• No results found

Nota Dierenwelzijnsbeleid Gemeente Almere

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nota Dierenwelzijnsbeleid Gemeente Almere"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nota Dierenwelzijnsbeleid Gemeente Almere

2016 - 2020

Almere

College van burgemeester en wethouders

Juni 2016

(2)

Voorwoord

Dierenwelzijn is een onderwerp dat emotie oproept en waar mensen veel verschillende ideeën bij hebben. Dat komt door de grote rol die dieren spelen in ons dagelijks leven: huisdieren, dieren in het wild en dieren die we inzetten in ons werk. In Almere is dat niet anders. Ook daar komen we

verschillende groepen dieren tegen: dieren met een eigenaar, dieren in het wild, overlast gevende dieren en zelfs kuddes schapen en runderen voor het beheren van de openbare ruimte. Deze verschillende groepen dieren vragen specifiek beleid. Op landelijk niveau bestaat wetgeving waarin dierenwelzijn geborgd wordt (Wet Dieren, Wet Natuurbescherming). Maar de gemeente Almere heeft een aantal ambities dat verder gaat dan de wettelijke taken. In deze nota vindt u deze ambities, alsook de wettelijke taken.

Het college is met een aangenomen motie door de raad opgeroepen om een volwaardig

dierenwelzijnsbeleid op te stellen. Wij presenteren u daarom de eerste Nota Dierenwelzijnsbeleid Gemeente Almere.

Op 25 februari 2016 zijn tijdens de Politieke Markt de wensen van de politieke partijen geïnventariseerd aan de hand van een discussienota. Met partners uit de stad en de regio is overleg gevoerd om de problemen die er waren bij het uitvoeren van de wettelijke taken in beeld te brengen. Hun wens is vooral dat de gemeente meer regie neemt, waardoor haar rol duidelijker wordt. Het college beschrijft in deze nota wat volwaardig dierenwelzijnsbeleid in Almere omvat en hoe dieren daarvan profiteren. Er zijn veel vrijwilligers en private organisaties actief, die een belangrijke rol spelen op het gebied van dierenwelzijn in Almere. Dit sterkt het college in haar geloof in de kracht van de stad. De taken die bij dierenwelzijn horen kunnen worden bezien in het licht van de ambities van Almere, aangaande natuur volgens het Coalitieakkoord 2014-2018 en Growing Green Cities.

Deze nota is tot stand gekomen mede dankzij de inbreng van een aantal lokale en regionale partijen:

Dierenbescherming Regio Noordwest, Dierenasiel Almere, Stichting Stad en Natuur Almere, Stichting AAP, Stichting Vogelopvangcentrum Midden Nederland /Naarden, Stichting De Toevlucht

Amsterdam, Stichting Egelbescherming Nederland/Huizen, en de Politie, waarvoor onze hartelijk dank.

Ik heb er vertrouwen in dat we door de acties in deze nota het dierenwelzijn verbeteren en bewustwording onder de Almeerders vergroten.

Wethouder Openbare Ruimte, Cultuur en Milieu F. Huis

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding

1.1 Totstandkoming en doel nota 1.2 Afbakening

1.3 Opbouw nota

2 Bestaand beleid 2.1 Definities

2.2 Gezelschapsdieren 2.2.1 Honden

2.2.2 Opvang zwerfdieren

2.2.3 Registratie honden en katten 2.2.4 Kadavers

2.3 Stadsnatuur en dieren in het wild 2.3.1 Stadsnatuur

2.3.2 Dieren in het wild 2.4 Diervriendelijk beheer 2.5 Educatie

2.6 Schadelijke en overlast gevende dieren 2.7 Borging dierenwelzijn in rampenplan 2.8 Dierenmishandeling

2.8.1 NVWA

2.8.2 Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming 2.8.3 Politie, taakaccent dierenwelzijn

2.8.4 Staatsbosbeheer

2.9 Landbouw (huis)dieren en productiedieren 2.10 Vissen en sportvisserij

3 Uitbreiding bestaand beleid 3.1 Inleiding

3.2 Regietaak

3.2.1 Gezelschapsdieren 3.2.2 Rampenplan

3.3 Uitbreiding taken wilde dieren 4 Financiën

4.1 Huidige situatie 4.2 Nieuw beleid

4.3 Overzicht structurele kosten ambities 2016-2020

Bijlagen

I Wettelijk kader dierenwelzijn en dierenbeleid II Private en wettelijke partners

(4)

1 Inleiding

Dierenwelzijn is een thema dat veel mensen na aan het hart ligt, ook in Almere.Het college is met een aangenomen motie door de raad opgeroepen om een volwaardig dierenwelzijnsbeleid op te stellen.

Enerzijds om duidelijk te maken en vast te leggen wat de gemeente al doet (zie hoofdstuk 2) en anderzijds om, mede op aangeven van partners in het dierenwelzijn, lacunes op te vullen bij de

uitvoering. Bedoeld wordt onder meer om als gemeente regie te nemen in de keten van de uitvoering en het oplossen van financiële knelpunten bij de uitvoering van bestaande en nieuwe taken inzake

dierenwelzijn. Dit als aanvulling op het belangrijke werk dat deze partners veelal op basis van vrijwilligheid al verrichten.

In maart 2016 zijn tijdens de Politieke Markt de wensen van de politieke partijen geïnventariseerd aan de hand van een discussienota. Uitkomst van die inventarisatie en de genomen stappen daarna is deze nota, waarin een zo compleet mogelijk beeld wordt geschetst van het totale beleid aangaande

dierenwelzijn in de gemeente Almere.

Er gebeurt al veel op het beleidsterrein van dierenwelzijn binnen de gemeente. Toch blijkt dat

dierenwelzijnsbeleid vaak versnipperd voorkomt en dat er onvoldoende samenhang is. De vraag hoe om te gaan met dierenwelzijn is niet zomaar door één partij of instantie te beantwoorden. Dierenwelzijn in onze gemeente heeft veel raakvlakken met verschillende beleidsvelden, zoals natuur- en milieueducatie (NME), groenbeheer, stadsecologie, ongediertebestrijding en meer. In volledig natuurlijke, ongestoorde situaties is dierenwelzijn feitelijk geen onderwerp. Maar in die situaties waar de mens beperkingen oplegt aan de ecologische relaties is het wel wenselijk om aan dierenwelzijn te werken.

In het Coalitieakkoord 2014-2018 staat dat wij een stad worden met “een rijkdom aan planten en dieren en groen om van te genieten”. Dan is het logisch om ook voor wilde dieren aan welzijn te werken.

1.1 Totstandkoming en doel nota

Deze nota is tot stand gekomen mede dankzij de inbreng van een groter aantal partners:

Dierenbescherming Regio Noordwest, Dierenasiel Almere, Stichting Stad en Natuur Almere, Stichting AAP, Stichting Vogelopvangcentrum Midden Nederland /Naarden, Stichting De Toevlucht

Amsterdam, Stichting Egelbescherming Nederland/Huizen, en de Politie. Met deze partners uit de stad en de regio is in april 2016 overleg gevoerd, om de problemen die er waren bij het uitvoeren van de wettelijke taken in beeld te brengen.

Een aantal partijen is van mening dat zij te weinig middelen hebben om hun taken goed uit te kunnen voeren. Bij het opstellen van het dierenwelzijnsbeleid is dit meegenomen en op basis van een inschatting bijgesteld.

De motie roept het college op

• om in overleg met zowel professionele als private partners te komen tot een analyse van de problemen bij de uitvoering van de wettelijke taken van het dierenwelzijnsbeleid in Almere;

• om op basis van die uitkomsten tot maatregelen te komen die de uitvoeringsproblemen wegnemen;

• de raad van de uitkomsten via een raadsbrief op de hoogte te stellen.

De motie nodigt het college uit

• het dierenwelzijnsbeleid expliciet te benoemen binnen de portefeuilleverdeling van het college en daarmee expliciet bij één van de portefeuillehouders onder te brengen.

De motie verzoekt het college

• om voor 1 januari 2016 de raad een voorstel ter bespreking voor te leggen waarin sprake is van een volwaardig dierenwelzijnsbeleid Almere.

(5)

Verder zijn de partners van mening dat de gemeente meer verantwoordelijkheid zou kunnen nemen als het gaat om dierenwelzijn. Daartoe kan de gemeente:

• regie nemen en een betere samenwerking bevorderen in de keten van de uitvoering van dierenwelzijnstaken:

• onduidelijkheid wegnemen bij de uitvoering van taken;

• afspraken maken met partijen (politie, brandweer, dierenasiel, dierenambulance, vogelopvang) over wie waarvoor verantwoordelijk is;

• dit vastleggen in een werkprotocol;

• hier langjarige dienstverleningsovereenkomsten met partijen aan koppelen. Dus geen subsidierelatie met een aantal van de partijen, maar erkenning van de taken en dit met een aanbesteding invullen;

• erkennen wat de gemeente als haar taken beschouwt (gehouden dieren, zwerfdieren of ook wilde dieren in nood);

• aangeven of de ze een hoger ambitieniveau wil nastreven;

• gezamenlijk zorgen voor goede communicatie naar bewoners, zodat zij weten bij wie ze terecht kunnen als een dier in nood is.

Op basis van bovenstaande omschrijft deze nota wat volwaardig dierenwelzijnsbeleid in Almere kan omvatten en hoe dieren daarvan kunnen profiteren. Het doel van deze nota is om inzichtelijk te maken wat dierenwelzijnsbeleid in Almere kan omvatten, en aan de hand daarvan te bepalen voor welk ambitieniveau er gekozen wordt.

1.2 Afbakening

Deze nota beperkt zich tot het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid, maar er zijn ook onderwerpen die buiten het bestek van deze nota vallen:

• de min of meer in het wild levende grote grazers, die worden ingezet bij het beheer van natuurgebieden, vallen voor sommige aspecten onder de Wet Dieren en voor andere onder de Flora- en faunawet;

• regels voor het toepassen voor dierproeven zijn vastgelegd in de Wet op de Dierproeven;

• burgers en bedrijven hebben eigen verantwoordelijkheden en maken eigen keuzes. De gemeente gaat bijvoorbeeld niet over de keuze van mensen om wel of geen vlees te eten.

1.3 Opbouw nota

In deze nota wordt in hoofdstuk 2 aangegeven wat de bestaande taken zijn rond dierenwelzijnsbeleid. In hoofdstuk 3 wordt omschreven met welke taken het dierenwelzijnsbeleid uitgebreid kunnen worden..

Hoofdstuk 4 heeft betrekking op de financiën van het dierenwelzijnsbeleid. In bijlage I staathet Wettelijk Kader Dierenwelzijn en Dierenbeleid en in bijlage II worden de belangrijke partners voor uitvoering van het beleid genoemd.

(6)

2 Bestaand beleid

Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een beknopte beschrijving gegeven van definities en bestaande (wettelijke, zie bijlage I) taken die vallen binnen het thema dieren en dierenwelzijn. Dit is een beschrijving van het huidige beleid in Almere dat in deze nota wordt vastgelegd en welke private partners (dierenasiel, dierenambulance, vogelopvang) en wettelijke partners (politie, waterschap, provincie) daarbij betrokken zijn (zie bijlage II).

Uit de diversiteit aan onderwerpen in de volgende paragrafen blijkt hoe breed het beleidsterrein is. Het gaat over gezelschapsdieren, stadsnatuur, dieren op de kinderboerderij, vissen, dieren voor vermaak maar ook over overlast gevende dieren.

2.1 Definities Dierenwelzijn

Dierenwelzijn is een complex begrip dat zowel het fysieke welzijn (diergezondheid) als het geestelijk welzijn (hoe voelen dieren zich) omvat. Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van het leven zoals het door het dier wordt ervaren. Een goed welzijn betekent voor dieren dat er voldaan wordt aan de natuurlijke behoeftes van het dier. Gedrag en gezondheid geven belangrijke signalen af over hoe het met het welzijn gesteld is. Goede huisvesting en voeding zijn basisvoorwaarden om dierenwelzijn (in het geval van gezelschapsdieren en productiedieren) te optimaliseren. Kennis over de biologie van het dier is nodig om te weten wat het dier nodig heeft en hoe het functioneert. Alleen dan zijn signalen van ‘negatief welzijn of juist van positief welzijn te herkennen. De verschijnselen die we van dieren aflezen zijn globaal te verdelen in de volgende categorieën: gedrag, gevoel en emotie, lichamelijke gesteldheid en

maatschappelijke perceptie.

Hoewel we als gemeente één definitie van het begrip dierenwelzijn hanteren (en alle dieren intrinsieke waarde bezitten) is er wel verschil in de wijze waarop mensen aankijken tegen dierenwelzijn bij in het wild levende dieren en gehouden dieren:

• bij in het wild levende dieren zullen we een verminderd welzijn eerder accepteren en zullen we minder doen om het welzijn te verbeteren, omdat daar de keuze is om de natuur haar werk te laten doen (afgezien van situaties die door direct toedoen van mensen zijn ontstaan). Bovendien kunnen we het dier, door het te willen helpen, in een situatie brengen die het als nog stressvoller ervaart;

• bij gehouden dieren ligt dit anders, omdat wij het dier in die situatie brengen. We hebben dan ook de plicht de situatie te verbeteren waar nodig.

Dierenwelzijn: dieren met een eigenaar

Een eigenaar is verantwoordelijk voor het optimale welzijn van zijn dier(en). Een goed dierenwelzijn omvat zowel het fysieke als niet-fysieke welzijn van dieren.

In het EU-project Welfare Quality® is een Europees gedragen systematiek voor het meten van dierenwelzijn ontwikkeld, grotendeels op basis van kenmerken van en metingen aan dieren. Deze systematiek borduurt voort op de vanuit praktische overwegingen veel gehanteerde ‘vrijheden

voor het dier’ (opgesteld in 1965 door de Britse Farm Animal Welfare Council). Voor meer informatie:

zie www.groenkennisnet.nl/dossiers/

Dierenwelzijn: dieren in het wild

Ook bij dieren in het wild mag de intrinsieke waarde niet genegeerd worden. Echter, het welzijn van dieren in het wild is direct afhankelijk van de gezondheid van de populatie waarin zij voorkomen.

Voor dieren in het wild is binnen de wetgeving een ‘zorgplicht’ vastgelegd (Flora- en faunawet en de nieuwe Wet Natuurbescherming die 1 januari 2017 in gaat). Met deze zorgplicht wordt bedoeld dat een ieder die weet of vermoedt, dat door zijn handelen nadelige gevolgen voor flora of fauna optreden, dit handelen achterwege laat. Zorgplicht betekent dus niet per definitie dat ieder verzwakt individueel wild dier moet worden verzorgd, maar dat ons handelen flora en fauna niet benadeelt.

(7)

2.2 Gezelschapsdieren

Gezelschapsdieren zijn dieren die voor gezelschap en/of uit liefhebberij worden gehouden. In 55%

van de Nederlandse huishoudens zijn één of meer huisdieren aanwezig. Aangezien het dier niet bij machte is om bewuste keuzes te maken, ligt de verantwoordelijkheid voor het welzijn van het dier primair bij de houder ervan.

2.2.1 Honden

Door Almeerders wordt hondenpoep vaak genoemd als één van de ergernissen in de buitenruimte.

Een schone, uitwerpselvrije omgeving is van belang voor zowel kinderen als buurtbewoners, maar ook voor honden zelf. In Almere geldt daarom een opruimplicht (zie APV: Artikel 2:55 Verontreiniging door honden). Indien het college een hond in verband met zijn gedrag gevaarlijk of hinderlijk acht, kan het de eigenaar of houder van die hond een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod opleggen voor zover die hond verblijft of loopt op een openbare plaats of op het terrein van een ander (zie APV: Artikel 2:56 Gevaarlijke honden). Deze nota gaat niet over het hondenbeleid, wel over zwerfdieren (waaronder honden).

2.2.2 Opvang zwerfdieren

Het is de wettelijke verplichting van de gemeente om gevonden zwerfdieren (huisdieren) met een vermeende eigenaar voor een termijn van 14 dagen op te vangen. Deze verplichting is in Almere uitbesteed aan het dierenasiel. De gemeente betaalt voor de opvang en veterinaire zorg in de eerste 14 dagen, plus de dierenambulance en meldkamer gedurende 24 uur per dag. Verder zijn er kwaliteitseisen gesteld op onder andere het terrein van dierenwelzijn. Het vervoer van dieren wordt gedaan door de dierenambulance, welke valt onder de organisatie van de dierenbescherming. Stichting

Vogelopvangcentrum Midden Nederland in Naarden vangt gewonde vogels op. Stichting de Toevlucht in Amsterdam vangt zieke en gewonde vogels en zoogdieren op. Zieke of gewonde egels worden opgevangen in de Stichting Egelbescherming Nederland in Huizen.

Zwerfkatten brengen soms overlast met zich mee. Veel zwerfkatten zijn te zeer verwilderd om nog herplaatst te worden. Er is een diervriendelijke methode om de overlast te beperken, waarbij de katten gevangen, gesteriliseerd en weer uitgezet worden. Zwerfkatten in de regio worden opgevangen en behandeld door o.a. het dierenasiel in Almere.

2.2.3 Registratie honden en katten

Het Honden- en Kattenbesluit 1999 - dat in 2014 is vervallen - kent een algemene identificatie- en registratieplicht bij verkoop van katten en honden. Voorzien was dat deze identificaties aan een centrale databank moeten worden doorgegeven. Voor deze verplichting geldt sinds maart 2004 een vrijstelling.

Zolang er geen nieuwe regeling is kunnen dierenopvangcentra en dierenwinkels zelf bepalen hoe zij de identificatie en registratie uitvoeren.

De gemeente kan onder haar burgers identificatie en registratie stimuleren. Het aantal zwerfhonden en –katten waarvan de eigenaar via de registratie kan worden getraceerd, vormt (nog) een minderheid.

Inwoners van de gemeente zijn verplicht hun hond te registreren bij de gemeente (voor de hondenbelasting staan ca. 13.000 honden geregistreerd in Almere).

Identificatie van honden middels een identificatiechip is inmiddels bij wet verplicht gesteld. Voor katten is dit niet het geval. In geval van verhuizing of afstand doen zorgt de eigenaar van het huisdier dat de daarvoor bestemde instantie op de hoogte wordt gebracht.

2.2.4. Kadavers

Bewoners van Almere kunnen kadavers van dieren kosteloos naar het dierenasiel brengen.

2.3 Stadsnatuur en dieren in het wild 2.3.1 Stadsnatuur

Stedelijke (groen)gebieden hebben vaak een grotere biodiversiteit dan de omliggende agrarische landschappen. Het belang van stadsnatuur moet dan ook niet onderschat worden.

Wilde planten en dieren vestigen zich in de stad omdat het stedelijk gebied voldoet aan de voorwaarden die deze soorten stellen aan hun leefgebied. Bovendien biedt het leven in de stad voor planten en dieren vaak voordelen in termen van warmte, schuilgelegenheden en voedselaanbod.

(8)

De stadsnatuur is op twee manieren verbonden met het welzijn van bewoners:

• een toenemende biodiversiteit is een kenmerk van een gezonde leefomgeving, en daardoor een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van het stadsmilieu;

• natuur in de stad heeft een positieve uitwerking op de belevingswaarde van bewoners.

Er zijn binnen de Flora- en faunawet voorwaarden ten aanzien van beschermde planten en dieren gesteld aan ruimtelijke ingrepen, het beheren van de stad en het gebruiken van de buitenruimte om zorg te dragen voor de gunstige instandhouding van de populatie van dieren zoals bijvoorbeeld vleermuizen.

Bij het beheer en inrichten van de stad moet rekening gehouden worden met de verboden uit de Flora- en faunawet. Zo moeten bijvoorbeeld vaste rust- en verblijfsplaatsen en locaties waar de dieren

foerageren in stand worden gehouden.

In het kader van de Flora- en faunawet is er voor het uitvoeren van (onderhouds-) werkzaamheden in het groen door Stadswerk de gedragscode “Bestendig beheer (gemeentelijke) groenvoorzieningen”

ontwikkeld. Deze gedragscode is een werkinstructie voor het zorgvuldig handelen tijdens het verrichten van bestendig groenbeheer op plaatsen waar vaste rust- en verblijfplaatsen zijn van beschermde flora en fauna. Wanneer een gemeente deze gedragscode toepast, is het niet meer nodig voor diverse

afzonderlijke werkzaamheden een ontheffing aan te vragen. Almere verwijst in haar bestekken/contracten met aannemers naar deze gedragscode.

Bewoners kunnen overigens zelf veel doen aan verbetering van de natuur in hun woonomgeving, door nestkasten op te hangen, schuttingen te vervangen door hagen en bloemenborders aan te leggen waar nu nog betegelde voortuinen zijn. Zij worden door de Stichting Stad en Natuur en andere organisaties hierover van informatie voorzien. Ontwikkelaars en bedrijven kunnen door natuur ook de biodiversiteit in de stad vergroten (bijv. voor vogels en vleermuizen).

2.3.2 Dieren in het wild

Leven en dood zijn in de natuur nauw met elkaar verbonden. Het welzijn van wilde dieren dient daarom anders bezien te worden dan dat van gehouden dieren. In het stedelijk milieu is het de uitdaging de juiste voorwaarden voor het handhaven van biodiversiteit te verenigen met de belangen en activiteiten van bewoners. De stadsnatuur komt hierbij onherroepelijk in botsing met de mens.

Dierenhulporganisaties en stadsecologen houden deze dynamiek in Almere in de gaten, staan bewoners te woord en maken melding van problematische situaties. Deze meldingen kunnen leiden tot ad hoc oplossingen. Door een betere regierol van de gemeente en een betere samenwerking kunnen deze meldingen gebruikt worden als input voor de Beheervisie Openbare Ruimte of andere

beleidsdocumenten. Daarnaast is het voorlichten van bewoners een belangrijk instrument. Voorbeelden van dergelijke dossiers zijn de aanleg van vlinder –en bijenroutes en de toename van bevers en vossen.

2.4 Diervriendelijk beheer

De gemeentelijke beheervisie vormt een belangrijk kader voor het beheer van de openbare ruimte.

Bloemrijke bermen

Een voorbeeld van diervriendelijk groenbeheer is de aanleg van vlinder- en bijenlinten d.m.v. het inzaaien van grasstroken. Bijen en andere insecten hebben een belangrijke functie voor bestuiving van planten zodat deze vruchten krijgen. Daarmee dienen ze ook een economisch belang. De gemeente bevordert de vlinder- en bijenstand door meer gevarieerde bloeiende beplantingen en bloemenbermen aan te brengen en deze met gericht (extensief) beheer in stand te houden. Duurzaam onkruidbeheer is altijd de inzet.

Het anders beheren van braakliggende terreinen kan ook bijdragen aan een betere leefomgeving voor flora en fauna in de stad. Soms zal inzaaien met een bloemenmengsel een goede keuze zijn, soms is het beter de natuur haar gang te laten gaan. Bij de keuze over de tijdelijke inrichting van een braakliggend terrein spelen ook andere belangen een rol, zoals (sociale) veiligheid, duur (tijdelijkheid), kosten en bewonerswensen.

Watergangen en oevers

Ook bij het beheer van watergangen wordt rekening gehouden met dierenwelzijn. Zo worden baggerwerkzaamheden en het verwijderen van waterplanten afgestemd op de paaitijd van vissen en wordt er niet gewerkt bij warm weer i.v.m. zuurstoftekort in het water.

Het verwijderen van wilgen langs oevers wordt afgestemd met de aan/afwezigheid van bevers.

(9)

Het aanleggen van meer waterbergingen, het verkleinen van verharde oppervlakten, door onder meer de aanleg van wadi’s en van groene daken, doorlatende verharding en meer groen, worden daarbij ingezet en gestimuleerd.

Begrazingsprojecten

Het doel van begrazing is het gebied aantrekkelijk te houden en kostenbesparing ten opzichte van het maaien met machines. Het effect is bijvoorbeeld een open bos en een relatie tussen mens en dier.

Grote grazers worden in principe niet bijgevoerd tenzij essentiële voedingstoffen ontbreken of

onbereikbaar zijn, of dit vanwege onvoorziene omstandigheden noodzakelijk is. De sociale verhoudingen binnen de kudde worden door bijvoeren verstoord.

Naast de begrazingsprojecten met runderen is ook sprake van de inzet van schaapskudden. De gemeente huurt de inzet in van schaapsherders voor het beheer van enkele (wisselende) locaties, bijvoorbeeld bermen, parken en grasvelden in wijken. De schaapsherder is verantwoordelijk voor het dierenwelzijn van de schapen.

2.5 Educatie Kinderboerderijen

De Stichting Stad en Natuur beheert kinderboerderijen De Beestenbende in Almere Buiten en Den Uijlpark in Almere Stad, een dierenweide op stadslandgoed De Kemphaan en een schaapskudde in het Vroege Vogelbos/Kromslootpark. Stichting Stad en Natuur vervult daarmee een belangrijke rol in de communicatie over dieren(welzijn), natuur en milieu. Het doel van de gemeentelijke kinderboerderijen is het overbruggen van de kloof tussen stad en platteland (met betrekking tot o.a. natuur-, milieu- en voedseleducatie) en het geven van voorlichting en educatie met betrekking tot het houden van dieren, omgaan met dieren en contact met dieren.

2.6 Schadelijke en overlast gevende dieren

Sommige in het wild levende dieren veroorzaken overlast. De gemeente heeft een wettelijke (zorg)plicht om plaagdieren die een bedreiging voor de volksgezondheid en -veiligheid vormen te weren

en te bestrijden. Momenteel wordt er gewerkt volgens een integrale diervriendelijke aanpak van

duivenoverlast in het centrum van Almere Stad en Almere Haven. Onderdeel hiervan vormt het beheren van duiventillen op geschikte locaties. Voorlichting is nodig om mensen te weerhouden tot het bewust en onbewust voeren van duiven.

Wanneer we als gemeente optreden tegen schade of overlast door in het wild levende dieren, doen we dat bij voorkeur via voorlichting. In tweede instantie kiezen we voor preventieve maatregelen. Pas in derde instantie, indien voorlichting én het treffen van preventieve maatregelen niet afdoende effectief zijn gebleken ter voorkoming of beperking van schade en overlast, kan bestrijding van dieren die schade of overlast veroorzaken worden ingezet als uiterste middel. De gemeente heeft de bestrijding van

overlast gevende dieren bij particulieren en bedrijven overgelaten aan de markt. Voor overlast van dieren in openbaar gebied, zoals duivenbeheer heeft zij wel een taak. Bestrijding zal alleen worden ingezet als hiervan effect mag worden verwacht. Als er voor ingrepen ontheffing nodig is van de Flora- en faunawet, wordt deze aangevraagd.

In Almere is binnen de gemeente de dienst Stadsbeheer de uitvoerende organisatie. De dienst Stadsbeheer geeft voorlichting, inspecteert en onderzoekt. Wanneer particulieren en bedrijven zich melden bij de gemeente vanwege overlast door dieren dan neemt de dienst Stadsbeheer deze meldingen aan maar neemt ze niet zelf in behandeling. De dienst Stadsbeheer bepaalt of en hoe de overlast- of schadebestrijding kan worden toegepast. Plaagdieren die een risico voor de gezondheid kunnen vormen, zoals eikenprocessierupsen, ratten en muizen worden bestreden, dat volgt immers uit de zorgplicht.

Elk jaar overlijden er dieren in begrazingsprojecten en op kinderboerderijen. Soms breekt er een besmettelijke dierziekte uit binnen de gemeente. In alle gevallen dienen de kadavers via een daartoe aangewezen partij op de correcte manier afgevoerd te worden voor destructie. Dat gebeurt hetzij rechtstreeks vanaf de plek waar de kadavers zich bevinden, hetzij via een verzamellocatie van de dierenambulance.

2.7 Borging dierenwelzijn in rampenplan

In het Regionaal Crisisplan Flevoland & Gooi en Vechtstreek maakt opvang van mens en dier bij evacuatie deel uit van de kolom bevolkingszorg. In het contract met Dierenasiel Almere is geregeld dat bij calamiteiten het dierenasiel de opvang van dieren coördineert.

(10)

Landelijk is er een convenant afgesloten met Stichting Salvage1 over de opvang van mens en dier waar de veiligheidsregio Flevoland ook gebruik van kan maken. Hierin is afgesproken dat er indien er, maximaal 15 huishoudens rechtstreeks gedupeerd zijn bij een incident Stichting Salvage het

onderbrengen (mens en dier) tot de volgende werkdag (24 uur) voor haar rekening kan nemen. Daarna is het aan gedupeerde zelf (eigenaar van dieren) om in overleg met de betrokken verzekeraar het vervolg van de schadeafhandeling en het vervolgonderdak vast te stellen. Wanneer er meer dan 15 huishoudens rechtstreeks gedupeerd zijn door een incident kan de opvang geregeld worden in samenwerking met de gemeente. De kosten voor de opvang en het onderbrengen kunnen via Stichting Salvage worden gedeclareerd bij de verzekeraar(s), na overleg met de stichting hierover.

Zoals aangegeven zal het handelen sterk situationeel afhankelijk zijn. Bij een grootschalig incident of evacuatie (regiogrensoverschrijdend) is het denkbaar dat opgeschaald wordt naar GRIP RIJK waarbij de coördinatie op de crisis door het Rijk wordt overgenomen. In de regel zal onafhankelijk van de situatie – conform de landelijke visie op bevolkingszorg - de verantwoordelijkheid niet door gemeente of

veiligheidsregio worden overgenomen maar zoveel mogelijk gelaten worden daar waar deze in een normale situatie ligt. In de praktijk betekent dit dat de kosten voor zover mogelijk verhaald zullen worden op de verzekering van de gedupeerde/eigenaar van het/de dier(en).

2.8 Dierenmishandeling

De gemeente heeft zelf geen eigen meldpunt voor dierenmishandeling en –verwaarlozing. Om het melden van dierenmishandeling en –verwaarlozing makkelijker te maken, heeft de landelijke overheid één meldnummer voor heel Nederland gerealiseerd, namelijk 144 (Red een dier). Meldingen komen binnen in een centrale meldkamer en worden vervolgens uitgezet bij de politie, LID, NVWA of dierenbescherming. De volgende partijen hebben een belangrijke rol bij het bewaken van dierenwelzijn en het handhaven bij misstanden:

2.8.1 NVWA

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bewaakt de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en de veiligheid van voedsel en consumentenproducten, en handhaaft de

natuurwetgeving. Het toezicht op dierenwelzijn is daarom ook een rijks verantwoordelijkheid, niet van de gemeente. De werkzaamheden van de NVWA (voorheen AID) richten zich primair op bedrijfsmatig gehouden dieren, evenhoevigen (zoals rund, geit en schaap) en pluimvee. Indien er een melding van misstanden bij de NVWA binnenkomt wordt deze door de NVWA zelf nagelopen. De inspecteurs van de NVWA zijn Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA). De AID is sinds 2011 onderdeel van de NVWA. Via de Groendesk van de NVWA kan melding worden gedaan van misstanden op het vlak van onder andere dierenwelzijn, maar ook via het algemene meldnummer 144.

2.8.2 Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming

Naast de NVWA is er nog de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) van de

Dierenbescherming. De LID is een particuliere organisatie die het welzijn van dieren in de dagelijkse praktijk zoveel mogelijk probeert te verbeteren en te waarborgen. De LID heeft als hoofdtaak in opdracht van de overheid het bestuursrechtelijk handhaven van wet- en regelgeving op het gebied van dierenwelzijn bij gezelschapsdieren en hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren. De LID heeft inspecteurs in dienst, die BOA zijn. Deze inspecteurs fungeren als specialist en ondersteunen (dieren)politieagenten. Het is de enige organisatie in Nederland die op het vlak van het houden van gezelschapsdieren bestuursrechtelijk handhaaft.

2.8.3 Politie, taakaccent dierenwelzijn

De politie volgt meldingen in de 1e lijnfunctie op, treedt op tegen mensen die dieren verwaarlozen en/

of mishandelen en verleent hulp. Hiervoor zijn 2 instrumenten beschikbaar: strafrecht en bestuursrecht.

Het strafrecht is gericht op het straffen van de dader; het bestuursrecht richt zich op het herstellen van de situatie voor de dieren. De politie werkt nauw samen met partners als NVWA, LID en de

Dierenbescherming.

2.8.4 Staatsbosbeheer

Boswachters van Staatsbosbeheer controleren en beboeten op overtredingen op ‘groene wetgeving’ zoals stroperij en verstoren van de natuur.

1Stichting Salvage is een onafhankelijke stichting opgericht door de gezamenlijke brandverzekeraars, allen lid van het Verbond van Verzekeraars in 1986

(11)

2.9 Landbouw (huis)dieren en productiedieren

De maatschappelijke aandacht voor dierenwelzijn en de aandacht van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) met betrekking tot dierenwelzijn, is van oudsher het grootst voor landbouw- en productiedieren. Dit wordt deels gevoed door het beeld en idee dat bij dieren die in zulke grote aantallen worden gehouden, de zorg en welzijn voor het dier in het geding komt. Daarnaast speelt hier het spanningsveld tussen economie en dierenwelzijn. Het dierenwelzijn op bedrijven wordt

gecontroleerd door instanties als NVWA en LID. De gemeente heeft hier geen rol in.

Het merendeel van de landbouwhuisdieren wordt gehouden vanuit economische motieven. Daarnaast houdt een groeiend aantal mensen hobbymatig landbouwhuisdieren. De gemeente Almere verhuurt stadsweiden voor het houden van landbouw(huis)dieren als paarden en kleinvee. Huurders gaan een contract aan waarin voorwaarden zijn gesteld die ook het dierenwelzijn betreffen zoals een adequate huisvesting en het maximaal aantal te houden dieren. Hiervoor geldt ook dat de rol van de gemeente voor deze dieren zich niet verder uitstrekt dan het, samen met andere partijen, informeren over hoe de dieren gehouden kunnen worden.

2.10 Vissen en sportvisserij

Almere kent één hengelsportvereniging, de Hengelsportvereniging Ons Genoegen Almere. Zij pacht de wateren binnen de gemeentegrenzen volgens een contract waarin ook voorwaarden staan genoemd die betrekking hebben op dierenwelzijn. Zo moet zij voor het beheer van de visstand en de visserij een beheercommissie in stellen en toezien op de waterkwaliteit.

(12)

3 Uitbreiding bestaand beleid

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk omschrijft met welke taken het dierenwelzijnsbeleid uitgebreid zou kunnen worden. Er zijn veel vrijwilligers en private organisaties actief, die een belangrijke rol spelen op het gebied van dierenwelzijn in Almere. De taken die bij dierenwelzijn horen kunnen worden bezien in het licht van de ambities van Almere aangaande natuur volgens het Coalitieakkoord 2014-2018 en Growing Green Cities. Samen met onze partners in de stad kunnen we een volwaardig dierenwelzijnsbeleid vormgeven.

Bij de bespreking van de Discussienota Dierenwelzijn tijdens de Politieke Markt en in gesprekken met partners uit Almere en de regio is een aantal wensen benoemd. Het gaat om de volgende wensen:

• De regietaak op het terrein van dierenwelzijn in Almere oppakken om onder andere de

samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van dierenwelzijn te bevorderen.

Hierbij hoort ook overkoepelende communicatie over dit onderwerp.

• De huidige taken op het gebied van dierenwelzijn uitbreiden. Naast zwerfdieren met een voormalige eigenaar nemen we ook de opvang van wilde dieren in nood op in het dierenwelzijnsbeleid. Daarbij lossen we ook de financiële knelpunten op die er zijn bij de uitvoering van bestaande en nieuwe taken op het gebied van de opvang van wilde dieren.

3.2 Regietaak

Het college kan de verantwoordelijkheid nemen voor de tot nu toe ontbrekende regie in de keten. Dat kunnen we doen door:

1. Regie nemen in de keten van uitvoering van dierenwelzijnstaken:

a. onduidelijkheid wegnemen bij de uitvoering van taken; de rol van de gemeente verduidelijken.

b. duidelijke afspraken maken met partijen (politie, brandweer, dierenasiel, dierenambulance, vogelopvang, egelopvang, opvang exotische dieren) over wie verantwoordelijk is voor welk deel van de uitvoering van de wettelijk taken.

c. afspraken vastleggen in een werkprotocol en hier dienstverleningsovereenkomsten aan koppelen.

2. Samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van dierenwelzijn bevorderen.

3. Communicatie onderling en richting bewoners verbeteren en betere afstemming met partners.

Door de regie op dierenwelzijn op zich te nemen, kan de gemeente ook de regie over de communicatie hierover op zich nemen. De gemeente communiceert over het overkoepelende dierenwelzijnsbeleid en coördineert de informatievoorziening rond dierenwelzijn voor bewoners en instellingen in de stad.

Hiermee zorgen we ervoor dat het voor iedereen duidelijk is wat de gemeente doet, wat de partners in de stad doen en bij wie men terecht kan wanneer het om de verschillende onderdelen van dierenwelzijn gaat. Samen met de partners kunnen we zorgen voor communicatie over relevante thema’s op dit gebied, bijvoorbeeld over de (on)geschiktheid van het houden van exotische dieren.

Acties

Hierbij horen de volgende acties:

1.1 Een wethouder en een ambtenaar worden aangewezen als contactpersonen. Het voorstel is om de coördinatie van het dierenwelzijnsbeleid binnen de gemeente Almere onder te brengen bij de wethouder Openbare Ruimte, Cultuur en Milieu en de dienst Stadsbeheer.

1.2 Het opstellen van een uitvoeringsplan/werkprotocol dierenwelzijn voor de regietaak;

2. Frequent overleg met partners organiseren en agenda bepalen;

3. Communicatieplan opstellen gericht op voorlichting van Almeerders.

3.2.1 Gezelschapsdieren

In het kader van veiligheid is het van belang inwoners goed te informeren over de (on)geschiktheid van het houden van bepaalde exotische dieren. Hiermee willen we de bewustwording en kennis over het houden van (on)geschikte (exotische) dieren zoals slangen, schildpadden en papegaaien bij Almeerders vergroten.

Actie

Stimuleren voorlichting door de branche, uit te werken in de communicatieparagraaf van het uitvoeringsplan dierenwelzijn.

(13)

3.2.2 Rampenplan

Bij het bestrijden van besmettelijke dierenziekten en het verplaatsen van dieren bij rampen is het van belang om zorgvuldig om te gaan met dieren.

Actie

We gaan de interne bekendheid en routing van de bestaande draaiboeken op dit gebied verbeteren, in overleg met de gemeentelijk coördinator rampenbestrijding.

3.3 Uitbreiding taken wilde dieren

Tot op heden beschouwde de gemeente alleen de opvang van zwerfdieren met een voormalig eigenaar als onze taak. Maar er is altijd discussie geweest of niet ook wilde dieren in nood opgevangen moesten worden. Er kan daarom voor gekozen worden ook wilde dieren in het dierenwelzijnsbeleid op te nemen.

Dit is in lijn met de ambities van Almere in het Coalitieakkoord 2014-2018 en Growing Green Cities, waarin natuur - en daarmee fauna - een belangrijke waarde voor de stad vertegenwoordigt. Het gaat hierbij om het opvangen van zieke of gewonde wilde dieren zoals egels en vogels, maar ook om het beheersbaar houden van de populatie plaagdieren zoals ratten.

1. Naast de zorgplicht voor zwerfdieren kunnen ook middelen beschikbaar gesteld worden voor de opvang van zieke of gewonde wilde dieren en het bestrijden van plaagdieren.

2. Uit het gesprek met onze partners is gebleken dat er nu te weinig middelen beschikbaar zijn voor de uitvoering van hun taken. We kunnen deze ontstane situatie recht zetten en opnieuw kijken naar de middelen die onze huidige partners (dierenasiel, dierenambulance en vogelopvang) ontvangen.

Acties

We treden in overleg met onze huidige en nieuwe partners over de financiële vergoeding voor de uitvoering van dierenwelzijnstaken.

(14)

4 Financiën en conclusie

4.1 Huidige situatie

Zoals uit voorgaande hoofdstukken is gebleken, worden er op het beleidsterrein dierenwelzijn reeds meerdere maatregelen uitgevoerd. De kosten hiervan zijn verweven in de bestaande clusterbegrotingen en bedragen € 306.000,-. Het gaat hierbij om kosten opvang van dieren, plaagdierbestrijding,

faunabeheer etc., onder meer door het verstrekken van subsidies aan instellingen en opdrachten aan commerciële partijen.

4.2 Nieuw beleid

De kosten voor nieuwe ambities vragen met name:

1. extra financiële steun voor het uitvoeren van diverse activiteiten (extra financiën aan diverse partners en extra inzet voor opvang wilde dieren);

2. ambtelijke inzet in het nemen van meer regie en meer inzet op het vlak van communicatie.

In 2017 is t.b.v. ambtelijke inzet en communicatie ca. 0,5 FTE nodig. De coördinatie ligt bij de dienst Stadsbeheer.

Er is naar schatting, op basis van de in deze nota op hoofdlijnen geformuleerde acties, in 2017 e.v.

structureel een extra bedrag van € 90.000,- nodig.

4.3 Overzicht structurele kosten ambities 2016-2020

Taak Meerkosten per 2017

Regietaak (± 0,5 FTE) € 45.000,-

Extra taken i.r.t. nieuwe partners (o.a. opvang wilde dieren) en financieel oplossen wensen huidige partners (o.a.

dierenambulance, dierenasiel, vogelopvang) en toename plaagdierbestrijding

€ 45.000,-

Totaal meerkosten € 90.000,-

Keuze ambitie

In de keuze voor het ambitieniveau van het dierenwelzijnsbeleid in Almere zijn er twee scenario’s te onderscheiden:

- Scenario I: bevestigen van bestaand beleid

- Scenario II: bevestigen van bestaand beleid en te kiezen voor een uitbreiding

De uitbreiding van taken is financieel nog nergens geborgd. Ze kunnen pas uitgevoerd worden zodra het budget voor dierenwelzijn structureel is opgehoogd met bovengenoemd bedrag. Daarom is het voorstel nu te kiezen voor scenario I en een discussie rond het verder uitbreiden van taken rond dierenwelzijn, scenario II, te voeren bij de programmabegroting 2017.

(15)

Bijlage I Wettelijk kader dierenwelzijn en dierenbeleid

1 Wettelijke kaders gemeente

Taak voor gemeente vanuit het Burgerlijk Wetboek

• Elke gemeente heeft de wettelijke verplichting om ‘gevonden’ dieren gedurende 14 dagen op te (laten) vangen. Op grond van het Burgerlijk Wetboek (artikel 5:8 lid 3 BW) is de burgemeester bevoegd om na die 14 dagen afstand te doen van het opgevangen dier;

• Ook een burger mag een gevonden dier (zijnde een ‘gevonden voorwerp’ volgens het Burgerlijk Wetboek), na aangifte te hebben gedaan, zelf in bewaring nemen en verzorgen. De bewaartermijn voor de burger is 12 maanden. Na een jaar wordt de vinder die aangifte heeft gedaan en het dier als houder heeft verzorgd, eigenaar. De bewaartermijn staat in artikel 5:5 BW en artikel 5:6 BW.

Taak voor gemeente vanuit het Algemene Wet Bestuursrecht

Bij huisuitzettingen, detenties of vanwege gezondheidsrisico’s kunnen politie en GGD huisdieren gedwongen op laten nemen. Deze gedwongen opvang valt conform de Algemene Wet Bestuursrecht (artikelen 5:29 en 5:30) ook onder de wettelijke taak van de gemeente. Hier geldt een maximale opvangtermijn van 13 weken.

Aanvullende regelgeving gemeente Almere

Op grond van haar verordenende bevoegdheid (art. 149 Gemeentewet) kan de gemeenteraad regels stellen m.b.t. het welzijn en de bescherming van dieren, mits hiermee niet in strijd wordt gehandeld met wet- en regelgeving van een hogere overheid. Aanvullende regelgeving van de gemeente Almere staat omschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Het gaat om:

• evenementen met dieren beoordelen op dierenwelzijnsaspecten (art. 2:10);

• loslopende honden, verontreiniging door honden, gevaarlijke honden (art. 2:54 – 2:56);

• hinder door dieren (art. 2:57).

2 Wettelijke kaders landelijk

Wet dieren (1 juli 2014): raamwet die van toepassing is op dierenwelzijn van dieren die gehouden worden

De Wet Dieren gaat uit van de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren. Dat houdt in dat dieren met respect behandeld moeten worden en dat dieren niet nodeloos in hun welzijn mogen worden benadeeld. Het is daarmee verboden om dieren onnodig pijn te doen, letsel te veroorzaken, de gezondheid of het welzijn te beschadigen en dieren de nodige zorg te onthouden, te doden of een dier als prijs, gift of beloning uit te reiken. De overheid kan situaties, voorwaarden, plaatsen of soorten dieren aanwijzen waarbij deze verboden niet van toepassing zijn.

De Wet Dieren geeft aan dat dieren redelijkerwijs zijn gevrijwaard van

• dorst, honger en onjuiste voeding;

• fysiek en fysiologisch ongerief;

• pijn, verwonding en ziektes;

• angst en chronische stress;

• beperking van hun natuurlijk gedrag.

Of aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan beoordeeld worden door de officiële instanties zoals de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) en de politie (taakaccent dieren).

Natuurbeschermingswet (1998) en Flora- en faunawet (2002): wettelijk kader voor bescherming van in het wild levende dieren

Deze wetten gaan over de bescherming van respectievelijk gebieden en soorten in de natuur, waaronder in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën en een aantal vissen, libellen en vlinders.

In artikel 2 van de Flora- en faunawet is een zorgplicht vastgelegd voor in het wild levende dieren en hun leefomgeving. De zorgplicht houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende (planten en) dieren en hun leefomgeving. De gemeente moet bij het beheer en de inrichting van de openbare ruimte gevolg geven aan deze wetgeving en zorgplicht. In de

Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet zijn Europese richtlijnen uitgewerkt:

• de Vogelrichtlijn voor bescherming en beheer van alle op het grondgebied van de Europese Unie in het wild levende broed- en trekvogels en hun habitat;

• de Habitatrichtlijn ten behoeve van het in stand houden van voor de Europese Unie van belang zijnde dieren- en plantensoorten en hun habitat.

(16)

Wet Natuurbescherming (per 1 januari 2017): bundelt en vervangt de afzonderlijke wetten rondom natuurbescherming (Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet) Provincies hebben de plicht om uitvoering te geven aan Wet Natuurbescherming en om een eigen natuurbeleid vast te stellen. Ook de gemeente krijgt te maken met nieuwe taken in het kader van de Wet Natuurbescherming (ook relatie met de Omgevingswet).

Wet op de Dierproeven (herzien 2014): Regels voor toepassing dierproeven

Dierproeven zijn in principe verboden. Om dierproeven te mogen uitvoeren heeft een instelling (bijvoorbeeld universiteit of farmaceutisch bedrijf) een instellingsvergunning van het ministerie van Economische Zaken nodig en de onderzoekers een projectvergunning van de Centrale Commissie Dierproeven (CCD).

Wilde dieren in circussen

Sinds 15 september 2015 is er een verbod op het gebruik van wilde dieren in circussen en bij andere optredens. Het welzijn, de gezondheid en het natuurlijk gedrag van wilde dieren in een circus worden te veel aangetast.

Politiewet (2012)

In artikel 3 is aangegeven dat de politie tot taak heeft in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Hen kan hierbij worden gelezen als zowel mens en dier.

(17)

Bijlage II Private en wettelijke partners

Een van de uitgangspunten van deze nota is het bevorderen van de samenwerking met en tussen de private (lokale en regionale) en wettelijke partners voor de uitvoering van beleid en realisatie doelen;

• Dierenbescherming Regio Noordwest,

• Dierenasiel Almere,

• Stichting Stad en Natuur Almere,

• Stichting AAP,

• Stichting Vogelopvangcentrum Midden Nederland /Naarden,

• Stichting De Toevlucht Amsterdam,

• Stichting Egelbescherming Nederland/Huizen,

en daarnaast met landelijk instanties om zo zorg te dragen voor het vergroten van dierenwelzijn in Almere. De inzet van kennis en ervaring van instanties is onontbeerlijk. Het kan hierbij gaan om een adviesvraag over dieren en/of dierenwelzijn, hulp bij beantwoorden van allerhande vragen of het gezamenlijk optrekken om te pogen op landelijk niveau bepaalde doelen te bereiken.

Politie, taakaccent dierenwelzijn

De politie volgt meldingen in de 1e lijnfunctie op, treedt op tegen mensen die dieren verwaarlozen en/

of mishandelen en verleent hulp. Binnen de politie zijn medewerkers werkzaam die zich bezig houden met het taakaccent dierenwelzijn. De meldingen die door de politie in behandeling genomen worden zijn onder andere meldingen over gezelschapsdieren en meldingen over het hobbymatig houden van landbouwhuisdieren, waarbij er sprake is van een redelijk strafbaar feit.

Waterschap

Het waterschap Zuiderzeeland heeft taken op het gebied van waterkwantiteitsbeheer en waterkwaliteit.

Als het gaat om vermoeden van botulisme of andere water gerelateerde ziekten hebben de waterschappen de taak om de vervuiling in het water teniet te doen.

Provincie

In juni 2014 is de nieuwe Wet Natuurbescherming naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin zullen de huidige afzonderlijke wetten rondom natuurbescherming opgaan. Als de nieuwe wet is ingevoerd, zullen de provincies de plicht krijgen om een eigen natuurbeleid vast te leggen.De Wet Natuurbescherming voorziet in vereenvoudigde regels ter bescherming van de natuur, in decentralisatie van bevoegdheden naar provincies en in een goede aansluiting op het omgevingsrecht. De verwachting is dat deze wet op 1 januari 2017 in werking treedt.

Landelijk instanties :

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De NVWA bewaakt de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en de veiligheid van voedsel en consumentenproducten, en handhaaft de natuurwetgeving. Het toezicht op dierenwelzijn is daarom ook een Rijks verantwoordelijkheid, niet van de gemeente.

Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming

De LID is een particuliere organisatie die het welzijn van dieren in de dagelijkse praktijk zo veel mogelijk probeert te verbeteren en te waarborgen. De LID heeft als hoofdtaak in opdracht van de overheid het bestuursrechtelijk handhaven van wet- en regelgeving op het gebied van dierenwelzijn bij gezelschapsdieren en hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er zijn verschillende vaders aanwezig binnen de Marokkaanse gezinnen en daarom is het noodzakelijk om het verschil te kunnen maken tussen de 1 ste generatie gezinnen (ouders

Nadelen zijn dat dit netwerk niet gebruikt kan worden voor kadavers, en dat dit netwerk te onregelmatig en te dun verspreid is over het land om voor monsters

Delegaties van de Raad voor Dierenaangelegenheden en van de Raad voor het Landelijk Gebied zijn tot een gezamenlijk advies gekomen waarin op basis van het gevoerde beleid en

[r]

Zo zijn de aanwe- zigheid van open bodem (bv. op voor- malige akkers, maar ook in tredsporen), braamstruwelen en natte ruigtes vaak cruciaal voor nieuwe bosvorming.. Deze

Hierdie teorieë staan ook bekend as inhoudsteorieë en draai basies rondom die eerste verklaring van menslike motivering, naamlik dat behoeftes die motiveringsproses aan die gang

Dit is ‘n belangrike onderskeid: in die openingsparagraaf van hierdie artikel is genoem dat akademici se nalatenskap onder andere deur pryse en NNS-graderings aangedui word,