9 Syntheseblad Open Wereld 6e leerjaar

(1)

9

• Syntheseblad Open Wereld • 6e leerjaar Naam: ...

Klas: ...

Revoluties!

Deze werkbladen zijn een soort ‘leerwijzer’ over het thema ‘Revoluties!’

Kleur de gloeilamp in wanneer je een onderdeel begint te leren.

Als je de leerstof kent, kleur je de afbeelding van Keizer Napoleon in.

Markeer ook de antwoorden op die vragen in je Zonneland met fluostift.

Zo weet je goed wat je moet kennen!

Beantwoord de vragen. Zoek het

antwoord op in je Zonneland op p. 3-5.

a. Zoek het woord ‘revolutie’ op in het woordenboek.

Schrijf op wat het betekent.

Betekenis in Van Dale

re•vo•lu•tie (de; v; meervoud: revoluties)

1. Plotselinge verandering in de bestaande toestand; algehele ommekeer: bijvoorbeeld industriële revolutie omwenteling op het gebied van de productie, veroorzaakt door toepassing van de stoommachine.

2. Gewelddadige ommekeer in de politieke toestand: bijvoorbeeld de Franse Revolutie de omverwerping van de Franse monarchie in 1789.

b. Stoom heeft voldoende kracht om een voorwerp te verplaatsen. Hoe noemen we die kracht? Stuwkracht of drijfkracht.

c. Welke uitvinding zorgde voor het ontstaan van de eerste fabrieken?

De stoommachine.

d. Welke twee landen richtten voor het eerst fabrieken in?

Groot-Brittannië (Engeland) en België.

e. Door de fabrieken ontstonden nieuwe sociale klassen:

a. Het proletariaat (= De arbeiders in de fabrieken) b. Het patronaat (= De bazen in die fabrieken)

Dit was de start van de industriële revolutie!

(2)

9

Klas: ...

Lees p. 4-9 in je Zonneland en beantwoord de vragen.

Verbind de uitvinding of ontdekking met de juiste persoon.

 Deze Schot vond de stoommachine uit: James Watt

 Deze Duitser vond de benzinemotor uit: Karl Benz

 Deze Franse broers vonden de luchtballon uit: Montgolfier

 Deze Brit ontdekte het eiland Tahiti: Samuel Wallis

 Deze Amerikaan vond de eerste telefoon uit: Samuel Morse

 Deze Canadees vond de eerste telefoon uit: Graham Bell

 Deze Amerikaan vond de gloeilamp uit: Thomas Edison

 Deze Duitser vond aspirine uit: Hoffman

 Deze Oostenrijker ontdekte dat er verschillende bloedgroepen bestaan:

Karl Landsteiner

Welke van die uitvindingen of ontdekkingen vind jij het belangrijkst?

Eigen antwoord

Waarom vind je dat? Leg uit.

Eigen antwoord

(3)

9

Klas: ...

Waarom begonnen de revoluties?

Verbind. Revolutie betekent hier:

‘Opstand van het volk’.

De Amerikaanse revolutie   Maatschappelijke redenen De Franse revolutie   Politieke redenen

De Belgische revolutie   Economische redenen

Verbind deze gebeurtenissen met het juiste jaartal op de tijdsbalk.

 De eerste trein reed tussen Mechelen en Brussel.

 Koning Leopold I legt een eed af als eerste koning van België.

 België wordt onafhankelijk verklaard.

 Verklaring van de rechten van de mens en de burger (Franse revolutie).

 Onafhankelijkheidsverklaring (Amerikaanse revolutie).

(4)

9

Klas: ...

Een democratische beslissingsprocedure.

Hoe komt een wet tot stand?

a. Zet de zinnen in de juiste volgorde. Nummer de zinnen vooraan van 1 tot 5.

b. Vul de woorden in op de juiste plaats.

Kies uit: overheid - wet - voorstellen - tekst - politieke agenda - discussies - gestemd - overleg - Belgisch Staatsblad - probleem Wie is voor en wie is tegen? 5

Nadien wordt er gestemd.

Wie is voor of tegen het feit dat de tekst een wet zal worden?

De meerderheid beslist. Vanaf het moment dat die beslissing in het Belgisch Staatsblad verschijnt, moet men die wet naleven!

Welke oplossing(en) vind ik het beste? 4

Men maakt een tekst waarin heel nauwgezet staat wat de wet precies inhoudt en voor wie die bedoeld is.

Wat is het probleem? 1

Er is een probleem dat een oplossing van de overheid vraagt.

Welke ideeën zijn er om dat probleem op te lossen? 3 Er worden voorstellen gedaan om in de toekomst het probleem te

voorkomen of op te lossen. Dat gebeurt in overleg met alle betrokkenen, zodat ieder zijn belangen kan verdedigen. Er worden dan vaak hevige discussies gevoerd.

Wat is de oorzaak of wat zijn de oorzaken van dat probleem? 2 Allerlei personen kunnen het probleem aankaarten en zorgen ervoor dat het op de politieke agenda wordt geplaatst.

(5)

9

Klas: ...

Lees het verhaal van Napoleon Bonaparte.

(bijlage 3 w.o. - tijd fiche 11 uit Open Wereld 6e leerjaar). Zoek bijkomende informatie op en vul zijn paspoort hieronder aan.

VOORNAAM: Napoleon FAMILIENAAM: Bonaparte

WOONPLAATS: als kind op Corsica en tijdens zijn volwassen leven op verschillende plaatsen.

GEBOORTEDATUM: 15 augustus 1769 STERFDATUM: 5 mei 1821

NATIONALITEIT: Frans (op eiland Corsica geboren) GESLACHT: man

GEHUWD MET: Joséphine de Beauharnais

KINDEREN: geen met Joséphine. Napoleon nam wel de rol van vader op over Joséphine haar twee kinderen Eugène en Hortense en hun nichtje Stéphanie. Met Marie Louise van Oostenrijk had hij een zoon:

Napoleon II / Napoleon François Joseph Charles.

Situeer mij op de tijdsband:

Noteer welke belangrijke dingen ik gedaan heb: (Bron: nl.wikipedia.org)

 De afschaffing van maatschappelijke standen  meer gelijkheid!

 Onderwijs en gezondheidszorg werden beter geregeld en beter toegankelijk gemaakt voor de gewone burgers.

 Hij voerde de ‘Code Napoleon’ in.

 Hij voerde achternamen, straatnamen en huisnummers in.

Napoleon Bonaparte

(6)

9

Klas: ...

 Hij verving oude maateenheden door nieuwe (de meter, de liter, de kilogram).

 Het Europese wegennet werd fors uitgebreid met een reeks verbindingen tussen grote steden die vaak lijnrecht waren.

 Een gestandaardiseerde registratie van geboorten, huwelijken,

echtscheidingen en overlijdens werd ingevoerd: de Burgerlijke Stand …

(7)

9

Klas: ...

Dit waren belangrijke tijdgenoten van mij die ik kende:

Hun naam: Waarom ze belangrijk waren:

Paus Pius VII Toenmalig hoofd van de Rooms

Katholiek Kerk. Hij was aanwezig wanneer Napoleon Bonaparte zichzelf tot keizer kroonde.

Emmanuel de Grouchy Een van Napoleons maarschalken.

Gebhard Leberecht Een Pruisisch generaal die zijn leger von Blücher leidde tegen Napoleon Bonaparte in

de Slag bij Waterloo in 1815.

Situeer mij op de wereldkaart. Kleur waar ik woonde, over welke landen ik regeerde, waar ik reisde, welke gebieden ik veroverde …

Maak er een legende bij wanneer dat nodig is!

██ Franse keizerrijk 1811

██ vazalstaten

██ bondgenoten

██ tegenstanders en neutralen

(8)

9

Klas: ...

Welke herinneringen doen nu nog aan mij denken?

(voorwerpen, gebouwen, gewoontes …)

 Onze achternamen, onze burgerlijke stand.

 We rijden bijna in heel Europa aan de rechterkant van de rijbaan.

 De uitbreiding van het Europese wegennet. In Frankrijk de ‘route nationale’ of in Nederland ‘de Napoleonsweg’.

 De straatnamen en de nummering van de huizen.

 Onze huidige maateenheden: de meter, de kilogram en de liter.

 Onderwijs en gezondheidszorg werd toegankelijk voor de burgerij.

 Zijn ‘Code Napoleon’ had een grote invloed op latere nationale wetgevingen.

 Het snoepje ‘bonbon Napoleon’.

 De likeur ‘Mandarin Napoleon’.

Enkele weetjes over Napoleon Bonaparte!

Wist je dat?

 Napoleon zijn bijnaam ‘de kleine generaal’ was.

 Napoleon Bonaparte 1, 67 meter lang was. Daarmee had hij een gemiddelde lengte voor een man van die tijd en was hij dus niet zo klein als dat men

hem afschilderde.

 Het in Frankrijk bij de wet verboden is om je varken Napoleon te noemen.