1
CHAPEAU KINDERWERK
Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse opvang
Een compliment voor ieder kind!
Sandra Zock Silvia Tuithof Februari 2021
Het pedagogisch werkplan geeft informatie over de manier van werken binnen Chapeau Kinderwerk. Het is in het dagelijks werken een rode draad voor het begeleiden van jonge kinderen. Hoofdstuk 1 en 2 hebben betrekking op alle
leeftijdgroepen. Hoofdstuk 3, 4 en 5 gaan specifiek in op bepaalde groepssamenstellingen
2
Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Voorwoord
1.2 Algemene doelstelling 1.3 Visie en doelstellingen 1.4 Visie naar de praktijk 1.5 Ouders
1.6 Oudercommissie 1.7 Medewerkers 1.8 Scholing 1.9 Stagiaires
Hoofdstuk 2 Pedagogische doelen en ontwikkeling kind 2.1 Bieden van emotionele veiligheid
2.2 Bevorderen van persoonlijke competentie 2.3 Bevorderen van sociale competentie 2.4 Bevorderen van morele competentie 2.5 Mentorschap
2.6 Signalering en begeleiding van gedrag en ontwikkeling Hoofdstuk 3 Algemeen pedagogisch kader Chapeau Kinderwerk
3.1 BSO locaties Chapeau Kinderwerk 3.2 Groepen
3.3 Samenstelling van de groepen
3.4 Inrichting van de groepsruimte en buitenruimte 3.5 Indeling dagritme
3.6 Voorschoolse opvang BSO Opijnen 3.7 Activiteiten binnen de BSO’s 3.7.1 Kinderparticipatie
3.8 Verlaten van de groep 3.9 Gezonde kinderopvang 3.10 Milieubewustwording 3.11 Voedingsbeleid 3.12 Vervoer van kinderen 3.13 Feesten en rituelen
3.14 Rol van de pedagogisch medewerker 3.15 Kennismaking en wennen
3.16 Ouder portaal KOV net
3.17 Televisie kijken, internet en spelcomputer Hoofdstuk 4 Wet en Regelgeving
4.1 Inspectie wet kinderopvang 4.2 Meldcode kindermishandeling
3
Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Voorwoord
Chapeau staat voor een positief opvoedingsklimaat. Kinderen in de kinderopvang zijn jong en kwetsbaar. Door een prettige sfeer, een compliment en persoonlijke aandacht van de pedagogisch medewerkers zal het kind zich veilig voelen. Het is onze taak om het kind zorgzaam, liefdevol en stimulerend te begeleiden, zodat het zich verder kan ontwikkelen tot een evenwichtige persoonlijkheid.
1.1 Algemene Doelstelling
Chapeau Kinderwerk biedt een antwoord op vragen van ouders en verzorgers m.b.t opvang, samen leren spelen en educatie. Ouders krijgen de mogelijkheid om de zorg en opvoeding van de kinderen te combineren met werk, een studie en/of een andere maatschappelijke invulling.
1.2 Visie en doelstellingen
Chapeau Kinderwerk hanteert een positief opvoedingsklimaat. Kinderen worden gestimuleerd in hun gedrag door complimenten en aanmoediging. Kinderen voelen zich hierdoor veilig en worden gestimuleerd om zichzelf verder te ontwikkelen. De opvoeder hanteert realistische verwachtingen en is zelf een goed voorbeeld voor het kind.
Chapeau Kinderwerk stelt zichzelf als doelstelling om door een positief opvoedingsklimaat kinderen uit te dagen in hun ontwikkeling tot zelfstandige en zelfbewuste mensen met een actieve deelname aan de maatschappij.
1.3 Visie naar praktijk
Het pedagogisch beleidsplan is een rode draad voor medewerkers van Chapeau Kinderwerk. Zij vertalen de visie en doelstellingen tijdens de dagelijkse activiteiten naar de praktijk met de kinderen. Voor iedere locatie is een pedagogisch werkplan opgesteld.
Daarnaast informeert het pedagogisch beleid en de verschillende bijlage van de locaties de ouders en verzorgers over de werkwijze en invulling van de opvang.
De pedagogische visie kent op verschillende manieren een vertaling naar de praktijk:
1) Dagelijks handelen van medewerkers
2) Oudercontacten; rondleidingen, intakegesprekken, haal- en brenggesprekken
3) Informatieverstrekking; Informatieboekje, ouderavonden, workshops, nieuwsbrieven en de website van Chapeau Kinderwerk.
1.5 Ouders
Ouders zijn en blijven eindverantwoordelijke van hun kind. De opvoeding en begeleiding wordt afgestemd waar kan met de ouders. Tijdens de intake wordt gevraagd of ouders belangrijke opvoedingswaarden hanteren, die voort te zetten zijn tijdens de opvang.
Ouders kunnen online via de website van Chapeau Kinderwerk (www.chapeaukinderwerk.nl) informatie vinden over het pedagogisch werkplan per locatie, veiligheids- en gezondheidsbeleid en verdere beleidstukken Verdere actuele informatie wordt via de mail naar ouders gestuurd
Naast deze communicatie, wordt er ook gebruik gemaakt van WhatsApp. Korte berichtjes en af en toe een foto, worden via de app verstuurd. Op deze manier houden wij graag direct contact met ouders.
1.6 Oudercommissie
Chapeau Kinderwerk beschikt over een oudercommissie. Een aantal keer per jaar wordt er overlegd tussen de oudercommissie en Sandra v.d. Laar. Het gaat daarbij o.a. om zaken als de uitvoering van het pedagogisch beleid, voedingsaspecten en de risico inventarisatie veiligheid en gezondheid. De oudercommissie heeft o.a. op deze zaken adviesrecht. Daarnaast is de oudercommissie soms betrokken bij ouderavonden en feesten.
1.7 Medewerkers
Medewerkers zijn zich bewust van hun essentiële rol om een positief pedagogisch klimaat te scheppen en te voldoen aan de verwachtingen zoals de organisatie dat verwoord. Kinderen hechten zich aan medewerkers. Hierdoor treedt een medewerker op als een vertrouwenspersoon van het kind. Medewerkers helpen het kind door o.a. gevoelens te benoemen en te verwoorden, de helpende hand te bieden, vriendelijk te zijn en kinderen welkom te heten.
4
Alle medewerkers hebben minimaal een gerichte MBO opleiding met aanvullende kwaliteiten passend bij het vak kinderopvang. De medewerkers kunnen allen een Verklaring Omtrent Gedrag overhandigen. De voertaal is Nederlands binnen Chapeau Kinderwerk.
Elke locatie heeft zijn eigen vaste pedagogisch medewerkers. Medewerkers hebben vaste werkdagen, maar kunnen wisselende diensten hebben. Er word op iedere locatie vaak met 2 diensten gewerkt bij de BSO’s. van 14.00 tot 17.30 en van 14.00 tot 18.15.
In verband met de kindbezetting wordt in de vakanties de verschillende locaties samengevoegd. Tijdens de vakantieperiode werken de medewerkers 9 uur per dag. De pauzes vinden plaats tussen 13.00 -14.00 uur.
Bij ziekte of vrije dag van een medewerker zal het streven zijn, dat de andere medewerker de werkdag waarneemt. In andere gevallen zal er een vaste invalkracht gevraagd worden de groep waar te nemen.
De specifieke werktijden en de pedagogisch medewerkers van de BSO-locaties zijn terug te vinden in het specifieke pedagogisch werkplan voor de locaties, te vinden op de website.
1.8 Scholing
De kwalificatie-eisen voor pedagogisch medewerker kinderopvang liggen vast in de cao-kinderopvang. Deze is in te zien op via de website; cao kinderopvang
Al onze medewerkers hebben een afgerond mbo of hbo diploma. De medewerkers zijn in het bezit van een Kinder-EHBO diploma. Tweejaarlijks wordt de vervolgcursus gevolgd om de kennis up-to-date te houden. Per locatie is minimaal 1 persoon aanwezig met een BHV-diploma. Deze opleiding wordt jaarlijks herhaald.
Coaching medewerkers
Binnen Chapeau Kinderwerk is Silvia Tuithof van Ballegooyen aangesteld als pedagogisch coach/beleidsmedewerker.
De functie coach/pedagogisch beleidsmedewerker heeft als doel een bijdrage te leveren aan het voorbereiden en ontwikkelen en vertaling naar de werkpraktijk van het pedagogisch beleid. Bewaakt, realiseert en evalueert het beleid.
Tevens heeft de coach/pedagogisch beleidsmedewerker als allround coach een actieve rol in de verdere professionele ontwikkeling van de pedagogische medewerkers, individueel en in teamverband. En levert een bijdrage aan de juiste uitvoering van het pedagogisch beleid op de locatie.
Het pedagogisch coachingsplan is ten inzage voor medewerkers.
Wij vinden het belangrijk om cursussen te volgen die relevant zijn voor het werken in de kinderopvang.
1.9 Stagiaires en ondersteunende beroepskrachten
Op de groep stagiaire aanwezig zijn. In de kinderopvang kennen we stagiaires met een BBL opleiding (werken en leren tegelijk) en de BOL opleiding (dagonderwijs en stage) Beide functies vallen onder de verantwoordelijkheid van de medewerker van de groep en zullen niet alleen met een groep kinderen, buiten toezicht van de medewerkers, activiteiten op zich nemen.
Stagiaires zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag en zijn gekoppeld aan het persoonsregister Kinderopvang.
Chapeau Kinderwerk is een erkend leerbedrijf. Stagiaires worden begeleid aan de hand van hun BPV boek van school.
Stagiaires met een BOL opleiding kunnen bij goed functioneren en vanaf hun 2e leerjaar formatief worden ingezet op de groep. Het betreft dan een incidentele situatie, waarbij een collega bijv. ziek is. Stagiaires worden conform Wet Kinderopvang formatief ingezet.
Het meewerken van de stagiaire in de formatie moet aan de volgende voorwaarde voldoen;
• De stagiaire functioneert ruim voldoende.
• De stagiaire draagt geen eindverantwoordelijkheid en staat met een vaste medewerker op de groep.
• De stagiaire werkt alleen op haar eigen stagegroep.
• Het werken draagt bij aan de ontwikkeling van de stagiaire in het werkveld.
Verwachtingen van stagiaires binnen Chapeau Kinderwerk
De taken die aan stagiaires worden gesteld op het gebied van pedagogische begeleiding zijn afhankelijk van de aard van de opleiding, het studiejaar waarin de stagiaire zich bevindt, om welk soort stage het gaat (blokstage of enkele dagen per week, langdurige stage of korte stage) en hoever de stage gevorderd is.
● Een juiste houding naar kinderen en ouders.
● De stagiair dient de afspraken en regels binnen Chapeau Kinderwerk te respecteren en in acht te nemen. Dit betekent dat er van de stagiair verwacht wordt dat hij handelt volgens de door Chapeau Kinderwerk gestelde visie.
● Het vormen van de gewenste beroepshouding door eigenschappen te bezitten zoals betrokkenheid, inzet,
enthousiasme, behulpzaamheid, loyaliteit, collegialiteit, eerlijkheid, doorzettingsvermogen, initiatief, overleggen en een positief kritische instelling.
5
● De stagiaire heeft verantwoordelijkheidsgevoel en is bereidt dit in de praktijk verder te ontwikkelen.
● Tijdens de stage verricht de stagiair activiteiten die functioneel zijn om zijn competenties te behalen.
● Er wordt verwacht van de stagiair dat hij zijn eigen leerproces bewaakt en dat hij bij problemen tijdig zijn werkbegeleider inschakelt.
● De stagiaire doet mee aan alle taken binnen het dagverblijf en/of BSO, zowel verzorgende als huishoudelijke taken.
Chapeau Kinderwerk streeft er naar om andere beroepskrachten introductie of workshops te laten aanbieden. Hierbij kan gedacht worden aan tandarts, brandweer, kunstenaar etc. Dit aanbod zal altijd plaatsvinden in het bijzijn van een pedagogisch medewerker van Chapeau Kinderwerk.
Begeleiding stagiaires binnen Chapeau Kinderwerk B.V.
Voor het begeleiden van een stagiaire worden een praktijkopleider en een werkbegeleider aangewezen. De praktijkopleider is Silvia Tuithof. Zij is eindverantwoordelijk voor de begeleiding en beoordeling van de stagiaire. De werkbegeleider is een pedagogisch medewerker van de groep waarmee de stagiaire samenwerkt. Zij voert de dagelijkse begeleiding van de stagiaire uit, door het bespreken en ondersteunen van de werkzaamheden en het voeren van begeleidingsgesprekken.
Taken van de praktijkopleider
• Het ondersteunen en coachen van de werkbegeleiders tijdens de stagebegeleiding.
• Het onderhouden van alle contacten met de onderwijsinstelling en de stagedocent.
• Het selecteren en plaatsen van stagiaires.
• Het voeren van een kennismakingsgesprek.
• Het introduceren van de stagiaire binnen het kinderdagverblijf.
• Het invullen en ondertekenen van de BPV-overeenkomst c.q. het stagecontract.
• Het geven van algemene informatie conform het begeleidingsschema en de stagewerkmap.
Taken van de werkbegeleider
• Het geven van informatie conform de stagewerkmap.
• De stagiaire kennis laten maken met kinderen, ouders en collega’s.
• Met de stagiaire opdrachten doornemen en ondersteunen bij de uitvoering ervan.
• De stagiaire ondersteunen om de doelstellingen van de stage te laten bereiken.
• Maandelijks een voortgangsgesprek met de stagiaire voeren.
• Deelnemen aan de evaluatie/beoordelingsgesprekken met school.
• Eventueel in samenwerking met de werkbegeleider de beoordelingslijsten invullen
Bij de start van de stage bepaalt de werkbegeleider of de stagiaire alle taken en doelstellingen die bij een voorafgaand leerjaar horen al beheerst. Als dit niet het geval is zal de stagiaire eerst aan deze taken gaan werken.
Elke maand vindt er een voortgangsgesprek plaats tussen de werkbegeleider en de stagiaire. Dit wordt door beiden schriftelijk voorbereid. Indien nodig is ook de praktijkopleider bij het gesprek aanwezig. Tijdens dit gesprek staat het verloop van het leerproces centraal.
De ingevulde rapportageformulieren worden door de stagiaire gebundeld in haar stagemap, zodat er indien nodig, een terugkoppeling gedaan kan worden naar eerdere gesprekken.
Chapeau Kinderwerk B.V. hanteert een uitgebreid stagebeleid, dat gebruikt wordt als werkdocument voor de medewerkers.
6
Hoofdstuk 2 Pedagogische doelen en ontwikkeling kind
Vier pedagogische doelen staan centraal, namelijk het bieden van emotionele veiligheid, het bevorderen van persoonlijke competentie, het bevorderen van de sociale competentie en het bevorderen van de morele competentie. Hieronder worden de pedagogische doelen nader uitgelegd.
1.Bieden van emotionele veiligheid
● Het kind welkom heten
● Het kind zien als individu binnen een groep
● Oogcontact maken
● Kind bij zijn voornaam noemen
● Gevoelens benoemen
● Het kind ruimte geven voor emoties te uiten
● Alert op pestgedrag
2. Bevorderen sociale competentie
● Positief taalgebruik
● Luisteren naar elkaar en elkaar laten uitspreken
● Gebruik van woorden als alsjeblieft en dankjewel
● Geen kinderen weren om mee te spelen
● Elkaar helpen bijv. jas aantrekken
3. Bevorderen persoonlijke competentie
● Aanbod van verschillende materialen en activiteiten
● Herkennen en erkennen en ontwikkelen van talenten
● Gebruik maken van verschillende leerstijlen
● Aanbod van vernieuwende workshops
● Kinderparticipatie
4. Bevorderen morele competentie
● Niemand buitensluiten
● Niemand pijn doen
● Hulp durven vragen en kunnen ontvangen
● Vriendelijk zijn
● Eerlijk zijn
● Geduldig zijn
2.1 Bieden van emotionele veiligheid
Vanaf het eerste moment dat een kind bij ons komt, heten we het kind welkom. We praten met het kind op ooghoogte en kijken het kind aan. Het is aan ons de taak om in te schatten hoe de situatie is. Wanneer een kindje verlegen is, zullen we het kindje met rust laten en het gesprek verder met de ouder voortzetten.
De ouder kent zijn eigen kindje het beste. Het contact wat wij met de ouders hebben is dan ook erg belangrijk. Door een goede overdracht van de ouders, kunnen wij gedrag van het kind plaatsen.
Ons streven is om vaste medewerksters op vaste dagen te laten werken. Op deze manier kan een kind zich hechten aan een medewerkster. Tijdens deze periode van hechting ontstaat er een vertrouwensband en zal het kind zich veilig gaan voelen.
Datgeen zo belangrijk is voor een goede ontwikkeling van het kind.
Bij Chapeau kinderwerk willen wij de kinderen graag opvangen in een gezellige warme huiselijke sfeer. Wanneer een kind 1 of meerdere dagen bij ons verblijft is het voor het kind fijn dat hij/zij zich thuis voelt. Maar hoe geef je dit “thuisgevoel”.
Een kind voelt zich bij ons gehoord. Wij luisteren actief naar een kind, wat houdt een kind bezig, proberen ons in te leven en proberen de gevoelens van het kind te verwoorden. Wij passen onze communicatie aan op het niveau van het kind. Dit doen we op ooghoogte. Op deze manier ben je dichter bij het kind.
Het kind krijgt bij ons ruimte om zijn emoties te laten zien, bijv. dansen, lachen, blij zijn, maar ook boos, verdrietig of teleurgesteld. We proberen het kind te leren hoe om te gaan met genoemde emotie en begeleiden waar nodig.
Wanneer nodig krijgt een kind grenzen aangeboden. Grenzen geeft een kind veiligheid. Door consequent te zijn in ons handelen weet een kind waar het aan toe is.
Daarnaast leren de kinderen met elkaar om te gaan. Het maken van vrienden, het leren omgaan met iemand die kleiner of juist groter is of iets minder goed kan. Het leren respect hebben voor elkaar of iets wat iemand gemaakt heeft.
Op de groep hebben we voor elk kind iets te bieden. Een bank om lekker op te liggen of een boekje te lezen. Een grote tafel waar met zijn allen aan gedronken en gegeten kan worden of de mooiste knutselwerken kunnen worden gemaakt. Een kast vol met spelletjes en natuurlijk een buitenruimte waar de kinderen hun energie kwijt kunnen.
Zoals hierboven al even genoemd is, is veiligheid voor een kind heel erg belangrijk. Een veilige en vertrouwde omgeving met betrokken en vaste gezichten is een voorwaarde voor een goede ontwikkeling. Bij ons mag een kind zichzelf zijn, en zullen wij het, in samenwerking met de ouders zo goed mogelijk begeleiden.
7
Wij zijn verantwoordelijk voor het mooiste wat een ouder heeft, het kind.
2.2 Bevorderen van de persoonlijke competentie
Met persoonlijke competentie wordt gedoeld op de ontwikkeling van brede persoonskenmerken, zoals veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen en flexibiliteit, die kinderen in staat stellen om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Daarnaast omvat het begrip ook de
competenties van kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden, zoals de motorische, creatieve, taal- en cognitieve ontwikkeling. Goed kijken naar de individuele behoeftes van kinderen is van belang.
Ieder kind is uniek en heeft eigen unieke talenten. Door verschillende materialen en activiteiten aan te bieden zal het kind eigen talenten en kwaliteiten leren kennen. De medewerker biedt een gevarieerd aanbod aan van ervaringen en stimuleert deelname van het kind. Door zich optimaal in te leven in de belevingswereld van het kind, zal het kind passende activiteiten ervaren, die het zelfvertrouwen stimuleren. De medewerker stelt open vragen aan het kind, zodat het kind uitgenodigd wordt om een wens kenbaar te maken; Wat wil je graag doen?
Wanneer het kind het lastig vindt om dit aan te geven, zal de medewerker vanuit verschillende vaardigheden suggesties doen. We kunnen gaan knutselen of voetballen. Om het samen doen te bevorderen zal de medewerker stimuleren om samen tot een idee te komen.
De wijze waarop, wordt bepaald door de leeftijd van het kind en de mate waarin het kind zelf komt tot inspiratie voor een activiteit.
De activiteiten worden in een breed scala aangeboden op de groep, dit vanuit de training betekenisvol werken binnen de BSO.
De medewerker zal het kind stimuleren om zelf aan te geven wat het leuk vind om te doen. Kinderen zijn niet verplicht deel te nemen aan de geboden activiteiten. Het opstellen van het vakantieprogramma van de BSO zal zoveel mogelijk gebeuren in samenwerking met de kinderen.
2.3 Bevorderen van de sociale competentie
Door de opvang in de groep ervaart het kind meerdere kinderen in een groep. Al op jonge leeftijd kunnen er
vriendschappen ontstaan. Medewerkers zullen kinderen stimuleren om contact te maken met andere kinderen, rekening te houden met anderen, respect te tonen voor elkaar en elkaar een helpende hand te bieden. Het kind zal ervaren, dat het erbij hoort en mag zijn wie het is.
Door positief taalgebruik van de medewerker, door te luisteren naar het kind en door respect te tonen zal het kind de medewerker als een voorbeeld zien.
Chapeau Kinderwerk hecht waarde aan de volgende sociale vaardigheden:
• positief taalgebruik
• gebruik van woorden passend bij de leeftijd van het kind
• luisteren naar elkaar en elkaar laten uitpraten
• gebruik van woorden als alsjeblieft en dank je wel
• geen kinderen weren om mee te spelen
• elkaar helpen , oudere kinderen helpen jongere kinderen.
Tijdens o.a. de tafelmomenten en activiteiten besteedt de medewerker aandacht aan de sociale vaardigheden op een passende manier binnen de belevingswereld van het kind.
2.4 Bevorderen van de morele competentie
De medewerker geeft het juiste voorbeeld in bijv. de omgangsvormen en eetrituelen. Kinderen leren door een goed voorbeeld. Normen en waarden worden gedurende de dag door de medewerker herhaald en toegepast. Chapeau Kinderwerk hanteert o.a. de volgende normen en waarden:
• Liefde en respect voor elkaar
Er wordt niemand buitengesloten en we doen elkaar geen pijn
• Hulp vragen en kunnen ontvangen
De medewerker zal kinderen stimuleren om elkaar onderling te helpen.
• Vriendelijkheid
Vriendelijkheid uit zich door o.a. ‘dank je wel’ en ‘alsjeblieft’ te zeggen, niet te schreeuwen en oprecht naar elkaar te luisteren.
• Eerlijk zijn
Eerlijk zeggen wat er is gebeurd of is gezegd in o.a. conflictsituaties
• Geduldig zijn
Elkaar de tijd en ruimte te geven om zich te uiten of iets eigen te maken
8
2.5 Mentorschap
Ieder kind heeft een eigen mentor. De mentor is werkzaam op de groep van het betreffende kind. De mentor volgt de ontwikkeling van het kind en is het eerste aanspreekpunt voor ouders, wanneer een ouder ergens mee zit of zich zorgen maakt over zijn/haar kind.
De mentor is een van de vaste gezichten van het kind, maar naast de mentor heeft het kind natuurlijk ook andere
pedagogisch medewerkers om zich heen. Dat betekent dan ook dat ouders ook contact hebben met de andere pedagogisch medewerkers van de groep. De mentor hoeft niet altijd aanwezig te zijn.
Op de groepen is een lijst aanwezig waarop staat beschreven wie de mentor van het kind is.
2.6 Signalering en begeleiding van gedrag en ontwikkeling
Het in de gaten houden van de ontwikkeling van de kinderen en het signaleren van bijzonder gedrag is naast de dagelijkse verzorging een belangrijke taak van onze medewerkers. Wanneer een kind in onze ogen in ontwikkeling achterblijft of gedrag laat zien dat niet past in zijn of haar ontwikkelingslijn, zullen wij onze zorg uitspreken.
Dit gebeurt niet zomaar. Tijdens haalmomenten beschrijven wij het gedrag van het kind. Wij zullen ook vragen hoe het thuis gaat. Wanneer wij de zorg blijven houden, nodigen we de ouders uit voor een gesprek. Voorafgaande aan dit gesprek is er overleg geweest tussen de betrokken pedagogisch medewerksters en de pedagogische coach. Als er een observatie nodig is dan overlegd de pedagogisch medewerker dit eerst met de ouders. De pedagogisch coach observeert het kind tijdens de dagopvang en kan samen met de medewerker van de groep de bevindingendelen met de ouders. De pedagogisch coach vraagt of zij een observatie op schrift willen vast leggen, zo hebben ze een leidraad voor een gesprek met de ouders.
• Jeugdverpleegkundige en gezinscoach van het de STMR
• Team Sociaal gemeente West Betuwe
• Logopedie Kinderpraktijk
• Fysiotherapie B-Fysic (Hensens)
• Xie je Graag Kindercoaching van Germa Verhagen
Vroegtijdige onderkenning van een eventuele stagnatie in de (zintuiglijke) ontwikkeling, is met name van belang zodat een achterstand in de motorische, verstandelijke en/of sociale ontwikkeling voorkomen kan worden.
Na overleg met ouders zal er een plan van aanpak gemaakt worden en zal dit ook zo spoedig mogelijk in de praktijk gebracht worden. Wij blijven ouders informeren en op de hoogte houden over het verloop.
Wanneer er signalen ontstaan of worden opgevangen waarbij pedagogisch medewerksters het vermoeden hebben dat er sprake is van kindermishandeling, zullen wij werken met een signaleringslijst uit het protocol “kindermishandeling”. De leidinggevende zal vanaf het begin van deze “vermoedens” op de hoogte worden gehouden.
Belonen en corrigeren van gedrag
Chapeau Kinderwerk hanteert een positief opvoedingsklimaat. Dit betekent dat kinderen positief gestimuleerd worden om gewenst gedrag te bevorderen. Wanneer een kind gedrag vertoont dat niet wenselijk is, wordt dit gezegd tegen het kind. Je gaat in gesprek en legt uit waarom en luister zeker naar het kind. Dit aansluitend bij de belevingswereld van het kind.
We vinden het belangrijk dat kinderen leren van hun handelingen en dat de medewerker dit met het kind verwoord.
Bij herhaaldelijk correctie zal het kind als uiterste middel even time out krijgen. Dit betekent dat het kind even niet mee kan doen met het groepsgebeuren of even moeten stoppen met de activiteit of spelmateriaal.
Medewerkers zullen altijd de gebeurtenis nabespreken met het kind en op een positieve manier verder gaan.
Tijdens conflicten onderling tussen de kinderen treedt de medewerker op als bemiddelaar. Dit betekent, dat er eerst wordt gekeken hoe de kinderen het zelf kunnen oplossen. Mocht blijken dat dit niet lukt, dan zal de medewerker door
waarnemingen te benoemen de kinderen sturen naar een oplossing. De medewerker kan bijvoorbeeld zeggen; Ik zie dat je erg verdrietig bent, wat is er aan de hand? Of Hoe zou je het kunnen oplossen?
Wanneer de kinderen er zelf niet uitkomen, dan zal de medewerkers suggesties doen om te komen tot een oplossing.
Wanneer er in een groep herhaaldelijk gelijke gebeurtenissen plaatsvinden zal de medewerker er in de groep aandacht aan besteden. Wanneer er gedrag wordt vertoond in de groep m.b.t. pesten en/of buitensluiten zal de medewerker direct met de groep sturen naar een oplossing. Ouders zullen altijd op de hoogte gesteld worden van deze gebeurtenissen.
9
Hoofdstuk 3 Algemeen Pedagogisch Kader Chapeau Kinderwerk 3.1 BSO locaties Chapeau Kinderwerk
BSO Enspijk BSO Opijnen BSO Varik BSO Tuil Netstraat 1 Zandstraat 14 Walgtsestraat 26 Weerklank 10 4157 GT Enspijk 4184 EE Opijnen 4064 CL Varik 4176 CE Tuil 3.2 De groepen
De groepen worden ook wel stamgroepen genoemd. Ieder kind en medewerker is verbonden aan een stamgroep. Binnen deze stamgroep hebben kinderen een centrale tafel, speelhoeken en hechte vriendschappen. Alleen voor gerichte activiteiten verlaat het kind met een vertrouwde en bevoegde medewerker de stamgroep. De BSO groep verlaat o.a. de basisgroep en het terrein van de school om op het aansluitende veld naast de BSO, sport en spel activiteiten te doen. Dit gebeurt echter altijd met of met toestemming van een bevoegd medewerker van de groep of er is een
zelfstandigheidsverklaring ingevuld door ouder/kind
Tijdens de vakantieperiode kan het voorkomen dat het kind hun eigen stamgroep verlaat. Dan voegen we de verschillende BSO groepen samen. De verschillende BSO groepen worden samengevoegd in overleg met de ouder/verzorger.
3.3 Samenstelling van de groepen
Door de kleinschaligheid per locatie kent Chapeau Kinderwerk verticale leeftijdsgroepen.
Buitenschoolse opvang 4-12 jaar 11 kinderen, 1 pedagogisch medewerker Buitenschoolse opvang 4-12 jaar 20/22 kinderen, 2 pedagogisch medewerkers
De BSO groep eindigt op de eerste dag van de maand waarop voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
3.4 Groepsruimtes en buitenruimte
De groepsruimte wordt gekenmerkt door een huiskamersfeer. Waarin natuurlijke elementen naar voren komen ( steigerhout). Kinderen voelen zich veilig in deze ruimte en er is een gezellige sfeer. In de huiskamer vinden allerlei activiteiten plaats omtrent eten/drinken, spelletjes en knutselen.
In de huiskamer is de gelegenheid om te lezen, te puzzelen, spelletjes te doen, te knutselen, muziek te maken, te spelen met de auto’s en in de verschillende hoeken.
Buiten spelen is belangrijk voor kinderen. Buitenspelen geeft kinderen meer vrijheid dan binnen spelen. Medewerkers houden vaak meer afstand en kinderen kunnen daardoor zelfstandiger hun gang gaan en ontdekkingen doen zonder pedagogische inmenging. Daardoor krijgen ze meer vrijheid om over dingen na te denken en te fantaseren. Buiten spelen geeft andere ervaringen dan binnen spelen doordat de omgeving minder gestructureerd is. Je kunt er meer bewegen en meer lawaai maken. Vooral de natuur is een bron van nieuwe ervaringen. Klimmen, rennen, glijden, balanceren en balspelen . Het zijn ervaringen die kinderen sterk en handig maken en zelfvertrouwen geven. Deze ervaringen doen kinderen veel gemakkelijker buiten dan binnen op. Ten eerste is er buiten meer ruimte en ten tweede de omgeving lokt uit tot een motorische activiteit. Kinderen leren door alle motorische activiteiten hoe zij hun lichaam moeten gebruiken en op hun kracht en behendigheid moeten vertrouwen.
Het buitenspelen staat centraal bij alle BSO’s van Chapeau Kinderwerk.
We hebben tijdens het buitenspel respect voor de natuur en dieren.
3.5 Globale indeling dagritme
Een aantal terugkerende elementen geeft structuur aan de middag. Het kind dat de hele dag op school heeft gezeten, heeft behoefte aan vrije tijd en vrijheid, daarom bepaalt het kind in grote mate zelf de invulling van de middag.
Dagindeling schoolmiddag Dagindeling hele dag 15.00 uur Plassen- handen wassen 8.00 uur Vrij spel
Aan tafel drinken en iets eten 9.30 uur Aan tafel iets eten drinken/fruit 15.30 uur Aanbod activiteiten 10.30 uur Aanbod activiteit
Vrij spel/buiten spelen 12.30 uur Lunch 16.45 uur Aan tafel drinken en iets eten 13.15 uur Vrij spel
14.30 uur Drinken en versnapering 15.00 uur Activiteit
16.45 uur Drinken en versnapering
10
Voor de precieze tijden zie het pedagogisch werkplan van de locatie.
3.6 Voorschoolse opvang BSO Opijnen
Op de locatie BSO Opijnen bieden wij op maandag, dinsdag en donderdag ochtend voorschoolse opvang aan voor de kinderen van De Rietschoof van 7.15 tot 8.15. Voor meer informatie zie het pedagogisch werkplan van de locatie Opijnen.
3.7 Activiteiten binnen de BSO
Kinderen ontdekken de wereld om zich heen spelenderwijs. Gaandeweg en met vallen en opstaan ontdekken ze hun mogelijkheden en grenzen. We vinden het daarom belangrijk dat kinderen de kans krijgen om te doen wat bij hen past en sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen in de groep. We werken kindvolgend bij het ontwikkelen van het activiteitenaanbod en betrekken de kinderen zoveel mogelijk bij alles wat hen aangaat.
Actuele thema’s
We sluiten zoveel mogelijk aan bij de behoeftes van alle kinderen. Omdat we kindvolgend werken kunnen thema’s groot en klein zijn, waarbij niet alles van tevoren vast wordt gelegd. We weten immers van tevoren niet altijd waar de kinderen mee bezig zullen zijn. We observeren, bespreken wat we zien en gaan hier met de kinderen op in. Deze korte thema's zijn bij ons dus actuele onderwerpen die een uur of een middag lang de aandacht hebben en ons inspireren bij het kiezen van
activiteiten. Bij kortdurende actuele thema's kun je denken aan onderwerpen als een tandartsbezoek, een onverwachte hoosbui of andere spontane gebeurtenissen in de groep. Daarnaast werken we regelmatig een periode aan een langer thema dat de groep bezighoudt, zoals vriendschappen, hobby's van de kinderen en jaarfeesten. We geven deze grotere thema’s een naam die tot de verbeelding spreekt en bedenken daar zoveel mogelijk samen met de kinderen activiteiten bij.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
Culturele thema’s:
Theaterweken, De vloer op!, Theatersport in actie, De dansshow, Move like Michael Jackson, Het Concert, Herrie!, Samenspel in uitvoering, Rap-weken, enzovoort.
Kennisthema's:
Uitvindersweken, Naar de maan!, Sterren & zo, 112, Fietsweken, Rijbewijs in de dop!, Techniek, De Wetenschappers, Ambachten en beroepen, Weet wat je eet, enzovoort.
Sportieve thema's:
Voorbeelden: Atletiekweken, De Olympische spelen, WK Voetbal, American sports, Ondersteboven, enzovoort.
Gezondheidsthema's:
Voorbeelden: (H)eerlijk eten, Lekker in je vel, Wat is geluk?, Ik kan het!, Alle smaken van de wereld, Weten en (zw)eten, Relaxweken, Oosterse wijsheden, enzovoort.
Buitenthema's:
Huttenbouwweken, Onder gedonder, Tuinontwerpweken, Sneeuw!, Eskimofeest, Van de regen in de drup, Waterpret, Jonge dieren, Boerderij, enzovoort.
Jaarfeestthema's:
Oud en nieuw, Drie Koningen, Pasen, Pinksteren, Koninginnedag, Bevrijdingsdag, Sint Jansfeest, Sint Maarten, Sinterklaas, Kerstmis.
Sociale thema's:
Samen en alleen, Bij mij thuis, Dát is mijn familie!, Hoe is het om blind te zijn?, Buddyproject, enzovoort.
Seizoenen:
Lentekriebels, Zie jij al groen?, Zomerse sferen, Yes herfst!, Winterpret, Brrr…, Winterkost, enzovoort.
Een divers activiteitenaanbod
Is het thema gekozen en de naam bedacht, dan bedenken we met de kinderen allemaal verschillende soorten activiteiten.
Dit doen we met behulp van spel- en werkvormen voor kinderparticipatie die hier speciaal voor zijn ontwikkeld. Hiermee borgen we dat de activiteiten die we met de kinderen doen heel afwisselend zijn en hebben we aandacht voor de behoeftes van kinderen in alle leeftijden, voor zowel de jongens als de meisjes.
Een greep uit de activiteitensoorten die de kinderen doen:
Beeldend Creatief denken Houtbewerking
11 Knutselen Koken en bakken Muziek/zang/dans Ontspannend Spelvorm Sport Techniek Toneel/drama
3.7.1 Kinderparticipatie
Zoals gezegd hebben de kinderen een belangrijke stem bij, en grote invloed op, de activiteiten in onze BSO. Deze invloed hebben ze niet alleen bij het ontwikkelen van het activiteitenaanbod, maar bij vrijwel alles wat er in de groep speelt.
Kinderparticipatie draagt in belangrijke mate bij aan de vaardigheden die we van belang vinden in de ontwikkeling van kinderen. Zo draagt het onder andere positief bij aan het zelfvertrouwen, het verantwoordelijkheidsgevoel en de flexibiliteit van kinderen. Kinderen krijgen de kans om te leren een mening te vormen en rekening te houden met anderen,
alternatieven te bedenken en om te gaan met uitdagingen. Deze en meer zogenaamde 21ste -eeuwse vaardigheden zijn nauw verbonden met de manier waarop we vormgeven aan kinderparticipatie en de houding van onze pedagogisch medewerkers.
We observeren wat er bij de kinderen leeft en houden hier rekening mee bij de keuzes die we maken. Dit kan al vanaf heel jonge leeftijd, omdat het niet persé noodzakelijk is dat het kind kan verwoorden wat het nodig heeft of wil. Behalve observeren gebruiken we ook allerlei spel- en werkvormen voor kinderparticipatie. Afhankelijk van de groep en het onderwerp waarbij we de kinderen willen betrekken kiezen we een spel- of werkvorm die past. We wisselen spel- en werkvormen af, zodat de kinderen allemaal de kans krijgen hun mening te geven èn zodat het uitdagend en leuk blijft.
Een paar voorbeelden van de spel- en werkvormen die we gebruiken om de kinderen te betrekken bij het reilen en zeilen op de BSO:
De spreekstok - het kind dat de spreekstok vasthoudt mag praten, de rest luistert. Zo komt ieder kind aan bod
Mindmappen - met een themanaam in het midden van het papier bedenken we allemaal verschillende soorten activiteiten Doe-die-dans! - levend Mindmappen, bewegend op muziek in de ruimte
Deze spel- en werkvormen komen uit het boek ‘Betekenisvol werken in buitenschoolse tijd’ van Jessica Schouten. Het boek staat ter inzage bij ons op de locatie.
De basis van kinderparticipatie is de houding van onze pedagogisch medewerkers. Zij zijn constant alert op signalen van de kinderen en spelen hier zoveel mogelijk op in. Op deze manier krijgen kinderen bij ons de ruimte om te groeien, te ontdekken wat ze kunnen en leuk vinden en waar hun talenten liggen.
Tijdens de vakantieopvang is er een activiteitenprogramma. Dit wordt opgesteld in overleg met de kinderen. Tijdens de vakanties worden er wekelijks uitstapjes gedaan. Dit wordt verzorgd door een vaste medewerker en een tweede beroepskracht. Bij uitstapjes wordt er vervoer geregeld conform het vervoersbeleid van Chapeau Kinderwerk.
De eerste donderdag en vrijdag van de zomervakantie organiseert Chapeau een kamp. Ouders krijgen hiervoor een uitnodiging met daarop het programma, wat we gaan doen en waar.
De jongste kinderen tot 7 jaar oud doen alleen mee aan de 1e dag en aan het dagprogramma. Kinderen vanaf 7 jaar oud mogen blijven slapen.
De pedagogisch medewerker stimuleert het kind zelfstandig te spelen en initiatieven te nemen. Naarmate het kind ouder wordt, laat de pedagogisch medewerker het kind meer los. Het is mogelijk dat het kind afspreekt met vriendjes, zowel binnen als buiten de buitenschoolse opvang. Dit alleen na duidelijke afspraken tussen kind, ouders en Chapeau Kinderwerk.
Over meer vrijheid (zoals alleen naar huis gaan) worden afspraken gemaakt met de ouders en deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd en ondertekend door ouders (zelfstandigheidsverklaring). Meer vrijheid voor het kind betekent ook meer verantwoordelijkheid voor het kind.
12
3.8 Verlaten van de groep
Voor activiteiten kunnen de kinderen de groep verlaten. Hierbij kan gedacht worden aan het verzorgen van de dieren (Enspijk), voetballen in de pannakooi (Varik) , mais plukken (Opijnen) en spelen in de natuurspeeltuin.
Het verlaten van de groep gebeurd in overleg met de pedagogisch medewerker. Er wordt concreet afgesproken, waarom het kind de groep verlaat, met wie en wanneer het terug verwacht wordt. Kinderen in de leeftijd van de onderbouw hebben altijd begeleiding bij zich.
Activiteiten buiten de groepsruimte, maar in het gebouw;
• Op bezoek bij broers/zussen. Op locatie met verschillende stamgroepen kan het voorkomen dat broers en zussen niet bij elkaar in dezelfde stamgroep zetten. Gedurende de dag kan een pedagogisch medewerkster samen met het kind op bezoek gaan bij zijn/haar boer of zus. De pedagogisch medewerkster zal dan samen met het kind naar de groep lopen.
Activiteiten buiten het terrein van de BSO.
Om verschillende redenen kan het terrein van de BSO worden verlaten, zoals uitjes/wandelen in de nabije omgeving, het bezoeken van een plaatselijke winkel, de viering van een feest en het bezoeken van een speeltuin.
Ouders geven vooraf toestemming voor een uitje buiten het terrein van de BSO. Voor verdere acties tijdens een uitstapje zie vervoersbeleid.
3.9 Gezonde kinderopvang
Chapeau Kinderwerk wil dat kinderen gezond opgroeien. Want elk kind verdient een gezonde start. Daarom werkt Chapeau Kinderwerk volgens het landelijke initiatief Gezonde Kinderopvang. Want hoe eerder kinderen gezond gedrag aanleren, hoe beter. Ze hebben daar de rest van hun leven profijt van. De kinderopvang biedt unieke kansen om jonge kinderen een gezonde start te geven.
Al onze medewerkers weten hoe je een gezonde, actieve en veilige omgeving biedt, samen met ouders en kinderen. En hoe je zelf het gezonde voorbeeld geeft.
Verschillende pedagogisch medewerkers van Chapeau Kinderwerk hebben de basismodule van de scholing
“Een Gezonde Start” van Gezonde Kinderopvang afgerond.
Samen met de coach Gezonde Kinderopvang zijn ze de spil in de organisatie om de aandacht voor een gezonde leefstijl te borgen in het dagelijks werk en beleid binnen Chapeau Kinderwerk.
Gezonde kinderopvang kent de volgende tien thema’s:
1.Eet en drink gezond en gevarieerd 2.Beweeg veel en ga elke dag naar buiten 3.Schep ruimte voor groen en natuur 4.Werk aan sociaal emotionele ontwikkeling 5.Bied een vast dagritme aan
6.Minimaliseer ziekteverspreiding 7.Voorkom ongevallen
8.Ga bewust om met digitale media 9.Waarborg gezonde seksuele ontwikkeling 10.Bescherm tegen de zon
Al deze tien thema’s komen bij Chapeau Kinderwerk aan bod. De thema’s voeding, groen en bewegen hebben een vaste plek in ons dagelijks handelen en onze pedagogische visie.
Zo eten wij volgens de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum, trekken we er op uit in de natuur, hebben we groene buitenspeelplekken en is bewegen een vast onderdeel van ons activiteitenaanbod.
Dit is net zo vanzelfsprekend als sociaal emotionele ontwikkeling, dagritme, ongevallen voorkomen en minimaliseren van ziekteverspreiding.
Gezonde Kinderopvang ondersteunt organisaties met een praktische aanpak en scholing.
Zie ook www.gezondekinderopvang.nl.
13
3.10 Mileubewustwording
In ons pedagogisch werkplan staat voor iedere locatie beschreven wat wij als locatie/groep doen aan milieubewustwording.
3.11 Voedingsbeleid
Chapeau Kinderwerk vindt voeding een belangrijk onderdeel van de dagelijkse verzorging van de kinderen. Voeding wordt bewust en doordacht aangeboden. Daarnaast vinden wij het belangrijk, dat door het geven van voeding de individuele aandacht en/of het sociale aspect benadrukt wordt.
Bij de bepaling van ons beleid op dit gebied gaan we uit van een aantal basiswaarden, die wij als uitgangspunt nemen. Deze uitgangspunten zijn de volgende:
• Het eten wordt bereid volgens de richtlijnen uit het beleid veiligheid en gezondheid
• Het eten dient de gezondheid van het kind te bevorderen. Wij nemen daarom ook de richtlijnen van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding en de HACCP-richtlijnen in acht.
• Wij hanteren een standaard voedingspakket.
• Wij spelen in op de individuele behoeftes en omstandigheden van het kind (bijvoorbeeld een kind drinkt geen appelsap, extra drinkmomenten op warme dagen, geen koemelk in verband met allergie).
• Tijdens feestjes en andere bijzondere dagen kunnen wij afwijken van het standaard voedingspakket. Dan wordt er soms getrakteerd op blokjes kaas, een broodje worst, een ijsje of een plakje cake. Het aanbieden van zoetigheid zal beperkt geschieden
• Het eten dient aantrekkelijk en uitnodigend gepresenteerd te worden.
• De pedagogische medewerkers eten met de kinderen mee en vervullen zo een voorbeeldfunctie (het zogenaamde pedagogisch mee-eten).
Voedingspakket:
Buitenschoolse opvang Bruin brood
Vleeswaren Kaas Halvarine
Fruit, bananen appels, peer, seizoensfruit
Aanmaak limonade, water en thee Biscuitjes/ koekjes
Halfvolle melk Crackers/rijstwafels Chipjes ( tijdens vakantie)
Meer informatie over het voedingsbeleid, zie het document Voedingsbeleid te vinden op de website van Chapeau Kinderwerk.
3.12 Vervoer van kinderen binnen Chapeau Kinderwerk
Binnen Chapeau kinderenwerk halen wij kinderen op van verschillende scholen ( zie pedagogisch werkplan van locatie) Zij worden met eigen vervoer, de Chapeau Bus of met een taxi vervoerd.
We hebben dit beschreven in ons vervoersbeleid.
3.13 Feesten en Rituelen
Een feestelijke gebeurtenis in het leven van het kind, wordt in overleg met de ouders ook gevierd bij de BSO.
Hierbij kan o.a. gedacht worden aan geboorte van een broertje of zusje, trouwen ouders en natuurlijk het vieren van de eigen verjaardag. De verjaardagen van de kinderen worden aangekondigd op de toegangsdeur. De verjaardagen worden gevierd met alle kinderen. Met alle kinderen wordt er gezongen en muziek gemaakt. Na het openen van een cadeautje uit de grabbelton mag de jarige trakteren. Het heeft sterk de voorkeur om gezonde traktaties uit te delen.
Naast het vieren van persoonlijke gebeurtenissen besteden we ook aandacht aan algemene feestdagen, zoals Kerstmis, Oud en Nieuw en Pasen. Een keer per jaar organiseren we een uitgebreid feest voor alle kinderen, broertjes en zusjes en ouders. Dit feest zal steeds een wisselend thema krijgen.
14
3.14 Rol van de pedagogisch medewerker
De pedagogisch medewerker op de buitenschoolse opvang is organiserend en voorwaardenscheppend bezig, zodat het kind zelf kan spelen. Zij houdt afstand en stimuleert tegelijk het kind dat dit nodig heeft. Zij observeert en pikt signalen op van het kind. De pedagogisch medewerker is hierbij alert op pesten.
Zij kent de omgeving van de buitenschoolse opvang goed en weet waar uitdagingen en gevaren zitten voor de kinderen.
De pedagogisch medewerker geeft het kind ruimte om zijn vrije tijd zelf in te vullen. Zij zorgt voor gezelligheid en creëert een binding tussen de kinderen. Zij zorgt ervoor dat het kind zich veilig en geborgen voelt. Zij staat open voor het bespreken van de ervaringen van kinderen.
De pedagogisch medewerker van de buitenschoolse opvang is iemand die iets te bieden heeft voor het kind dat de opvang bezoekt. Zij heeft specialiteiten ontwikkeld en heeft ook oog voor het oudere kind.
De rol van de pedagogisch medewerker is dat zij openstaat voor inspraak van de kinderen. Zij overlegt en discussieert met de oudere kinderen en komt samen met hen tot ideeën. De pedagogisch medewerker biedt tevens leeftijd gerichte activiteiten aan.
3.15 Kennismaking en wennen
Voordat het kind nieuw op de buitenschoolse opvang komt, vindt er een kennismakingsgesprek plaats. In overleg met de ouders worden er afspraken gemaakt over hoe de wenperiode eruit zal zien.
Naast het invullen van de kind gegevens zullen er ook afspraken gemaakt worden over de zelfstandigheid van het kind tijdens het verblijf bij de BSO, het wordt voorgesteld aan de groep en welkom geheten. Als het kind zijn eerste dag heeft bij de BSO dan word er door een ander kind van de BSO een ‘rondleiding’ door de BSO gegeven. Zo leren zij spelenderwijs de groep en de andere kinderen kennen.
3.16 Incidentele opvang/ ruilen van uren
Binnen Chapeau Kinderwerk werken we met KOVnet. Dit is een online registratie systeem.
De ouder kan zelf zijn/haar facturen en jaaroverzichten inzien en downloaden. De ouder kan inloggen en de planning van zijn/haar kind zien, vervolgens kan de ouder kiezen uit de volgende opties:
een ruildag, een extra dag, bezetting wijzigen of een vrij dag aanvragen. Al deze aanvragen komen dan in KOVnet en de medewerkers kunnen deze aanvragen dan goedkeuren of afkeuren. Zo word het direct verwerkt in de kindplanning. Het is mogelijk binnen een kalenderjaar om uren te ruilen die niet zijn afgenomen, hiervoor hebben wij het urenpotjeHet urenpotje is een extra service, die wij aanbieden. Het idee achter dit potje is, dat u gemiste werkdagen vanwege bijv. ziekte van uw kind kan inhalen. Alleen dagdelen of hele dagen die afgemeld zijn via de KOVnet, kunnen we accepteren voor het urenpotje. Het tegoed van het urenpotje is alleen dit kalenderjaar geldig. Vanaf januari vervallen deze uren en gaat u voordat kalenderjaar weer opnieuw opbouwen.
3.17 Televisie kijken, internet en spelcomputer
De medewerkers van de BSO stimuleren actief spelen, buiten spelen, bouwen etc. Iedere locatie heeft afspraken gemaakt met de kinderen over het gebruik van spelcomputers/laptop. Deze activiteiten worden beperkt en afwisselend met actieve activiteiten aangeboden. De kinderen hebben geen toegang tot internet zonder direct toezicht van een volwassene.
Hoofdstuk 4 Veiligheid en gezondheid
Chapeau Kinderwerk heeft een uitgebreid veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid. Dit beleid is tot stand gekomen met de medewerkers van het team. Tijdens verschillende overlegmomenten wordt het veiligheids- en gezondheidsbeleid besproken. De achterwacht staat ook in dit beleid beschreven. Medewerkers worden getraind om hierin kritisch te zijn en elkaar te bevragen over de gekozen werkwijze.
4.1 Inspectie wet kinderopvang.
De GGD inspecteert in opdracht van de gemeente ieder jaar de locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van: ouderinspraak, personeel, veiligheid/hygiëne, accommodatie/inrichting, groepsgrootte, beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid/pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders.
4.2 Meldcode kindermishandeling
De verplichting voor organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren om een meldcode te hanteren, heeft tot doel beroepskrachten te ondersteunen in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een meldcode bevat o.a. een stappenplan. Dit stappenplan leidt de beroepskracht stap voor stap door het proces vanaf het moment dat zij signaleert tot aan het moment dat zij eventueel een beslissing neemt over het doen van een melding. Met deze stappen wordt het duidelijk wat er verwacht wordt van de beroepskracht bij het signaleren van huiselijk geweld of
kindermishandeling.
De meldcode Signalering Kindermishandeling is te vinden op de website van Chapeau Kinderwerk.
15
Mochten er ondanks alle inspanningen opmerkingen of klachten zijn, dan vernemen wij dat graag van u. Opvang waar ouders en kinderen zich welkom en gehoord voelen is ons streven.
Chapeau Kinderwerk is aangesloten bij Klachtenloket Kinderopvang. Tevens is Chapeau Kinderwerk lid van de Branchevereniging Kinderopvang.