• No results found

Gereedschapskist met werkvormen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gereedschapskist met werkvormen"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gereedschapskist met werkvormen

Arno Delhij

SCRUM

IN DE

KLAS

(2)

SCRUM

IN DE

KLAS

Gereedschapskist met werkvormen

(3)

Inhoud

Gebruik voor het beginnen met Scrummen ... 5

Paper Airplane Game ...5

Quick Touch ...7

Flapvraag in Stilte ...9

Gebruik voor de teamvorming ... 11

Mind the Map ... 11

Wat is jouw totemdier ... 13

Gebruik voor tijdens de planning ... 15

Helium Stick ... 15

Minimum specs ... 17

Gebruik voor tijdens de Sprint ... 18

Celibrity interview ... 18

Lucifer timebox ... 20

Gebruik voor tijdens de Review ... 21

Poster ... 21

Quiz ... 22

Applaus Meter ... 23

Gebruik voor tijdens de Retrospective ... 24

Classroom Hapiness ... 24

Schrijf een Kaart ... 26

Evalueren met Sneeuwballen ... 27

(4)

Voorwoord

Beste lezer,

Nogmaals hartelijk dank voor de aanschaf van het boek Scrum in de Klas.

Misschien heb je het boek al gelezen, in jouw klas al geexperimenteerd met Scrum en nu toe aan een aantal extra werkvormen? Of misschien heb je het boek net ontvangen en ben je nieuwsgierig geworden naar het extra werkboek wat hierin werd aangeboden? Linksom of rechtsom, feit is dat je nu weer een aantal extra werkvormen en dus mogelijkheden hebt om mee aan de slag te gaan. Leren gaat het beste als er afgewisseld wordt en er geen sleur ontstaat. Daarom is het goed om weer wat extra werkvormen tot je beschikking te hebben zodat je sleur kunt voorkomen, de nieuwsgierigheid van de leerlingen kunt blijven prikkelen en bovendien jijzelf ook meer keuzevrijheid hebt om voor elke situatie de meest geschikte werkvorm te gebruiken.

Doen is het nieuwe denken las ik laatst ergens en dat gaat zeker ook op voor het gebruik van Scrum in de Klas. Ik nodig je dan ook uit om aan de slag te gaan met weer een aantal mooie werkvormen.

Arno Delhij

(5)

Gebruik voor het beginnen met Scrummen

Paper Airplane Game

Doel: demonstreren van de kracht van time-boxing en iteraties.

Duur: 45 minuten

Aantal leerlingen: hele klas in groepen van 4 Benodigdheden

50 vel A4 per team (gebruikt), sharpies, gekleurde stiften en markers en een flip-over voor het bijhouden van de score. Tape voor op de vloer.

Aanpak

Het doel van het spel is dat elk team zoveel mogelijk geteste vliegtuigen van hoge kwaliteit maakt die een afstand van minimaal 30 meter kunnen vliegen. Vertel de teams dat ze een fabriek zijn die vliegtuigen maken. Ze hebben een order gekregen om voor een hele grote vliegshow zoveel mogelijk vliegtuigen te produceren.

De fabriek die het meeste kan leveren met de hoogste voorspelbaarheid die wint. Er wordt gewerkt in korte sprints waarin de vliegtuigen opgeleverd worden.

Je maakt een testbaan voor de vliegtuigen door een beginstreep van tape op de grond aan te brengen en eveneens een eindstreep (30 meter).

Iedereen mag telkens slechts 1 vouw doen en daarna het bouwsel door te geven aan een ander teamlid, net zo lang totdat het team denkt dat het vliegtuig getest kan worden.

(6)

Instructies

Je werkt in groepjes van 4.

Planning – bepaal je aanpak en doe een voorspelling van het aantal succesvol

gebouwde vliegtuigen. (3 min)

Vliegtuigen moeten herkenbaar zijn van het team dmv logo op beide vleugels en een raam aan elke zijde.

Bouw zoveel mogelijk vliegtuigen getest! (3 min)

Vliegtuig moet minimaal 30 meter vliegen en ook beoordeeld worden op de overige criteria.

Alleen geteste en goed bevonden vliegtuigen worden geteld.

Aan het einde van de Sprint worden vliegtuigen in aanbouw in mindering gebracht op het aantal goed bevonden vliegtuigen.

Werk is opgedeeld – iedere speler mag telkens maar 1 vouw aanbrengen per keer dat er aan het vliegtuig wordt gewerkt.

Na afloop van de iteratie bedenkt elk team 1 verbetering. (3 minuten)

Ga door naar stap 2 Planning en herhaal tot er 5 rondes zijn geweest.

Debrief

Elk team bespreekt welke verbeteringen zij hebben doorgevoerd die hen hebben geholpen.

Bespreek met elkaar wat er gebeurd zou zijn als er geen timebox zou zijn geweest.

Bespreek hoe de samenwerking was binnen het team en wie er uiteindelijk verantwoordelijk was voor het laatste woord over het ontwerp.

Wat heb je hiervan geleerd?

(7)

Quick Touch

Doel: teams bewust maken van verandercapaciteit en de noodzaak voor out of the box denken.

Duur: 40 minuten

Aantal leerlingen: hele klas

Benodigdheden: timer, flipchart om score bij te houden, grote stiften Aanpak

Dit is een eenvoudig spelletje met grote diepgang. Leerlingen moeten elkaar namelijk een handklap doorgeven met als handicap dat je dezelfde hand moet aanraken als waarmee je de klap geeft. Dus gebruik jij je rechterhand zul je ook de rechterhand van je buurman moeten aantikken.

Het grote geheim van deze oefening is dat leerlingen vaak gewoon beginnen op de

positie waar ze staan zonder echt goed na te denken over hoe ze het gaan doen. Vaak doen we deze oefening in een paar sprints net als bij de ball- point game. Je kunt daar dan ook kijken voor de instructies. Deze is net wat eenvoudiger omdat je geen materialen hoeft mee te nemen.

Je kunt de oefening nog wat extra kracht bijzetten door op een gegeven moment de lat extreem hoog te leggen door een tijd te noemen die ver onder die van het team op dit moment. Het is namelijk de bedoeling dat je telt hoelang zij er over doen voordat iedereen aan de beurt is geweest en een mede-leerling heeft aangetikt. Je zult merken dat het team vaak niet op creatieve oplossingen komt zoals het achter elkaar staan en als een soort domino elkaar aan te tikken. Deze oefening is ook een prima energizer om bijvoorbeeld ergens gedurende een project of dag te doen.

Voorbereiding (5 minuten)

Zorg voor voldoende ruimte voor het team om zich op te stellen en vraag hen om de groep te vormen.

Deel de instructies uit (of projecteer op scherm of schrijf op Flipchart) enlees ze door.

Vraag wie de vrijwilliger is voor het bijhouden van de score en de tijd

Draai 1 proefrondje.

Vraag de voorspelling voor de eerste ronde.

(8)

Speel het spel (25 minuten)

Volg verder de instructies tot en met de vierde ronde en maak dan een interventie: daag de leerlingen uit tot een verdubbeling van het doel, refereer bijvoorbeeld aan een eerdere ervaring. En ga vervolgens verder met de vijfde en dus laatste ronde.

Evaluatie (10 minuten)

Bespreek na wat de leerlingen hebben ervaren, wat ze afleiden uithet werken in iteraties, het tussentijds bijstellen van de doelen, het samenwerken en de druk (jouw interventie).

Instructies

Je werkt als 1 groot team.

Je mag alleen je rechterhand gebruiken (zowel voor geven als ontvangen).

Je geeft elkaars klap door.

Iedereen moet zijn aangetikt.

Iteratie (ronde) is 2 minuten.

Retrospective (verbeterpunt) + Sprintplanning (hoelang ga je erover doen) is 1

minuut.

5 iteraties (rondes).

Zelf de score bijhouden.

Evaluatie.

Debrief

Bespreek welke verbeteringen zij hebben doorgevoerd die hen hebben geholpen.

Hoe verliep de communicatie?

Wat heb je gezien qua leiderschap?

Bespreek met elkaar wat er gebeurd zou zijn als er geen timebox zou zijn geweest.

Bespreek hoe de samenwerking was binnen het team en wie er uiteindelijk verantwoordelijk was voor het laatste woord over het ontwerp.

Wat heb je hiervan geleerd?

Wat ga je hierdoor morgen anders doen?

(9)

Flapvraag in Stilte

Doel: helder krijgen van de leerbehoefte van de leerling zelf.

Duur: 45 minuten

Aantal leerlingen: hele klas / groepen van 4

Benodigdheden: flipchartvellen, sharpies en grote post-it notes.

Aanpak

Je vraagt voorafgaand aan de les of project een vraag te bedenken.

De vraag mag gaan over het onderwerp maar ook over iets wat je nog lastig vindt of niet goed begrijpt. Je zou bijvoorbeeld ook kunnen vragen

‘wat wil je de komende sprint leren?’

Iedereen schrijft zijn vraag op een grote sticky note met een sharpie zodat het voor iedereen goed leesbaar is. Op een centrale plek in de ruimte hang je dan een flipchart op waarop alle leerdoelen gevisualiseerd kunnen worden.

De leerdoelen kunnen tijdens de les opgesteld worden maar eventueel ook als huiswerk. Iedereen zal dan zijn leerdoelen op de grote flipchart plakken en even kort toelichten.

Instructies

Denk in stilte na over jouw vraag (wat vind je lastig/moeilijk, wat zou je graag willen leren, waar ben je nieuwsgierig naar, wat zou je willen oefenen, waar zou je iemand anders mee willen helpen etc). (5 min)

Schrijf je leerdoelen op een grote sticky note.

Zodra iedereen klaar is of de timer is gegaan ga je ombeurten naar de flipchart en hang je sticky op.

Op het moment dat je je sticky ophangt licht je het kort toe. (1 min)

De anderen mogen op dat moment alleen vragen stellen die dienen ter verduidelijking maar geen oordelen of oplossingen aandragen.

Na afloop laat je iedereen een foto maken van de gemeenschappelijke leerdoelen.

(10)

TipJe kunt deze oefening ook gebruiken als input voor teamvorming. Je kunt daarbij denken om groepen samen te stellen met soortgelijke thema’s of juist ervoor kiezen om de diverse thema’s bij elkaar te brengen.

Je kunt ook nog een variant voor crowd-learning gebruiken. Dan gebruik je nagenoeg dezelfde opzet maar dan met specifieke vragen die lesstof inhoudelijk zijn. Nadat alle vragen opgehangen zijn kan iedereen nadenken welke hulp en antwoorden ze kunnen geven bij de vragen die er hangen. De tips en oplossingen worden op post-it notes geschreven en opgeplakt bij de vragen waarop ze betrekking hebben.

(11)

Gebruik voor de teamvorming

Mind the Map

Doel: elkaar en jezelf beter leren kennen.

Duur: 15 minuten

Aantal leerlingen: 2-tallen

Benodigdheden: blanco papier en een sharpie Aanpak

In 2-tallen verken je elkaars kenmerken. Je maakt om beurten een mindmap waarin de volgende x gebieden in kaart worden gebracht:

hobbies, favoriete muziek, je doel(en), familie, behoeften, vrienden en je waarden. Je doelen zijn de dingen die je wilt bereiken in het leven.

Je waarden zijn de dingen die voor jou belangrijk zijn in het leven, zoals bijvoorbeeld vrijheid, samenwerking, eerlijkheid etc. Omdat waarden nogal best lastig kunnen zijn om die helder te krijgen kun je ook werken met een lijst met waarden (zie bijlage achterin).

Instructies

Vorm 2-tallen.

Schrijf van je medeleerling de naam in het midden van de mindmap.

Bevraag je medeleerling 5 minuten uit over de 7 gebieden en teken die in.

Na 5 minuten wissel je en is het de beurt aan de ander om jou te bevragen.

(12)

Tips en variaties: breng alle maps samen van leerlingen en maak daar 1 grote expostie van. Je kunt ook vragen om leerlingen elkaars map te laten presenteren. Zorg bovendien voor een paar voorbeelden dat helpt om het proces wat vlotter te laten verlopen.

(13)

Wat is jouw totemdier

Doel: Op basis van metaforen van dieren inzicht krijgen in welke kwaliteiten je in je team hebt (of wilt krijgen).

Duur: 30 minuten

Aantal leerlingen: hele klas / groepen van 4

Benodigdheden: een set kaarten met afbeeldingen van dieren (bijvoorbeeld: Leren door Dieren van Hens van Soest www.fotomissie.nl ) Aanpak

Zorg voor een set kaarten per team of doe dit klassikaal waarbij iedereen zijn gevoel volgt en aan de hand van de vraag “welk dier zou jij de komende sprint willen zijn en waarom?”. Iedereen kiest zijn totemdier en laat even op zich inwerken waarom zij voor dit dier gekozen heeft.

De naam van het dier en de eigenschap die jij daar aan hebt toegedicht schrijf je op de voorzijde van een a-4 nadat je dit in 2-en gevouwen hebt.

Op de binnenkant schrijf je je naam. De vellen worden op een grote tafel gespreid waarna de teamcaptains hun teams mogen samenstellen op basis van de dieren en hun eigenschappen.

Instructies

Zorg dat alle afbeeldingen goed zichtbaar op een grote tafel liggen.

Neem zorgvuldig alle dieren in je op en als er 1 is die er voor jou uitspringt dan onthoud je die. (5 minuten)

Bedenk welke eigenschap het is die je aan dit dier toebedeelt. (5 minuten)

Vouw een A-4 tje in 2-en en schrijf op de voorzijde je dier en de eigenschap, en schrijf aan de binnenzijde je naam.

Als iedereen klaar is dan worden alle (let op! – gevouwen) A4-tjes op een grote tafel uitgestald.

De teamcaptains mogen nu ombeurten de dieren uitkiezen waarvan zij denken dat dit gaan helpen bij het uitvoeren van de opdracht en lichten hun keuze toe. (20 minuten)

(14)

Bron: www.fotomissie.nl

(15)

Gebruik voor tijdens de planning

Helium Stick

Doel: bewustwording creeren over de uitdaging voor samenwerken.

Duur: 30 minuten

Aantal leerlingen: hele klas / groepen van 4

Benodigdheden: een dunne stok – bijvoorbeeld bezemsteel of een stalen roede

Aanpak

Een van mijn favoriete teambuilding-spellen of team-ijsbrekeractiviteiten wordt soms The Helium Stick of zelfs Lighter dan Air genoemd. De regels zijn vrij eenvoudig. Organiseer de leerlingen in groepen van acht tot tien personen (je hebt minstens zes leerlingen per team nodig om het te laten werken, maar meer dan acht of negen wordt omslachtig.) Neem een zeer dunne staaf (hoe dunner hoe beter – maar een bezemsteel werkt ook) en houd het horizontaal op borsthoogte en vraag de deelnemers om de stok op hun wijsvingers vast te houden en als een team op de grond te laten zakken. Dit lijkt simpel maar als je het ooit geprobeerd hebt weet je dat schijn bedriegt.

Zodra de teams de stok beginnen aan te raken, zal de uitdaging zich vrij snel voordoen. De stok is zo licht dat de opwaartse kracht van elk van de vingers die in contact proberen te blijven groter is dan het gewicht van de stok. Het resultaat? Onmiddellijk zal de stok beginnen te stijgen.

Sommige teamleden zullen proberen de anderen te coachen door verbale instructies te geven, zoals: “Nee, laten we naar beneden gaan!”

Toch? En ze zullen roepen: “Lager! Naar beneden! Niet omhoog! ” Na een tijdje worstelen geefj je ze een pauze en vraag het team om een plan te

(16)

vormen op basis van hun ervaringen uit het verleden. Uiteindelijk zullen de teams het geheim gaan uitvinden om de opdracht te laten slagen.

Dit is een fantastisch teambuilding-spel waaruit je veel conclusies kunt trekken over verbale versus non-verbale communicatie, het verschil tussen luide, vocale ‘leiders’ en degenen die het goede voorbeeld geven, en nog veel meer.

Instructies

Vorm teams van 6 – 10 personen.

Leg de staaf op de wijsvinger(s) van alle handen.

Elk teamlid moet altijd beide wijsvingers voortdurend in contact houden met de stick. (10 minuten)

Als zelfs een enkel teamlid het contact verliest, moet het team opnieuw beginnen op borsthoogte.

De stok kan alleen op de wijsvingers rusten. Dus teamleden kunnen geen vinger over de stok slaan of vingernagels over de stok schuiven, enz. (Ze kunnen de stok niet naar beneden drukken.)

Elk teamlid moet staan en het startpunt is de borsthoogte van de langste persoon. (Je moet deze regel toepassen, anders gaat iedereen op zijn knieën en probeert meteen vals te spelen.)

Het doel is om de stok tot ongeveer een voet van de grond te laten zakken.

Debriefing. (15 minuten) Debriefing

Wat heb je waargenomen?

Hoe voelde deze oefening voor je?

Wat maakt deze oefening zo lastig?

Hoe liep de communicatie?

Wat kun je zeggen over het leiderschap tijdens deze oefening?

Hoe gaat hetgeen je ervaren hebt in deze oefening je helpen bij jullie opdracht?

(17)

Minimum specs

Doel: bepalen van het absolute minimum aan taken en randvoorwaarden om het doel te behalen.

Duur: 30 minuten

Aantal leerlingen: groepen van 4

Benodigdheden: pen en papier om de resultaten vast te leggen.

Aanpak

De kunst is niet om alles te doen, maar alleen dat wat ECHT nodig is. En niet meer dan dat! Einstein zij het al alles moet zo simpel mogelijk worden aangepakt, maar niet simpeler dan dat. En ook in de agile principes vinden we “the art of maximizing things NOT done”. In het kader van een leerdoel of opdracht vragen we de leerlingen om een zo uitgebreid mogelijke lijst op te stellen van alles wat er moet gebeuren of aanwezig zijn om het leerdoel succesvol te behalen. Vervolgens gaan ze de lijst uitdunnen door voor elk element de vraag te stellen: “als we deze regel overtreden of negeren kunnen we dan nog steeds ons doel bereiken?”

Deze oefening is bedoeld om als team zo effectief en efficient mogelijk de beoogde doelstellingen te behalen. Bovendien geeft het de leerlingen vertrouwen dat doelen vaak met minder behaald kunnen worden dan wat eerder werd aangenomen.

Instructies

Groepen van 4.

Brainstorm – bedenk zoveel mogelijk zaken (taken, regels, randvoorwaarden etc) die nodig zijn om de doelen te behalen. Denk daarbij aan de dingen die je moet doen, maar ook aan de dingen die je NIET moet doen. Schrijf deze op een a4 of maak gebruik van Sticky Notes (1 ding per briefje). (10 minuten)

Ga vervolgens door de lijst en check voor elke item: “als we deze regel overtreden of negeren kunnen we dan nog steeds ons doel bereiken?”

Zo nee, verwijder dan de taak, regel of randvoorwaarde.

Ga net zo lang door tot dat je de hele lijst hebt doorgelopen. (ongeveer 20 minuten)

Gebaseerd op: www.liberatingstructures.com

(18)

Gebruik voor tijdens de Sprint

Celibrity interview

Doel: verkrijgen van extra informatie over het project of leerdoel door een stakeholder.

Duur: 35 – 60 minuten

Aantal leerlingen: hele klas

Benodigdheden: grote sticky notes en sharpies Aanpak

om de lesstof of opdracht te verduidelijken wordt een ‘celebrity’

uitgenodigd, iemand die echt veel verstand heeft van het onderwerp.

Aan de hand van een paar voorbereide interviewvragen wordt de gast geintroduceerd. En dat alles mag best een beetje over de top gespeeld worden zodat de celibrity ook echt een beetje sfeer brengt. Allleen de vragen zou ik niet vooraf delen. Vervolgens mag de bekendheid zijn praatje houden. Vervolgens ga jij, ja jij leerkracht, de rol van talk-show host verder op je nemen door brandende vragen uit het publiek voor te leggen.

Instructies

kondig de komst van de celebrity aan.

leerlingen brainstormen over vragen die ze hebben voor de celebrity.

vragen worden op grote sticky notes geschreven.

de leerkracht verzamelt ondertussen alle opgeschreven vragen en plakt deze op een grote flipchart.

De celebrity komt binnen en wordt aan de hand van een paar intro

(19)

De celebrity begint aan zijn praatje en wordt voortdurend uitgedaagd door de host van de talkshow met vragen uit het publiek (van de flipchart).

Ondertussen kunnen ook leerlingen een interventie doen door het stellen van vragen (maak bijvoorbeeld gebruik van een talking-stick).

Optioneel: leerlingen maken een verslag, infographic of samenvatting van hetgeen zij te weten zijn gekomen.

Gebaseerd op: www.liberatingstructures.com

(20)

Lucifer timebox

Doel: focus houden in groepen.

Duur: 1 minuut

Aantal leerlingen: hele klas / groepen van 4

Benodigdheden: doos lucifers, asbak en eventueel een aansteker.

Aanpak

Om te voorkomen dat leerlingen te lang uitweiden over een onderwerp is het handig om een timebox in te stellen. Dat kan natuurlijk met een timer, maar met een lucifer is een leuk alternatief. Iemand mag slechts praten zolang de lucifer brandt.

Instructies

Neem een lucifer.

Steek deze aan zodra je aan de beurt bent.

Zeg wat je te zeggen hebt zolang de lucifer brandt.

Stop zodra de lucifer op is.

TipSteek de lucifer aan met een aansteker, dat voorkomt dat mogelijk brandende lucifers wegschieten in het lokaal. Zorg bovendien dat de leerlingen de brandende lucifer boven de asbak houden zodat deze daarin valt mocht het plotseling te heet worden aan de vingers.

(21)

Gebruik voor tijdens de Review

Poster

Doel: alternatieve vorm voor het demonstreren van kennis en inzicht.

Duur: 30 – 90 minuten

Aantal leerlingen: hele klas

Benodigdheden: flipchart vellen, sharpies en gekleurde stiften Aanpak

De leerlingen creëren een poster van hetgeen zij geleerd hebben. Je kunt daarbij denken aan bijvoorbeeld diverse kaders die je ze meegeeft. Als voorbeeld bijvoorbeeld een landkaart met daarop minimaal een aantal attracties, inzichten, etc. Wat tegenwoordig ook helemaal hip is zijn infographics. Laat de leerlingen dan bijvoorbeeld een infographic maken waarbij je aangeeft welke elementen (categorieën) en hoeveel daarvan je wilt terugzien. Bijvoorbeeld een infographic over het project wat ze net hebben afgerond met daarin: probleemstelling, oplossing, leerinzichten, verander suggesties etc.

Instructies

Neem 1 flipchart vel per team met sharpies en gekleurde stiften.

<jouw criteria> bijvoorbeeld; ontwerp een infographic die weergeeft wat jullie geleerd hebben in de afgelopen sprint, wat anderen daarvan kunnen leren en wat je volgende keer anders zou doen.

Ontwerp de poster. (25 min)

Presenteer de poster. (5 min per team)

(22)

Quiz

Doel: alternatieve vorm voor het demonstreren van kennis en inzicht.

Duur: 60 – 90 minuten

Aantal leerlingen: hele klas

Benodigdheden: A4-tjes en pennen Aanpak

de leerlingen gaan zelf een manier bedenken om de stof te overhoren aan de hand van een quiz. Belangrijk hierbij is wel dat je een duidelijk kader meegeeft voor wat betreft de onderwerpen die aan bod dienen te komen en bijvoorbeelde welke leerdoelen er getoetst moeten worden.

Instructies

jullie gaan zometeen een quiz maken. (30 min)

de quiz kan bestaan uit: multiple choice vragen, invuloefeningen, stellingen, of open vragen.

De quiz bestaat uit minimaal “x” en maximaal “x” vragen.

De volgende onderwerpen dienen aan bod te komen:………..

De quiz mag alleen gebaseerd zijn op de lesstof en dient voldoende uitdagend te zijn voor je mede-leerlingen.

Na het schrijven van de quiz ga je de quiz uitvoeren met je klasgenoten.

(30 min)

Nadat alle quizes aan bod gekomen zijn volgt er een stemming over de beste quizes. (10 min)

TipHet stemmen over de quizes kan bijvoorbeeld het beste door elke leerling 10 votes te geven die ze mogen verdelen over alle inzendingen. Daarbij is het handig om de quiz materialen bijvoorbeeld op te hangen op een centrale plaats. De leerlingen kunnen dan met behulp van gekleurde stiften of sticky dot’s hun 10 stemmen verdelen over de quizes op de papieren zelf. Deze oefening kost best wat tijd. Je kunt er dus ook voor kiezen om het maken van de quiz als huiswerk op te geven of de oefening

(23)

Applaus Meter

Doel: snel feedback ophalen over het succes van een product of presentatie.

Duur: > 5 min.

Aantal leerlingen: hele klas Benodigdheden: niets

Aanpak

dit is feitelijk een hele simpele manier om heel snel feedback op te halen.

Het is dan wel van belang dat je de deelnemers goede instructies vooraf geeft en dus uitlegt hoe dit werkt. Daarin onderscheid het zich dus wel van een gewoon applaus. Na afronding van de uitleg of presentatie wordt iedereen gevraagd om te klappen waarbij je het succes kunt afleiden van de duur van het applaus of de luidheid. Persoonlijk werk ik het liefst met de duur waarbij je bijvoorbeeld een timer kunt zetten en dus bijvoorbeeld een schaal van 1-10 in seconde-stappen van 10 kunt weergeven. Dus 100 seconden is een 10.

Instructies

Na afloop van de presentatie MOETEN jullie straks klappen.

Maar je hoeft niet langer te klappen dan dat je wil.

Hoe korter je klapt hoe minder goed je de presentatie vond.

Hoe langer je klapt hoe beter je de presentatie vond.

Je kunt je beoordeling nog extra kracht bij zetten door harder te klappen en erbij gaan staan.

(24)

Gebruik voor tijdens de Retrospective

Classroom Hapiness

Doel: snel inzicht krijgen hoe de groep er emotioneel voor staat en wat er moet veranderen.

Duur: 10 – 20 min (afhankelijk van de groepsgrootte) Aantal leerlingen: hele klas / groepen van 4

Benodigdheden: Stickies (rechthoek) en sharpies (stiften) 5 stickie notes voor de schaalverdeling.

Aanpak

Iedereen bedenkt voor zichzelf hoe Happy hij of zij is op een schaal van 1 tot 5 of een gradatie van 5 verschillende Smiley’s van heel happy tot heel verdrietig of boos. Dat doe je in je hoofd. Vervolgens schrijf je op je stickie note wat er nodig is om je volgende keer een stapje hoger te krijgen op de hapiness ladder. Als voorbereiding zul je dus eerst een schaal moeten creëren.

Pas als iedereen weet wat zijn hapiness level is en verbeterpunten heeft opgeschreven gaan we dit plenair delen. Om de beurt komt iedereen naar de Hapiness meter toe, plakt zijn stickie op het niveau van hapiness en geeft vervolgens een korte toelichting wat zij nodig heeft om volgende keer een stapje hoger op de hapiness ladder te komen.

De uitdaging ligt hierin dat je wil voorkomen dat mensen te lang praten.

Je zou dit bijvoorbeeld kunnen doen met de Lucifer timebox of een timertje. De kracht van deze oefening is dat iedereen nu weet van elkaar

(25)

Instructies

Elke leerling neemt een groot stickie en een sharpie.

Denk na wat je score is op de schaal van de hapiness meter. (1 min)

Bedenk wat er nodig is om volgende keer 1 stapje hoger te scoren op de meter.

Wacht tot iedereen klaar is. (2 min)

Om de beurt kom je naar de hapiness meter, plak je stickie naast de score die voor jou geldt en ligt kort (max 1 min) toe wat er voor jou nodig is om te verbeteren.

Iedereen wacht tot dat iedereen aan de beurt is geweest.

TipJe kunt ook bijvoorbeeld tussentijds de vereenvoudigde variant toepassen door de hapiness meter toe te passen na of voor elke Daily Standup waarbij je dan de verbeterpunten weg kunt laten.

(26)

Schrijf een Kaart

Doel: het commiteren aan doelen.

Duur: 10 minuten

Aantal leerlingen: hele klas / groepen van 4 Benodigdheden: ansichtkaart voor elke leerling Aanpak

de leerlingen gaan hun doelen of besluiten die ze willen bereiken opschrijven. De uitdaging daarbij is dat de doelen wel voldoende SMART zijn. Dus Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (zie ook https://nl.wikipedia.org/wiki/SMART-principe ). De leerlingen controleren vervolgens elkaars doelen op de SMART criteria. De kaarten worden voorzien van naw-gegevens en een datum waarop de doelen behaald dienen te zijn. Dat laatste kan bijvoorbeeld ook gekoppeld zijn aan het einde van de Sprint of Project (meerdere Sprints). De leerkracht neemt de kaarten in en zorgt dat ieder zijn kaart op het besloten tijdstip ontvangt.

Instructies

De leraar bepaalt het tijdstip waarop deze oefening betrekking heeft.

Kies een ansichtkaart uit die je aanspreekt. (1 min)

Bedenk wat je zou willen bereiken of een besluit dat je neemt. (5 min)

Schrijf jouw doelen/besluit op de kaart. (1 min)

Voorzie de kaart van jouw naam en adres gegevens. (1 min)

Maak een foto van de voor- en achterzijde van jouw kaart voor je eigen archief. (1 min)

Lever de kaart in bij je leraar. (1 min)

De leraar zorgt dat iedereen zijn kaart krijgt op het afgesproken tijdstip.

(27)

Evalueren met Sneeuwballen

Doel: Op een energieke wijze snel feedback verzamelen over hetgeen geleerd is.

Duur: 10 minuten

Aantal leerlingen: hele klas

Benodigdheden: A4-tje per leerling en een pen Aanpak

De deelnemers schrijven op een A4-tje hetgeen ze in de afgelopen sprint geleerd hebben. Daar maken ze vervolgens een prop van en als de leerkracht het teken geeft dan mogen ze de prop door de ruimte gooien. Nadien pakt elke leerling een prop op en schrijft een tip op voor de afgelopen sprint. Wederom worden de sneeuwballen gegooid en opnieuw opgepakt. Maar dit keer schrijft elke leerling een tip voor de docent. Vervolgens worden er weer sneeuwballen van gemaakt. En op het teken van de leerkracht worden ditmaal alle ballen richting de leerkracht gegooid.

Deze werkvorm maakt leerlingen bewust van hetgeen ze geleerd hebben en welke verbeteringen er nog mogelijk zijn. Bovendien is deze werkwijze anoniem waardoor het ook makkelijker is om feedback te geven.

Instructies

Elke leerling neemt 1 A4-tje.

Schrijf vervolgens de drie belangrijkste dingen op die je geleerd hebt.

(1 min.)

Maak een ‘sneeuwbal’ (prop) van je papier.

Op het teken van de leerkracht gooi je de prop in de ruimte.

Iedereen raapt een ‘sneeuwbal’ op (niet je eigen prop).

Lees wat er op staat en schrijf 1 tip op.

Maak weer een ‘sneeuwbal’ en gooi deze op het teken weer door de ruimte.

Neem wederom een ‘sneeuwbal’ en schrijf nu een tip op voor de leerkracht (1 min)

Op het teken gooi allemaal je ‘sneeuwbal’ naar de leerkracht.

(28)

Bijlage – overzicht van waarden

Aandacht Geduld Nuchterheid Toewijding

Affectie Geestkracht Onbaatzuchtigheid Tolerantie Assertiviteit Gehoorzaamheid Onafhankelijkheid Traditioneel Authenticiteit Geleerdheid Ondernemend Transformatie Autonomie Gelijkwaardigheid Ontdekken Troost

Avontuur Geloof Onthechting Trouw

Balans Geluk Ontmoeten Uitdaging

Barmhartigheid Gemak Ontspanning Uitmuntendheid Bekwaamheid Genuanceerdheid Ontvouwen Veelzijdigheid Betrouwbaarheid Gevoeligheid Ontwikkeling Veerkracht Bescheidenheid Gezag Onvoorwaardelijk Veiligheid

Bescherming Gezamenlijkheid Openheid Verantwoordelijkheid Betrokkenheid Gezondheid Optimisme Verbeeldingskracht

Bevrijding Gratie Ordelijkheid Verbetering

Bewustzijn Groei Originaliteit Verbinding

Bezieling Harmonie Overgave Verbondenheid

Bloei Heelheid Overvloed Verdraagzaamheid

Collegialiteit Hulpvaardigheid Passie Vergeving Communicatie Humor Persoonlijke

ontwikkeling Vernieuwing Competitie Inlevingsvermogen Pionieren Vertrouwen Continuïteit Innerlijke vrede Plezier Vindingrijkheid Creativiteit Innovatief Prestigieus Virtuositeit

Daadkracht Inspiratie Puurheid Vitaliteit

Dankbaarheid Integriteit Rationaliteit Volharding Degelijkheid Intimiteit Rechtvaardigheid Volmaaktheid

Deskundigheid Inzet Respect Vrede

Deugdbaarheid Inzicht Resultaat Vreugde

Dienstbaarheid Kennis Rijkdom Vriendschap

Discipline Klantgerichtheid Rust Vrijgevigheid Doelgerichtheid Klantvriendelijkheid Samenwerken Vrijheid Duidelijkheid Kunstzinnigheid Samenzijn Waardering

Duurzaamheid Kwaliteit Schenken Waardevol

Eenheid Leiderschap Schoonheid Waardevrij

Eenvoudigheid Leraarschap Simpelheid Waardigheid

(29)

Eigenheid Mededogen Speelsheid Zelfbehoud Energiek Meesterschap Spiritualiteit Zelfkennis Enthousiasme Meeveren Spontaniteit Zelfstandigheid

Erkenning Mildheid Stabiliteit Zelfvertrouwen

Essentie Moedig Stilte Zingeving

Fijnzinnigheid Mogelijkheden Tederheid Zorgvuldigheid Flexibiliteit Mondigheid Tevredenheid Zorgzaamheid Geborgenheid Muzikaliteit Toegankelijkheid Zuiverheid

(30)

Colofon

Deze gereedschapskist met werkvormen hoort bij het boek:

Scrum in de Klas

Dé methode om je leerlingen BETER, LEUKER en SNELLER te laten leren ISBN/EAN boek: 978-90-830352-0-8

ISBN/EAN e-book: 978-90-830352-1-5 NUR-code: 840

Copyright © Arno Delhij 2019 Eerste druk

Redactie: Manon Müller, Expertboek Vormgeving: Daisy Goddijn, Expertboek Illustraties: Tim Hengeveld

Foto’s: Wijnand Geuze, Link Fotografie Uitgever: Expertboek (www.expertboek.nl)

BELANGRIJKE NOOT VOOR DE LEZER

De intellectuele eigendoms- en auteursrechten © van de inhoud en omslag van dit boek berusten bij de auteur. Kleine citaten met expliciete bronvermelding zijn toegestaan. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op een andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of auteurs.

Website auteur : www.scrumindeklas.nl Website uitgever: www.expertboek.nl

DISCLAIMER

De auteur heeft zich ingespannen interessante informatie in dit boek te verschaffen. Daarbij heeft hij gestreefd naar juistheid en volledigheid van deze informatie, maar kan dit niet garanderen. De informatie is uitsluitend illustratief bedoeld; toepassing hiervan verschilt uiteraard per praktijksituatie. De auteur wijst iedere aansprakelijkheid af voor schade als gevolg van onjuiste of ontbrekende informatie of als gevolg van interpretaties in dit boek. De lezer is verantwoordelijk voor de beoordeling van de bruikbaarheid van de informatie in en de vertaalslag naar de eigen, persoonlijke situatie.

Ga naar www.scrumindeklas.nl voor meer informatie over het boek Scrum in de Klas.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van deze informatie hebben we de route van instroom van de leerlingen in beeld gebracht en hebben we scholen voor voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, regulier

Maakt contact met de groep of individuele leerlingen, staat nog wat ongemakkelijk voor de groep, spreekt niet altijd even luid genoeg, articuleert goed, maar nog te monotoon.

Per subdomein kijken we dus naar de mate waarin prestaties tussen scholen en leerlingen verschillen en hoe we deze verschillen kunnen toeschrijven aan kenmerken van

We onderscheiden hierbij drie aandachtsgebieden die van belang zijn voor het onderwijs aan deze leerlingen: schoolcultuur en een aangepast aanbod, differentiëren en doelen stellen,

Mogelijk heeft uw zoon of dochter thuis behoefte om verder te praten over dit tragische ongeval.. Als u hierbij ondersteuning nodig hebt, kunt u contact opnemen met

Als u vragen hebt of met ons over dit tragische voorval wilt praten, kunt u ons persoonlijk in de school aanspreken of met ons bellen of mailen. Vriendelijke

Wederom heeft de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) de gemiddelde groepsgrootte vastgesteld door middel van een representatieve steekproef. 1 Daarnaast heeft

Op basis van het onderzoek van ISOB en Blosse, waarbij duidelijk is dat er geen bestaansrecht is voor 2 scholen in de kern Egmond aan den Hoef, lijkt het een goede oplossing dat