• No results found

Na het maken van deze opdracht weet je; - hoe je een kassa moet bedienen; - heb je weer veel geoefend in hoofdrekenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Na het maken van deze opdracht weet je; - hoe je een kassa moet bedienen; - heb je weer veel geoefend in hoofdrekenen"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 1 van 24

Doel Na het maken van deze opdracht weet je;

- hoe je een kassa moet bedienen;

- heb je weer veel geoefend in hoofdrekenen

Oriëntatie Deze lesbrief bestaat uit verschillende opdrachten die op de kassa uitgevoerd dienen te worden. Verder staan er een aantal rekenvaardigheidopdrachten en oefeningen.

Bronnen Informatiebijlage “werken met de kassa” met bijbehorende opdrachten en rekenvaardigheidopdrachten, spel.

Studiebelasting 3 leereenheden

(1 leereenheid rekenvaardigheid/ 1 leereenheid kassa, 0,5 leereenheid spel, 0,5 leereenheid kassatoets) Benodigdheden

• 1 laptop met internetverbinding

• Kassa

• Informatiebijlage met opdrachten

• Plakband, pen, papier

• (géén rekenmachine)

Uitvoering Werk volgens de volgende stappen

• Lees de tekst goed door (informatiebijlage)

• Maak de bijbehorende rekenvaardigheidopdrachten

• Link: Met de bijbehorende link kun je blijven oefenen!

• Vraag de docent om de sleutel van de kassa

• Vraag om uitleg van de kassa

• Maak de opdrachten behorende bij de kassa

• Plak de bonnen met bijbehorend commentaar op, ook de eventuele foutbonnen

• Werk de opdrachten netjes uit en dien dit in ter beoordeling

• Maak de kassatoets

• Opdracht 3 spel

Afsluiting Werk de gemaakte opdrachten netjes uit.

Lever dit ter beoordeling in bij je docent. Controleer of je alle onderdelen volledig hebt uitgewerkt

Oefensituatie 5: Weet wat je doet Lesbrief: Werken met de kassa

Drie maal drie is negen………. (toch?!?) Heeft u er misschien uh…….. 0,15 eurocent bij

Tegenwoordig wordt op bijna alle kassa’s aangegeven hoeveel geld de klant terugkrijgt.

Toch blijft hoofdrekenen belangrijk……….

Boeketje van 15,- euro ehm….. dat is 1 gerbera en……….

(2)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 2 van 24

Informatiebijlage Rekenvaardigheid + link Kassa opdrachten

IN deze lesbrief beginnen we met rekenvaardigheidopdrachten. Deze kun je via de computer digitaal inleveren. Je mag ze ook uitprinten en als invuloefening gebruiken.

Veel succes

Opdracht 1: Rekensommen 1.1. Euronotatie

Vijfentwintig EURO en vier cent, schrijf je meestal niet voluit. Dat zou veel te lang zijn. Je noteert zo’n bedrag in de euronotatie. Dat doe je dan zo: € 25,04.

Hieronder zie je bedragen voluit geschreven. Zet ze in de euronotatie. Let goed op waar je de komma zet en denk aan de plaats van de nul!

Vijfentachtig euro en vijfendertig cent

Tien euro en drie cent

Honderdenvijf euro en één cent

Achtenvijftig euro en tien cent

(3)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 3 van 24 1.2 Nu wat “eenvoudige” sommen met teruggeven…

In de rijtjes zie je verschillende bedragen staan. In het eerste rijtje staat de prijs van wat de klant koopt, in het tweede rijtje staat het bedrag dat de klant geeft. In het derde rijtje vul jij in wat je moet teruggeven aan de klant.

De klant koopt / De prijs is

De klant geeft bij de kassa

Jij geeft terug

€ 0,80 € 1,00

€ 0,98 € 1,00

€ 0,75 € 2,00

€ 4,25 € 5,00

€ 10,13 € 15,00

€ 21,87 € 25,00

€ 26,18 € 30,00

€ 38,10 € 40,00

€ 42,05 € 50,00

€ 54,00 € 54,00

€ 61,03 € 65,00

€ 75,98 € 90,00

€ 81,45 € 100,00

€ 120,25 € 125,00

€ 137,50 € 150,00

€ 159,98 € 160,00

€ 180,00 € 200,00

€ 201,17 € 210,00

€ 211,11 € 220,00

€ 400,00 € 500,00

(4)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 4 van 24 1.3. Welke munten en/of biljetten geef jij terug?

Hieronder zie je een aantal opdrachten met plaatjes van euromunten en eurobiljetten. Boven het rijtje zie je steeds een bedrag dag moet worden teruggegeven. Geef in de hokjes onder de plaatjes aan welke biljetten en muntjes je kiest om dat bedrag bij elkaar te ‘rapen’.

Raap in het plaatje: € 23,04

Raap in het plaatje: € 5,13

(5)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 5 van 24 Raap in het plaatje: € 16,22

Raap in het plaatje: € 84,17

(6)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 6 van 24 1.4. In de snackbar

Hier zie je een overzicht van de prijzen van een bekende snackbar: FEBO. Let goed op hoeveel er besteld wordt, want dat moet je natuurlijk ook in rekening brengen! Reken ook steeds uit, hoeveel geld je moet teruggeven. Let goed op dat je de komma op de goede plaats zet.

Bestelling 1

2 BAMI-ballen € ………….

1 Grill-burger € ………….

1 Kipsaté € ...

Totaal € ...

De klant geeft Jij geeft terug € ...

(7)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 7 van 24 Bestelling 2

3 Rundvleeskroketten € ………

1 Kipburger € ………

2 Satékroketten € ………

1 Speciaaltje € ………

Totaal € ………

De klant betaalt met Jij geeft terug € …………

Bestelling 3

4 Kipburgers € …………..

1 Grillburger € …………..

2 Rundvleeskroketten € …………..

1 Frikadel € …………..

Totaal € ………….

De klant betaalt met Jij geeft terug € …………

(8)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 8 van 24 Bestelling 4

2 Speciaaltjes € ………

1 Kipburger € ………

3 Gehaktballen € ………

2 Kaassoufflés € ………

Totaal € ………

De klant betaalt met Jij geeft terug € …………

(9)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 9 van 24 1.5. “Bij geven?”

Het wordt nu weer wat moeilijker. Misschien heb je het wel al eens meegemaakt of gezien dat iemand dat in de winkel deed: ‘er iets bij geven’ of dat de kassamedewerker daarom vraagt.

Bijvoorbeeld 25 cent of 2 cent.

De klant geeft dan een bedrag erbij, zodat het gemakkelijker wordt om geld terug te geven.

Dan is er bijvoorbeeld minder kleingeld nodig en kleingeld is altijd een beetje een probleem bij kassawerk. Meestal is er te weinig van en dan wordt het erg lastig geld terug te geven.

Het is natuurlijk het allerbeste als je gepast kunt betalen. Dus precies het bedrag wat je moet betalen. Maar dat gaat niet altijd. Dan kan het soms helpen als je niet een mooi afgerond bedrag geeft, maar ‘iets erbij’.

Een paar voorbeelden:

Voorbeeld A

Marlies bestelt een broodje gezond en een broodje hamburger bij de catering. Dat kost bij elkaar

€ 1,15 + € 0,95 = € 2,10. Marlies betaalt met € 5,00. De kassamedewerker vraagt of zij een muntje van 10 eurocent erbij heeft. Dat geeft namelijk makkelijker terug: Marlies krijgt dan 3 euro terug.

Kijk maar:

Marlies betaalt met € 5,00 Haar snacks kosten € 2,10 --- Ze krijgt dan terug € 2,90

Als ze een muntje van 10 eurocent erbij geeft, krijgt ze € 3,00 terug, kijk maar:

Marlies betaalt met € 5,10 Haar snacks kosten € 2,10

--- Ze krijgt dan terug € 3,00

Voorbeeld B

Joost koopt een DVD-tje. Dat kost € 24,25. Joost heeft alleen maar een biljet van 50 euro in zijn portemonnee. De kassamedewerker vraagt hem of hij 25 cent erbij heeft. Gelukkig heeft Joost dat.

Let op: hij krijgt nu € 26,00 terug van de kassamedewerker. Dat lijkt teveel, maar dat is niet zo. Kijk maar naar deze twee rekensommen.

Joost betaalt met € 50,00 Joost betaalt nu € 50,25

De DVD kost € 24,25 De DVD kost € 24,25

--- ---

Hij krijgt terug Hij krijgt terug

50 – 24,25 = € 25,75 50,25 – 24,25 € 26,00

(10)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 10 van 24 Nu jij!

1.5.1. Kijk goed naar wat het kost en wat de klant geeft, hoeveel ‘erbij gegeven wordt’ en reken uit hoeveel jij terug moet geven. Kijk goed naar het voorbeeld!

Het kost… De klant geeft…. ‘Erbij’ wordt gegeven.. Jij geeft terug…

€1,10 € 5,10 € 0,10 € 5,10 – 1,10 = €4,00

€ 0,20 € 1,20 € 0,20 € 1,20 – 0,20=€

€ 2,07 € 5,07 € 0,07 € 5,07 –

€ 3,04 € 10,04 € 0,04

€ 4,55 € 5,05 € 0,05

€ 5,10 € 10,10

€ 7,35 € 20,35

€ 9,03 € 20,03

€ 20,45 € 50,45

€ 22,75 € 25,25

€ 51,05 € 56,05

(11)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 11 van 24 1.5.2 Hoeveel zou jij ‘erbij vragen’ als je kassamedewerker was? En hoeveel geef je dan terug?

Kijk weer goed naar het voorbeeld.

Het kost… De klant betaalt met… Je vraagt erbij…. Je geeft terug…

€ 1,10 € 2,00 € 0,10 € 2,10 – 1,10 =€ 1,00

€ 0,60 € 1,00

€ 2,05 € 5,00

€ 4,50 € 10,00

€ 5,35 € 6,00

€ 15,05 € 20,00

€ 8,75 € 10,00

€ 51,15 € 100

€ 22,00 € 50,00

€ 105,00 € 120,00

€ 201,03 € 205,00

1.5.3. Het is niet altijd zo, dat het bedrag dat je gaat teruggeven, zo mooi rond wordt. Soms is er in de kassa een tekort aan bepaalde muntjes. Dan moet je het anders oplossen.

Bijvoorbeeld: je hebt wél muntjes van 10 cent, maar niet van 20 cent. Een klant koopt een artikel dat € 18,10 kost en betaalt met een biljet van 20 euro.

Je vraagt of de klant 10 cent erbij kan geven, maar dat heeft hij niet. Hij kan jou wel 20 cent geven. Dat komt beter uit, want je hebt immers wél muntjes van 10 cent.

Zonder kleingeld bijvragen: Mét bijvragen van kleingeld:

De klant geeft € 20,00 De klant geeft € 20,20

Het kost € 18,10 Het kost € 18,10

--- --- Je moet teruggeven € 1,90 Je moet teruggeven € 2,10

Soms ook kiest de kassamedewerker ervoor er een klein bedrag bij te vragen, zodat ze op een mooi getal uitkomt, zoals € 0,55 in plaats van € 0,58. Of € 2,50 in plaats van € 2,51.

Dit is best lastig. Oefen dit met de volgende sommen.

(12)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 12 van 24 1.5.4. Geef in de plaatjes aan wat je teruggeeft:

Het kost € 5,10. De klant betaalt met 6 EURO. Hij heeft geen dubbeltje erbij, wél een muntje van 20 eurocent.

Wat geef jij terug? € 6,20 – 5,10 = € ………..

Het kost € 24,20. De klant geeft € 25,00. Je vraagt 20 cent erbij, maar ze heeft alleen maar een muntje van 50 eurocent. Wat geef je terug? € 25,50 - € 24,20 = € ………….

(13)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 13 van 24

Het kost € 2,67. De klant geeft je 5 EURO en je vraagt of hij 2 cent erbij heeft. Je krijgt de 2 cent.

Hoeveel moet je teruggeven? € 5,02 – 2,67 = € …………

Het kost € 50,65. De klant betaalt met 70 EURO. Je vraagt 15 cent erbij en de klant kan het je geven. Wat geef je terug? € 70,15 - € 50,65 = € ………..

(14)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 14 van 24 1.6 Nog meer rekenwerk met geld

Je ziet hieronder een aantal kassabonnen. Er staat waarmee de klant betaalde. Wat kreeg de klant terug?

A. Bij V&D werden schoolartikelen gekocht.

Kijk goed naar het bedrag.

De klant betaalde met een biljet van De kassamedewerker vroeg er

€ 0,03 cent bij.

Hoeveel kreeg de klant terug?

Laat zien hoe je het uitrekent:

De klant krijgt € ……… terug

B. Een bon met inkopen bij PRAXIS.

De klant betaalde met een biljet van

Kijk goed naar het totaalbedrag.

Wat zou jij erbij vragen om het teruggeven gemakkelijker te maken?

Ik zou er € ………… bij vragen.

Hoeveel krijgt de klant dan terug?

Laat hier zien hoe je het uitrekent.

De klant krijgt € ………… terug.

(15)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 15 van 24 C.

Hiernaast zie je een kassabon van de HEMA.

Er werden foto’s opgehaald bij de afdeling Ontwikkelen

& afdrukken. De klant betaalde met De kassamedewerker heeft 4 eurocent erbij gevraagd.

De klant had 4 centen in de portemonnee.

Hoeveel heeft de klant teruggekregen?

Laat zien hoe je het uitrekent.

De klant krijgt € ………… terug.

Via de bovenstaande link kun je nog wat verder oefenen met hoofdrekenen.

Vergeet niet deze link en het oefenen te alten aftekenen

(16)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 16 van 24 Kassa

De kassa zelf.

Vraag nu aan je docent om uitleg over de kassa.

Oke, nu gaat het beginnen.

De opdrachten zijn wisselend. Van eenvoudige rijtjes die je moet aanslaan, tot lange bonnen, subtotaal en betalingen waar je er iets bij vraagt of de klant jou iets erbij geeft. In dit geval hoef je niets zelf uit te rekenen de kassa rekent het bedrag voor je uit.

Zorg dat je goed leest, dat je de cijfertjes niet per ongeluk omdraait en dat je ook weer niet té snel wilt zijn, want….haastige spoed is zelden goed!

Let wel op:

Uiteindelijk zul je in hoog tempo moeten kunnen werken. Klanten hebben namelijk een hekel aan wachten!

In de speelgoedwinkel…

Jij mag de kassabonnen maken aan de kassa van de speelgoedwinkel!

Let goed op aantallen en prijzen.

2.1 Vader Hans koopt puzzels voor zijn twee meiden.

Eén puzzel kost € 14,95 en één kost € 11,00.

Er komen ook nog ballonnen bij. Twee zakjes.

Elk zakje kost € 1,98.

2.2 Opa Jan koopt voor zijn kleinzoon een hele stapel boeken.

1 x Jan, Jans en de Kinderen à € 4,95 2 x Stripboek, elk € 2,95

1 x Oorlogswinter, die kost € 17,98

1 x See you in Timboektoe, die kost € 14,90

2.3 Bert heeft geld gekregen voor zijn verjaardag.

Het brandt in zijn zak. Hij gaat op woensdagmiddag meteen naar de speelgoedwinkel.

Hij koopt:

1 basketbal à € 15,50

1 honkbalhandschoen à € 21,95 1 jojo, die kost € 2,95

(17)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 17 van 24 2.4 Een juf van een basisschool komt een hele serie kleine cadeautjes kopen.

Het is voor de grabbelton, die ze op de rommelmarkt gaat neerzetten.

5 zakjes ballonnen, per zakje € 0,75 3 doosjes stoepkrijt, per doosje € 0,85 4 jojo’s à € 1,20

8 vellen plakplaatjes, per velletje € 0,25 10 grote spekken, per stuk € 0,15

6 potloden met gummetje, per stuk € 0,55 2 rollen inpakpapier, elke rol kost € 0,95 3 rollen plakband, elk € 0,25

4 notitieblokjes, à € 0,85

3 bellenblaassetjes, per stuk € 2,00

2.5 Oma Sjaan, koopt een leuke teddybeer voor haar kleindochter.

De beer kost € 13,35.

Ze koopt ook nog een mapje met kleurtjes (€ 2,95) en drie schetsboekjes (elk

€ 1,00). Maak het bonnetje voor oma Sjaan.

In de Banketbakkerij….

Ellen werkt in een banketbakkerij. Mmmmm….lekker.. zul je misschien zeggen. Maar het is hard werken. Vroeg op vaak en er zijn heel drukke momenten op de dag. Dan staat de winkel bomvol. Dit noemen ze bij Ellen in de winkel: PIEKMOMENTEN.

In deze opdracht kom je bestellingen tegen, zoals Ellen ze ook elke dag tegenkomt. Je mag de kassabonnen maken. Let goed op de prijzen én de aantallen.

Je weet intussen: je rekent NOOIT iets uit, je slaat alleen de bedragen aan! De kassa doet het rekenwerk voor je. Die telt immers aan het einde alles keurig bij elkaar op!

Nota bene: per stuk = prijs per één à = prijs per stuk

(18)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 18 van 24 2.6 Fatima koopt in de banketbakkerij een boel lekkers. Ze wil trakteren voor haar verjaardag. Maak de kassabon:

2 slagroomgebakjes, per stuk € 1,95 3 appelpunten, per stuk € 1,55 1 boterkoek à € 5,95

4 gevulde koeken, per stuk € 0,55 2 saucijzenbroodjes à € 1,25 3 slagroomhoorns, per stuk € 2,00 2 ons bonbons, die kosten € 3,75

2.7 Jelle loopt fluitend de bakkerij binnen en haalt een croissantje à € 0,35 en twee krentenbollen, elk € 0,40. Maak de kassabon.

2.8 Moeder Ans haalt voor een paar dagen brood. Maak voor haar de kassabon. Let weer goed op de aantallen!

2 witte knip € 1,65

1 bruin casino € 1,60

1 krentenbrood € 1,85

1 zak bruine puntjes € 1,50 2 pak roggebrood € 0,95 3 zakjes koek, per zak € 1,75

2.9 Voor de lunch-vergadering komt secretaresse Anneke van een bedrijf uit de buurt, broodjes halen. Maak de kassabon voor haar bestelling.

5 bruine, zachte bollen, per stuk € 0,35 4 croissants à € 0,45

6 harde, witte broodjes à € 0,35 4 witte pistoletjes à € 0,40

8 krentenbollen in een zak voor € 2,00 1 casino bruin gesneden à € 1,70 2 wit tijgerbrood, per stuk € 1,80 2 stokbroden à € 2,10

(19)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 19 van 24 2.10

Een klant koopt twee kratjes Coca Cola. Elk kratje kost € 3,49.

Verder neemt hij er een pakje gevulde koeken van € 1,30 bij en een fles wasmiddel voor de bonte was.

Die laatste kost € 3,89.

Maak de kassabon voor deze klant.

2.11

Mevrouw Dickes doet haar boodschappen bij de groenteman.

Ze rekent af: radijsjes voor € 1,90 maar ook een paar stuks knoflook voor € 1,10. Verder koopt ze een pond uien, die kosten € 0,99 en de kool kost haar € 1,45.

Maak de bon voor mevrouw Dickes.

2.12

In de pauze koopt Carina een paar lekkere broodjes bij de bakker. Ze is haar lunchpakketje vergeten… Ze koopt 2 croissantjes, die kosten per stuk € 0,45. Verder neemt ze één muffin voor € 0,60 en een puddingbroodje voor € 0,89.

De krentenrol neemt ze mee voor haar vriendinnetje. Die kost haar € 0,55. Maak de kassabon voor Carina.

(20)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 20 van 24 Nu wordt het al wat moeilijker!

2.13 Jasper koopt een pak beschrijfbare CD’tjes. Er zitten er 25 in en hij moet daarvoor € 27,00 betalen. Hij neemt gelijk een doosje

diskettes mee. Dat kost hem € 5,90. Jasper betaalt met

Maak de kassabon met een subtotaal en laat zien hoeveel Jasper terug krijgt.

2.14

Eline koopt 3 ijsjes van elk € 1,20.

Ze betaalt met

Maak de kassabon met subtotaal en laat zien wat Eline terugkrijgt.

2.15

PRIJSLIJST IJSBAAN

Volwassenen € 7,50

Kinderen tot en met 12 jaar € 5,00 Studenten met studentenkaart € 5,00 Omdat Kees jarig is, mag hij iets uitkiezen om met zijn vrienden te doen. Hij kiest voor een middagje op de ijsbaan. Kees is zelf 16 jaar geworden. Zijn vrienden Dirk (15), Johan (14), Erik (17) en Jan (16) gaan met hem mee. Ook zijn broertje Mike van 11 jaar mag mee. Vader wil ook wel een baantje trekken. Dan kan hij meteen een oogje in het zeil houden. Hij vraagt of Tim ook meegaat, een buurjongen die al wat ouder is dan Kees. Tim is 19, hij studeert al!

Sla de prijzen voor de kaartjes aan op de kassa. Kijk goed op de prijslijst en let goed op de leeftijden en eventuele kortingen!

(21)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 21 van 24 2.16

Tante Mariëlla doet boodschappen voor het weekend. Maak voor haar de kassabon, je moet uitkomen op het totaalbedrag van € 49,21. Een secuur werkje!

Wasmiddel Chips Ui Ui Ui

Kerriesaus Festival Peper Unox Prei Koffie IJsjes Mandarijnen Kadetjes Beschuit Wokkels Tom.Ketchup Wasmiddel Kat-lamsvlees Kat-kip Kat-boeuf Kat-kalkoen Kat-haas Kat-tonijn Brokjes Brokjes Thee Brood Brood Krentenbol Snoep Drop Koekjes Tic-tac Lollies Koek Kruidwaar Kruidwaar Statiegeld Statiegeld Kat-vis Kat-vis

(22)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 22 van 24 2.17 Tante Tonny doet boodschappen in de supermarkt. Ze koopt wat je op de bon ziet.

Maak de kassabon met subtotaal als je weet dat ze betaalt met:

2.18 Meneer Smit koopt een pantalon van € 50,00 en een colbertje van € 75,00.

De broek moet ietsjes korter gemaakt. Daarvoor betaalt hij € 9,85. Meneer Smit betaalt met 2 briefjes van 50 euro en 2 van 20 euro. Hoeveel eurocent vraag je erbij om ervoor te zorgen dat je hem € 6,00 moet terug geven?

Maak de kassabon met subtotaal, waarop je het laat zien!

2.19 nu komt het werken met groepen erbij.

Groep 1 (4 x 1.00) Groep 2 (8 x 0.50) Groep 3 ( 4 x 5.00)

Groep 4 ( 8 x 2.00)

Totaal €

Klant betaalt met € 50,00 Extra bedrag bij gevraagd?

Klant krijgt terug Wasmiddel Espressokoffie Gevulde koek Deodorant Shampoo Listerine Schoonmaak Drop

Vuilniszakken Vaatwastablet Crême Limonade

(23)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 23 van 24 2.20 Sla onderstaande artikelen aan op de juiste groepen en gebruik de x toets.

Ranzijn Tuin & Dier Omval 55

Alkmaar 072-5402176

2 zak cactusgrond à € 11,95 groep 2

3 cactus à € 3,35 groep 3

1 zakje zaad à € 0,69 groep 2 2 zakjes zaad à € 2,19 groep 1 1 groene plant à € 7,95 groep 4 4 groente zaad à € 3,89 groep 4 1 zakje zaad à € 1,99 groep 3 1 bloeiend plantje à € 3,65 groep 3

2 potterie à € 12,05 groep 1

3 zakjes zaad à € 0,75 groep 4 3 vaste plantjes à € 1,69 groep 1 2 vaste plantjes à € 2,59 groep 3 1 afwasmiddel à € 2,89 groep 4 2 blik kitkat à € 3,69 groep 3 4 blik Kitkat à € 4,49 groep 2

1 blik Pal à € 3,95 groep 4

2 Kauwstokjes à € 1,05 groep 3

1 bijtring à € 0,99 groep 1

3 Blik Pal à € 2,09 groep 3

2 Hondenbrokken à € 4,49 groep 3

Totaal € ………

(24)

Portfolio: Sophie’s Work Oefensituatie: 5 Pagina 24 van 24

Beoordeling

Klas Datum

Naam cursist

Nr. Onderdeel O V G

1. Titelblad met je naam, lesbrief titel, afbeelding en datum.

2. Opdracht 1 correct gemaakt 3. Opdracht 2 correct gemaakt 4. Opdracht 3 voldaan

5. Link: geoefend en resultaat laten zien 6. Voorzien kop- en voettekst

7. Passend lettertype (1 soort) 8. Algemene indruk

9. Ingeleverd op de (zelf) aangegeven datum

10. Kassatoets (binnen de tijd en correct)

Opmerkingen:

Beoordeeld door:

Oefensituatie 5: Weet wat je doet Lesbrief: Werken met de kassa

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Even na 19.30 uur neemt voorzitter Robert van Dorst het woord: ‘Namens het bestuur van de Scheidsrechtersvereniging Groningen en Omstreken heet ik u van harte welkom op deze 87e

Afbeelding product Informatie Hoe toepassen Prijs Bouwhof

Je wil uiteraard niet de reputatie van slecht bereikbaar te zijn, maar tegelijk moet je je afvragen hoeveel personen echt getroffen zijn door eventuele downtime, wie ze zijn en

‘De schone kunsten’ hebben Henri van Cutsem naar eigen zeggen gered van verwoestend verdriet.. Hij plaatst zich op veilige afstand naast het borstbeeld van Henri van

Deze brochure biedt daar argumenten voor op basis van internationaal en Nederlands onderzoek dat onweerlegbaar laat zien dat leerlingen die meer lezen bete- re resultaten halen

1 1+ Geef de tijden die bij elkaar horen dezelfde kleur. Vul de

Eigenlijk kun je ervan uitgaan dat de combinatie van zonne-energie met een ketel die vooral water warmt door de warmtepomp relatief het minste energie kost.. Alleen bij extreme

Verder lees je over de kinderdisco die zaterdagmiddag op het Stadhuisplein in Leiden wordt georganiseerd door Unity NL en vanaf aanstaande maandag op Unity FM en NL!. Ook krijg