• No results found

vallei van de Koude Beek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "vallei van de Koude Beek"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

vallei van de Koude Beek

te Borsbeek voorschriften

januari 2016

BUUR | Bureau voor urbanisme cvba Sluisstraat 79 / 03.02, 3000 Leuven T 016 89 85 50 – F 016 89 85 49 info@buur.be – www.buur.be

(2)

art. 1. voorafgaande bepalingen... 5

art. 2. landschappelijk en bouwkundig erfgoed (overdruk) ... 8

art. 3. bebouwing in het landschapspark (overdruk) ... 8

art. 4. zone voor wonen ... 9

art. 5. zone voor agrarisch landschapspark ... 10

art. 5.1 manege in het landschapspark (overdruk) ... 11

art. 6. zone voor gemeenschapsvoorzieningen ... 12

art. 6.1 zone voor gemeenschapsvoorzieningen in het landschapspark ... 12

art. 7. zone voor openbare wegenis ... 14

art. 7.1 ontsluiting voor het zacht verkeer (overdruk) ... 14

art. 8. specifieke zones voor waterbeheer en natuur ... 15

art. 8.1 zones voor waterlopen en natuurverweving ... 15

art. 8.2 zones voor waterberging ... 15

(3)

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Borsbeek in zitting van … / … / ……

Het college van burgemeester en schepenen van Borsbeek bevestigt dat onderhavig plan

ter inzage van het publiek werd neergelegd gedurende het openbaar onderzoek van … / … / …… tot … / … / ……

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Borsbeek in zitting van … / … / ……

De gemeentesecretaris De voorzitter gemeenteraad

(4)

Leeswijzer

De toelichtende bepalingen en doelstellingen van de stedenbouwkundige voorschriften, eventueel grafisch verduidelijkt met schema’s, zijn terug te vinden in de bijhorende toelichtingsnota. De stedenbouwkundige voorschriften, inclusief verklarende woordenlijst, in deze bundel zijn steeds verordenend.

Opgenomen in het register van de ruimtelijk planners

Gemeente Borsbeek

Gemeentebestuur Borsbeek | de Rabianostraat 64 | 2150 Borsbeek | 03 320 94 00 | info@Borsbeek.be | contactpersoon:

Hedwig Truyts | ruimtelijke.planning@borsbeek.be

BUUR - Bureau voor Urbanisme

BUUR cvba | bureau voor urbanisme | www.buur.be | Jeroen Camerlinckx en Jo Decoster | Sluisstraat 79 / 03.02 te 3000 Leuven | 016 89 85 50 | jo@buur.be

Fase en aanpassingen

A. schetsontwerp RUP november 2011 B. voorontwerp RUP januari 2015 C. ontwerp RUP mei 2015 D. definitief RUP januari 2016

Planidentificatienummer RUP_11007_214_00002_00001

(5)

art. 1. voorafgaande bepalingen

§ Goede ruimtelijke ordening

 Voorliggende voorschriften bepalen de criteria van de goede ruimtelijke ordening voor het gebied zoals begrensd volgens de aanduidingen van het bijgaande grafisch plan.

 De grafische gegevens van de ruimtelijke uitvoeringsplannen en de voorliggende stedenbouwkundige voorschriften vullen elkaar aan. Bij eventuele tegenstrijdige interpretaties primeren de stedenbouwkundige voorschriften steeds boven de grafische aanduidingen en de specifieke bepalingen boven de algemene bepalingen.

 De vergunningverlenende overheid toetst elke stedenbouwkundige aanvraag aan de goede ruimtelijke ordening en de goede plaatselijke aanleg. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan:

- de relatie met de in de omgeving aanwezige functies;

- de invloed op de omgeving wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;

- de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;

- de relatie met de in de omgeving van het woongebied vastgelegde bestemmingen;

- de bestaande of gewenste woondichtheid;

- de kwalitatieve inpassing in de omgeving.

 De vergunde niet-vervallen verkavelingen en hun eventuele latere wijzigingen die op het grafisch plan worden aangeduid, worden opgeheven en verliezen hun rechtsgeldigheid.

op te heffen verkaveling (overdruk)

§ Detectieonderzoek archeologisch erfgoed

 Voorafgaand aan de werken met een grondverzet van meer dan 250 m³ moet een archeologisch detectieonderzoek worden uitgevoerd aan de hand van proefsleuven en boringen, op alle zones waar ondergrondse graafwerken noodzakelijk zijn, in overleg met de bevoegde dienst archeologie van de Vlaamse Overheid.

§ Recht van voorkoop

 In alle bestemmingszones van het RUP geldt een recht van voorkoop zoals bedoeld in hoofdstuk IV van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening. Het voorkooprecht heeft een geldigheidsduur van 15 jaar. Begunstigd zijn volgende overheden en instanties in aangegeven volgorde:

- (1) de gemeente Borsbeek.

§ Integraal waterbeheer in de volledige afbakening van het voorliggend RUP

 In niet-bebouwde zones worden maximaal open waterstructuren zoals retentiegrachten, verlaagde graszones of wadi’s ingericht. Deze inrichtingen voor de opvang/retentie en vertraagde afvoer van hemelwater dienen landschappelijk geïntegreerd worden. Deze inrichtingen kunnen bestemmingsoverschrijdend voorkomen, ongeachte het private of publieke karakter van deze zone.

 Voor toegangswegen, pleinen en parkeerzones dienen gesloten verharde oppervlaktes te worden beperkt tot het strikte minimum, zoals bij zones voor zware belastingen en/of veelvuldig gebruik.

 Waterdoorlatende verhardingen zijn aan te bevelen voor de aanleg van toegangen, paden en terrassen tenzij afwatering en opvang/infiltratie in de naastliggende groenzones mogelijk is.

 De lozing van ongezuiverd afvalwater in het oppervlaktewater binnen de contouren van het RUP is uitgesloten.

(6)

§ Parkeervoorzieningen

 Volgende parkeervoorzieningen dienen noodzakelijk voorzien te worden per woongelegenheid, met uitzondering van zorgwoningen of assistentiewoningen:

te realiseren autoparkeerplaatsen te realiseren fietsstallingen - minimaal 1,2 autoparkeerplaatsen voor de

bewoners

- minimaal 0,3 autoparkeerplaatsen voor bezoekers - maximaal 2 autoparkeerplaatsen

- minimaal twee overdekte fietsparkeerplaatsen voor iedere eerste slaapkamer en 1 bijkomende overdekte fietsparkeerplaats per extra slaapkamer.

 Vanaf 200m² bruto gezamenlijke vloeroppervlakte dienstverlening en handel anders dan gemeenschapsvoorzieningen dienen noodzakelijk volgende parkeervoorzieningen gerealiseerd te worden:

functie Autoparkeerplaatsen overdekte fietsstalling

Handelsinrichtingen maximaal: 1 per 25 m² bvo

minimaal: 1 per 50m² bvo minimaal: 1 per 50 m² bvo

Kantoren maximaal: 1 per 50 m² bvo

minimaal: 1 per 100m² bvo minimaal: 1 per 50 m² bvo

Horeca maximaal: 1 per 20 m² bvo minimaal: 1 per 100 m² bvo

§ Verklarende woordenlijst

 Bouwlaag: horizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van het gelijkvloers en met uitsluiting van kelder en niet- bewoonde zolder.

 Bvo: Bruto vloeroppervlakte.

 Community supported agriculture: of gemeenschapslandbouw, is een vorm van lokale samenwerking tussen de landbouwer en de bevolking (door zelfpluk of zelfoogst of in de vorm van pakketten en dit tegen een vergoeding voor de landbouwer). Een Community supported agriculture streeft naar een duurzame voedselketen.

 G/T index: of groen-terreinindex: De verhouding van oppervlakte groen ten opzichte van de volledige terreinoppervlakte of nader beschreven deel van de bestemmingszone. Dit betekent bv. dat bij een groen/terreinindex van 1 de gehele zone waarover sprake dient beplant te worden of groen te zijn.

 Gemeenschapsvoorzieningen: niet-commerciële dienstverlening (politie, brandweer, post, begraafplaatsen, administratie van openbare dienstverlening), het onderwijs, de sociaal-medische dienstverlening, de voorzieningen voor cultuur, recreatie en ontmoeting (theaters, culturele centra, openbare bibliotheken, kerkelijke voorzieningen, musea, club- en buurthuizen, muziekscholen en vrijetijdscentra, accommodatie voor verenigingsleven, ...).

 Gesloten verhardingen: of niet-doorlatende verharding: Laat geen significant aandeel regenwater indringen, het regenwater loopt af (meestal) naar de riolering. Enkele voorbeelden zijn asfalt en betontegels.

 Kroonlijst: het snijvlak tussen een rechtopstaande gevel en een hellend dakvlak. De kroonlijsthoogte wordt gemeten vanaf het maaiveld tot de onderkant van de kroonlijst.

 Nokhoogte: Hoogte van een bouwwerk met een hellend dak. De nokhoogte wordt gemeten vanaf het maaiveld tot de bovenkant van de nok van het hellende dakvlak

(7)

 Overdruk: overdrukken komen boven op de hoofdbestemmingen en hun verfijningen. Ze hebben betrekking op de inrichting van bepaalde gebieden en/of verschaffen bijkomende gegevens over de toepasbaarheid van bijzondere regelingen in deze gebieden

 Plas- en drasbermen: natte strook achter een vooroever. Indien de onderkant van het talud hoger ligt dan de waterlijn, dan noemt men dit een drasberm. Indien de onderkant van het talud lager ligt dan de waterlijn, dan noemt men dit een plasberm

 Waterdoorlatende verhardingen: alle soorten verhardingsmaterialen die door een bepaalde porositeit van het materiaal een waterdoorlatend vermogen hebben. Voorbeelden zijn: waterdoorlatende klinkers, aangepaste betonstraatstenen, dolomiet, grind,... Het tegenovergestelde van een waterdoorlatende verharding is een monolieten verharding.

 Woonlaag: elke bouwlaag welke geheel of gedeeltelijk bestemd is voor bewoning.

 Zacht verkeer: fietsers, voetgangers en aanverwanten zoals joggers, skeelers ed.

(8)

art. 2. landschappelijk en bouwkundig erfgoed (overdruk)

§ Bestemming

Het landschappelijk en bouwkundig erfgoed wordt aangeduid op het grafisch plan als overdruk. De historische en karakteristieke elementen, het silhouet en de buitenaanleg van de aanwezige bebouwing, de bebouwde groepen en/of het aangeduide landelijk gebied worden bestendigd in hun historisch referentiebeeld.

§ Inrichting

Het karakteristieke materiaalgebruik en aanleg van het bebouwde erfgoed wordt gerespecteerd. Aanpassingen aan de bebouwde volumes en de buitenaanleg, noodzakelijk voor het functioneren van de vergunde bestemmingen, kunnen worden toegelaten. Deze ingrepen dienen te gebeuren in hoogwaardige materialen in harmonie en/of in contrast met het huidige materiaalgebruik en de historische architectuur.

Het aangeduide landelijk gebied wordt bewaard in zijn aaneengesloten karakter. De open ruimte wordt visueel en functioneel afgestemd op het bebouwde ensemble van de Heilige Geest Hoeve. Het fysisch afscheiden van de open ruimte ten opzichte van de Heilige Geest Hoeve en zijn aanhorigheden wordt niet toegelaten. Bebossing van landschappelijk erfgoed kan enkel voorzien worden als een buffer tussen de Heilige Geest Hoeve ten opzichte van de R11-Frans Beiersbaan.

In functie van community supported agriculture kan het landschappelijk erfgoed in zijn historisch referentiebeeld tijdelijk gewijzigd worden.

Bij een stedenbouwkundige aanvraag voor het in standhouden, uitbreiden en/of aanpassen van het landschappelijk en bouwkundig erfgoed dient zowel grafisch als tekstueel het behoud en/of versterking van het historisch referentiebeeld, het typerende bebouwde silhouet en de buitenaanleg van de bebouwing, zoals aangeduid op het grafisch plan, toegelicht te worden. Alsook de versterking van de historische en esthetische karakteristieken van het erfgoed en de samenhang in het landschapspark.

art. 3. bebouwing in het landschapspark (overdruk)

§ Bestemming en inrichting

De aangeduide bebouwing in het landschapspark hebben een maximaal bebouwd volume van 1000m³ en worden in standgehouden als zonevreemde constructies. De bebouwing in het landschapspark wordt bestemd voor wonen en gemeenschapsvoorzieningen.

De aangeduide bebouwing in het landschapspark kunnen bebouwd, herbouwd en uitgebreid worden zoals omschreven in de basisrechten voor zonevreemde constructies zoals voorzien in de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening en latere wijzigingen.

Binnen het grafisch aangeduide landschappelijk en bouwkundig erfgoed van de beschermde Heilige geest Hoeve en aangelegenheden kunnen vrije beroepen, horeca, dienstverlening en kleinschalige ambachten eveneens vergund worden, mits aan alle volgende vereisten voldaan wordt:

- een harmonieuze inpassing in het bouwkundig erfgoed, landschapspark, straatbeeld en omgeving en een landschappelijk verantwoorde inrichting van de onbebouwde zones;

- geen aantoonbare hinder op de verkeersafwikkeling;

- geen aantoonbare stijging van de parkeerdruk;

- winkels en zuivere opslag zijn niet toegelaten.

(9)

art. 4. zone voor wonen

§ Bestemming

De zone voor wonen is bestemd voor wonen en met inbegrip van aanhorigheden, tuinen, parkings, toegangen en ontsluitingen.

 Gemeenschapsvoorzieningen en kleinschalige functies (zoals dienstverlening, handel, horeca en ambachten) worden in de bestemmingszone toegelaten mits aan alle volgende vereisten voldaan wordt:

- geen aantoonbare hinder op de verkeersafwikkeling;

- geen aantoonbare stijging van de parkeerdruk;

- geen hinder verwekken voor het woonkarakter, ende privacy van omwonenden respecteren;

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding wonen – woongebied.

§ Inrichting – bebouwde ruimte

 De voorgevellijn van de nieuw op te richten hoofdgebouwen of bij herbouw dienen waar mogelijk de voorgevellijn van aanpalende percelen binnen de bestemmingszone te volgen zodat een coherent straatbeeld nagestreefd kan worden en dit zowel voor de gelijkvloerse verdieping als voor de verdiepingen. De zijdelingse inplantingsafstand bedraagt 0,00 m bij gesloten bebouwing en ten minste 3,00 m bij halfopen bebouwing. Bij herbouw en nieuwbouw wordt steeds een gesloten bebouwingsvorm nagestreefd.

De bouwdiepte bedraagt maximaal 17,00 m voor een gelijkvloerse verdieping en maximaal 13,00 m voor de verdieping(en).

In de bestemmingszone dienen bovengronds minimaal 2 bouwlagen en maximaal 3 bouwlagen gerealiseerd te worden. Er zijn maximaal 3 woonlagen toegelaten. Een bouwlaag heeft een maximale hoogte van 3,5m. Bij een hellende dakvorm bevindt de nokhoogte zich maximaal 4,5 meter boven de kroonlijsthoogte. Bij gekoppelde bebouwing dient er een kwalitatieve en esthetisch verantwoorde dakaansluiting te gebeuren met de naastliggende woning(en).

 In de gearceerde projectzones wordt een totaalproject met groepswoningbouw ingericht voor de gezamenlijke percelen binnen de projectzone.

In de projectzones grenzend aan de Robianostraat wordt een publieke toegang voorzien tot het achterliggende landschapspark. Deze toegang heeft, op het maaiveldniveau, een gegarandeerde vrije breedte van minimaal 2/3 van de oppervlakte van de desgevallende projectzone. Uitzonderlijk kan in de projectzones langsheen de Robianostraat een vierde bouwlaag toegelaten worden.

grafische aanduiding projectzones (overdruk)

§ Inrichting – onbebouwde ruimte

 De onbebouwde ruimte tussen de straatzijde en de voorgevel en de onbebouwde zijstroken van de gebouwen worden beschouwd als voortuin. Deze zones dienen zodanig te worden aangelegd dat zij bijdragen tot een kwalitatief straatbeeld. De G/T index van de voortuinen bedraagt minimum 0,3 ten opzichte van de totale oppervlakte van de voortuin. Bebouwing en constructies worden in de voortuin niet toegelaten.

De afsluitingen moeten één samenhangend en esthetisch geheel vormen met de bebouwing en de tuinzones.

Afsluitingen in de voortuin bestaan enkel uit hagen met een maximale hoogte van 1,20m.

 De onbebouwde ruimte vanaf de achtergevellijn dient te worden ingericht als private tuin of semi-publieke groene ruimte. De G/T-index van de tuinen bedraagt minimum 0,6 ten opzichte van de totale oppervlakte van de (achter)tuin.

(10)

De bestaande dubbele bomendreef gelegen tussen de Robianostraat en de bestemmingszone art 6.1 zone voor gemeenschapsvoorzieningen in het landschapspark dient maximaal te worden behouden en beschermd te worden als landschappelijk erfgoed. Deze grafisch aangeduide dubbele bomendreef dient passend verzorgd en onderhouden te worden. Het vellen van deze bomen of verstoren van de totaliteit van de dreef is enkel mogelijk om dwingende veiligheidsredenen of in geval van ziekte die tot afsterven leidt van de bomen. In deze gevallen is het vervangen van de bomen verplicht door gelijkaardig plantmateriaal als behoud van de dreef.

art. 5. zone voor agrarisch landschapspark

§ Bestemming

Het gebied is bestemd voor de inrichting en beheer van een agrarisch landschapspark. Hoofdfuncties in het landschapspark zijn landbouw, natuur, landschapsbeleving en landschapsontwikkeling. Recreatief medegebruik, community supported agriculture, bos- en waterbeheer zijn steeds toegelaten bestemmingen.

 Gemotoriseerde en lawaaisporten zijn verboden in het landschapspark.

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding overig groen – gemengd open ruimte gebied.

§ Inrichting

De open ruimte gelegen tussen de Koude Beek en de Lucien Hendrickxlei wordt als een grootschalig, open en ongecompartimeerd landschap gevrijwaard. De grootschalige zichten vanuit alle randen structureren het open ruimte gebied.

Met uitzondering van community supported agriculture is het scheuren en frezen van permanent weiland verboden. Maïsteelten worden niet toegelaten. Het inrichten van afwateringskanalen of irrigatiesystemen is eveneens niet toegelaten. Minimaal 90% van de bestemmingszone dient onverhard en onbebouwd te blijven. De samenstelling van het plantenmateriaal (bomen, heesters en hagen) dient te gebeuren op basis van streekeigen en inheemse plantensoorten al dan niet in combinatie met streekeigen cultuurgewassen zoals fruit- of parkbomen.

Verhardingen in het landschapspark worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen tenzij afwatering en opvang/infiltratie in de naastliggende zones mogelijk is. Parkeerplaatsen in het landschapspark zijn enkel toegelaten in de grafisch aangeduide zone parkeren in het landschapspark en de omliggende bestemmingszones.

Binnen de zone met parkeren in het landschapspark wordt de bestaande bomenrijen steeds gevrijwaard, het parkeren vindt plaats op grasverhardingen zoals grastegels of gefundeerd gras.

: grafisch aanduiding parkeren in het landschapspark (overdruk)

Afsluitingen in het landschapspark zijn enkel toegelaten in functie van speeltuinzones en in functie van landbouwactiviteiten. Deze afsluitingen dienen te bestaan uit inheemse hagen met een maximale hoogte van 1,20 m of grondkeerwanden. Tijdelijke afsluitingen kunnen voorkomen in functie van evenementen en voor de uitbating van community supported agriculture.

 In het agrarisch landschapspark is de aanleg en plaatsing van parkmeubilair, kunstinrichtingen en (wandel)infrastructuur voor zacht verkeer steeds toegelaten.

Het aanbrengen van publiciteit en reclame met commercieel oogpunt is in het landschapspark niet toegelaten met uitzondering ten behoeve van de uitbating van functies in het landschappelijk en bouwkundig erfgoed. Het plaatsen van verlichting in het landschapspark behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur. Bij de inplanting en keuze van de verlichtingselementen (lichtsterkte, straalrichting) dient er rekening gehouden te worden met het globale parkkarakter, een minimale opgaande lichtstraling en de voorkomende vleermuispopulaties in het Fort 3.

(11)

Bebouwing wordt in het agrarisch landschapspark niet toegelaten met uitzondering van kleinschalige schuilhutten en de recreatieve ontsluiting van het gebied. Het oprichten van tijdelijke constructies in toegelaten voor de uitbating van community supported agriculture en dit slechts in het gebied tussen de R11 Frans Beirenslaan en de Koude Beek - de Fortloop.

De zone gelegen tussen de Koude Beek - de Fortloop en de R11 Frans Beirenslaan wordt als een boom- of bosrijke zone ingericht en dit rekening houdende met de restricties opgelegd door de uitbater van de naastliggende luchthaven en de afbakening van het landschappelijk en bouwkundig erfgoed.

 In een zone van 5,00m langsheen de verschillende waterlopen is het oprichtingen van constructies en bebouwing niet toegelaten.

De inrichtingsvoorschriften van het landschapspark worden aangevuld door de modaliteiten in overdruk.

§ Beheer

 Bij het beheer en instandhouding van het landschapspark dient er rekening gehouden te worden met een harmonisch park- en natuurbeheer, natuurtechnische inrichting en een gedifferentieerd maaibeheer.

art. 5.1 manege in het landschapspark (overdruk)

§ Bestemming

 Aanvullend aan de hoofdbestemming wordt in het agrarisch landschapspark een zone aangeduid voor de uitbating van een manege.

§ inrichting

De gearceerde deelzone zone voor manege worden ingericht met stallingen, binnen- en buitenrijpistes, inclusief de noodwendige manege-infrastructuur. Verhardingen, groenzones, toegangen, inrichtingen inzake waterbeheer kunnen in de deelzone steeds gerealiseerd worden. In functie van de manege is één bedrijfswoning toegelaten en dit beperkt tot 1000m³ bebouwd volume.

In de zone voor manege worden maximaal twee bouwvolumes toegelaten en maximaal 30% van de deelzone kan bebouwd worden. De bebouwing dient steeds alzijdig te zijn en naar volumewerking, vormgeving en materiaalgebruik consistent voor te komen met het landschapspark. In de zone kan maximaal 30% van de totale zoneoppervlakte, inclusief de aangeduide zone voor parking en bebouwing, verhard worden. Enkel waterdoorlatende verhardingen worden toegelaten, tenzij afwatering en opvang/infiltratie in de naastliggende groenzones voorzien kan worden. De zandige ondergrond van een rijpiste voor paarden wordt niet aanzien als een verharding.

(12)

art. 6. zone voor gemeenschapsvoorzieningen

§ Bestemming

 De zone voor gemeenschapsvoorzieningen is bestemd voor bebouwing in functie van gemeenschapsvoorzieningen.

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

§ Inrichting

In de zone voor gemeenschapsvoorzieningen wordt het bestaande kerkgebouw in zijn bestaande vormgeving bestendigd.

art. 6.1 zone voor gemeenschapsvoorzieningen in het landschapspark

§ Bestemming

De zone voor gemeenschapsvoorzieningen in het landschapspark is bestemd voor pleinen en bebouwing, constructies en voorzieningen voor gemeenschapsvoorzieningen in een overwegend parkachtige omgeving, met inbegrip van groene ruimtes, parkeervoorzieningen, ontsluitingen, openbare wegenis en toegangen. De deelzones worden hoofdzakelijk bestemd voor:

- de deelzone met letteraanduidingen A voor schoolinfrastructuur;

- de deelzone met letteraanduidingen B voor een parkbegraafplaats;

- de deelzone met letteraanduidingen C voor een gemeentelijke infrastructuur zoals loodsen, verhardingen en opslagruimte en parking ten behoeve van het landschapspark.

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

§ Inrichting - bebouwde ruimte

De deelzone met de letteraanduiding A kan voor 60% bebouwd worden. Elke uitbreiding, herbouw, verbouwing of nieuwbouw dient te harmoniëren met het aangeduide landschappelijke en bouwkundige erfgoed. Het bestaande markante poortgebouw in de deelzone met de letteraanduiding A wordt zichtbaar gemaakt vanaf de Robianostraat.

In de deelzone met letteraanduiding A kunnen er drie bouwlagen gerealiseerd worden. Een vierde bouwlaag kan worden gerealiseerd ter hoogte van de Lucien Hendrickxlei en de zone voor landschapspark. Deze vierde bouwlaag heeft een maximale vloeroppervlakte van 1000m².

In de deelzone met letteraanduiding B is bebouwing enkel toegelaten in functie van de begraafplaats en dit maximaal voor 10% van de bestemmingszone. In deze deelzone kunnen maximaal twee bouwlagen gerealiseerd worden. Ten opzichte van de aangrenzende woonpercelen dient een inplantingsafstand gevrijwaard te worden van minimaal de hoogte van het desbetreffende gebouw.

De deelzone met letteraanduiding C kan voor 60% bebouwd worden. In deze deelzone kunnen drie bouwlagen gerealiseerd worden. Ten opzichte van de aangrenzende woonpercelen dient een inplantingsafstand gevrijwaard te worden van minimaal de hoogte van het desbetreffende gebouw.

In de deelzone met letteraanduiding C kan de bestaande bedrijvigheid die voorkomt bij de definitieve goedkeuring van het voorliggend RUP door de gemeenteraad verbouwd, herbouwd, uitgebreid en aangepast worden voor zover:

 de bouwheer beschikt op het ogenblik van de vergunningsaanvraag over de voor een normale bedrijfsvoering noodzakelijke milieuvergunning;

(13)

 de constructie werd in het jaar voorafgaand aan de vergunningsaanvraag daadwerkelijk uitgebaat.

 In de bestemmingszones bedraagt de hoogte van een bouwlaag maximaal 4,50 m. Bovenop de hoogste bouwlaag kunnen geen (dak)verdiepingen ingericht worden. Enkel een platte dakvorm wordt toegelaten. Bij uitbreidingen, herbouw of nieuwbouw dienen de daken van de desbetreffende uitbreidingen, herbouw of nieuwbouw verplicht afgewerkt te worden als groendak in zover de dakoppervlakte niet als terrasruimte wordt genuttigd.

§ Inrichting - open ruimte

Er dient bijzondere aandacht te gaan naar het totaalbeeld en integratie van de gemeenschapsvoorzieningen en de zone voor agrarisch landschapspark. De onbebouwde ruimte tussen de straatzijde en de voorgevels van de gebouwen wordt beschouwd als representatieve (ontvangst)ruimte en dient zodanig ingericht te worden zodat zij bijdraagt aan een kwalitatief straatbeeld.

De open ruimte wordt als een boom- of bosrijke zone ingericht en dit rekening houdende met de restricties opgelegd door de uitbater van de naastliggende luchthaven.

 In de gehele bestemmingszone kan de open ruimte aangewend worden voor pleinen, speelruimtes, fiets- en parkeerinfrastructuur en parkruimte. In de deelzone met letteraanduiding C wordt opslag in open lucht toegelaten mits de beeldwaarde van het aanliggende landschapspark niet negatief beïnvloed wordt.

In de deelzone met letteraanduiding B zijn alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig zijn voor de realisatie van de parkbegraafplaats toegelaten voor zover ze naar schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met het karakter van het landschapspark. Inrichtingen en (ondergrondse) constructies, zoals grafstenen, keer- en urnemuren en een strooivijver kunnen voorkomen in functie van het begraven en cremeren.

 Voor de gebouwen dient de opvang/retentie en de vertraagde afvoer van het hemelwater, na opvang voor herbruik, gemeenschappelijk voorzien te worden. Deze inrichtingen kunnen bestemmingsoverschrijdend met het landschapspark voorkomen, ongeachte het private of publieke karakter van deze zone.

§ Ontsluitingen, toegangen en parkeren

 De parkeeraantallen worden gerealiseerd volgens de voorafgaande bepalingen.

 Een fietshelling naar de noodzakelijke fietsparkeerplaatsen bedraagt nooit meer dan 6%.

Bij de inrichting van geheel de deelzone C met gemeenschapsvoorzieningen dienen de bestaande parkeergarages die voorkomen aan de achterzijde van de Frans Beierslaan ontsloten te worden zoals aangeduid op het grafisch plan. Het exacte tracé van deze ontsluitingsweg ligt niet vast.

aanduiding ontsluiting bestaande parkeergarages (overdruk en indicatieve aanduiding).

 De inrichting van de deelzone A moet de doorwaadbaarheid voor het zachte verkeer tussen het kerkplein en het landschapspark tot over de Diepenbeek mogelijk maken. Deze doorwaadbaarheid kan periodiek zijn en moet altijd afsluitbaar zijn door de uitbating van de school.

(14)

art. 7. zone voor openbare wegenis

§ Bestemming

 De zone is bestemd voor openbare wegenis en pleinen met de daarbij horende vrije ruimten.

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding lijninfrastructuur.

§ Inrichting

 De straten en pleinen dienen op een kwalitatieve en samenhangende wijze te worden ingericht. Er dient bijzondere aandacht te gaan naar het totaalbeeld van de wegenis en pleinen en een duurzaam materiaalgebruik.

Voorzieningen eigen aan de openbare wegenis zoals verlichting, signalisatie, nutsleidingen, straatmeubilair, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, bomen, beplantingen, ... zijn toegelaten.

De openbare wegenis rondom het bestaande kerkgebouw zoals aangeduid door de zone voor gemeenschapsvoorzieningen wordt ingericht met zowel verharde als groene pleinruimtes.

art. 7.1 ontsluiting voor het zacht verkeer (overdruk)

§ Bestemming

Aanvullend aan de hoofdbestemming worden in het landschapspark de belangrijkste ontsluitingspaden voor het zacht verkeer aangeduid.

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding lijninfrastructuur.

§ Inrichting

De aangeduide ontsluitingen voor het zachte verkeer worden ingericht voor het zachte verkeer. Het tracé van de ontsluitingen voor het zacht verkeer is indicatief op het grafisch plan aangeduid. De ontsluitingen voor het zacht verkeer zijn steeds openbaar. De verbinding tussen de twee uiteinden van de trage wegen, aangeduid op het grafisch plan, dient steeds te worden gegarandeerd. Dit betekent dat het exacte traject niet vastligt.

(15)

art. 8. specifieke zones voor waterbeheer en natuur

art. 8.1 zones voor waterlopen en natuurverweving

§ Bestemming

 De zone is bestemd voor de waterlopen in open bedding, voor waterbeheer en natuurverweving.

 Recreatief medegebruik en landbouw is een nevenfunctie binnen deze zone.

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding overig groen – gemengd open ruimte gebied.

§ Inrichting

 De zones voor waterlopen en natuurverweving worden ingericht voor de waterlopen in een open bedding, voor waterbeheer en voor natuurontwikkeling.

Alle handelingen en inrichtingen zijn toegestaan voor de natuurlijke inrichting en beheer van de waterlopen. Het lozen van hemelwater vrij van elke verontreiniging op de waterlopen is toegelaten, de lozings-en buffervoorwaarden worden opgelegd door de beheerder van de waterloop.

De waterlopen en hun oevers kunnen vrij meanderen. De waterlopen en hun oevers begeleid kunnen worden door streekeigen en inheemse laag- en hoogstammig groen en dit rekening houdende met de afstandsregels van de waterloopbeheerder.

 Aanpassingen aan de breedte, de diepte of het tracé van de waterlopen zijn toegestaan in functie van de landschapsontwikkeling, waterbeheersing en/of ecologische aspecten. Langs de waterlopen zijn alle handelingen zoals reliëfwijzingen en afgravingen toegelaten in functie van de realisatie van waterbeheer en teneinde de waterbergingscapaciteit en de infiltratiemogelijkheden te vergroten. De hoogtepeilen in het algemeen en de hellingsgraden in het bijzonder dienen verantwoord te zijn vanuit natuurtechnische milieubouw en het verhogen van de ecologische en landschappelijke waarde van het gebied. Uitgravingen dienen zodanig te gebeuren dat op bepaalde plaatsen permanent water aanwezig blijft waardoor natte biotopen en vochtige overgangszones ontstaan zoals plas- en drasbermen.

Langsheen de waterlopen wordt een onderhoudsstrook van minimaal 5,00 m gevrijwaard. Binnen deze zone gelden restricties inzake beplantingen en andere mogelijke obstakels. Bebouwing wordt niet toegestaan in de 5,00m-zone langsheen de aangeduide waterlopen.

art. 8.2 zones voor waterberging

§ Bestemming

 De hoofdbestemming van deze zone is waterberging in functie van de waterbeheersing van de Fortloop en de Koude Beek

 Natuurontwikkeling dient als nevenbestemming mogelijk gemaakt en gestimuleerd te worden. In deze zone staat versterking en herstel van de bestaande kleine landschapselementen voorop. Ook zachte recreatie in de vorm van een wandelpad is toegestaan.

 De bestemming resulteert onder de gebiedsaanduiding overig groen – gemengd open ruimte gebied.

§ Inrichting

 De loop en de oevers van de Fortloop, Koude beek en Diepenbeek mogen worden aangepast in functie van de waterbeheersing (uitbreiding van het waterbergend vermogen) en van de verhoging van de ecologische waarde.

 Reliëfwijziging is enkel toegestaan in functie van de te realiseren hoofd- en nevenbestemming.

(16)

 Enkel in functie van de waterbeheersing (zoals knijpconstructies, stuwen en noodoverlaten), de natuurontwikkeling en het recreatief medegebruik (zitbank, wegwijzers) zijn de oprichting van kleinschalige constructies toegestaan.

 In functie van natuurontwikkeling mogen enkel inheemse en streekeigen soorten aangeplant warden. Langsheen de waterloop dient beekbegeleidende beplanting voorzien te warden. De bestaande kleine landschapselementen moeten behouden blijven en nieuwe kleine landschapselementen mogen worden aangelegd en aangeplant.

§ Beheer

 Het beheer en onderhoud van de waterlopen en de retentiebekkens (met inbegrip van de bijhorende constructies), de gronden (met inbegrip van de afsluitingen en verhardingen) en de beplanting binnen de zone behoren tot de verantwoordelijkheid van de eigenaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Landschapstafel Groen IJsselmonde zet zich in voor een gezonde leefomgeving voor mens en natuur op eiland IJsselmonde.. Dit betekent: een aantrekkelijk landschapspark,

Je moet dus weten voor welke standaardafwijking, die je x noemt, de oppervlakte onder de normale verdelingscurve links van de 388 ml gelijk is aan 0.0052.. Het gemiddelde is

[r]

[r]

Zo werd het nationaal soort- project voor instandhouding van de Scharrelaar van de Latvian Ornithological Society (de Letse BirdLife partner) in 2016 zelfs niet meer door de

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Een andere karakteristiek van dit gebied is dat over de seizoenen, de grondwatertafel zich niet manifesteert als een horizontaal vlak, maar een helling vertoont van de Kleine Laak

Zij sluiten het best aan bij wat in de literatuur omschreven wordt als de Veldrus-associatie (Crepido-Juncetum acutiflorï) maar de twee traditionele kensoorten