• No results found

Werkstuk Geschiedenis Rembrandt van Rijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Werkstuk Geschiedenis Rembrandt van Rijn"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Werkstuk Geschiedenis Rembrandt van Rijn

Werkstuk door een scholier 2e klas vwo

1898 woorden 14 jaar geleden

6,1

433 keer beoordeeld

Vak Geschiedenis

Rembrandt van Rijn Zijn leven

Rembrandt van Rijn, voluit: Rembrandt Harmenszoon van Rijn werd geboren op 15 juli 1606 in Leiden.

Rembrandt was een Noord-Nederlandse schilder, tekenaar en etser, algemeen beschouwd als de grootste schilder van de Nederlandse Gouden Eeuw.

Rembrandt was de zoon van de molenaar Harmen Gerritszoon van Rijn en van de bakkersdochter Neeltje Willemsdochter van Zuytbrouck. In het jaar 1620 was hij lid van de Kunstacademie in Leiden. Van 1620 tot 1623 was hij, in Leiden, leerling van Jacob van Swanenburg. In 1624 en 1625 was hij leerling van Pieter Pieterszoon Lastman in Amsterdam. Vanaf eind 1625 begon Rembrandt voor zich zelf te werken. In 1626 deelt hij zijn atelier met Jan Lievens.

In juli 1632 wordt hij voor het eerst in Amsterdam vermeld. Hij logeert dan bij de kunsthandelaar Hendrick van Uylenburgh. Op 6 juni 1633 trouwde hij met de nicht van die kunsthandelaar, Saskia. In 1639 kocht hij een huis (het huidige Rembrandthuis, Jodenbreestraat 4–6, Amsterdam). Van de vier kinderen die het echtpaar kreeg, bleef alleen Titus (1641–1668) in leven. Na de dood van Saskia, in 1634, raakte Rembrandt in financiële en persoonlijke moeilijkheden. Men neemt aan dat Hendrickje Stoffels die in 1645 bij

Rembrandt is komen wonen, dat dat zijn vrouw is. Samen kregen ze een dochter.

De meeste mensen denken dat Rembrandt in armoede is gestorven. Dat is niet waar. Na zijn zogenaamde faillissement, heeft hij nog verscheidene belangrijke opdrachten gekregen, terwijl hij tevens handel dreef met zowel eigen etswerk als oude kunst. Hij is overleden op 4 oktober 1669 in Amsterdam. Zijn stoffelijk overschot werd op 8 oktober 1669 in de Westerkerk te Amsterdam bijgezet.

Zijn werk

We verdelen zijn werk in verschillende periodes.

(2)

In Rembrandts vroege schilderijen zien we duidelijk de invloed van zijn leermeesters Lastman, Adam Elsheimer en Gerard van Honthorst. Dit blijkt uit het bonte, aanvankelijk harde coloriet (kleurgebruik), de dramatische clair-obscurbelichting (felle belichting van details) en uit de nadruk op de uitbeelding van sterke gemoedsaandoeningen.

De meeste vroege werken zijn kleine panelen of koperplaten. Tegen 1630 werd het coloriet zachter, met een duidelijke voorliefde voor paars, bronsgroen en gedempt geel. Men kan aannemen dat zijn etstechniek zijn vroege schildertechniek beïnvloed heeft d.w.z. dat net als bij de etsgrond kraste en tekende hij in de nog natte verflaag om bijv. de haargroei of het bont aan te geven. Het vroegst gedateerde schilderij uit deze periode is de Steniging van Stefanus (1625; Musée des Beaux-Arts, Lyon).

Onder de tekeningen vallen de vlugge, maar trefzekere schetsen van bijbelse voorstellingen en uitgewerkte studies van oude mannen met baard op. Zij zijn doorgaans in zwart en/of rood krijt uitgevoerd.

Amsterdamse tijd voor 1632-1640

De schilderijen uit deze meest barokke periode zijn breed en met veel bravoure opgebouwd. Na de 'Anatomische les van dr. Tulp' uit 1632 ontstond een lange reeks portretten van welgestelde, soms zeer modieus geklede Amsterdamse burgers. Voor stadhouder Frederik Hendrik maakte Rembrandt een reeks van vijf betrekkelijk kleine passietaferelen. Het coloriet wordt geleidelijk gedempter, de tonaliteit wordt vaak bepaald door goudbruin, rood dat aan koper doet denken, zachtblauw, violet, mosgroen, geel, terwijl vele soorten zwart, zoals violetzwart, zorgen voor de contrastwerking. Vanaf 1632 zijn de schilderijen voluit met Rembrandt gesigneerd.

De Middenperiode 1640-1650

In de schilderijen (overigens ook in de tekeningen) wordt de plaatsing van de figuren goed bestudeerd.

Hoogtepunt is het in 1642 voltooide Korporaalschap van kapitein Banning Cocq, de Nachtwacht. De bijbelse voorstellingen, waaronder vier schilderijen van de Heilige Familie, munten uit door eenvoudige huiselijke sfeer en rustige compositie en gaan meestal op naar het leven gemaakte penkrabbels terug.

Ook zijn indringende portretten worden minder theatraal.

De belangrijkste vernieuwing in de tekeningen wordt gevormd door de landschappen vanaf 1640, gemaakt op wandelingen in de omgeving van Amsterdam of in Amersfoort en Rhenen. Deze weergaven van het Hollandse landschap getuigen van een zeldzaam raffinement.

De terugkeer tot de natuur spiegelt zich ook in de etsen af. Het werk van de etsnaald wordt anders, schijnbaar minder uitvoerig, maar uitgebreid door het gebruik van de droge naald. Van het papier zijn grotere partijen uitgespaard als contrast met de gradueel donkere dichtheid van de parallelle of van de kruisarceringen; de plaats van de in deze lichtpartijen met droge naald zuiver getekende figuren wordt van nu af steeds belangrijker.

De late werken 1650-1669

In deze laatste periode is Rembrandts schilderkunst tot volle ontplooiing en rijpheid gekomen. De kleur van

(3)

de schilderijen is nog dieper en rijker, de werkwijze afwisselender. De kleuren diep rood, bruin en goudgeel krijgen de voorkeur. De verf wordt steeds dikker en breder aangebracht.

In zijn tekeningen zette Rembrandt in het begin van de jaren vijftig zijn studies van het landschap voort.

De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp 1632

Anatomische lessen waren zeldzaam: slechts 1 keer per jaar mocht je op een echt lichaam oefenen. Het lichaam van een ter dood veroordeelde. Voor de rest van de tijd moesten de chirurgijns hun kennis opdoen uit boeken. Elke anatomie les werd nauwkeurig genoteerd in het Anatomye boeck van het chirurgijns gilde, meestal met de naam van de persoon er bij en wat hij gedaan had.

Pas in 1628 was in Amsterdam een leerstoel ingesteld voor anatomie, de eerste professor van Dr. Nicolaes Tulp. Op 31 januari en op 1 en 2 februari hield Dr. Nicolaes Tulp openbare lessen voor een selecte groep chirurgijns.

Het moet voor Rembrandt een hele eer geweest zijn om deze gebeurtenis vast te mogen leggen. Dat hij de les echt heeft bijgewoond in niet heel erg waarschijnlijk. Zijn schilderij is ook niet helemaal de

werkelijkheid, want bij het begin van elke anatomie les werd de buik open gesneden en het verwijderen van organen die snel kunnen bederven. Dat was wel nodig, want een anatomie les duurde drie dagen.

Het lijk wat je op het schilderij ziet is van een Leidenaar die een mantel had gestolen. Op het schilderij toont Dr. Tulp de werking van de arm, hij laat de spieren zien die de vingers bewegen. Rembrandt heeft die arm waarschijnlijk nageschilderd van een tekening, want het lijkt er precies op. Alleen chirurgijns die voor het portret wilden betalen kwamen er ook echt op. Rembrandt heeft de levendigheid terug proberen te brengen door ze allemaal een andere kant op te leken kijken, zonder het gevoel te wekken dat ze niet op letten.

Dit schilderij kwam te hangen in het Theatrum Anatomicum in het Waaggebouw op de Nieuwmarkt.

Vierentwintig jaar later kwam daar nog een anatomische les van Rembrandt te hangen.

De Nachtwacht

De compagnie van kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburch (De Nachtwacht)

1642

(De compagnie van kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburch)

De intocht van de Franse koningin-moeder Maria de’ Medici in Amsterdam in 1638 was een grote

gebeurtenis voor de schuttersverenigingen. Geïnspireerd door de pracht en praal van de Franse koningin- moeder, besloten de schutters van de kloveniersdoelen om de nieuwe feestzaal van hun clubgebouw met schilderijen te versieren. Elke compagnie zou een portret van hun eigen groep laten maken. De compagnie

(4)

van kapitein Frans Banning en luitenant Willem van Ruysburch besloot Rembrandt van Rijn te vragen om het portret te schilderen. Samen met de kapitein en luitenant lieten nog 16 andere schutters zich

schilderen op het doek. Elk betaalde ongeveer een bedrag van 100 gulden. Het aandeel van de kapitein en de luitenant zal het hoogst geweest zijn.

Rembrandt maakte zijn schilderij donker, want waar het donker is kan licht worden aangebracht. Vooral op het goudgele kostuum van de luitenant en het meisje op de 2e rij valt veel licht, maar omdat het schilderij zelf zo donker was gingen de mensen het steeds meer “De Nachtwacht” noemen. Na de

restauratie van De Nachtwacht, waar alle oude donker rommel verwijderd werd, is te zien dat het om een

“Dagwacht” gaat.

De Kloveniersschutters waren schutters die al heel lang vuurwapens gebruikten, eerst een klover later een musket. En Rembrandt heeft handelingen in zijn schilderij verwerkt die nodig zijn om een musket te

gebruiken.

De Staalmeesters 1662

De Staalmeesters controleerden de kwaliteit van het laken dat in Amsterdam verhandeld werd. Laken is een fijne wollen stof die nu nog bijna alleen voor biljarttafels wordt gebruikt. In de 17de eeuw hadden steden zoals Leiden en Amsterdam hun welvaart ook te danken aan de lakenindustrie.

In 1661 besloten de toenmalige Staalmeesters om hun portret te laten schilderen. Dat schilderij zou in de Staalhof komen te hangen, het gebouw waar de Staalmeesters hun zitting hielden. Dit gebouw staat nog steeds in Amsterdam, in de Staalstraat. Het idee was de traditie een beetje te volgen, want in de Staalhof hingen ook al een aantal schilderijen van Staalmeesters, maar die stamden allemaal uit de 16de eeuw. De plaats van het schilderij was ook al bepaald, hoog boven de schoorsteenmantel.

De opdracht voor het portret ging naar Rembrandt. Hij maakte eerst van alle Staalmeesters afzonderlijk een tekening. Zes mensen rond een tafel zetten en dan proberen te schilderen alsof het geen saaie bedoening was. Dat was een probleem waar de meeste schilders in de tijd van Rembrandt mee worstelden. Ook Rembrandt heeft er moeite mee gehad. Uit röntgenfoto’s van het schilderij blijkt dat sommige dingen vaak zijn veranderd. Zoals de bediende zonder hoed, hij stond eerst meer naar rechts.

Rembrandt veranderde de houding van de man die half opstaat wel drie keer.

Rembrandt wist dat het schilderij hoog zou komen te hangen, daarom koos hij voor perspectief dat ook van onderen nog klopt. Het lijkt alsof het op ooghoogte hangt. De Staalmeesters kijken dan ook van gepaste hoogte op de toeschouwers neer. Ook van de saaie bedoening, dat 6 mannen achter een tafel zaten, maakte Rembrandt een gebeurtenis. De mannen kijken alsof ze gestoord worden van hun werk en net omhoog kijken. Het boek dat voor hun ligt is het stalenboek, dat is het boek waar het allemaal om draait. Hierin wordt alles bij gehouden van de lakens die worden verhandeld.

Tijdbalk van het leven van Rembrandt 1606 Rembrandt wordt geboren in Leiden

1620 Rembrandt wordt ingeschreven bij de Universiteit van Leiden

(5)

1620-1623 Leerling van Jacob van Swanenburg in Leiden 1624 Leerling van Pieter Lastman in Amsterdam

1625 Rembrandt begint voor zichzelf in Leiden 1626 Jan Lievens wordt Rembrandts partner 1627 Gerard Dou wordt Rembrandts eerste leerling

1632 Rembrandt schildert “De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp”

1632-1640 De Amsterdamse periode

1633 Rembrandt trouwt met Hendricks nichtje, Saskia van Uylenburgh 1640-1650 De midden periode

1642 Rembrandt schildert “De compagnie van kapitein Frans Banning en luitenant Willem van Ruytenburch”

1650-1669 De laatste periode van het leven van Rembrandt

1656 Rembrandt schildert “De anatomische les van Dr. Joan Deyman 1662 Rembrandt schildert ”De Staalmeesters”

1669 Rembrandt sterft op 4 oktober en wordt op 8 oktober begraven in de Westerkerk in Leiden De waardering van Rembrandt

Waardering van Rembrandt van Rijn:

In de 17de eeuw werd Rembrandt van Rijn gezien als een van de grootste schilders van die tijd. De meeste mensen vonden dat Rembrandt goed zijn gevoel in zijn schilderijen kon stoppen. Ook schilderde hij de werkelijkheid. In de achttiende eeuw was de bewondering voor zijn schilderijen wat weg. In de negentiende eeuw bloeide de waardering voor de schilderijen van Rembrandt en hemzelf weer helemaal op, zowel nationaal als internationaal. Ook daarna is men Rembrandt blijven bewonderen. Nu nog steeds vinden mensen zijn schilderijen heel mooi.

Eigen mening:

Ik vind de schilderijen van Rembrandt heel erg mooi, want hij schildert de werkelijkheid. Ook vind ik het kleurgebruik van Rembrandt heel mooi. Rembrandt heeft veel zelfportretten gemaakt Daarop kun je zien dat hij toch steeds veranderd, maar je ziet wel dat hij het is.

(6)

Ik vind ”Tobias en Anna” een mooi schilderij, want het is een licht schilderij. Ik houd niet zo van die donkere schilderijen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Intussen gaan er jaren voorbij, maar in deze tijden van nieuws- gierigheid en ongeduld | ook weer niet zo heel veel, voordat er wordt gefluisterd dat ze oud begint te worden, en dan

De ouderraad van het Rembrandt College wil een klankbord zijn voor de schoolleiding namens alle ouders en heeft zich de volgende doelen gesteld:.. • De belangen van

In het schitterend uitgevoerde boek wordt korte metten gemaakt met de sinds anderhalve eeuw populaire voorstelling dat Rembrandt een speciale band met de joden had, dat hij in

veel mogelijk Velsenaren die moeilijk aan werk komen, te helpen. Dit biedt kansen voor mensen zonder werk. Deze inwoners worden ondersteund in een stap richting de

De opbrengst komt ten goede aan OIG-IHD die de opbrengst inzet voor het bekostigen van haar ac- tiviteiten en evenementen Zeker nu door bouwwerk- zaamheden aan het

Bespreek met de leerlingen welke personages zijn het leukste vonden en

Het feit dat veel mensen na zo’n ervaring sterk kunnen veranderen, hun leven anders inrichten of soms flinke aanpassingsmoeilijkheden hebben moet ons er alleen maar toe

De diensten vanuit de Stefanuskerk zijn via kerkomroep mee te vieren, voor de diensten vanuit de Emmaüskerk geldt dat niet..