• No results found

BIJLAGE 2 BIJ HET EINDRAPPORT VAN DE 2G DE INTERNATIONALE AGENDA VAN HET

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BIJLAGE 2 BIJ HET EINDRAPPORT VAN DE 2G DE INTERNATIONALE AGENDA VAN HET"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIJLAGE 2 BIJ HET EINDRAPPORT VAN DE

PROJECTORGANISATIE KUNSTVAKONDERWIJS EXPERT MEETINGS VERSLAG

2G DE INTERNATIONALE AGENDA VAN HET KUNSTVAKONDERWIJS

PROJECTORGANISATIE KUNSTVAKONDERWIJS MEI 1999

(2)

De internationale agenda van het Kunstvakonderwijs

Walter Maas Huis

Jeroen Gradener & Huub Dijstelbloem 24 maart 1999

(3)

Q.

00-041O Bt^^krnanstichting BibiioMici

Herengracht 415 ^ 1017 BP Anwteida^^

Inhoudsopgave

Inleiding 3

Perspectief 1: Het proces van verandering binnen een instelling voor

Kunstvakonderwijs 4

De reorganisatie van vijf muziel<hogescholen in Baden-Württemberg

• De context van de reorganisatie

• De uitgangspunten van de herstructurering

• Inhoud van het advies, en onderbouwing

Perspectief 2 : Best practices voor uitdagingen in het Nederlandse

Kunstvakonderwijs 7

• 'Continuous education'. The Continuous Education Centre, Sybelius Academie, Helsinki (Fi)

• De vormgeving van het spanningsveld tussen culturele traditie en vernieuwing.

The Brain Opera, I\/1IT

• Muiti- en Interdisciplinariteit en ontschotting tussen disciplines: Machines and Migratory Bodies, School of the Arts, Chichester Institute of Higher Education, England

• Toegepast onderzoek en de laboratoriumfunctie van het Kunstvakondenvijs. Space and Time: Location Theory, University of Plymouth, Exeter, Faculty of Arts & Education

• ICT-Toepassingen in het Onderwijs. Cumulus, University of Art and Design Helsinki (UIAH) en het Royal College of Art (RCA).

• Didactische vernieuwing. The European Association for Architectural Education Perspectief 3: De stand van zaken internationaal op het vlak van informatie-

uitwisseling tussen de beroepspraktijk en het onderwijsaanbod 14 1. Algemene organisaties

2. Discpline- en sectororganisaties

3. Groslijst van overige beroepsorganisaties in de kunsten (nationaal en intemationaal)

Bijlagen 19 Dokumentatie 'Best Practices'

(4)

Inleiding

Een internationale inventarisatie van ontwikkelingen met betrekking tot het

kunstvakondenA/ijs is om meerdere redenen nuttig. Allereerst is kunst per definitie internationaal. Verslag van ontwikkelingen in internationaal perspectief is derhalve

onmisbaar als component. Daarnaast spreken internationale voorbeelden in het proces van herijking binnen het Nederlandse Kunstvakonderwijs dat is ingezet, tot de verbeelding van instellingen en beleidmakers: het kan de discussie openbreken en stimuleren.

Deze notitie bevat drie perspectieven op internationale ontwikkelingen in het kunstvakonderwijs. Het eerste perspectief is het proces van herijking van het kunstvakonderwijs. Dit aan de hand van een casus: reorganisatie van het muziekvakonderwijs in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg.

Het tweede perspectief is onderwijsinhoudelijk: dat van de 'best practices' in het

buitenland, op terreinen die ook in het Nederlandse Kunstvakonderwijs aan de orde zijn:

• 'continuous education'

• het spanningsveld tussen culturele traditie en vernieuwing in het curriculum,

• Interdisciplinariteit in het kunstvakonderwijs of ontschotting tussen kunstdisciplines

• Research & development/toegepast onderzoek in het kunstvakonderwijs

• gebruik van Informaties Communicatie Technologie in het kunstvakonderwijs

• didactische vernieuwing en transparantie tussen onderwijsaanbod en ontwikkelingen in de kunstpraktijk

Het derde perspectief is beleidsmatig, en gaat in op de vraag naar de stand van zaken internationaal op het vlak van informatie-uitwisseling tussen de beroepspraktijk en het onderwijsaanbod. Welke organisaties zijn op dat vlak actief, welke initiatieven worden er ontplooid?

Deze drie beschrijvingen zijn gebaseerd op research en op de uitkomsten van een . expertmeeting terzake op 4 februari jl., met de leden van de Projectorganisatie

Kunstvakonderwijs, Carla Delfos van Elia, en Katinka Dietrich (oud-wethouder Cultuur van Keulen, en betrokken bij de reorganisatie van vijf muziekhogescholen in Baden-

Württemberg (Dl.)

(5)

Perspectief 1: Het proces van verandering binnen een instelling voor Kunstvakonderwijs De reorganisatie van vijf muziekhogescholen in Baden-Württemberg

1. De context van de reorganisatie Cultuurpolitieke achtergrond

De reorganisatie vond plaats in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg (ongeveer 15 miljoen inwoners). De herstructurering betrof vijf muziekhogescholen.

Deelstaten in Duitsland zijn zelfstandig: een dergelijk project wordt onafhankelijk van de ministeries in Bonn uitgevoerd. Vanwege het streven naar een eigen profilering door Baden, vond het project plaats in een uitgesproken cultuurpolitieke context die vergelijkbaar is met de inzet van sommige provincies en regio's in Nederland voor de vestiging van een onderwijsinstelling. De instellingen in Duitsland werken niet met collegegeld. Hoewel de herstructurering zich voltrok tegen de achtergrond van een bezuinigingsoperatie, was de commissie zelf zeker geen bezuinigingscommissie.

Samenstelling commissie en verloop keuzeproces

De projectorganisatie die met de reorganisatie was belast, bestond uit onafhankelijke experts die niet verbonden waren aan één van de onderwijsinstellingen. Die commissie behandelde alle disciplines. Deelname was vrijwillig, tegen vergoeding van reis- en

onkosten. Bij besprekingen was altijd iemand van het betrokken Ministerie van de deelstaat aanwezig. Benodigde data werden door ambtenaren aangedragen, en voor vergelijkingen met andere deelstaten was steeds voldoende materiaal aanwezig. Keuzen konden

gemaakt worden nadat, aan de hand van de uitgebreide data, met rigoureuze vragen de mogelijkheden in kaart waren gebracht.

De maatregelen zijn uiteindelijk als een totaalpakket aangeboden. Bijbehorende

voorwaarde was dat de instellingen gedurende de tijd dat ze de herstructurering uitvoeren, geen andere extra bezuinigingen zullen krijgen (planningszekerheid). Om dat proces van herstructurering te bevorderen wordt voor sommige projecten juist extra geld vrijgemaakt.

2. De uitgangspunten van de herstructurering

De herstructurering werd uitgevoerd op basis van het inzicht dat de maatschappij niet bestaat uit een uniforme cultuur, maar uit een pluriform aanbod. Op grond daarvan werden de volgende uitgangspunten opgesteld:

1. Pluriformiteit moet behouden worden en is nastrevingswaardig 2. Vernieuwing verdient stimulering

3. Instellingen en afgestudeerden moeten flexibel zijn 4. Het project moet planningszekerheid bevatten

Als basis voor het project dienden data van het ministerie over onder meer faciliteiten zoals gebouwen, budgetten en het aantal docenten per instellingen. Aan de hand daarvan konden dwingende en principiële vragen worden gesteld die dienden om de mogelijkheden af te tasten. Enkele van deze vragen waren:

• l\/loeten alle instellingen ook alles aanbieden en doen?

• Is een reductie van 20% denkbaar?

• Zijn er fusies mogelijk?

• Zijn gedeelde lerarenplaatsen mogelijk?

• Welke flexibiliteit is er bij de opstelling en verdeling van de budgetten?

• Kan er studiegeld worden gevraagd?

(6)

• Is de studietijd (was: 6-8 jaar) te verkorten?

• Kunnen de curricula worden aangepast?

Hoewel de startpositie van verschilt van de situatie in Nederland, en de commissie meer gegevens ter beschikking had, komen de uitgangspunten voorde reorganisatie met elkaar overeen.

3. Inhoud van het advies, en onderbouwing

Het advies dat de commissie uitbracht, bevatte de volgende elementen;

• Geen fusie van instellingen

• Verkorting van de studietijd van zes naar vier jaar

• Reductie van het studentenaantal

• Inperking omvang studenten in tweede-fase

• Concentratie van onderwijsaanbod

• Stimuleren onderlinge samenwerking

• Stimulering samenwerking kunstpraktijk en kunstvakonderwijs

• Herijking curriculum: Basisvakken en bijzondere opleidingen

• Stimuleren 'survival skills' studenten

• Formele kwaliteitstoetsing

• Personeelsreductie Geen fusie van instellingen

Belangrijkste argument tegen fuseren was dat als een richting wordt opgeheven, die ook nooit meer terugkomt. Fuseren werd beschouwd als een aantasting van de pluriformiteit, en die veelheid moest juist bewaard worden. In de tweede plaats pleitte het gegeven dat veel gebouwen van de onderwijsinstellingen net nieuw of in verbouwing waren, tegen opheffing. Bovendien kent het ondenwijs voor haar afgestudeerden geen

arbeidsmarktprobleem.

Verkorting studietijd

De studietijd is ingekort tot 4 jaar door de invoering van meer parallelle programma's.

Reductie studentenaantal

De reductie van 20 % (op een studentenaantal van 3000) had vooral doorgang omdat er teveel tweede fase studenten waren. Daarnaast kromp het aantal in door de verkorting van de studietijd naar 4 jaar.

Tweede fase

Omdat de tweede-fase opleidingen te veel studenten herbergden, wordt nog maar 10%

van de studenten toegelaten. Toelatingseisen werden zeer verstrengd.

Verscheidenheid aan opleidingen

Het aanbod van vakken werd geconcentreerd. Verscheidenheid aan opleidingen werd gehandhaafd, met dien verstande dat er een spreiding en concentratie naar de instellingen plaatsvond. Zo blijven katholieke en protestantse kerkmuziek aparte vakken, maar wel bij de instellingen die daar met hun profiel (vestigingsplaats, traditie) op aansluiten. Die vakken moeten vervolgens wel goed bereikbaar zijn zodat ze niet geïsoleerd raken.

Onderlinge samenwerking

Sommige opleidingen (zoals decorbouw) zijn tot samenwerking gedwongen. Daar kwam dan ook extra geld voor beschikbaar. Ook is er meer samenwerking gekomen bij

(7)

uitvoeringen en optredens. Bovendien is er ingesteld dat steeds één instelling de stages regelt voor alle vijf de hogescholen. Die ene instelling regelt het orkest, waar vanuit alle scholen stages worden ondergebracht.

Samenwerking met de beroepspraktijk en het culturele veld

Bij de reorganisatie in Baden-Württemberg is alleen met de beroepspraktijk (orkesten in dit geval) gesproken om mogelijkheden van samenwerking met de instellingen te

inventariseren. Aansturing van de beroepspraktijk om ze tot samenwerking aan te zetten vindt niet plaats. Vanuit de instellingen zal daar wel naar gestreefd moeten worden: de aanbeveling die dat stimuleert is door het parlement aangenomen en heeft zodoende extra kracht.

Voor wat betreft de Projectorganisatie geldt dat het stage-aanbod alleen goed geregeld kan worden als de beroepspraktijk daar ook actief aan mee werkt. Een aanzet daartoe zal dan in het culturele veld zelf door de Staatssecretaris gegeven moeten worden

(bijvoorbeeld door theatergezelschappen daarin te stimuleren).

Basisvakken en bijzondere opleidingen

Alle instellingen hebben dezelfde basisstudie gekregen. Hoewel niet altijd de richting waar studenten op uit zijn, is er veel werkgelegenheid in de richting schoolmuziek. Dat vak is daarom in de basisopleiding opgenomen. Een richting als Musical daarentegen, die verreweg het duurste is, wordt maar op één instelling gedoceerd. Bij de keuze voor die instelling, is gekeken naar reeds bestaande overige en verwante studierichtingen (zoals dans) en faciliteiten.

De Projectorganisatie Kunstvakonderwijs streeft ernaar de instellingen ruimte te bieden vooreen eigen profilering met de studierichtingen, waarvoor alleen methodische richtlijnen gelden. Daarvoor zijn ze wel aan een budget gebonden.

Zelfredzaamheid

Met als argument dat een kunstenaar zich flexibel op de arbeidsmarkt moet kunnen bewegen, zijn vakken als auteursrecht en marketing ook bij de instellingen ondergebracht (hetzij als bijvak, hetzij als onderdeel van een cursus).

Kwaliteitstoetsing en kwaliteitsverschillen

Na de voltooiing van de herstructurering vindt alleen formele kwaliteitstoetsing plaats, geen inhoudelijke (zoals door bijvoorbeeld visitatiecommissies). Die formele toetsing behelst echter wel de uitvoering van de herstructurering, zodat er binnen dat proces enige kwaliteitsbewaking optreedt.

Verschillen in kwaliteit bestaan er vanzelfsprekend tussen de instellingen, maar liggen te gevoelig om in het beleid direct te worden uitgesproken. Bovendien zijn ze moeilijk hard te maken.

Voor de Projectorganisatie in Nederiand geldt de verwachting dat door een deel van het aanbod hetzelfde te laten zijn aan de verschillende instellingen, die verschillen in kwaliteit zichtbaarder en beter traceerbaar worden.

Reductie van het aantal leraren

De reductie van het aantal leraren is grotendeels bereikt door naar de leeftijden te kijken en af te bouwen richting de pensioengrens die binnen 5 a 10 jaar wordt bereikt. Omdat het hebben van een hogere leeftijd echter zeker geen mindere kwaliteit betekent, was het één van de criteria, geen uitgangspunt.

(8)

Het geld dat beschikbaar komt hierdoor, kan na die 5 a 10 jaar weer vloeien naar de budgetten.

(9)

Perspectief 2 : Best practices voor uitdagingen in het Nederlandse Kunstvakondenwijs

Inleiding

Tijdens de expertmeeting 'De Internationale Agenda van het Kunstvakonderwijs' is door onder meer Carla Delfos van ELIA enkele zoekrichtingen aangegeven met betrekking tot 'best practices' op terreinen waar ook in het Nederlandse Kunstvakonderwijs uitdagingen liggen. Die terreinen betreffen 'continuous education", vormgeving aan het spanningsveld tussen culturele traditie en vernieuwing in het curriculum, interdisciplinariteit in het

kunstvakonderwijs of ontschotting tussen kunstdisciplines; research &

development/toegepast onderzoek in het kunstvakonderwijs; gebruik van Informaties Communicatie Technologie in het kunstvakonderwijs; en didactische vernieuwing en transparantie tussen onderwijsaanbod en ontwikkelingen in de kunstpraktijk

Deze best practices dienden naast aan de inhoudelijke uitdagingen, ook te refereren aan een aantal beleidsmatige uitgangspunten die samenhangen met de herijking van het kunstvakonderwijs in Nederland:

• het gebruik van stages als voorbereiding op de beroepspraktijk

• goede verhouding tussen theorie en praktijk

• integratie van ICT in het onderwijs

In dit hoofdstuk worden een aantal best practices kort besproken. Voor verdere documentatie en onderbouwing is een voortgezette research noodzakelijk.

1. 'Continuous education'

De dynamiek van de kunstpraktijk en de professionele ontwikkeling van de kunstenaar vragen een permanente oriëntatie op de eigen kennis en expertise. Scholing in de vorm van 'continuous education' voorziet in deze oriëntatie. (Zie ook bijlage: Guildhall School of Music & Drama)

Casus The Continuous Education Centre

Instituut Sybelius Academy, Helsinki, Kuopio en Seinajoki (Finland) Discipline Muziek

Inhoud

De Sybelius Academy Continuous Education Centre biedt aanvullende muzikale training aan. Het doel van dit centrum is het 'life long learning' te promoten. Professionals krijgen zodoende nieuwe stimulansen, een toenemende bereidheid om veranderingen in de muziek tegemoet te treden, en krijgen de kans om zichzelf op artistiek vlak te regenereren en vernieuwen.

Aanbod

Het aanbod bestaat uit lange-termijn programma's en bijbehorende diploma's,

ontwikkelingstrajetcen, expertisediensten, en master classes. De Open Universiteit, die binnen het centrum opereert, organiseert open cursussen voor het grote publiek. De docenten van de Open Universiteit zijn allen ook verbonden aan de Sybelius Academie.

Publikaties The Guide of Continuous Education Centre The Guide of Open University

(10)

Gegevens

Tel

Fax Email internet

The Sybellus Academy Continuous Education Centre P.O. Box 86

FIN-00251 Helsinki Finland

+358-9-4054 605 +358-9-4054 634 +358-9-4054 767 +358-9-4054 678 rantam@siba.fi

http://www.siba.fiA'ksii^ot/Koulutuskeskus/koulutuskeskus.html

(11)

2. De vormgeving van het spanningsveld tussen culturele traditie en vernieuwing Casus The Brain Opera

Instituut MIT Media Lab, Los Angeles Philharmonic Discipline

Het project is geïnitieerd door het MIT Media Lab. Daar werd tussen verschillende afdelingen samengewerkt om de instrumenten {hyperinstruments zoals joystick music, sensor frames en een hypercello voor Yo Yo Ma) en het concept (grotendeels gebaseerd op de ideeën van Marvin Minsky) te ontwikkelen.

Inhoud

Centraal achter het project staan enkele ideeën van Minsky over de parallellie tussen de netwerk-activiteiten van het brein en de samenleving. De uitvoering van de Brain Opera is erop gericht dit complexe samenspel van functies en rollen uit te beelden, en de

wisselwerking tussen tal van instrumenten, technologieën en actoren muzikaal vorm te geven. Alleen al vanuit MIT zijn er daardoor mensen uit zulke uiteenlopende professies met het project bezig als muzikanten, ontwerpers, beeldend kunstenaars, hackers,

programmeurs en video-artiesten.

Het project werd gesponsord en uitgevoerd met behulp van befaamde klassieke orkesten, zoals het Boston Philarmonic en muzikanten, waaronder de beroemde cellist Yo Yo Ma (die al eerder bij een hyperinstrument-concept betrokken was). De première vond plaats tijdesn het Lincoln Center Summer Festival in New York (1996). Het project is een enorme

katalysator geweest voor het ontwikkelen van en doen van onderzoek naar hybride vormen van muziek, digitale media, filosofische concepten en de technologische uitvoeringspraktijk.

(12)

3. Muiti- en Interdisciplinariteit en ontschotting tussen disciplines Casus Machines and Migratory Bodies

Instelling School of the Arts, Chichester Institute of Higher Education, England Het instituut is een College van de University of Southampton

Discipline Samenwerkingsverband tussen de School of Arts, het College en de

University. Met College werkt bovendien samen met het Chichester Centre for International Education and Management

Opzet

De invloed van de ICT neemt nog steeds toe in iedere tak van handel, industrie en

educatie. Het instituut acht dat een ontwikkeling die op zich al aandacht verdient, en biedt daarom uitgebreide curussen aan in ondermeer spreadsheet creation, desktop publishing, graphics en statistische bewerkingen. Alle ruimtes zijn 24 uur per dag, 7 dagen per week, vrij toegankelijk. Voor workshops vindt geen inschrijving plaats, deelname is altijd mogelijk.

Doel daarvan is de cursus zo bereikbaar mogelijk te houden. Research vindt zodoende niet o.g.v. louter kunstzinnige argumenten plaats, maar kan daartoe wel worden aangewend.

inhoud

De voorzieningen van het Chichester Institute of Higher Education zijn meegegroeid met het niveau van de leerlingen: bibliotheek. Media Centre en Photographic Centre bieden alle technologische faciliteiten om de studenten de kans te geven hun nieuwe kennis en

vaardigheden ook uit te oefenen.

Ook enkele leeraspecten zijn aangepast. Media Equipment is zo opgesteld en ingericht dat er zowel individueel als in teams gebruik van kan worden gemaakt.

Publicaties Niet bekend

Gegevens Chistester Institute of Higher Education Upper Bognorroad

Bognor Regis West Sussex P.O. Box 21 IHR

Tel + 0044(0) 1243-81-6271 Email ciem@chiche.ac.uk Internet http://www.chiche.ac.uk

(13)

4. Toegepast onderzoek en de laboratoriumfunctie van het Kunstvakonderwijs Casus Space and Time: Location Theory

"We alm to open paths of mutual benefit with others on a local, regional, national and intyemational basis, bringing new artworks to the public, for different audiences to question and enjoy"

Instituut University of Plymouth, Exeter, Faculty of Arts & Education Discipline Multidisciplinair

Inhoud

Onderzoeksgroep in Exeter (Plymouth University), brengt kunstenaars en ontwerpers samen binnen de faculteit van Arts & Education. Deze groep bestaat uit kunstschilders, fotografen, beeldhouwers, kaarttekeneaars, filmmakers, videofilmers, lettermakers, AV-en multimediakunstenaars. Men houdt zich bezig met vraag naar de wijze waarop kunst- en ontwerppraktijk onderzoek kan doen en betekenissen kan toevoegen aan plaatsen, ruimten, en lokaties

Vanuit ook kruisbestuivingen met academische disciplines, zoals antropologie, psychologie, ecologie en andere terreinen van hedendaagse cultuurtheorie, worden dwarsverbanden in disciplines onderzocht. Men produceert het resultaat daarvan in tentoonstellingen,

installaties, boeken en andere publikaties, en adviezen bij projectontwikkeling.

Gegevens University of Plymouth

Steven Hobson, Research Assistant Tel +0044 (0) 1392-213145

Email shobson@plymouth.ac.uk

Internet http://www.esad.plym.ac.uk/SSLP/second.html

(14)

5. ICT-Toepassingen in het Onderwijs Casus Cumulus

Instituut University of Art and Design Helsinki (UIAH) en het Royal College of Art (RCA).

Organisatie

Het netwerk van CUMULUS behelst momenteel zo'n 20 Universiteiten en Hogescholen.

Van het begin af aan is er samengewerkt met het ERASMUS-programma, voor uitwisseling van leraren en studenten. Voor de verdere expansie wordt gestreefd naar deelname in andere EU-programma's.

Inhoud

CUMULUS wil netwerken tussen instellingen en studenten niet langer door mobiliteit verstevigen, maar door innovaties in het leerproces. Doel daarvan is nieuwe kennis en vaardigheden te integreren in het design-proces.

Een belangrijk thema voor CUMULUS is de ontwikkeling van postdoctorale programma's en onderzoekswerk. Daarin wordt verdere studie gedaan naar de rol van docenten bij

onderwijs via ICT, en de inrichting van workshops met gebruikmaking van ICT. Bijzondere aandacht is er voor de wijze waarop over 'kwaliteit' en 'maatstaven' wordt gecommuniceerd in het onderwijs dat van ICT gebruik maakt.

Publikaties Niet bekend Gegevens UIAH

prof. Nikkanen, decaan Strategie Design Internet www.uiah.fi/studies/cumulus

(15)

6. Didactische vernieuwing

Casus The European Association for Architectural Education (EAAE/AEEA) Instituut De EAAE is een non-profit organisatie, opgericht in 1975.

Zij opereert vanuit het Architektuur-Instituut in Leuven.

Discipline Architectuur Inhoud

Er zijn 137 scholen bij aangesloten en 60 individuele leden. Daarnaast vindt

samenwerking plaats met vergelijkbare organisaties (ACSA, ASINIEA), overheden en de Europese Unie.

Doel van EAAE/AEEA is mensen en ideeën uit te wisselen in het veld van architectuur- onderwijs en onderzoek. De relatie onderwijs-beroepspraktijk wordt daardoor transparanter gemaakt.

Aanbod

leder jaar wordt een summer school georganiseerd voor de training van docenten.

Daarnaast vinden jaarlijks 2 a 3 workshops plaats waarin een speciaal thema aan de orde komt dat gerelateerd is aan architectuur-educatie en pedagogische research.. leder 2 jaar is er een prijs voor het beste ongepubliceerde artikel over dat onderwerp. Over de

ontwikkelingen worden tal van publicaties uitgebracht (EAAE News Sheet, een academisch blad STOA).

Publikaties Gegevens

Tel Fax Email

STOA AEEA/EAAE Place Du Levant Unit d'Architecture

B-1348 Louvain-la-Neuve +32 (0) 10 45 1558 +32 (0) 10 47 4544

eaae@alonisos.arch.auth.gr

(16)

Perspectief 3: De stand van zaken internationaal op het vlak van informatie-uitwisseling tussen de beroepspraktijk en het ondenA/ijsaanbod

Inleiding

De vragen die in dit hoofdstuk centraal staan zijn:

• Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitwisseling en vergaring van

beroepsinformatie over ontwikkelingen in de kunstpraktijk van de diverse kunstdisciplines, in relatie tot het kunstvakonderwijs, en dit in internationaal perspectief. Welke organisaties houden zich daar mee bezig. Welke formele afspraken bestaan er op dat terrein?

De aanpak is als volgt geweest; na een eerste globale inventarisatie via de HBO-Raad, is digitaal research verricht en zijn een aantal telefonische interviews gedaan.

Het resultaat is een eerste verkenning van de stand van zaken. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat een enigszins centrale regie (per discipline) inzake de uitwisseling van beroepsinformatie geen sprake is. Nog van enige systematische aanpak. Initiatieven zijn vaak spontaan ontstaan of onder de paraplu van een bestaande (belangen-)organisatie, of beter geëquipeerde kunstvakonderwijsinstelling.

De presentatie van de gevonden gegevens valt uiteen in drie delen:

1. Algemene organisaties 2. Organisaties per discipline

3. Groslijst van organisaties die zich met de relatie kunsten en onderwijs bezighouden.

1. Algemene organisaties Organisatie: HBO-raad

Informatieinterview met Van Sta en Kroeger Inhoud:

Beroepsinformatie met betrekking tot de verschillende kunstdisciplines, maar ook afspraken en uitwisseling met het KUO, zijn niet structureel of formeel geregeld. Per instelling (zoals de HKU) bestaan er wel initiatieven per opleiding. Deze lopen ook via SOCRATES en het Nederlands Stimuleringsprogramma Hoger Onderwijs (STIHO).

Plannen hebben over het algemeen een netwerk-structuur.

Organisatie Unesco

Netwerk-verwijzing FKV;EFA; FIM; IPA Informatie dhr. Wijnstra: 070-4260267 Activiteiten:

De Unesco heeft de meeste aandacht voor het werelderfgoed en culturele manifestaties gekoppeld aan de ontwikkeling van landen in sociale en economische zin. In dat verband hebben zij wereldwijd goed contacten met kunstenaarsvakbonden en NGO's. Het Wereld Cultuur Rapport van 1998 benadrukte de schade die wordt toegebracht door het wegvallen van bepaalde culturele expertise (dans, in sommige landen).

Het Unesco-platform is bedoeld om ideeën en ervaring uit te wisselen. Bovendien is het platform gerelateerd aan een statistische divisie, en worden er van daaruit internationale projecten opgezet en beurzenstelsels opgezet.

(17)

Organisatie Zentrum für Kultur Forschung

Netwerk-verwijzing Unesco; FKV; EFA; ELIA; Artec(www.artec.org.uk) Standplaats Bonn (+0049 228 211 058)

Activiteiten

Het Zentrum für Kultur Forschung doet internationaal vergelijkend onderzoek naar de beroepspraktijk van kunstenaars. Onder leiding van Prof.dr. Andreas Wiesand rapporteren zij ondermeer aan Unesco en het Britse CBS. Onderzoek richt zich onder andere op ontwikkelingen in de arbeidsmarkt, cultural industries en future of creativity. Een lopend onderzoek bestudeert de mobiliteit van kunstenaars in Europa.

Organisatie UK skiliset

Netwerk-ven/vijzingZentrum für Kultur Forschung; Artec (www.artec.org.uk) +0044 171 53 45 300.

Activiteiten

Uk skiliset onderzoekt de carrière-ontwikkeling van kunstenaars in Europa. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar gender-aspecten en de positie van de vrouwelijke kunstenaar.

2. Discpline-organisaties Discipline: Theater

Organisatie IETI\/I (Informal European Theatre Meeting)

Netwerk-verwijzing AAI; ELIA; Nederlandse theatergezelschappen (o.a Dogtroep); Fonds voor de Podiumkunst

Standplaats Brussel

Telefoon +0032 (0)2 201 0915

Bij lETM zijn ongeveer 400 Europese theatergezelschappen aangesloten. Slechts een enkele opleiding is lid. De lETM richt zich voornamelijk op theaterdirecteuren en artistiek leiders. Hen worden trainingsprogramma's aangeboden, zoals; cultural management, effects of networking, fundraising, technological developments, international networking en omgaan met andere culturen.

lETM heeft momenteel een eigen research-programma lopen, waarin de effecten van networking in kaart worden gebracht.

Discipline: Film/Audovisueel

Organisatie FIAPF (Fed. Int. Audivis. Prod, des Films)

Netwerk-verwijzing NBF; NFC: Hans Thijssen, alg.secr. NFC; Digna Sinke(voormalig NFC), Audiovisuee Platform/Mediadesk (Veronique Schaafsma); Wim Verstappen (020- 4715266/6765088)

Standplaats: Parijs

De FIAPF houdt zich voornamelijk met auteursrechtelijke kwesties bezig.

(18)

Discipline: Beeldende Kunst Organisatie EFA

Netwerk-verwijzing ELIA; FKV (Eric Pul, Annemarie Koomans, Jack Verduyn Lunel) De EFA is een netwerk van netwerken. Voornaamste bezigheden zijn van (Europese) cultuurpolitieke aard. Het opereert als een soort internationale werkgeversorganisatie, die Informatie van en over de situaties in verschillende landen aan elkaar doorgeeft. Een werkgroep Arts&Education is opgezet i.s.m ELIA, en valt onder het Socrates/Leonardo-

programma.

informatie over de beroepspraktijk werd met verdeeld succes onttrokken aan Unesco en de landelijke CBS. Momenteel zijn de data voornamelijk afkomstig van het Zentrum für Kultur Forschung (zie onder research).

Organisatie: EC A

Netwerk-verwijzing FKV (Eric Pul, Annemarie Koomans, Jack Verduyn Lunel)

De ECA (European Council for Artists) komt nog het meest overeen met de FKV. ECA is een samenwerking van kunstenaarsorganisaties. Het vergroeit echter tot een Intellectueel uitwisselingsplatform. Initiatieven komen uit Skandinavische hoek. Volgens Verduyn Lunel zou het FKV meer tijd en energie in de ECA moeten steken.

Organisatie EVAN (i.o)

Netwerk-verwijzing FKV (Eric Pul, Annemarie Koomans, Jack Verduyn Lunel)

Het EVAN gaat zich in het bijzonder op de positie van de kunstenaar richten. Belangrijkste inspiratie komt uit Engeland en Duitsland.

Organisatie AAI

Netwerk-verwijzing ELIA;IETM

Informatie Stella Coffey 00 353 (0)1 874 05 29

Naast een handbook (1994) en seminars voor kunstenaars in Ierland zelf, werkt de AAI i.s.m ELIA aan informatievergaring voor het thema 'professional skills development' en 'survival skills'. Gegevens komen uit informatie over het carrièreverloop van afgestudeerde kunstenaars, en worden ondermeer aangewend om nascholing aan afgestudeerden te kunnen bieden.

Discipline: Muziek Organisatie FIM

Netwerk-verwijzing Anita Verheggen, NTB: 6203131; KNTV: 5221020;

FIM: 00 33 (0)1 452 63 123; e-mail: FlMparis@Compuserve.Com Standplaats Parijs

Zowel NTB als KNTV zijn vertegenwoordigd in het FIM. Het FIM kan gekarakteriseerd worden als een verzameling van (vak)bonden die zich (middels informatie-uitwisseling) voornamelijk richt op salariëring in het buitenland en auteurs- en nabuurrecht. Het FIM

(19)

overkoepelt de activiteiten en voert zelf lobby op het hoogste Europese niveau. Recente congressen waren in Helsinki en Griekenland. Onderwijs is een aandachtspunt, en de vertegenwoordiger van het FIM in Parijs vindt dat er meer gestreefd moet worden naar aansluiting van scholen en instellingen bij de FIM. Onderzoek naar de beroepspraktijk geschiedt in samenwerking met de Unesco. Het gaat daarbij echter niet om zulk concreet materiaal als door de bonden wordt aangeleverd. Voornamelijk aan de hand van de verklaring van de UNESCO over de 'rechten van de kunstenaar' wordt getracht te onderzoeken wat ieder land minimaal voor zijn kunstenaars moet doen. De meeste informatie komt van de bij het FIM aangesloten bonden, volgens het principe van de collegiale consultatie. Het FIM initiëert ook zelf onderzoek door werkgroepen op te starten.

Voor verdere research wordt getracht geld beschikbaar te maken bij de DG X.

Discipline Toneel Naam organisatie FIA

Netwerk-verwijzing Kunstenbond FNV (dhr. Brouwer, 020-3553636); FIM; NTB Informatie dhr. Brouwer (Kunstenbond FNV): 020-3553636

Evenals de FIM, maar nu voor acteurs, heeft de FIA veel aandacht voor de salarissituatie van acteurs in andere landen. In samenwerking met verschillende vakbonden en Unesco, worden ook de diverse ontwikkelingen rond auteursrecht en nabuurrecht nauwlettend gevolgd.

Discipline Vormgeving Naam organisatie: BEDA

Netwerk-verwijzing: Design Academy. (Jan van Duppen: 040-2393939)

De BEDA is de overkoepelende bond van Europese beroepsorganisaties op het terrein van vormgeving. Zij telt 3600 leden, zowel instellingen als zelfstandig ontwerpers en bureau's.

Informatie wordt grotendeels door de aangesloten bonden aangeleverd, zoals in Nederland de BNO.

Daarnaast krijgt het BEDA ook informatie aangeleverd van onderzoek dat in opdracht van het ministerie van OCW is uitgevoerd. Zo is er door het toenmalige WVC onderzoek gedaan naar de gevolgen van de Europese eenwording voor Nederlandse ontwerpers, en naar de relatie tussen opleiding en inkomenspositie. Het onderzoek werd gedaan met behulp van de Stichting voor Economisch Onderzoek van de Universiteit van Amsterdam.

Het BEDA houdt kantoor in Brussel en heeft 2 a 3 medewerkers.

Naam organisatie ICID

Netwerk-verwijzing: Design Academy. (Jan van Duppen: 040-2393939)

Het ICID werkt wereldwijd en is groter en professioneler opgezet dan het BEDA. Zij moedigt arbeidsmarktonderzoek aan, en het in kaart brengen van de positie van de afgestudeerde vormgevers. In Nederland is door de samenwerking tussen de Universiteit van Maastricht en DESAM (marktonderzoek) onderzoek naar afgestudeerden gedaan. Opleidingen zoals de Design Academy hebben daartoe informatie verstrekt in de vorm van namen en

adressen van oud-leerlingen. Door veel naspeuren is de respons uiteindelijk zeer hoog uitgevallen, > 70 %. Het onderzoek stelde vragen naar het inkomen, de werkplek, de functie en positie en het soort bedrijf van de vormgever.

(20)

Discipline Kunst en Technologie Organisatie

Informatie Netwerk

SITE-HKU

Selart (HKU); Website: www.hku.nl

Internationalisering HKU: Paardenkooper

HKU-Kunst Media Technologie organiseert uitwisselingen (docenten/studenten). Heeft uitgebreide internationale samenwerking (ook buiten Europa). De samenwerking is programmatisch, heel concreet en gericht op leerplanontwikkeling. Er is een Europse organisatie -SITE- op het vlak van kunst en technologie. HKU 'reist' ook mee met het Utrecht Netwerk van de RUU. Heeft Masters Opleiding, geaccrediteerd internationaal, met Britse universiteiten. Als vervolg op de Wet Hoger OndenA^ijs Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Subsidies voor opleiding in Costa Rica via EZ en BuZa). Samenwerking ook met Darlington (Masters)

(21)

3. Groslijst van overige beroepsorganisaties (nationaal en internationaal)

• The arts Institutes International (http://www.aii.edu/

• AEC (Association Européenne des Conservatoires)

• Art Teacher Connection (mainly focused on USA)

• All (Arts Institutes Internationa! - Education programmes in the creative and applied arts in the US)

• Artsandeducation Network (for cooperation between the arts and education)

• Artsedge (National Arts & Education Information Network, USA)

• ArtsEdNet (Getty Education Institute for the Arts)

• CILECT (International Liaison Centre of Schools of Cinema and Television)

• CITE (Centre for International Technology and Education)

• C.Y.P.R.E.S (Intercultural Center for Transdisciplinary Practices, Research and Exchanges)

• EAS (European Association for Music in Schools)

• ETN (European Textile Network)

• FOCAL (European Foundation for continuous training in Cinematic and Audiovisual art)

• FOLIAD (Foreign Languages in Art & Design)

• International Society for the Performing Arts International Society for the Performing Arts Foundation (17 Purdy Avenue, P.O. Box 909

Rye, NY 10580 USA tel 914.921.1550 fax 914.921.1593 info@ispa.org http://www.ispa.org/

• ICCROM (International Directory of Training in Conservation of Cultural Heritage)

• ICFAD (International Council for Fine Arts Deans)

• ISME (International Society for Music Education)

• NOAAHE (National Office for the Arts Accreditation in Higher Education in Reston, Virginia)

Overigen

• ECA (European Council of Artists)

• ECNA (The European Computer Network for the Arts) - providing Internet Services to the Arts in co-operation with the partners DACOR (with a database of European Cultural Networks), @rtsnet (Australia) & Arts Wire (Online Communication for the Arts, New York), NCA (National Campaign for the Arts, UK).

• EFAH (a Voice for the Cultural sector in Europe)

• EFNYO (European Federation of National Youth Orchestras)

• ENCATC (European Network of Cultural Administration Training Centres)

• ENCC (European Network of Cultural Centres)

• Germinations Europe (European Projects for Young Artists)

• lETM (Informal European Theatre Meeting)

• Res Artis (International Association of Residential Arts Centres)

• Trans European Halles de Schaerbeek

(22)

Bijlagen:

DOCUMENTATIE BEST PRACTICES INTERNATIONAAL KUNSTVAKONDERWIJS 1. Projecten op het gebied van nascholing; education permanente

Project:

The Continuing Education Centre Instelling:

Sibelius Academy

2. De omgang binnen het spanningsveld traditie en vernieuwing Project:

Development Instelling:

Guildhall School of Drama

3. Ontschotting tussen disciplines; dwarsverbindingen tussen verschillende disciplines

Project:

The Brain Opera Instelling:

MIT Media Lab

4. Toegepast onderzoek: de laboratoriumfunctie van het KUO Project:

Machines and Migratory Bodies Instelling:

School of the Arts, Chichester Institute of Higher Education, England Het instituut is een College van de University of Southampton

5. ICT-toepassingen in het onderwijs Project:

CUMULUS, een Design Education Network tussen Art and Design Institutions Instelling:

Het project is in 1990 opgezet door de University of Art and Design Helsinki (UIAH) en het Royal College of Art (RCA).

6. Didactische vernieuwing Project:

The European Association for Architectural Education (EAAE/AEEA)

(23)

Instelling:

De EAAE/AEEA is een non-profit organisatie, opgericht in 1975. Zij opereert vanuit het Architektuur-lnstituut in Leuven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ontwikkeling gemiddelde bezetting van motoren + scooters en de aantallen getelde voertuigen per meetplaats en dag van de week. Ontwikkeling gemiddelde bezetting

The research paper aims to use Porter’s five forces and value chain in order to draw a clear map of higher education industry and analyze the actors involved in the

To address this problem Kahneman and Tversky (1979) presented a critique of expected utility theory and brought about a new approach called prospect theory to model people’s

Objectives: It was our main objective to develop an online peer-review tool to support the reviewing of mHealth apps; as part of the tool we developed a new review guideline and

Here we report on laser emission from an enhanced-index-contrast waveguide fabricated by co-doping the active layer with Lu and Gd ions.. Both, Lu 3+ and Gd 3+ possess

Title: Autism in higher education : an investigation of quality of life Issue Date: 2020-06-09... Autism in

Het Schotse en Ierse Institute zullen geen nieuwe klasse voor „incor­ porated accountant” creëren; alle leden, die niet „chartered accountant” van een der

Terwille van het contact tussen de leden worden naast de samenwerking in een groot aantal commissies, die door het Bestuur zijn ingesteld, vele