heb je tijdens het lezen antwoord gekregen op die vragen? Zet een kruisje bij ja of bij nee.

2. Hoe kun je antwoord krijgen op de vragen waar je nog geen antwoord op hebt?

vraag bij stukje antwoord gekregen?

ja nee

inleiding Wonderkind Oorlog

Gevangen op Slot Loevestein Boeken

Slot Loevestein

(8)

pagina 8 van 9

Een stripverhaal maken (extra opdracht 1)

Maak een stripverhaal bij de tekst. Teken de volgende plaatjes.

Bedenk er zelf tekst bij. Schrijf de tekst onder de plaatjes.

• Plaatje 1: Hugo de Groot wordt opgepakt.

• Plaatje 2: Hugo de Groot zit opgesloten in een kamer van Slot Loevestein.

• Plaatje 3: Hugo de Groot ontsnapt in de boekenkist.

• Plaatje 4: Hugo de Groot vlucht naar Frankrijk.

1 2

3 4

(9)

pagina 9 van 9

Oefenen met woorden uit de tekst (extra opdracht 2)

Zoek de woorden uit het blauwe vak nog eens op in de tekst.

Kijk nu naar de puzzel. Welk woord uit het blauwe vak hoort bij de betekenis?

Vul dat woord in bij de puzzel.

van links naar rechts

1. het gevecht tussen twee of meer landen 5. bekend over de hele wereld

6. tellen, van toepassing zijn 7. de afspraak

8. de strook land langs de zee

van boven naar beneden 1. gevangen nemen

2. een grote groep soldaten 3. hard leren

4. een school waar je naartoe kunt na de middelbare school kies uit de woorden:

gelden - kust - leger - oorlog - oppakken regel - studeren - universiteit - wereldberoemd

Hugo en Maria

Tekst lezen en vragen stellen