• No results found

Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

- 1 - Griffie

Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid

Datum commissievergadering : 27 november 2009

DIS-stuknummer : 1601517

Behandelend ambtenaar : M.P. van der Avoird

Directie/bureau :

Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving/

InterBestuurlijke betrekkingen en Toezicht

Nummer commissiestuk : EMG-1011

Datum : 3 november 2009

Bijlagen : 1

Onderwerp:

Actualisering van voortgangsrapportage Samen Investeren in Brabant(Stad)

Voorstel van GS aan PS:

X Ter kennisneming X uitvoerende rol

Opmerkingen van het Presidium/Griffie:

De voortgangsnotitie is in afstemming tussen commissievoorzitter en griffie ter bespreking aan de agenda van de Commissie emg d.d. 27 november 2009 toegevoegd.

Griffier van Provinciale Staten, namens deze,

mr. J.W.L.M. Zwepink

Bijlage:

1. Overzicht van de projecten per stad per programma met financiële en inhoudelijke status en toelichting.

(2)

Pagina 2

Notitie ten behoeve van: Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid

Inleiding

Op 23 september 2009 heeft de commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid gesproken over de actualisering van de voortgangsrapportage Samen Investeren in Brabant(Stad). Die bespreking leidde tot een aantal vragen, met name rond de financiële kaders van het investeringsprogramma Samen Investeren in Brabant(Stad) en de criteria die gehanteerd worden ten aanzien van projecten die ingediend zijn bij OP- Zuid. In deze notitie wordt informatie gegeven die ingaat op de in de commissievergadering naar voren gebrachte vragen en opmerkingen. Ook voegen wij een geactualiseerd overzicht van de projecten toe, met daarbij ook de financiële stand van zaken, op basis van geactualiseerde gegevens die we van de steden hebben ontvangen in het kader van de afwijkingenrapportage die zij conform de afspraken voor 1 oktober j.l. aangeleverd hebben.

Kaders van Samen Investeren in Brabant(Stad)

Op 11 december 2007 is de intentieverklaring ‘Investeren in Brabant (BrabantStad)’ door provincie en de B5-steden ondertekend. De intentieverklaring is uitgemond in het meerjarenprogramma ‘Samen Investeren in Brabant(Stad)’, dat zowel gemeentelijke als provinciale doelen dient en door de bundeling van

investeringen een hefboom vormt voor de participatie van derden (Rijk, Europa, e.d.). De B5-steden hebben verklaard gezamenlijk circa 600 miljoen euro te investeren en de provincie Noord-Brabant heeft verklaard circa 350 miljoen euro te investeren. Tevens hebben de B5-partners zich verbonden aan de inspanningsverplichting om derden te laten participeren, opdat een totale investering van circa 1,4 miljard euro gerealiseerd wordt.

De volgende uitgangspunten zijn bepaald voor het investeringsprogramma ‘Samen Investeren in Brabant(Stad)’:

1. Gezamenlijk investeren in een duurzame toekomst van de grote Brabantse steden;

2. Gezamenlijk projecten realiseren t.b.v. zowel gemeentelijke als provinciale doelen;

3. Inspanningsverplichting om andere partijen, zoals het Rijk, de EU en het bedrijfsleven, in de samenwerking te laten participeren;

4. Per project worden concrete afspraken gemaakt over de zichtbaarheid van de provincie.

5. Uitsluitend projecten die voor 2011 uitvoeringsgereed zijn, hebben een plaats binnen ‘Samen Investeren’;

6. Uitsluitend projecten waarbij de afronding van het project uiterlijk op 31 december 2013 wordt voorzien hebben een plaats binnen ‘Samen Investeren’.

De ingediende projecten moeten bovendien een directe relatie hebben met een programmalijn van het provinciale bestuursakkoord 2007-2011 ‘Vertrouwen in Brabant’.

In de vergadering van de commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid van 23 september j.l. is gevraagd om nader inzicht te geven in de financiële kaders van het investeringsprogramma Samen Investeren in Brabant(Stad). Hieronder geven we u een gedetailleerd overzicht van het

investeringsprogramma Samen Investeren in Brabant(Stad), in samenhang met het programmaplan Vertrouwen in Brabant en de begroting 2010 van de provincie Noord-Brabant.

Meerjarenprogramma BrabantStad 2008-2012 / Samen Investeren in Brabant(Stad)

Het bestuursakkoord Vertrouwen in Brabant is als leidraad genomen bij het opstellen van het

Meerjarenprogramma BrabantStad 2008-2012 en de daaraan gekoppelde investeringsagenda, ‘Samen Investeren in Brabant(Stad)’, van € 1,4 miljard. Wij hebben met de B5-steden afspraken gemaakt over een veelheid aan projecten op economisch, ecologisch, sociaal en cultureel terrein. Door de samenwerking kunnen we de uitvoering van beleid versnellen. Inwoners van Brabant merken hierdoor dat BrabantStad wérkt.

(3)

Pagina 3

De investeringsagenda Samen Investeren is uitgewerkt in diverse projectplannen. De geselecteerde projecten passen bij onze doelstellingen en ambities. We noemen enkele voorbeelden:

· voor de programmalijn ‘Mooi Brabant’ willen wij gezamenlijk de spoor- en kanaalzones aanpakken;

· voor de programmalijn ‘Schoon Brabant’ zijn gezonde, energieslimme steden en een robuuste groenstructuur de doelstelling;

· voor de programmalijn ‘Bereikbaar Brabant’ bestaat de wens om de verkeersknelpunten in en rond de steden aan te pakken.

Van een groot aantal projecten is de uitvoering in 2008 en 2009 gestart. Voor 332 miljoen euro zijn er concrete projectafspraken gemaakt, waarvan het merendeel inmiddels beschikt is. Ten aanzien van de resterende 18 miljoen is in de voorjaarsnota 2009 voorgesteld deze 18 miljoen in te zetten voor de tekorten die dreigen te ontstaan bij projecten van Samen Investeren. Die tekorten kunnen ontstaan doordat

projecten niet gehonoreerd worden vanwege de overtekening van OP-Zuid of doordat middelen van derden achterblijven ten gevolge van de economische crisis.

De geplande uitgaven van de provincie aan Samen Investeren en de financiering daarvan ziet er als in onderstaande tabel uit.

Tabel Besteding middelen Samen Investeren per programma

De middelen uit de meerjarenbegroting 2009 waren reeds beschikbaar voor de programmalijnen. Deze middelen zijn afkomstig uit het bestuursakkoord (2007-2011) en uit de reguliere middelen uit de begroting.

Het tekort dat voor de Samen Investeren projecten binnen een programmalijn ontstaat wordt gedekt uit het Fonds Regionale Structuurversterking en uit ingecalculeerde overprogrammering. Uit het fonds Regionale Structuurversterking is 80 mln beschikbaar.

Tabel Dekking investeringsprogramma Samen Investeren

Meerjarenbegroting 2009 182 mln

Fonds Regionale structuurversterking 80 mln Ingecalculeerde overprogrammering2 70 mln

Voorjaarsnota 2009 18 mln

Totaal 350 mln

1 Enkele projecten uit de categorie ‘Overig’ vallen nu onder de noemer Verbindend. De projectenportefeuille van Verbindend bedraagt nu 6,8 mln.

2 In Statenvoorstel 06/09 A t.b.v. PS-vergadering van 13 februari 2009 is eerder aangegeven dat de provincie anticipeert op een overprogrammering van 70 mln euro (20%).

Besteding middelen Samen Investeren

( x 1 mln euro)

Geraamde uitgaven Dekking uit

meerjarenbegroting 2009

Dekking uit Structuurfonds en overprogrammering

Mooi Brabant 65,5 33 32,5

Schoon Brabant 50,3 18 32,3

Dynamisch Brabant 74,4 43 31,4

Perspectiefrijk 38,4 19 19,4

Bereikbaar 69 69 0

Overig 31,6 0 31,6

Verbindend 2,71 0 2,7

Totaal 331,9 182 149,9

(4)

Pagina 4

Samenhang van Samen Investeren met Vertrouwen in Brabant in de provinciale begroting 2010

In de provinciale begroting voor 2010 is voor de uitvoering van het programma Vertrouwen in Brabant een totaalbedrag van € 200,0 miljoen gereserveerd. Deze middelen zijn terug te vinden in de verschillende hoofdstukken van de begroting die in de Staten-vergadering van 6 november 2009 behandeld is.

Onderstaand overzicht geeft per programmalijn de hoogte van de reservering aan. Per programmalijn is aangegeven welke deel van het gereserveerde bedrag voor projecten in het kader van Samen Investeren bestemd is. De begroting van 2010 wordt hier ter illustratie weergegeven. Samen Investeren is een meerjarig programma.

Programmalijn 2010

(€ x 1 mln)

waarvan Samen Investeren (€ x 1 mln)

Mooi Brabant 8,6 0,3

Schoon Brabant 12,3 3,8

Dynamisch Brabant 18,7 4,8

Perspectiefrijk Brabant 32,3 5,6

Bereikbaar Brabant 62,9 36,8

Verbindend Brabant 2,3 -

Overig 62,9 -

Totaal voor Vertrouwen in Brabant

200,0 51,3

Start- en einddatum van projecten

Bestuurlijk is het volgende afgesproken met betrekking tot de start- en einddatum van de projecten die in het kader Samen Investeren uitgevoerd worden:

· De projecten moeten voor 1 januari 2011 zijn begonnen. Een project wordt geacht te zijn gestart als er uitgaven zijn gedaan die een directe relatie hebben met de (voorbereiding van de) feitelijke uitvoering, zodanig dat de vooraf afgesproken en geplande prestaties binnen een bepaalde periode worden behaald. Deze termijn is vastgelegd in het projectfiche.;

· Een projecteinde is vastgesteld in een projectfiche waarbij het uitgangspunt is dat het gehele project is afgerond op uiterlijk 31 december 2013. Dat wil zeggen dat alle vooraf afgesproken en geplande prestaties uiterlijk op 31 december 2013 zijn behaald en dat alle uitgaven dan ook zijn betaald.

(5)

Pagina 5

Planning en uitgaven in het kader van Samen Investeren

Het onderstaande schema laat zien dat de plannings- en voorbereidingsactiviteiten hun zwaartepunt in de eerste helft van de planperiode kennen en dat de uitgaven met name in het tweede helft van de planperiode plaats zullen vinden. Dat verklaart waarom er op dit moment veel aandacht is voor de planning en

voorbereiding van de projecten,terwijl er nog relatief weinig middelen uitgegeven worden.

Actie Tijdpad Planning en

voorbereiding

Uitgaven

Intentieverklaring 2007

Vertrouwen in Brabant / meerjaren- en

investeringsprogramma BrabantStad 2009

Uitwerking van projectvoorstellen Beschikkingen

Start van projecten 2011

Uitvoering van projecten

2013 Verantwoording

Met de B5 steden zijn de onderstaande afspraken gemaakt met betrekking tot de verantwoording:

· De verantwoording vindt plaats op een “SISA-achtige wijze”. Dit betekent dat de gemeente

verantwoording aflegt over de besteding van de toegekende subsidies door middel van een bijlage in de jaarrekening.

· Jaarlijks geven de steden voor 31 januari voor alle projectfiches inzicht in de daadwerkelijk

gerealiseerde financiële lasten betreffende het voorgaande jaar en een geactualiseerde jaarprognose voor het lopende en volgende jaren (liquiditeitsplanning). Op basis van deze liquiditeitsplanning vindt

‘bevoorschotting’ aan de steden plaats. (40% van de jaarprognose voor 1 maart, 40% van de jaarprognose vóór 15 oktober en 20% op basis van de werkelijke bestedingen in dat jaar na 31 januari).

· Jaarlijks dienen de steden vóór 1 oktober een afwijkingenrapportage in te dienen. In deze afwijkingen rapportage rapporteren de steden over alle projecten waarvan de verwachting is dat op het einde van het jaar minder dan 80% van de vooraf afgesproken middelen is ingezet en/of waarbij minder dan 80% van de vooraf afgesproken prestaties wordt behaald.

· De projecten Stimulus (Operationeel Programma Zuid) en Pieken in de Delta vallen niet onder de vorengenoemde verantwoordingsmethodiek van BrabantStad. Deze projecten worden wel opgenomen in de verantwoording richting Stuurgroep en colleges.

· Bij de subsidieverlening door de provincie wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande beleidsregels en processen.

Op basis van de afwijkingenrapportage die we op 1 oktober j.l. van de steden ontvangen hebben, kunnen we vaststellen dat zich geen grote afwijkingen voordoen en het merendeel van de projecten naar wens verloopt:

· Van de ingediende subsidieaanvragen is ruim70% beschikt. Het merendeel van de beschikkingen die nog niet zijn afgegeven verlopen via een ander subsidieverleningsproces, zoals OP-Zuid. De

infrastructuurprojecten van Bereikbaar Brabant zijn in voorbereiding.

· Ruim 60 procent van de projecten lopen zowel inhoudelijk als financieel volgens planning. Voor een kwart van de projecten geldt dat ze achterlopen op de planning op inhoudelijk en/of financieel gebied, maar dat de realisatie binnen de voor Samen Investeren vastgestelde start- en einddata niet in gevaar is.

· Voor zes procent van de projecten geldt dat het twijfelachtig is of zij binnen de kaders van Samen

(6)

Pagina 6

Investeren nog tijdig uitgevoerd zullen kunnen worden. Voor projecten die afvallen mogen de steden geen nieuwe of vervangende voorstellen indienen.

· Op basis van de afwijkingenrapportage zien we dat de afgesproken verhouding tussen de investeringen provincie, steden en derden (350/600/450 = 25%/43%/32%) intact blijft.

Op 24 november a.s. komt de bijgevoegde rapportage ook in de Stuurgroep BrabantStad aan de orde en wordt besproken welke projecten van de lijst van projecten van Samen Investeren in BrabantStad afgevoerd zullen worden. Door de provincie is aangegeven dat er geen nieuwe projecten mogen worden ingediend ter vervanging van projecten die afvallen. Over de uitkomsten van de bespreking in de Stuurgroep zullen we u mondeling rapporteren in de commissievergadering van 27 november a.s.

OP-Zuid

Voor een aantal projecten uit Samen Investeren is besloten om daarvoor subsidie-aanvragen in te dienen bij Pieken in de Delta of OP-Zuid. Alleen vanuit het programma Dynamisch Brabant zijn er projecten

‘doorverwezen’ naar OP-Zuid.

Op welke grond zijn projecten uit Samen Investeren ingediend bij OP-Zuid?

Er is afgesproken om alle projecten uit Samen Investeren die inhoudelijk passen bij de programma's Pieken in de Delta of OP Zuid in eerste instantie bij deze programma's voor financiering in te dienen. Het

multiplier effect is daarvoor een van de belangrijkste redenen geweest. Verder is het zo dat de

beoordelingscriteria die binnen OP-Zuid of Pieken in de Delta gehanteerd worden voldoende zijn voor de beoordeling van programma’s in het kader van Samen Investeren en zelfs op onderdelen scherper zijn. Het proces van beoordelen en begeleiden binnen OP-Zuid en Pieken in de Delta is objectief en professioneel.

Welke criteria hanteert OP-Zuid?

De kerndoelstelling van het OP-Zuid programma is het versterken van Zuid-Nederland als

toptechnologische regio. Zuid-Nederland wil dit realiseren door de reeds aanwezige sterke vermogens verder te ontwikkelen en zich als kenniseconomie te profileren.

Bevordering van innovatie en ondernemerschap staan in het OP-Zuid programma voorop. Dit wordt onder meer gerealiseerd door het stimuleren van onderzoek & ontwikkeling (met name in de private sector) en het ondersteunen van het traject kennis-kunde-kassa. Daarnaast is er in het programma veel aandacht voor de ontwikkeling van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefomgeving.

De belangrijkste subdoelstellingen van het programma zijn:

· het verhogen van het economisch rendement van de kenniseconomie;

· het bevorderen van het aantal bedrijven dat innoveert, in het bijzonder in het MKB;

· het vergroten van ondernemerschap en het faciliteren van starters, spin-offs en doorgroeiers;

· het creëren van uitstekende randvoorwaarden voor ondernemingen en kenniswerkers in en buiten de steden;

· het bevorderen van meer mensen aan het werk, in het bijzonder in de steden.

Het OP-Zuid programma onderscheidt drie zogenaamde prioriteiten om haar doelstellingen te realiseren.

Binnen deze prioriteiten is het mogelijk om subsidieaanvragen in te dienen.

Prioriteit 1: Kenniseconomie, ondernemerschap en innovatie (inclusief bedrijfsgerichte regelingen) Deze prioriteit richt zich op het versterken van de innovatiekracht van de Zuid-Nederlandse economie en het verder versterken en uitbouwen van de positie van Zuid-Nederland als toptechnologische regio.

(7)

Pagina 7

Prioriteit 2: Attractieve regio's

Hoofddoelstelling van deze prioriteit is het versterken van het vestigingsklimaat van Zuid-Nederland aansluitend op de strategische lijnen uit de regionale innovatieagenda's. Specifiek richt deze prioriteit zich op thema’s als bereikbaarheid, de kwaliteit van bedrijfslocaties, woon- en leefklimaat en de externe veiligheid.

Prioriteit 3: Stedelijke dimensie

Prioriteit 3 wil een bijdrage leveren aan een veilige en aantrekkelijke woon- en werkomgeving voor alle bewoners van de 9 GSB-steden. In Zuid-Nederland zijn dit: Breda, Tilburg, 's-Hertogenbosch, Eindhoven, Helmond, Venlo, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht.

Medio september j.l. heeft het Comité van Toezicht van subsidieprogramma OP-Zuid besloten voorlopig geen nieuwe subsidieaanvragen te behandelen. Projecten die vóór 11 september 2009 zijn ingediend worden nog wel in behandeling genomen. Het Comité streeft ernaar om het subsidieprogramma per 1 januari 2010 weer te openen. Hierdoor lopen een aantal projecten in het kader van Samen Investeren vertraging op.

Voortgangsrapportage

Algemeen

Voor de voortgangsrapportages is een vast format ontwikkeld (EMG-959). De actualisatie van de voortgangsrapportage zoals u in september ontvangen heeft, maakte geen onderscheid tussen financiële en inhoudelijke voortgang. In deze voortgangsrapportage, is dat wel het geval. Bij de voortgangsrapportage die in september j.l. aan de commissie is voorgelegd was een lijst gevoegd met een korte omschrijving van de projecten en aan welke provinciale doelen (zoals vastgelegd in het bestuursakkoord of uitwerking) daarvan de projecten bijdragen.

In bijlage 1 worden de volgende symbolen gebruikt om de inhoudelijke en financiële voortgang van projecten aan te geven.

Status van mijlpalen

Groen J Project loopt conform planning.

Oranje K Project loopt vertraging op maar dat de verwachting is dat er gestart kan worden voor 1/1/2011 en afgerond uiterlijk 31/12/2013.

Rood L Twijfels zijn er of het project uitgevoerd kan worden binnen de afspraken van Samen Investeren.

Financiële status

Groen J De uitgaven lopen conform planning. (afwijking minder dan 20% van begrootte jaarprognose).

Oranje K De uitgaven lopen niet conform planning, maar het eindresultaat van het project is niet in gevaar. (afwijking minder dan 40% van de begrootte jaarprognose).

Rood L De uitgaven lopen niet conform planning en het eindresultaat van het project is in gevaar. (afwijking meer dan 40% van de begrootte jaarprognose of afwijking van de begroting meer dan € 1.000.000).

Bij de projecten die inhoudelijk en/of financieel ‘op rood’ of ‘op oranje’ staan is in bijlage 2 een nadere toelichting of verklaring gegeven.

(8)

Pagina 8

Stand van zaken financiën

Op dit moment is de stand van zaken waar het gaat om de totaalbegroting voor de projecten in het kader van Samen Investeren en de begrote bijdragen van provincie, steden en derden als volgt:

Totaal Provincie Steden Derden

€ 1.367.000.000 € 332.000.000 € 589.000.000 € 446.000.000

24% 43% 33%

Waar het gaat om de realisaties, verwacht de provincie Noord-Brabant tot en met eind 2009 45 miljoen euro aan Samen Investeren te hebben besteed.

Vervolg

De steden dienen bij de provincie jaarlijks voor 1 oktober een afwijkingenrapportage in en voor 31 januari een voorlopige verantwoording. Op basis van deze informatie zullen wij u halfjaarlijks, de volgende keren in het voorjaar en najaar van 2010, informeren over de voortgang.

’s-Hertogenbosch, 3 november 2009 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om hierop in te kunnen spelen en optimaal gebruik te kunnen maken van de kansen die dat biedt voor reizigers hebben de provincie Noord-Brabant, de regio’s Hart van Brabant

waarschijnlijk dat er Europeesrechtelijke belemmeringen zijn, ook wanneer deze percentages nader zouden zijn gespecificeerd naar bepaalde type materialen in bouwwerken

Elke stad die deelneemt aan het Grote Stedenbeleid heeft zich verplicht tot het maken en uitvoeren van diverse actieplannen, waarbij het beleid zich inhoudelijk richt op de

Door het toenemend belang van de kwaliteit van de openbare ruimte en leefomgeving, recreatie en toerisme voor de stad en (bulk)goedervervoer over water, krijgen deze havens steeds

Mocht deze besluitvorming tot andere financiële gevolgen leiden dan dient het college deze aan de raad voor te leggen bij de behandeling van de gemeentelijke begroting 2015 op

Bij de aanpak van de speerpunten binnen lokaal gezondheidsbeleid in de gemeente Tynaarlo is gekozen voor een preventieve benaderingswijze, met focus op beweging en op het bieden

De subsidieontvanger dient, desgevraagd, op een door het college in de beschikking aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn

Het doet meer en meer mensen veronderstellen dat het virus op zijn retour is en het normale leven van voor de crisis weer kan worden hervat.. Met name bij de horeca zien we dat