• No results found

Inspectierapport De Sterretjes (KDV) Minnaertweg HN Dordrecht Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Sterretjes (KDV) Minnaertweg HN Dordrecht Registratienummer"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Sterretjes (KDV) Minnaertweg 4 3328HN Dordrecht

Registratienummer 194949552

Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd In opdracht van gemeente: Dordrecht

Datum inspectie: 11-04-2019

Type onderzoek : Nader onderzoek

Status: Definitief

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 8

Gegevens toezicht ... 8

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek.

Het nader onderzoek heeft bestaan uit de volgende inspectieactiviteiten:

• Documentenonderzoek naar het pedagogisch beleid en bevordering van kennis en het gebruik van de meldcode

• Locatiebezoek, waarbij is gesproken met twee beroepskrachten

• Mailwisseling en telefonisch contact met locatiemanager

Per hoofdstuk is een beknopte beschrijving opgenomen van de kwaliteitseisen waarop de opvanglocatie getoetst is. Achterin het rapport is de itemlijst van de getoetste voorwaarden geplaatst.

Beschouwing Algemeen

Kinderdagverblijf De Sterretjes is een onderdeel van het Spectrum en gevestigd in verpleeghuis de Sterrenlanden.

KDV De Sterretjes bestaat uit vier stamgroepen. Een babygroep (Wolkjes) en twee verticale groepen (Maantjes en Zonnetjes). Voor de 3+ kinderen is er de Satellietjes (maximaal 6 kinderen).

Inspectiehistorie

In 2017 heeft er een jaarlijks inspectieonderzoek plaatsgevonden waarbij geen tekortkomingen zijn geconstateerd.

Tijdens het jaarlijkse inspectieonderzoek in november 2018 zijn een aantal tekortkomingen geconstateerd.

In de loop van 2018 zijn de verhoogde kwaliteitseisen niet allemaal geïmplementeerd in de organisatie. De afdelingsmanager die sinds juni 2017 op deze locatie werkzaam is geeft hiervoor een gemotiveerde verklaring.

Ten tijde van het inspectiebezoek werd niet voldaan aan de volgende wettelijke onderdelen:

• Pedagogisch klimaat, in het pedagogisch beleid zijn een aantal voorwaarden niet in concrete bewoordingen beschreven.

• Personeel en groepen, een beroepskracht is ingezet zonder een geldige verklaring omtrent gedrag en koppeling in het personenregister kinderopvang.

• Veiligheid en gezondheid, de houder heeft de kennis en gebruik van de meldcode onvoldoende bevorderd.

Tijdens het inspectieonderzoek heeft de houder zorggedragen voor de koppeling van de betreffende beroepskracht in het PRK met ingang van 29 november 2018.

Bevindingen huidige inspectie

Op verzoek van de gemeente Dordrecht heeft de toezichthouder een nader onderzoek uitgevoerd om te beoordelen of de geconstateerde tekortkomingen zijn verholpen.

Tijdens het huidige onderzoek is beoordeeld of de overtredingen die tijdens het onderzoek op 26 november 2018 zijn geconstateerd, zijn verholpen. Uit het onderzoek blijkt dat de overtreding ten aanzien van Veiligheid en Gezondheid is hersteld.

De tekortkomingen ten aanzien van het pedagogisch klimaat zijn niet hersteld.

Hierdoor voldoet KDV De Sterretjes niet aan de wettelijke kwaliteitseisen.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

KDV De Sterretjes beschikt over een pedagogisch beleidsplan 2019 waarin de locatie specifieke werkwijze is opgenomen.

Tijdens het vorige inspectie onderzoek, 26 november 2018, is geconstateerd dat het pedagogisch beleid ten aanzien van de onderstaande drie voorwaarden niet voldoet:

1. wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kwaliteit kinderopvang;

2. de wijze waarop naar een doorlopende ontwikkellijn met het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang wordt gestreefd, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de wijze waarop: - met toestemming van de ouders kennis over de ontwikkeling van het kind wordt overgedragen aan de school bij de overgang van het kind naar het basisonderwijs en aan de buitenschoolse opvang bij de overgang van het kind naar de buitenschoolse opvang; -

bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen worden gesignaleerd en ouders worden doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning;

3. de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de dagopvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid.

De toezichthouder heeft op 15 april 2019 het actuele pedagogisch beleid 2019 ontvangen en beoordeeld of de voorwaarden hierin voldoende concreet staan beschreven.

1. In het pedagogisch beleid zijn de vier pedagogische basisdoelen beschreven.

Daarnaast zijn de interactievaardigheden van de beroepskrachten beschreven.

Uit deze beschrijving komt ten aanzien van de emotionele veiligheid concreet naar voren de wijze waarop er zorg wordt gedragen voor een veilige en geborgen sfeer.

Ten aanzien van de andere drie pedagogische aspecten, persoonlijke competenties, sociale competenties en overdracht van waarden en normen staat de wijze waarop hier op KDV De Sterretjes invulling aan wordt gegeven niet concreet beschreven.

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft onvoldoende op welke wijze invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde dagopvang.

2. Ten aanzien van de overdracht naar basisscholen en BSO staat beschreven; Op dit moment is er geen contact tussen het kinderdagverblijf en de omringende basisscholen of buitenschoolse

opvang. De overdracht wordt aan de ouders meegegeven. Zij kunnen er zelf voor kiezen of zij deze aan de school willen geven of niet.

In de tweede helft van 2019 zullen de scholen in de omgeving door de afdelingsmanager benaderd worden om het contact te herstellen. Per schooljaar 2019-2020 zal er weer een actieve overdracht plaatsvinden tussen het kinderdagverblijf en de basisschool.

Hieruit blijkt dat de wijze waarop met toestemming van de ouders kennis over de ontwikkeling van het kind over te dragen aan de basisscholen of buitenschoolse opvang locaties niet staat

beschreven in het pedagogisch beleid. Er is wel een beschrijving opgenomen van de wijze waarop men dit in de tweede helft van 2019 wil gaan vormgeven.

3. In het pedagogisch beleid staat bij de vrijwilligster vermeld welke taken zij uitvoert. De taken van de beroepskrachten in opleiding en stagiairs en de wijze waarop zij en de vrijwilligster worden begeleidt ontbreekt.

(5)

Conclusie

Uit bovenstaande blijkt dat er niet wordt voldaan aan de wettelijke kwaliteitseisen voor het pedagogisch beleid.

Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld:

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 2 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en gestimuleerd en daarbij naar een doorlopende ontwikkellijn met het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang wordt gestreefd, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de wijze waarop:

- met toestemming van de ouders kennis over de ontwikkeling van het kind wordt

overgedragen aan de school bij de overgang van het kind naar het basisonderwijs en aan de buitenschoolse opvang bij de overgang van het kind naar de buitenschoolse opvang;

- bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen worden gesignaleerd en ouders worden doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 2 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de dagopvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 onder d Besluit kwaliteit kinderopvang)

Gebruikte bronnen:

• Pedagogisch beleidsplan

Veiligheid en gezondheid

Uit het jaarlijks onderzoek op 26 november 2018 kwam naar voren dat er niet werd voldaan aan de eisen omtrent de meldcode. De houder heeft de kennis en het gebruik onvoldoende bevorderd betreffende de handelswijzen indien er een (redelijk) vermoeden bestaat van seksueel misbruik of kindermishandeling door houder, beroepskracht of andere werknemer bij een kind binnen de organisatie.

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Om te beoordelen of de kennis en het gebruik van de meldcode wordt bevorderd, is gesproken met twee vaste beroepskrachten. De beroepskrachten vertellen dat zij de meldcode hebben ontvangen tijdens een teamvergadering met de mededeling deze door te lezen.

Tevens zijn de notulen van twee teamvergadering ingezien, hierin staat deze afspraak beschreven, tevens staat beschreven dat er een bijeenkomst 'voor de meldcode' wordt georganiseerd door Het Spectrum.

De locatiemanager heeft de mailwisseling met Veilig Thuis aan de toezichthouder doorgestuurd waaruit blijkt dat er een bijeenkomst is ingepland op 24 juni 2019. In de teamvergadering van 16 mei staat de meldcode op de agenda en zal de bijeenkomst van Veilig Thuis voorbereid worden.

Handelswijze bij vermoeden kindermishandeling

De houder is wettelijk verplicht om kennis en gebruik van de volgende handelswijzen bij de beroepskrachten te bevorderen:

• Indien bij de houder bekend wordt dat een werknemer zich mogelijk schuldig maakt aan seksueel misbruik of kindermishandeling bij een kind binnen de organisatie, dan heeft de

(6)

houder direct overleg met de vertrouwensinspecteur kinderopvang. Als uit dit gesprek blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden, dan doet de houder direct aangifte en stelt de vertrouwensinspecteur hiervan op de hoogte.

• Indien bij een beroepskracht bekend is geworden dat een collega of andere werknemer zich mogelijk schuldig maakt aan seksueel misbruik of kindermishandeling bij een kind binnen de organisatie, dan moet de beroepskracht de houder hiervan direct op de hoogte stellen.

• Indien bij een beroepskracht of andere werknemer bekend is geworden dat de houder zich mogelijk schuldig maakt aan seksueel misbruik of kindermishandeling bij een kind binnen de organisatie, dan moet de beroepskracht in contact treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang. Daarnaast moet de beroepskracht bij een redelijk vermoeden aangifte doen.

De twee beroepskrachten overleggen met elkaar en raadplegen ter plekke de meldcode en samen benoemen zij de bovenstaande handelswijzen.

Conclusie

De houder voldoet aan de wettelijke eisen die gesteld worden aan de meldcode.

Gebruikte bronnen:

• Interview (twee beroepskrachten)

• Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

• Notulen teamoverleg

• Mailwisseling tussen Het Spectrum en Veilig Thuis

• Telefonisch en mailcontact locatiemanager

(7)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 2 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en gestimuleerd en daarbij naar een doorlopende

ontwikkellijn met het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang wordt gestreefd, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de wijze waarop:

- met toestemming van de ouders kennis over de ontwikkeling van het kind wordt overgedragen aan de school bij de overgang van het kind naar het basisonderwijs en aan de buitenschoolse opvang bij de overgang van het kind naar de buitenschoolse opvang;

- bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen worden gesignaleerd en ouders worden doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 2 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de dagopvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 onder d Besluit kwaliteit kinderopvang)

Veiligheid en gezondheid

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze, dat hij onverwijld in overleg treedt met de vertrouwensinspecteur kinderopvang. indien hem bekend is geworden dat een bij de onderneming werkzaam persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door hem geboden kinderopvang. Indien uit het overleg blijkt dat sprake is van een redelijk vermoeden dat een persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een dergelijk misdrijf doet de houder onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar en stelt hij de

vertrouwensinspecteur kinderopvang onverwijld in kennis.

(art 1.51b lid 1, 2 en 5 Wet kinderopvang)

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van die houder werkzaam persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door hem geboden kinderopvang, deze persoon de houder daarvan

onverwijld in kennis stelt. Indien degene die van het vermoeden op de hoogte moet worden gesteld dezelfde persoon is als degene die zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan dit misdrijf, is artikel 1.51c lid 1 en 2 Wet kinderopvang van toepassing.

(art 1.51b lid 3, 4 en 5 Wet kinderopvang)

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien een bij de onderneming werkzaam persoon bekend is geworden dat de natuurlijke persoon die tevens houder is zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder geboden

kinderopvang, deze persoon in contact kan treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden onverwijld aangifte doet bij een daartoe aangewezen

opsporingsambtenaar.

(art 1.51c Wet kinderopvang)

(8)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Sterretjes

Website : http://www.hetspectrum.nl

Aantal kindplaatsen : 50

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja*

* De inhoud van dit rapport wordt gedeeld met de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van de voorschoolse educatie op de kinderdagverblijven (voorscholen) en kan onder andere op basis van het GGD-rapport besluiten tot een onderzoek. Tevens bekijkt de Inspectie van het Onderwijs of er in de gemeente afspraken zijn gemaakt over de voor- en vroegschoolse educatie (artikel 1.63 lid 6 Wet kinderopvang).

Gegevens houder

Naam houder : Stichting Het Spectrum

Adres houder : Minnaertweg 4

Postcode en plaats : 3328HN Dordrecht

Website : www.hetspectrum.nl

KvK nummer : 24299892

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : Dienst Gezondheid en Jeugd

Adres : Postbus 166

Postcode en plaats : 3300AD DORDRECHT

Telefoonnummer : 078-7708500

Onderzoek uitgevoerd door : M. Rieken Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Dordrecht

Adres : Postbus 8

Postcode en plaats : 3300AA DORDRECHT

Planning

Datum inspectie : 11-04-2019

Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 23-04-2019 Verzenden inspectierapport naar houder : 24-04-2019 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 24-04-2019 Openbaar maken inspectierapport : 15-05-2019

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een

De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een