Inspectierapport. Buitenschoolse opvang Krullevaar (BSO) Zandsloot HK Broek op Langedijk. Registratienummer

(1)

Inspectierapport

Buitenschoolse opvang Krullevaar (BSO) Zandsloot 14

1721 HK Broek op Langedijk Registratienummer 104724766

Toezichthouder: GGD Hollands Noorden

In opdracht van gemeente: Langedijk

Datum inspectie: 25 oktober 2021

Type onderzoek: Incidenteel onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 27 december 2021

(2)

2 van 16 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang incidenteel onderzoek 25-10-2021

Krullevaar te Broek op Langedijk

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Onderzoeksopzet ... 3

Beschouwing ... 3

Advies aan College van B&W ... 5

Observaties en bevindingen ... 6

Pedagogisch klimaat ... 6

Personeel en groepen ... 9

Accommodatie ... 10

Overzicht getoetste inspectie-items ... 12

Pedagogisch klimaat ... 12

Personeel en groepen ... 13

Accommodatie ... 14

Gegevens voorziening ... 15

Opvanggegevens ... 15

Gegevens houder ... 15

Gegevens toezicht ... 15

Gegevens toezichthouder (GGD) ... 15

Gegevens opdrachtgever (gemeente) ... 15

Planning ... 15

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 16

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek.

Dit onderzoek doet de toezichthouder als daar aanleiding toe is. De aanleiding kan verschillen en daarom kunnen de eisen die hij beoordeelt ook verschillen.

Beschouwing

De kwaliteit van de opvang van kinderen is van invloed op hun ontwikkeling. Daarom stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan de kinderopvangorganisaties in de Wet kinderopvang.

Het inspectierapport geeft per geïnspecteerd onderdeel een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. De getoetste items kunnen per inspectie verschillen.

Op de laatste pagina's van het rapport staat een overzicht van alle getoetste inspectie-items.

Voor een uitgebreide uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.

De locatie

Buitenschoolse opvang (BSO) Krullevaar is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK)

geregistreerd met 140 kindplaatsen. Er wordt opvang geboden in 6 basisgroepen aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. De locatie verzorgt van maandag tot en met vrijdag, voorschoolse-, naschoolse- en vakantie opvang.

Daarnaast worden tevens kinderen opgevangen die kort op deze locatie verblijven omdat ze een activiteit gaan doen zoals: zwemmen of sporten op sport BSO Waaidorp, een BSO van dezelfde houder. De BSO bevindt zich in het verzamelgebouw Mayerslot tezamen met twee basisscholen, een sportschool en een aantal appartementen.

De basisgroepen beschikken, voor een deel, over eigen groepsruimtes. Tijdens de ochtend wordt een aantal groepsruimtes gebruikt voor de peuteropvang van kinderdagverblijf (KDV) Tierlantijn, eveneens onderdeel van Allente.

De ruimtes van Allente, scholen en opvang worden waar mogelijk met elkaar gedeeld.

Gemeente Langedijk, heeft in 2018 in overleg met de wethouder en gebouwenbeheer het vrij gegeven om intern gebruik met elkaar overeen te komen, zonder steeds wijzigingen aan de gemeente door te moeten geven over het gebruik van de verschillende ruimtes. Dat maakt het gezamenlijk gebruik van ruimtes een stuk toegankelijker en efficiënter.

(4)

Krullevaar te Broek op Langedijk Inspectiegeschiedenis

• Tijdens de jaarlijkse inspectie van 2018, werd aan de getoetste voorwaarden voldaan.

• Tijdens de jaarlijkse inspectie van oktober 2019, werd aan de getoetste voorwaarden voldaan.

Tevens bleek een uitbreiding van het maximaal kindaantal op deze locatie noodzakelijk.

De houder diende een wijzigingsformulier bij de gemeente Langedijk in met het verzoek het aantal kindplaatsen te verhogen naar 164 per dag. Echter, navraag bij de regiomanager leerde dat met de huidige invulling van basisgroepen, hooguit tot een maximum van 140 kindplaatsen per dag kon worden uitgebreid. In verband met het verzoek tot uitbreiding, beoordeelde de toezichthouder een aantal aanvullende voorwaarden, waarna de toezichthouder de gemeente adviseerde een wijziging door te voeren in het LRK en het aantal kindplaatsen te verhogen naar maximaal 140 per dag. Bij volle groepen is het mogelijk dat op 1 dag tegelijkertijd 148 kinderen aanwezig zijn op locatie BSO Krullevaar.

De locatie is echter voor 140 kindplaatsen per dag geregistreerd. Navraag van de

toezichthouder leerde dat ook de kinderen van BSO Waaidorp moeten worden meegeteld bij het kindaantal aanwezig op locatie Krullevaar (eerder nam de toezichthouder aan dat dit niet nodig was). Dit betekent dat het kindaantal voor deze locatie moet worden opgehoogd naar 148 met een aanpassing van de invulling van de basisgroepen. Dit is besproken met de regiomanager. Ze gaf aan het verzoek tot wijziging van het kindaantal voor deze locatie in gang te zetten.

• Vanwege de maatregelen omtrent COVID-19 heeft in 2020 geen jaarlijks onderzoek plaatsgevonden.

• Tijdens het jaarlijkse onderzoek van 2021, constateerde de toezichthouder dat de locatie voor maximaal 140 kindplaatsen staat geregistreerd en dat geen wijziging/verhoging van het maximaal aantal kindplaatsen heeft plaatsgevonden. Tijdens het onderzoek constateerde de toezichthouder ook dat, vanwege een interne verhuizing, de basisgroepen, in een aantal gevallen zijn samengevoegd of een andere groepsruimte hebben. Vooruitlopend op de vorming van een Integraal kindcentrum (IKC) en de behoefte aan extra klaslokalen van de inpandige scholen, moet een aantal BSO groepen van Allente van ruimte wisselen.

Tijdens het inspectiebezoek is deze verhuizing gaande. De groepen die verhuizen zijn:

Raasdonders, kinderen van 5/6 jaar gaan naar de bovenverdieping. BSO groep Bikkels, kinderen van 8 jaar en ouder, verhuizen vanaf 3 augustus 2021 naar een groepsruimte op de begane grond. Tevens wordt een atelier gecreëerd en zal de keuken als activiteitenruimte aangepast worden. Vanwege het gegeven dat door de interne verhuizing geen volledige praktijkobservatie kan plaatsvinden, is met gemeente Langedijk overeengekomen, in 2021 alsnog een praktijkobservatie op de locatie te laten plaatsvinden.

Tevens constateerde de toezichthouder tijdens het onderzoek dat niet aan alle getoetste voorwaarden werd voldaan. Er werden tekortkomingen geconstateerd op voorwaarden binnen het item, Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang. Waarna de toezichthouder handhaving adviseerde. Gemeente Langedijk verstuurde de houder op

7 september 2021 een aanwijzing en verstrekte GGDHN de opdracht tot het uitvoeren van een nader onderzoek.

• Tijdens het nader onderzoek van 4 oktober 2021, naar de tekortkomingen uit het jaarlijkse onderzoek van augustus 2021, waren de tekortkomingen opgeheven en werd aan de getoetste voorwaarden voldaan.

De inspectierapporten zijn in te zien op www.landelijkregisterkinderopvang.nl.

(5)

Krullevaar te Broek op Langedijk Het onderzoek

Dit onderzoek, betreft een praktijkobservatie. De toezichthouder heeft gesprekken gevoerd met de beroepskrachten en er hebben observaties plaatsgevonden om de (pedagogische) praktijk te beoordelen. Verder zijn de nodige documenten ingezien en nagestuurd.

De bevindingen zijn besproken met de beroepskrachten en de locatieverantwoordelijke.

Met de locatieverantwoordelijke is tevens de aanpassing van het maximum aantal kindplaatsen besproken. Het maximum aantal kindplaatsen kan na een visuele beoordeling van het aantal beschikbare m² en een documentenonderzoek, door de toezichthouder, in het LRK gewijzigd worden naar maximaal 148 kindplaatsen.

Conclusie

Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) toe te wijzen.

(6)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Voor dit onderwerp gelden de volgende eisen:

De houder moet een pedagogisch beleid hebben. In het pedagogisch beleid beschrijft de houder duidelijk hoe hij/zij zorgt voor verantwoorde kinderopvang. Verantwoorde kinderopvang betekent:

Het bieden van emotionele veiligheid, het stimuleren van de persoonlijke en sociale vaardigheden en de overdracht van waarden en normen. Ook beschrijft de houder onderwerpen zoals de indeling en grootte van de groepen, de inzet van beroepskrachten, het mentorschap en het wenbeleid.

De houder is er verantwoordelijk voor dat de beroepskrachten handelen volgens het pedagogisch beleid.

Van de beoordeelde eisen staat een beschrijving van wat bekeken, gelezen en/of besproken is.

Pedagogisch beleid

De houder beschikt over een algemeen pedagogisch beleidsplan voor de gehele organisatie.

Daarnaast heeft zij voor elke opvangsoort en voor elke locatie een specifiek pedagogisch werkplan opgesteld. Hierin staat de vertaalslag van de overkoepelende visie naar de praktijk van de opvang.

Verder is er een actuele versie van het pedagogisch werkplan met daarin de omschrijving van de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroepen.

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft de maximale groepsgrootte en de leeftijdsopbouw van alle basisgroepen.

Pedagogische praktijk

Tijdens dit onderzoek is beoordeeld of de houder zorg draagt voor verantwoorde opvang.

Hierbij dient de houder rekening te houden met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden en zorgen dat:

• op een sensitieve en responsieve manier met kinderen wordt omgegaan, respect voor de autonomie van kinderen wordt getoond en grenzen worden gesteld aan en structuur wordt geboden voor het gedrag van kinderen, zodat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen

• kinderen spelenderwijs worden uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische

vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving

• kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en vaardigheden worden bijgebracht, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden

• kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij

(7)

Voor de beoordeling van het bieden van verantwoorde kinderopvang is het openbare

‘veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra’ gebruikt. Indicatoren uit dit veldinstrument worden cursief weergegeven.

De observatie heeft plaatsgevonden in de middag bij de basisgroepen tijdens een moment van vrij spel, een eet- en drinkmoment en het buitenspelen.

Indicator:

De inrichting van (een deel van) de ruimte sluit aan op de behoefte van de 8+er. Zij kunnen zich daar terugtrekken voor ontspanning (chillen, gamen, hangen) of thema-activiteiten (bv mode- atelier, acrobatiekruimte, werkplaats met gereedschap).

Praktijkvoorbeeld:

Conform de afspraak van het vorige inspectiebezoek, is het atelier uitdagend ingericht.

Alle beschikbare materialen zijn zichtbaar in de open en op elkaar gestapelde houten kratten, die aan de muur bevestigd zijn. Het meeste materiaal kunnen de kinderen zelf pakken en voor de materialen die wat hoger opgeborgen zijn, is de afspraak dat wordt overlegd met een

beroepskracht. De kinderen van 8 jaar en ouder mogen zelfstandig in het atelier werken.

De jongere kinderen alleen onder begeleiding van een beroepskracht. Tijdens het inspectie bezoek knutselen 3 kinderen van 8 jaar en ouder zonder beroepskracht in het atelier.

Indicator:

De beroepskrachten en de kinderen waarderen elkaars aanwezigheid door samen te praten, naar elkaar te luisteren, plezier te maken, ervaringen te delen. Ieders inbreng draagt bij aan de wederzijdse relatie en interactie. Kinderen delen hun ervaringen en emoties graag met (één van) de beroepskrachten.

Praktijkvoorbeeld:

In de groep van kinderen van 4 en 5 jaar is een eet- en drinkmoment aan de gang.

De kinderen zitten aan 2 tafels, onder begeleiding van 3 beroepskrachten. De kinderen mogen zelf kiezen welk beleg ze op hun cracker willen en tijdens het wachten wordt een spelletje pingelen gedaan, waarbij één kind iets mag uitleggen/voordoen, waarna de andere kinderen moeten raden wat wordt bedoeld. Na het eet- en drink moment wordt een spinnenweb activiteit gaan.

De beroepskrachten hebben witte touwen, op de grond van de groepsruimte gespannen en plastic spinnen verspreid. De kinderen worden aangemoedigd om de spinnen te vangen maar ze kunnen er alleen bij als ze zich houden aan de spelregels, namelijk alleen over het spinnenweb lopen. Als je dat niet doet of je evenwicht verliest ben je af!

Indicator:

Het moment van vertrek (van kind of beroepskracht) verloopt rustig en goed georganiseerd.

De beroepskrachten hebben een duidelijke taakverdeling (wie ontvangt ouder, begeleidt kind bij vertrek, houdt zicht op de aanwezige kinderen).

De beroepskrachten nemen van ieder afzonderlijk kind afscheid met een persoonlijke opmerking of groet.

De beroepskrachten weten wat de afspraken zijn voor individuele 8+ers over hun zelfstandig komen en gaan. Binnen de groepsroutine houden de beroepskrachten hier rekening mee.

(8)

Krullevaar te Broek op Langedijk Praktijkvoorbeeld:

Vanwege een studiedag is de opvang de hele dag geopend. Aan het einde van de opvangdag spelen de kinderen meestal buiten. Ouder(s) halen de kinderen ook in de buitenruimte op. Eén beroepskracht staat bij het hek waar ouder(s) binnenkomen.

De ouder(s) van de kinderen uit de groep van deze beroepskracht krijgen bij het hek een overdracht én de beroepskracht noteert welke kinderen worden opgehaald. Dit is ook een

werkwijze die er voor moet zorgen dat kinderen niet in een onbewaakt moment door het geopende hek weglopen. De kinderen die zelfstandig naar huis mogen, komen vragen of het al tijd is om naar huis te gaan en melden zich af als ze naar huis gaan.

Indicator:

Er is een programma met routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor (enige) flexibiliteit voor onvoorziene situaties, uitloop van geplande activiteiten of voorkeur-activiteiten van kinderen.

Praktijkvoorbeeld:

Voorafgaand aan het buitenspeelmoment, vraagt een beroepskracht de aandacht van de kinderen van groep Raasdonders voor kinderen van 5 en 6 jaar. De kinderen zitten na een eet-drinkmoment aan tafel en de beroepskracht vraagt of de kinderen stil willen zijn.

Ze bespreekt de groepsregels met de kinderen en vraagt aan de kinderen: ''Wat nemen we mee naar beneden?'' ''Onze tassen!'' zegt een kind. ''Wat nog meer'' vraagt de beroepskracht.

''Onze jassen en onze werkjes'' zegt een ander kind. ''En wat doen we op de trap naar beneden?'' vraagt de beroepskracht. ''Niet duwen en twee aan twee lopen!'' roepen de kinderen. ''Heel goed!'' zegt de beroepskracht. Waarna de groep gezamenlijk het lokaal verlaat en de kinderen zich met hulp van de beroepskracht aan de groepsregels houden.

Bovenstaande betreft slechts enkele voorbeelden van verschillende observaties.

Tijdens het inspectiebezoek is aan de getoetste voorwaarde voldaan.

Gebruikte bronnen

• Interview houder (locatieverantwoordelijke)

• Interview anders namelijk: (beroepskrachten)

• Observatie(s) (praktijk, binnen- en buitenruimte)

• Website (www.allente.nl)

• Pedagogisch beleidsplan (BSO versie januari 2020)

• Pedagogisch werkplan (VGB locatie plan BSO de Krullevaar, versie oktober 2021)

(9)

Krullevaar te Broek op Langedijk Personeel en groepen

Binnen de buitenschoolse opvang is het verplicht om de kinderen op te vangen in vaste

basisgroepen. Er moet voldoende personeel op elke groep zijn. Hoeveel beroepskrachten nodig zijn, is afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd.

Elke beroepskracht moet een geldig diploma hebben en ingeschreven staan in het Personenregister Kinderopvang. Een pedagogisch beleidsmedewerker begeleidt de beroepskrachten in hun werk.

In de basisgroepen spreken de beroepskrachten Nederlands met elkaar en met de kinderen.

Hieronder staat de beoordeling van de toezichthouder. Van de beoordeelde eisen staat een beschrijving van wat bekeken, gelezen en/of besproken is.

Stabiliteit van de opvang voor kinderen

BSO Krullevaar is voornemens, nadat de wijziging kindplaatsen is doorgevoerd, maximaal 148 kinderen op te vangen in 6 basisgroepen. Basisgroep BSO Waaidorp is na schooltijd kort aanwezig op de locatie, waarna de kinderen naar de sport BSO vertrekken.

• Basisgroep Flattekatjes zal maximaal 20 kinderen opvangen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar

• Basisgroep Flattekatjes 4+ zal maximaal 20 kinderen opvangen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar

• Basisgroep Bikkels zal maximaal 24 kinderen opvangen in de leeftijd van 7 tot 13 jaar

• Basisgroep Zaza zal maximaal 22 kinderen opvangen in de leeftijd van 6 tot 8 jaar

• Basisgroep Zaza plus (flex) zal maximaal 20 kinderen opvangen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar

• Basisgroep Raasdonders zal maximaal 20 kinderen opvangen in de leeftijd van 5 tot 8 jaar

• Basisgroep Waaidorp (korte tijd op de locatie aanwezig) zal maximaal 20 kinderen opvangen in de leeftijd van 8 tot 13 jaar

De kinderen van basisgroep BSO Waaidorp verzamelen op BSO Krullevaar. Deze groep heeft een open-deuren-beleid met basisgroep Bikkels voor de duur van 30-45 minuten tijdens het eten en drinken. Daarna vertrekt BSO Waaidorp naar de sport BSO. Kinderen van BSO Waaidorp komen mee terug naar locatie Krullevaar als zij rond 17.30 uur nog niet zijn opgehaald.

De kinderen die meedoen aan een zwemactiviteit op dinsdag en donderdag verzamelen zich ook op locatie Krullevaar en vertrekken gezamenlijk met de bus en vaste medewerkers om naar de

zwemles te gaan. Vanuit het zwembad worden de kinderen opgehaald door de ouder(s).

De kinderen komen niet meer terug op locatie Krullevaar.

De kinderen, die zwemactiviteiten hebben, zijn gedurende studiedagen en vakanties wel op locatie Krullevaar voor de dagen dat zij normaal gesproken zwemactiviteiten hebben.

(10)

Krullevaar te Broek op Langedijk Accommodatie

De binnenruimte en de buitenruimte moeten groot genoeg zijn. Ook zijn de ruimtes voor de kinderen veilig en toegankelijk. De inrichting van de ruimtes stimuleert de kinderen om te spelen.

Hieronder staat de beoordeling van de toezichthouder. Van de beoordeelde eisen staat een beschrijving van wat bekeken, gelezen en/of besproken is.

Eisen aan ruimtes

Per kind dient minimaal 3,5 m² binnenspeelruimte en minimaal 3,0 m² buitenspeelruimte beschikbaar te zijn welke passend is ingericht.

• Basisgroepsruimte Flattekatjes heeft een oppervlakte van 63.3 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 18 kinderen

• Basisgroepsruimte Flattekatjes 4+ heeft een oppervlakte van 62.6 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 17 kinderen

• Basisgroepsruimte Bikkels 8+ heeft een oppervlakte van 62.8 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 18 kinderen

• Basisgroepsruimte chill ruimte kids, 1e verdieping, heeft een oppervlakte van 14.7 m².

Dit is voldoende voor het opvangen van 4 kinderen

• Basisgroepsruimte keukenthema ruimte kids, 1e verdieping, heeft een oppervlakte van 13.9 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 4 kinderen

• Basisgroepsruimte speelruimte kids, 1e verdieping, heeft een oppervlakte van 14.3 m².

• Basisgroepsruimte speelruimte kids, 1e verdieping, heeft een oppervlakte van 12.5 m².

• Basisgroepsruimte Zaza flex, 1e verdieping heeft een oppervlakte van 30.5 m².

• Basisgroepsruimte Zaza heeft een oppervlakte van 45.2 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 13 kinderen

• Basisgroepsruimte Raasdonders heeft een oppervlakte van 54 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 15 kinderen

• Basisgroepruimte Waaidorp heeft een oppervlakte van 98 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 28 kinderen.

De centrale hal/aula die gebruikt gaat worden en voor de kinderen te allen tijde vrij toegankelijk is, heeft een oppervlakte van 200 m². Dit is voldoende voor het opvangen van 57 kinderen.

Het totaal aantal m² van de 2 aula's is 438 m². De helft van de aula's is te allen tijde beschikbaar voor de BSO.

Basisgroepsruimte Speellokaal en de aula's zijn de drie nieuwe ruimtes waar de aanvraag voor is gedaan.

Het speellokaal heeft een oppervlakte van 98 m². Dit is voldoende voor het opvangen van maximaal 28 kinderen. Deze ruimte wordt gebruikt voor de kinderen van BSO Waaidorp.

De ruimtes die gebruikt gaan worden voor de extra aangevraagde kindplaatsen, zijn voldoende ruim voor de uitbreiding van kindplaatsen van 140 naar 148.

(11)

De BSO heeft de beschikking over een aangrenzende buitenruimte. Dit betreft, het schoolplein, een buitenruimte aan de voor- en zijjkant van het pand. De buitenruimte is voldoende ruim voor het aangevraagde kindaantal van 148.

Aan de getoetste voorwaarde is voldaan.

• Plattegrond (voor de locatie is een plattegrond aanwezig van het hele gebouw Mayerslot)

(12)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat in de buitenschoolse opvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld.

(art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in artikel 11 van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen worden gesignaleerd en ouders worden doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de basisgroepen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder d Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder e Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de tijden waarop er minder beroepskrachten worden ingezet dan vereist is op basis van het aantal

aanwezige kinderen, alsmede de tijden waarop in ieder geval niet daarvan wordt afgeweken en wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De afwijkende inzet van het minimumaantal beroepskrachten op grond van de beroepskracht-kindratio kan op de dagen van de week verschillen, zij het dat de afwijkende inzet niet per week verschilt.

(art 1.50 lid 2 en 1.60c lid 1 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de aard en de organisatie van de activiteiten waarbij kinderen de basisgroep kunnen verlaten.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang)

(13)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van het beleid ten aanzien van het gebruik kunnen maken van buitenschoolse opvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de buitenschoolse opvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder e Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de omgang met de basisgroep bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder d Besluit kwaliteit kinderopvang)

Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de wijze waarop meertalige buitenschoolse opvang in het kindercentrum wordt vormgegeven.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder f Besluit kwaliteit kinderopvang)

Pedagogische praktijk

In het kader van het bieden van verantwoorde buitenschoolse opvang, draagt de houder van een kindercentrum er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden:

a. op een sensitieve en responsieve manier met kinderen wordt omgegaan, respect voor de autonomie van kinderen wordt getoond en grenzen worden gesteld aan en structuur wordt

geboden voor het gedrag van kinderen, zodat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen;

b. kinderen spelenderwijs worden uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving;

c. kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en

vaardigheden worden bijgebracht, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden;

d. kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij.

(art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 11 Besluit kwaliteit kinderopvang)

Personeel en groepen

Stabiliteit van de opvang voor kinderen

Bij buitenschoolse opvang vindt de opvang plaats in basisgroepen. Een kind wordt opgevangen in één basisgroep. De maximale grootte van de basisgroep wordt bepaald op grond van tabel 2 in bijlage 1, onderdeel b van het Besluit kwaliteit kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 18 lid 1, 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang)

(14)

Krullevaar te Broek op Langedijk Accommodatie

Eisen aan ruimtes

De binnen- en buitenruimtes waar kinderen verblijven gedurende de tijd dat zij worden

opgevangen, zijn veilig, toegankelijk en passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang)

Een kindercentrum beschikt over ten minste 3,5m² binnenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind.

Een kindercentrum beschikt over ten minste 3m² vaste buitenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum. In het geval een buitenspeelruimte niet aangrenzend is, is deze gelegen in de directe nabijheid van het kindercentrum en voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.

(15)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Krullevaar

Aantal kindplaatsen : 140

Gegevens houder

Naam houder : Stichting Allente opvang

Adres houder : Bogert 2

Postcode en plaats : 1721 PH Broek op Langedijk

Website : www.allente.nl

KvK nummer : 41240527

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hollands Noorden

Adres : Postbus 9276

Postcode en plaats : 1800 GG Alkmaar

Telefoonnummer : 088-0100549

Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw P. Leter

Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Langedijk

Adres : Postbus 15

Postcode en plaats : 1723 ZG NOORD-SCHARWOUDE

Planning

Datum inspectie : 25-10-2021

Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor

: 20-12-2021 : 27-12-2021

Zienswijze houder : 27-12-2021

Vaststelling inspectierapport : 27-12-2021 Verzenden inspectierapport naar houder : 27-12-2021 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 27-12-2021

Openbaar maken inspectierapport : 28-12-2021

(16)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Zienswijze BSO de Krullevaar

Datum; 23 december 2021

Beste Inspecteur,

Bedankt voor het inspectiebezoek op 25 oktober 2021. Het bezoek is als zeer aangenaam ervaren.

Er werden volgens de medewerkers vragen gesteld op dusdanige wijze dat het een open en transparant gesprek kon zijn.

De gegevens in het rapport zijn na hoor- en wederhoor op juistheid verwerkt.

De locatie is groot en complex en met de continue groei en wisselingen in aantallen van kinderen vergt het een goede samenwerking in het team en daar is zeker sprake van op de locatie.

De taken en verantwoordelijkheden zijn goed verdeeld. Het overzicht is er altijd op de hoeveelheid kinderen die opgevangen worden.

Ouders zijn ook altijd tevreden over de verleende BSO-diensten. Bedankt namens het team voor het goede inspectierapport en het prettige inspectiebezoek.

Vriendelijke groeten,

Manager Kinderopvang Allente