• No results found

Inspectierapport Kinderopvang De Groei en Bloei (BSO) Walt Disneyplantsoen SX Almere Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Kinderopvang De Groei en Bloei (BSO) Walt Disneyplantsoen SX Almere Registratienummer"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Kinderopvang De Groei en Bloei (BSO) Walt Disneyplantsoen 92

1325SX Almere

Registratienummer 308647944

Toezichthouder: GGD Flevoland

In opdracht van gemeente: Almere

Datum inspectie: 12-07-2018

Type onderzoek : Nader onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 24-07-2018

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 8

Gegevens toezicht ... 8

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek.

Op 13 februari 2018 heeft de toezichthouder een regulier onderzoek uitgevoerd bij buitenschoolse opvang Groei en Bloei, Walt Disneyplantsoen 92 te Almere. Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat niet wordt voldaan aan alle eisen zoals gesteld in de Wet kinderopvang en de daarbij

behorende regelingen.

Dit onderzoek heeft zich met name gericht op de nieuwe kwaliteitseisen die per 1 januari 2018 van kracht zijn geworden.

De houder heeft naar aanleiding van het handhavingbrief van gemeente Almere tot 10 juli een hersteltermijn gekregen.

Beschouwing

Op 9 juli heeft de toezichthouder een zienswijze ontvangen alsmede een actuele pedagogisch beleidsplan. De kwaliteitseisen zijn aangepast. Inzake de ouderraadpleging heeft de houder het adviestraject aangepast. In de praktijk zal bij jaarlijkse inspectie getoetst worden of de werkwijze ook op deze manier uitgevoerd wordt.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Inspectierapport 30 januari 2018

Voorwaarden waar onvoldoende informatie over gegeven wordt:

Opvoedingsdoelen

Alle activiteiten die de beroepskrachten aanbieden ter stimulering van de opvoedingsdoelen zijn niet verplicht voor de kinderen. De kinderen worden echter wel gestimuleerd om mee te doen. Dit geldt voor zowel het dagverblijf als de BSO. De houder besteedt aandacht aan het onderwerp Pesten en hoe zij als organisatie hiermee omgaan. De toezichthouder geeft de houder mee dat de beschrijving van de 4 opvoedingsdoelen voornamelijk gericht zijn op de kinderen van het

dagverblijf. Kinderen tussen de 0-4 en 4-12 reageren anders en worden op andere manieren gestimuleerd. Deze stimulering voor de BSO kinderen kan concreter en uitgebreider beschreven worden.

Groepen en werkwijze

De houder heeft 3 groepen (2 stamgroepen en 1 basisgroep):

De houder heeft een uitgebreid dagindeling voor het kinderdagverblijf. Voor de BSO is er geen dagindeling. Op schooldagen wordt het kind gehaald, er wordt gegeten en activiteiten gedaan.

Wanneer er vakantie of studiedagen zijn, hoe wordt er dan op de BSO gehandeld?

Mentorschap

De houder beschrijft het mentorschap onvoldoende concreet. Er wordt geen informatie gegeven over hoe een kind aan zijn mentor gekoppeld wordt. Hoe wordt een goede match gevonden? Op welke manier zal de persoonlijke ontwikkeling door een mentor gestimuleerd worden? Hoe vaak zal er geobserveerd worden en hoe worden ouders in dit traject betrokken? Hoe worden

beroepskrachten in deze taak ondersteund en begeleid?

Drie uursregeling

De houder schrijft het volgende: De drie-uursregeling wordt aan het begin van de dag pas toegepast vanaf het moment dat het aantal kinderen (o.g.v. de PKR) aanleiding geeft voor het inzetten van een extra PM-er. De drie-uursregeling gaat aan het einde van de dag pas in als op grond van het aantal kinderen de inzet van meerdere PM-ers nog vereist is en er een PM-er naar huis gaat. De drie-uursregeling stopt op het moment dat er aan de PKR wordt voldaan. Op

presentielijsten wordt bijgehouden wanneer kinderen binnenkomen en wanneer zij naar huis gaan.

De middagpauze vindt plaats tussen 12.30 en 15.00 uur, de pedagogisch medewerkers houden om de beurt 30 minuten pauze. De houder beschrijft niet concreet de uren dat er specifiek wordt afgeweken.

In het beleidsplan staat niet duidelijk geschreven of bovenstaande ook geldt voor studiedagen en vakantiedagen op de BSO, of dat deze informatie alleen voor het kinderdagverblijf geldt.

Concrete beschrijving van volwassenen die ondersteunende taken voor beroepskrachten verrichten De houder geeft een beschrijving van de 2 verschillende vormen van stagiaires en hun

inzetbaarheid binnen de organisatie. Er wordt geen concrete beschrijving van hun werkzaamheden beschreven en hoe de begeleiding vanuit de organisatie gegeven wordt.

(5)

Pedagogisch beleid Huidige inspectie

Verantwoorde kinderopvang

De houder heeft een specificatie in de leeftijden aangebracht. De opvoedingsdoelen worden ook voor de BSO kinderen duidelijk beschreven.

Beschrijving van de werkwijze van de BSO

De houder beschrijft de werkwijze op de BSO. De werkwijze wordt door een dagindeling ondersteund. De houder beschrijft een lange, een korte en een vakantiedag op de BSO.

Wennen

De houder beschrijft de interne en de externe wenbeleid. De houder hanteert 1 wenkind per keer.

Mentorschap

De houder beschrijft de invulling van het mentorschap. De volgende onderwerpen komen onder andere aan bod: wie de vaste mentor is; hoe de ontwikkeling in de gaten gehouden wordt en op welke manier er een koude overdracht plaatsvindt.

Drie uurs regeling

Over dit onderwerp schrijft de houder het volgende:

"Gezien de lage kind bezetting op zowel het kinderdagverblijf alsmede de BSO wordt er niet

afgeweken van de BKR. Indien er in de toekomst gebruik wordt gemaakt van de drie uurs regeling, zullen de exacte tijden in de tabellen hierboven worden weergeven. Ouders zullen door middel van een nieuwsbrief op de hoogte worden gesteld. Tevens zal de drie uurs regeling ter inzage hangen op het informatiebord voor ouders".

De houder wijkt niet af.

Extra dagdelen

De houder beschrijft de mogelijkheden om extra dagdelen af te nemen en of ouders de mogelijkheid hebben om te ruilen.

Concrete beschrijving van volwassenen die ondersteunende taken voor beroepskrachten verrichten

De houder beschrijft de verschillende soorten stagiaires. De taken die zij kunnen doen worden concreet en observeerbaar beschreven. De stagiaires worden door de beroepskracht en leidinggevende begeleid. Elke maand vindt er een POP plaats om te kijken hoe het met de vorderingen gaat.

Conclusie

De houder heeft het pedagogisch beleidsplan nu ook voorzien van informatie over de BSO. Het beleidsplan richtte zich in eerste instantie voornamelijk op de dagopvang. Nu is de informatie over de BSO duidelijker in meegenomen. Er wordt aan de eisen voldaan.

Gebruikte bronnen:

 Pedagogisch beleidsplan (Juli 2018 Versie 2)

 zienswijze BSO 9 juli

(6)

Ouderrecht

Inspectierapport 30 januari 2018

Bij minder dan 50 kindplaatsen is er geen oudercommissie nodig en dient de houder op een andere manier de ouders in de gelegenheid te stellen om hun adviesrecht uit te brengen. Uit de

toegestuurde mail blijkt niet dat ouders de gelegenheid krijgen om hun adviesrecht te gebruiken.

Dit betrof een mail met informatie over sluitingsdagen. De houder heeft in het kader van de nieuwe kwaliteitseisen nieuwe documenten moeten opstellen dan wel aanpassen. Ouders zijn in dit traject niet meegenomen. Ter kennisgeving is niet hetzelfde als in de gelegenheid stellen om een advies te geven.

Oudercommissie Huidige inspectie

In het pedagogisch beleidsplan schrijft de houder het volgende:

Ouderraadpleging

Momenteel is het binnen kinderopvang De Groei en Bloei niet gelukt om een oudercommissie te vormen. Gezien wij een kleine kinderopvanginstelling zijn met minder dan 50 kindplaatsen is het voor ons mogelijk om met een alternatieve ouderraadpleging te werken Uiteraard ontslaat dit ons niet van de wettelijke plicht om altijd inspanningen te verrichten een oudercommissie in te stellen.

Wij geven de ouderraadpleging vorm door 2 keer per jaar ouderavonden te organiseren en de ouders om advies/tips te vragen omtrent de onderwerpen die hierboven zijn benoemd. Ook indien er binnen De Groei en Bloei een aanpassing wordt gedaan waar volgens de wet ouders advies hebben, sturen wij dit door naar de ouders en vragen om hun advies. Daarnaast houden wij ouders door middel van nieuwsbrieven op de hoogte van verschillende onderwerpen die binnen de

kinderopvang spelen.

Het doel bij ouderraadpleging is de ouders actief te betrekken bij het beleid van De Groei en Bloei en de kans te geven mee te denken.

In het begeleidend schrijven geeft de houder extra informatie:

Oudercommissie:

Helaas is het na opening nog niet gelukt om een O.C vast te stellen, om deze reden wordt er gebruik gemaakt van ouderraadpleging. Zoals in de zienswijze te lezen is zijn de leidinggevende in gesprek is gegaan met de ouder om te kijken hoe de ouderraadpleging ingevuld kan worden.

Momenteel is er een werkwijze vastgesteld. Deze werkwijze is beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Daarnaast zal deze werkwijze onder de aandacht worden gebracht in de volgende nieuwsbrief van De Groei en Bloei. Graag verwijzen wij u door voor verder informatie over de ouderraadpleging naar het meest recente en herschreven pedagogisch beleidsplan in de bijlage.

De houder heeft het proces beschreven. De eerst volgende inspectie zal de praktijk getoetst worden.

Gebruikte bronnen:

 Pedagogisch beleidsplan (Juli 2018 Versie 2)

(7)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in artikel 11 van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de basisgroepen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder d Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder e Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de tijden waarop er minder beroepskrachten worden ingezet dan vereist is op basis van het aantal

aanwezige kinderen, alsmede de tijden waarop in ieder geval niet daarvan wordt afgeweken en wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De afwijkende inzet van het minimum aantal beroepskrachten op grond van de beroepskracht-kindratio kan op de dagen van de week verschillen, zij het dat de afwijkende inzet niet per week verschilt.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van het beleid ten aanzien van het gebruik kunnen maken van buitenschoolse opvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de buitenschoolse opvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder e Besluit kwaliteit kinderopvang)

Ouderrecht

Oudercommissie

Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij:

- de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid;

- het pedagogisch beleid dat wordt gevoerd;

- voedingsaangelegenheden van algemene aard;

- het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid;

- openingstijden;

- het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie;

- de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten;

- wijziging van de prijs van kinderopvang.

Ook blijft de houder ouders de gelegenheid bieden om deel te nemen aan een oudercommissie.

(art 1.58 lid 2 en 3 en 1.60 lid 1 Wet kinderopvang)

(8)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Kinderopvang De Groei en Bloei

Website : http://www.degroeienbloei.nl

Vestigingsnummer KvK : 000035821043

Aantal kindplaatsen : 3

Gegevens houder

Naam houder : H. Birekul

KvK nummer : 67264832

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Flevoland

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD

Telefoonnummer : 088-0029910

Onderzoek uitgevoerd door : Rishma Mangal Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Almere

Adres : Postbus 200

Postcode en plaats : 1300AE ALMERE

Planning

Datum inspectie : 12-07-2018

Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 24-07-2018 Verzenden inspectierapport naar houder : 24-07-2018 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 24-07-2018

Openbaar maken inspectierapport :

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2 van

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in

10 van 15 Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in