• No results found

· PASSIA · Palestinian Academic Society for the Study of International Affairs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "· PASSIA · Palestinian Academic Society for the Study of International Affairs"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag

Palestinian Academic Society for the Study of International Affairs

·

PASSIA

·

Naam: Jan Ybema

Studentnr.: 1948288

Adres: Eerste Hunzestraat 11a, 9715 BH Groningen Tel.nr: 06 42690826

Opleiding: MA Midden-Oostenstudies Stagedocent: prof. dr. W.J. van Bekkum Stagegever: PASSIA

Stageadres: Hind Al-Husseini, Alley 2, Wadi Al-Joz,

P.O. Box 19545, Jeruzalem

Stageperiode: 4 april t/m 29 juni 2017 Begeleider: dr. Mahdi Abdul Hadi

(2)

2

Stageverslag

Verslag van de stage bij P

ASSIA

Palestinian Academic Society for the Study of International Affairs

(3)

3

Inhoud

Inleiding ... 4 De organisatie ... 6 Werkzaamheden ... 8 Evaluatie ... 10 Conclusie ... 12 Bijlage I. Logboek ... 13

(4)

4

Inleiding

Al jaren had ik met de gedachte gespeeld om eens een poosje in het buitenland door te brengen voor studie of stage. Steeds hadden de praktische rompslomp enerzijds en de vrees voor een fiasco anderzijds mij er uiteindelijk van weerhouden. Wat het eerste betreft: stageplekken zoeken, telkens proberen en naast het net vissen en als je dan uiteindelijk beet hebt, begint het gedoe pas echt. Hoe verblijf ik daar, heb ik een visum nodig of inentingen, hoe kom ik aan een stagebeurs, wat moet ik toch veel formulieren invullen, wat te doen met mijn kamer in Groningen en ga zo maar door. Wat het laatste betreft: straks zit ik daar met in een straal van duizenden kilometers niemand die echt wat om me geeft, eenzaam en met vreselijke heimwee, het eten is niet lekker en de mensen doen raar, het is gruwelijk heet of ik word ziek, afijn, ik zal wel met hangende pootjes weer thuiskomen.

Toen ik in de zomer van 2016 echter de eerder al gevolgde mastervakken van Midden-Oostenstudies wilde completeren om zo de master geheel af te ronden, besloot ik min of meer dat ik dat niet met goed fatsoen kon doen zonder die regio ook zelf te bezoeken. Onder het motto ‘zelfs de beste Mediëvisten zijn nooit in de Middeleeuwen geweest’ bood ik mijzelf nog een mentale vluchtroute, maar naarmate ik vaker de wil uitsprak om naar het Midden-Oosten te gaan, begon het idee meer en meer in mijn hoofd te rijpen en aanvaardde ik dat het ook daadwerkelijk zou gaan gebeuren.

Maar ik ben geen man van drastische stappen. Aan het strand heb je mensen die prompt de zee in duiken, maar ik behoor tot de categorie die eerst zo ver mogelijk het water inloopt om voorzichtig aan de kou te wennen. Daarom ging ik afgelopen november eerst maar eens met mijn vriendin op vakantie naar Andalusië, waar men in een veilige omgeving toch alvast wat aan de Arabisch-islamitische cultuurgeschiedenis kan snuffelen, maar op vele eeuwen afstand en met siësta voor en tapas na.

Ik doorstond deze eerste kennismaking met verve en voelde mij intussen volwassen en zelfstandig genoeg om langere tijd van huis te gaan. De zoektocht naar een stageplek kon dus serieus beginnen en ik had daarbij een aantal voorkeuren. In gewapende conflicten terechtkomen behoorde daar niet bij, zodat een groot deel van de regio alvast afviel. Ik wilde graag de

Arabische wereld leren kennen, dus Israël kon ik wegstrepen, maar tegelijk zag ik op tegen de cultuurschok die ik in een volledig Arabische omgeving te verwerken zou krijgen. (De lezer moet weten dat New Orleans tot dan toe mijn meest exotische bestemming was geweest.) Ik verzon een list. Als ik nu eens een stageplek in de Palestijnse gebieden vond, dan zou ik in een Arabische omgeving kunnen verblijven en tegelijkertijd de Westerse beschaving van Israël nog binnen handbereik hebben – hoe aanmatigend dit ook moge klinken, dit was nu eenmaal mijn overweging.

(5)

5 Dat ik uiteindelijk bij een Palestijns denktankje uitkwam, is niet in de laatste plaats aan toeval toe te schrijven. Ik was na veel gesurf op de site van PASSIA gestuit, nota bene via een

getipte link op de website van Dries van Agt. Stagezoekers konden hun interesse per e-mail laten blijken. Dat deed ik en al snel kreeg ik te horen dat ik welkom was. Het gemak waarmee dat ging, kan men tweeërlei opvatten. Ik was vooral opgetogen dat ik geen selectietraject hoefde te

doorlopen en niet aan een bepaalde periode gebonden was, maar men kan er ook de indruk door krijgen dat het een instituut is waar kennelijk niemand stage wil lopen en dat weinig voorstelt. Uit de enthousiasmerende gesprekken via facebook met een oud-stagiair kreeg ik echter alle hoop dat ik bij PASSIA een mooie tijd zou kunnen beleven.

Zo’n buitenlandstage is, los van alle studiegerelateerde argumenten, bovenal ook een karaktertest, een onderdeel van de zelfontplooiing en ik voelde dat ik er nu klaar voor was. Met de rompslomp viel het alleszins mee. Via de door PASSIA aangeraden facebookgroep ‘Secret

(6)

6

De organisatie

PASSIA, voluit de Palestinian Academic Society for the Study of International Affairs, is een

Palestijnse denktank in Oost-Jeruzalem. Het instituut stelt zich ten doel om “de Palestijnse kwestie te presenteren in haar nationale, Arabische en internationale context”, via

“gespecialiseerd, wetenschappelijk en objectief” academisch onderzoek, publicaties, symposia, conferenties, enzovoort. Het gebouw is gevestigd in de wijk Wadi al-Joz, niet ver ten noorden van de Oude Stad. Het biedt ruimte aan twee vergaderzaaltjes. Beide zijn tevens in gebruik als werkruimte, en in de ene is ook de bibliotheek gevestigd. Dan zijn er nog twee werkkamers met potentieel ruimte voor zo’n vier werknemers. Het onvolprezen keukentje en de badkamer – met bad! – completeren het geheel. Dankzij een grondige schoonmaakbeurt heeft het perceel sinds kort een nagenoeg afvalvrije tuin – een zeldzaamheid in Arabisch Jeruzalem.

Doelstellingen en kernactiviteiten

PASSIA’s doelen en werkzaamheden concentreren zich in een viertal gebieden. Ten eerste is dat

de training van Palestijnse studenten, zowel in internationale betrekkingen als in Palestijnse geschiedenis en cultuurgoed, via lezingen en discussies, verzorgd door specialisten vanuit allerlei lokale en buitenlandse instellingen. Ten tweede is PASSIA in het bijzonder bezorgd over de

kwestie van Jeruzalem, de tweedeling van de stad en de situatie rondom de Heilige plaatsen in de Oude Stad. Workshops, bulletins en rondetafelgesprekken met afgevaardigden van vele religieuze gemeenschappen zijn voorbeelden van die betrokkenheid bij Jeruzalem. Ten derde poogt het instituut via publicaties en door samenwerking met instellingen binnen en ver buiten de

Palestijnse gebieden het wereldwijde bewustzijn over de Israelische bezetting en begrip voor het Palestijnse perspectief te vergroten.1 Ten slotte wil PASSIA een forum bieden aan de vrije

uitwisseling van meningen en analyses, om zo de pluraliteit van Palestijnse opvattingen te tonen en haar eigen blik te scherpen aangaande internationale betrekkingen en hun invloed op de “Palestijnse strijd voor gerechtigheid en vrede.”

Institutionele inbedding

Het instituut is politiek ongebonden en evenmin gelieerd aan een universiteit. Het is daardoor afhankelijk van externe financiering. PASSIA’s belangrijkste partner op dat gebied is de Friedrich

Ebert Stiftung, een grote, aan de Duitse sociaaldemocratische partij gelieerde stichting, met talloze buitenlandse afdelingen, waaronder ook in Oost-Jeruzalem. Voor specifieke projecten tracht PASSIA bovendien geldstromen van andere fondsen of van consulaten en ambassades aan

te boren. De afgelopen jaren heeft de organisatie steeds meer moeite om externe financiering binnen te slepen. Waar de Friedrich Ebert Stiftung in het verleden vier personeelsleden bekostigde, neemt zij nu nog maar één baan voor haar rekening. Wellicht hebben potentiële geldschieters hun belangstelling voor de Palestijnse kwestie enigszins verloren na het mislukken van de vredesonderhandelingen en de opkomst van nieuwe brandhaarden in de regio. Een andere verklaring kan de toenemende voorzichtigheid zijn om Palestijnse organisaties te steunen uit angst voor het oordeel van de als rechts en pro-Israëlisch gekarakteriseerde NGO Monitor.

Staf

1 Een van die projectpartners is Instituut Clingendael. Passia is tevens aangesloten bij een aantal

(7)

7 PASSIA heeft een kleine staf, bestaande uit vijf personeelsleden, van wie er drie in voltijd werken

en twee in deeltijd. Hoofd van het instituut is dr. Mahdi Abdul Hadi (1944). Hij studeerde

rechten, maar voltooide een PhD aan de School of Peace Studies aan Bradford University en was een jaar lang fellow aan de Harvard School of International Affairs. Sinds de jaren zeventig is hij op allerlei manieren betrokken geweest bij de Palestijnse zaak. Hij richtte in 1977 de denktank Arab Thought Forum.2 Na enige jaren van directe politieke betrokkenheid, heeft hij geen

politieke of bestuurlijke functies meer vervuld om zo kritisch en onafhankelijk te kunnen zijn. In maart 1987 was hij samen met een groep academici en intellectuelen een van de stichters van PASSIA. Zijn bevlogenheid betreft in het bijzonder de stad Jeruzalem en het bestuur over de

Heilige plaatsen – ook al toont hij zich religieus uitermate liberaal en seculier – alsook de

toekomst van de Palestijnse jeugd, sommigen van wie hij een avond per week pro Deo onderricht in het Palestijnse cultuurgoed, om hen zo te sterken in hun eigen identiteit.

Deniz Altayli MA studeerde als sociologe af aan de universiteit van Heidelberg met bijvakken economie en politicologie. Ze is al zo’n twintig jaar bij PASSIA betrokken en is thans

programmadirecteur van de instelling. Naast een secretaresse zijn een ICT-medewerker en een financieel manager deeltijd in functie. Af en toe worden academici of assistenten voor korte tijd aangesteld om aan specifieke projecten te werken en verder zijn er regelmatig stagiairs actief. Een Raad van Bestuur, bestaande uit een zevental academici, controleert PASSIA’s projectplannen en

financiële gezondheid.

Publicaties

Het meest bekend is PASSIA door de onregelmatige publicatie van zogenaamde bulletins, ofwel

rapporten van doorgaans rond de 25 bladzijden, die een overzicht geven van de huidige stand van zaken aangaande een bepaald thema gerelateerd aan de Palestijnse gebieden en het conflict met Israël. De laatste jaren werden er onder meer bulletins uitgebracht over onderwijs in Jeruzalem, Palestijnse vrouwen, Fatah en Hamas, en over Zone C in de bezette gebieden. De bulletins worden bij gelegenheden aan gasten uitgedeeld en worden verspreid naar allerlei instellingen in de Palestijnse gebieden.

Verder doet PASSIA grotere studies in boekvorm verschijnen, dikwijls over thema’s als

Jeruzalem, de Palestina’s relatie tot de drie monotheïstische godsdiensten en Palestina’s

buitenlandse betrekkingen. Jaarlijks of tweejaarlijks verantwoordt de instelling haar activiteiten in een ‘annual report’. Ten slotte laat PASSIA ieder jaar een robuuste agenda drukken, met daarin

o.a. contactadressen van talloze instellingen in de Palestijnse gebieden. In het verleden is bij PASSIA een fraaie kaartencollectie tot stand gekomen. Aan het schaarser worden van het aantal

nieuwe publicaties vanaf ongeveer 2007 valt op te maken dat de organisatie sindsdien in moeilijker vaarwater is terechtgekomen.

2 Daaruit kwam later de National Guidance Committee voort, die niet zonder succes een balans wist te vinden

(8)

8

Werkzaamheden

Van begin april tot eind juni heb ik vijf dagen per week stagegelopen. Een werkdag duurde van ongeveer half tien tot drie uur, omdat het personeel zichzelf vanwege financiële krapte

arbeidstijdverkorting heeft opgelegd. Vrijdag en zondag waren vrije dagen. Enerzijds gaf dat een versplinterd weekend, anderzijds had ik nu een korte werkweek en zowel op donderdagmiddag als op zaterdagmiddag het gevoel dat ik weekend had.

Onderzoeks- en redactiewerk

Vanaf het begin heeft de staf me betrokken bij de werkzaamheden van PASSIA en dat in

toenemende mate. Mijn voornaamste tastbare bijdragen betroffen de medewerking aan twee bulletins. In het kader van een door PASSIA georganiseerde conferentie over vijftig jaar bezetting, waarover zo dadelijk meer, streefden we ernaar voor die tijd een bulletin ter perse te laten gaan met daarin een overzicht van de belangrijkste historische gebeurtenissen omtrent het Israëlisch-Palestijnse conflict sinds 1967. Dr. Mahdi had zijn manuscripten voorbereid en mijn taak bestond eruit die teksten te redigeren, met name wat betreft het Engels, hier en daar ook compositorisch. Met vereende krachten slaagde het ternauwernood om het bulletin op tijd klaar te krijgen, zodat het op het congres gepresenteerd kon worden.

Significanter was mijn bijdrage aan een volgend bulletin over bronnen van internationaal recht, hun juridische reikwijdte en de implicaties daarvan voor Israël en ‘derde partijen’, ofwel andere staten. Het reeds gedane voorwerk bestond uit een incomplete lijst van resoluties en verdragsartikelen die door Israël worden geschonden of niet nageleefd. Aanvankelijk bestond mijn werk eruit via bronnenonderzoek die lijst verder aan te vullen en zo veel mogelijk te completeren. Vervolgens ben ik me verder in de verschillende bronnen van internationaal recht gaan verdiepen: wat is wanneer bindend voor wie, hoe kan naleving worden gemonitord en afgedwongen, hoe ver reikt de verantwoordelijkheid van niet-betrokken staten in het conflict, enzovoort. Deze zoektocht leverde resultaten op die vrijwel integraal bruikbaar bleken voor het bulletin. ‘Internationaal recht’ is immers een nogal abstract begrip dat te pas en te onpas wordt aangehaald: enige precisering en toelichting was geen overbodige luxe.

Een niet zo voor de hand liggende en onverwachte klus was het kritisch doorlezen en becommentariëren van een romanmanuscript van een Amerikaanse schrijfster, die via een gemeenschappelijke kennis met dr. Mahdi in contact was gesteld. Het verhaal speelde zich af in Jeruzalem tegen de achtergrond van de Eerste Intifada. Dr. Mahdi, Deniz en ik hebben alle drie, zij het met ongelijke appreciatie, het manuscript doorgenomen en van aanmerkingen voorzien. Aan mij was voorts de taak om de e-mailcorrespondentie met de schrijfster te onderhouden. Hoewel Deniz weinig van het verhaal heel liet en ik haar kritiek in diplomatieke, maar toch niet mis te verstane bewoordingen aan de Amerikaanse overbracht, was de schrijfster gelukkig zeer verguld met onze terugkoppeling.

Ander redactioneel werk betrof het voorbereiden van een tweetal van dr. Mahdi’s

(9)

9 na afloop van zo’n confrontatie tot mij: ‘Did you see how I swallowed my ego, how I swallowed the insult again?’ en dan glimlachte hij breeduit.

Congressen

Aangezien het vijftigjarige jubileum van de Zesdaagse Oorlog precies in mijn stageperiode viel, werd ik tijdens mijn verblijf getrakteerd op niet één, niet twee, maar wel drie congressen over dat treurige feit. Voor mij het belangrijkste was het eerste, georganiseerd door PASSIA. Van

voorbereidende verplichtingen bleef ik vrijgesteld, maar tijdens het congres maakte ik notities van alle lezingen, om die vervolgens als samenvattingen uit te werken ter archivering in het PASSIA

-archief en voor op de website. Verder zorgde ik ervoor dat alle gasten zich registreerden en enkele PASSIA-bulletins in de handen gedrukt kregen. Bij de congressen van de Friedrich Ebert Stiftung

en de Al Quds universiteit was ik slechts als bezoeker aanwezig. Een eerder door de Israelische veiligheidsdiensten geannuleerde conferentie over de representatie van ‘de Ander’ in Palestijnse en in Israelische schoolboeken, georganiseerd door PASSIA, vond later alsnog plaats. Ook daarbij

fungeerde ik weer als notulist en verleende ik waar nodig hand- en spandiensten.

Meetings

De deur van PASSIA stond altijd open, voor onverwacht evenzeer als voor gepland bezoek.

Terwijl ik in het begin vaak nog achter m’n bureau werd gelaten, kreeg ik meer en meer de gelegenheid om bij deze bezoeken aanwezig te zijn. Mijn taak was steeds om notulen van de gesprekken vast te leggen, af en toe een intelligente interventie te plegen en, bij afwezigheid van de secretaresse, het bezoekende gezelschap op de foto te zetten; dit alles voor de systematische archivering van PASSIA’s activiteiten. Na afloop werkte ik de ruwe aantekeningen dan weer uit in

leesbare samenvattingen.

Dr. Mahdi bleek op verschillende terreinen uitstekende connecties te hebben, met name in de diplomatie en de journalistiek, alsook in academische kringen. Zo kwamen er twee

buitenlandse delegaties bij ons op bezoek, namelijk de Australische en de Zuid-Afrikaanse. Dr. Mahdi presenteerde zijn visie op de huidige toestand en mogelijke wegen vooruit in het

Israelisch-Palestijnse conflict, waarna de politici en diplomaten met hem in gesprek konden gaan. Een ontelbaar aantal journalisten nam gedurende mijn verblijf contact op met dr. Mahdi. Waar het een interview voor de geschreven pers betrof, was ik af en toe ter opluistering aanwezig; andere keren trok hij zich terug voor een televisie-opname. Het meest verrassend was om in ons eenvoudige halletje plotseling NBC anchorman Lester Holt aan te treffen. (Ik had in november zijn ‘live coverage’ van de Amerikaanse presidentsverkiezingen gevolgd en daar had hij me een afschuwelijke nacht mee bezorgd, maar hij weigerde daar in het PASSIA-halletje

verantwoordelijkheid voor te nemen.)

Verder ontvingen we af en toe collega-academici, zoals de Canadese politicoloog Ian Spears, die conflictresolutie in algemene zin bestudeert en zijn idee van ‘condominialisme’ aan dr. Mahdi wilde voorleggen. De Britse denktank Forward thinking presenteerde zijn plannen om een impuls te geven aan het Palestijnse onderwijscurriculum. Bij wijze van partijoverschrijdende dialoog was er bovendien een ontmoeting met een aantal Israëlische intelligentsia, die dr. Mahdi aan de tand voelde over zijn visie op de huidige situatie.

(10)

10

Evaluatie

In april kwam ik aan bij PASSIA in de verwachting dat ik veel tijd aan mijn masterscriptie zou spenderen. Van tevoren was mij namelijk verteld dat er weinig of geen lopende onderzoeken waren waar ik aan zou kunnen bijdragen, maar dat ik, wanneer het zo uitkwam, uiteraard ad hoc bij zaken betrokken kon worden. Eenmaal aangekomen, was ik dan ook aangenaam verrast om te merken dat er weldegelijk activiteiten ontplooid werden waaraan ik mijn inspanningen kon wijden. Mijn voornaamste bijdragen betroffen de bulletins, het notuleren bij meetings en het notuleren en redigeren van dr. Mahdi’s dictaten, ter voorbereiding van artikelen.

Aanvankelijk kreeg ik de indruk dat we van beide kanten, zowel ikzelf als het PASSIA

-team, een beetje de kat uit de boom keken, misschien mede doordat ik niet enorm expressief ben aangelegd, waardoor het een poosje geduurd zal hebben voor men doorkreeg dat ik me bij PASSIA erg goed vermaakte. Dat ik inzet toonde bij het werk aan de bulletins en daarbij in ieder geval een voldoende goed product leverde, zal ertoe hebben bijgedragen dat ik na verloop van enkele weken meer en meer bij de lopende zaken werd betrokken. Kennelijk had ik de ballotage doorstaan en zo werd ik een integraal onderdeel van het team. Sluitstuk van die ontwikkeling was het moment waarop dr. Mahdi mij met ‘Abdallah’ begon aan te spreken: ik hoorde er nu

helemaal bij, al had hij liever gezien dat ik een knappe vrouw was geweest, want daar is de professor erg op verkikkerd. Helaas kon ik hem op dat punt niet van dienst zijn.

Bij mijn werk profiteerde ik van de kennis over het Israëlisch-Palestijnse conflict die ik tijdens colleges en bij het schrijven van papers had opgedaan. Ik kende de grote lijnen van de steeds terugkerende debatten, had een basaal begrip van de dominante issues. Daardoor kon ik de discussies volgen en aan de bulletins werken zonder voortdurend naar feiten en achtergronden te hoeven informeren. Naast de kennis, kon ik tijdens de studie aangeleerde vaardigheden inzetten zoals het verwerken van grote hoeveelheden informatie, bronnenbeoordeling, zelfstandig onderzoek doen, kritisch reflecteren en academisch schrijven. Doordat de werkzaamheden van een denktank, ook al is ‘ie maar klein, tamelijk vergelijkbaar zijn met die van een student tijdens een academische opleiding, was de aansluiting tussen studie en stageplek probleemloos.

Met enige gêne moet ik bekennen dat mijn Engels en Duits er hier sterker op vooruit zijn gegaan dan m’n nog altijd hoogst rudimentaire Arabisch (Salaam aleikum, kiif alak. Shukran. Yalla,

tikalafi. Masalame!). M’n huurbaas en zijn familie spraken grotendeels prima Engels, bij PASSIA

verliep de meeste communicatie toch al in het Engels, de contacten die ik via PASSIA opdeed spraken Engels en op straat en in de winkel kan men zich met een vriendelijke

gezichtsuitdrukking al snel redden, als er wanneer nodig maar betaald wordt. Een cursus Arabisch volgen was me eerlijk gezegd aan de prijzige kant en ik ervoer zoals gezegd simpelweg nauwelijks belemmeringen in m’n dagelijkse functioneren. Het zou fantastisch zijn geweest om met de groenteman en een passerende geitenhoeder te kunnen converseren, maar het was duidelijk dat een cursusje daarvoor ontoereikend zou zijn, zodat de prikkel om het te leren nu eenmaal onvoldoende sterk was. Ik erken dat zich in deze houding een zekere luiheid van karakter openbaart, maar ik merk te mijner verdediging op dat de uren anders gewijd aan taallessen, nu besteed konden worden aan het bereizen van het land en het lezen van nuttige boeken.

Niet anders dan verwacht, opende zich onder het oppervlak van mijn per slot van rekening tamelijk oppervlakkige kennis over de Palestijnse kwestie een wereld van complexe processen, perfide mechanismen en tragische waarheden. De gesprekken met dr. Mahdi en Deniz, alsook het meelopen tijdens congressen en de aanwezigheid bij meetings hebben me veel inhoudelijke verdieping gegeven, met name voor wat betreft de rol van de internationale

(11)

11 enkele vaak gehoorde kreten: The usual bla bla thing... / It’s hypocrisy! / The youth, they don’t care.

They. Don’t. Care! Disillusionment and pragat...practim, what’s the word, Abdallah... Pragmatism!).

De ontwikkeling van vaardigheden betrof met name het sociale en communicatieve vlak. Ik was tot nu toe geen regelmatig congresganger en bevond mij nu plotseling in het gezelschap van lokale intelligentsia, diplomaten en andere hoogwaardigheidsbekleders. Zittend tegenover een traditioneel geklede imam, trok ik uit voorzorg toch maar mijn overhemd met lange mouwen aan, maar wat doe je als de Turkse consul-generaal je in de pauze van een congres een

portretschets van jezelf overhandigt? (Ik bedankte vriendelijk en ontdekte vervolgens dat hij die dag zowat iedereen op de voorste rij had zitten portretteren.) Bij een andere gelegenheid werd mij, bij verstek van de secretaresse, de taak toebedeeld om alle diplomatieke missies te bellen om hun aanwezigheid bij ons congres bevestigd te krijgen: mijn telefoonschroom werd danig op de proef gesteld, maar na enige tijd begon ik er zowaar aardigheid in te krijgen.

PASSIA was voor mij een nagenoeg ideale plek om stage te lopen. Over NGO’s en

diplomatie ben ik hier nog sceptischer geworden dan ik al was, dus ik ben blij dat ik niet daar, maar bij een onafhankelijke, lokaal gewortelde instelling ben terechtgekomen. Tegelijk kwam ik vanuit die min of meer academische positie wel voortdurend in contact met die sectoren en heb ik het samenspel van actoren kunnen meemaken. De academische insteek betekende wel dat

activiteiten zich op een theoretisch niveau bleven afspelen: bij een NGO had ik wellicht meer concrete, praktische taken uitgevoerd en op die manier meer in contact kunnen komen met de doorsnee Palestijn.

Van PASSIA’s pro-Palestijnse oriëntatie was ik mij uiteraard van tevoren bewust. Zelf heb

ik getracht mij zo veel mogelijk open te stellen voor verschillende perspectieven en me niet ideologisch te laten kooien. Aangezien ik in de eerste plaats nieuwsgierig was naar PASSIA’s kijk op de zaak, heb ik mijn eigen ideeën niet opgedrongen, maar wel nam ik af en toe de gelegenheid te baat vragen te stellen die het bij PASSIA heersende discours kritisch aan de tand voelen (‘Dus u

vindt de stichting van Israël op zichzelf al betreurenswaardig?! / Als je de Palestijnse vluchtelingen van 1948 nu eens vergelijkt met de Duitse vluchtelingen van 1945…? / Nou ja, in dat boek van Rashid Khalidi heb ik gelezen dat er eigenlijk pas vanaf de jaren zestig sprake is van zoiets als een Palestijnse identiteit, hè?’).

Gelukkig kon ik mij dat permitteren zonder als deloyale Zionist te worden versleten.

Gezien de kleine omvang van de instelling verliep de begeleiding op informele wijze. Ik kon op ieder moment bij dr. Mahdi of Deniz aankloppen en zij evenzo meldden zij zich bij mij wanneer nodig. De eerste weken spendeerde ik vrij veel tijd alleen, maar zoals gezegd, werd ik steeds meer in het team opgenomen. Wel had ik het aardig gevonden als we bijvoorbeeld eens per week een uurtje allemaal bij elkaar hadden gezeten om de actualiteit te bespreken en de

bezigheden van de vorige en de komende week door te nemen. Ook was het mooi geweest als er wat meer (jonge) mensen hadden gewerkt; ik had dan gemakkelijker een nieuw sociaal netwerkje kunnen opbouwen.

(12)

12

Conclusie

Aan alle studenten die eigenlijk wel eens een buitenlandstage zouden willen doen, maar er op wat voor gronden dan ook vrees voor hebben – angst voor het vreemde, voor heimwee, om eenzaam te zijn, wat dan ook – zou ik willen zeggen: dat had ik vroeger ook, maar ik heb het toch gedaan en je zult zien dat het veel eenvoudiger is dan je denkt. Hoe clichématig het ook klinkt, de ervaring zal je rijker en sterker maken en zelfs al kom je, zoals ik, van de Friese klei, je zult na afloop een klein beetje trots zijn op jezelf.

Hoe educatief de stage ook was, ik heb het buitenlandverblijf toch in de eerste plaats meegemaakt als een persoonlijkheidsontwikkelende ervaring. Van huis uit niet erg

globetrotterachtig opgevoed, was het fijn om te merken dat ik me in zo’n behoorlijk andere wereld toch goed staande kon houden. In korte tijd had ik m’n vaste winkeltjes gevonden, favoriete plekken bepaald en een zeker ritme ontwikkeld. Met een volledig uitgerust appartement voor mezelf, had ik ook echt een plek die ik m’n thuis kon maken. Tegelijk zou de aanwezigheid van huisgenoten hebben kunnen helpen om me in het Arabische familieleven te integreren, maar ik had zo’n privévertrek toch niet graag willen missen.

Over veel van wat ik tijdens de stageperiode gezien en gedaan heb, ben ik erg tevreden. Ik heb heel wat bezienswaardigheden in Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Israël kunnen bezoeken. Met allerlei mensen had ik geplande of onverwachte aangename ontmoetingen. Vele aspecten van het hedendaagse conflict heb ik met eigen ogen kunnen zien en aan den lijve ondervonden. Ik heb me nuttig kunnen maken voor PASSIA en via de stage een grote

verscheidenheid aan mensen ontmoet, zij het meestal eenmalig. Ik had er aardige en enthousiaste collega’s en vond in de Bakirs de beste ‘gastfamilie’ die ik me kon wensen. Met de Lutheranen op de Olijfberg groeide een niet meteen voor de hand liggende, maar steeds sterkere band. Door langere tijd in het buitenland te verblijven, heb ik mezelf in zekere zin opnieuw uitgevonden. Ik heb ontdekt dat ik het kan en dat ik het leuk vind: dat heeft mijn zelfbeeld veranderd en mijn blik op m’n eigen toekomstperspectieven verbreed.

Onvermijdelijk zijn er ook dingen waar ik spijt van heb – uiteraard van de dingen die ik

niet gedaan heb. Haifa en Akko heb ik niet gezien, de tripjes naar Qalqiliya en Hebron werden

geannuleerd. Ik had meer stukken voor het Friesch Dagblad willen schrijven, maar ik heb eens te meer ervaren dat het zonder deadlines bij ideeën blijft. Ik had vroeger tijdens mijn verblijf naar Chaya Brasz moeten gaan; dan had ik haar later nog eens of enkele malen kunnen opzoeken. Ik had sowieso meer Israëlische kennissen moeten opdoen. Ik had meer Arabisch kunnen leren. Ik had hier en daar beter moeten plannen, ook voor wat betreft de scriptie. Af en toe had ik

(13)

13

Bijlage I. Logboek

DATUM EVENEMENTEN m.b.t. PASSIA

30 april Bezoek delegatie Australische parlementariërs 30 april Bezoek afvaardiging Joods Museum Berlijn 3 mei PASSIA-congres ’50 years of occupation must end’ 13 mei Bezoek Israëlische intelligentsia

19 mei Bezoek delegatie Zuid-Afrikaanse parlementariërs en diplomaten 22 mei Bezoek afvaardiging van Britse denktank ‘Forward Thinking’

23 mei Bezoek aan het Al Quds University congres ‘Fifty years of occupation in East Jerusalem’ 24 mei Bezoek dr. Ian Spears

Bezoek aan congres ‘Time for Justice and Peace. End the Occupation’, Friedrich Ebert Stiftung.

7 juni PASSIA-workshop ‘Palestinian Identity and Education’

20 juni Bezoek Indiase ambassadeur te Ramallah

SCHRIFTELIJKE PRODUCTEN EN WERKZAAMHEDEN Meegeschreven aan / geredigeerd:

M. Abdul Hadi, ‘The role of the international community in 50 years of occupation’, This Week in

Palestine nr. 230 (juni 2017) 56-60.

M. Abdul Hadi, ‘The shock of defeat in 1967’, Electronic Intifada (6 juni 2017), online: https://electronicintifada.net/content/shock-defeat-1967/20691

PASSIA bulletin ‘50 Years of Palestinian Political History 1967-2017’ (binnenkort online) PASSIA bulletin ‘International law – Israeli violations and third party responsibility’ (binnenkort online)

PASSIA Dictionary of Palestinian Political Terms, letter C

Eigen publicaties:

J. Ybema, ‘Verzwakte Abbas vestigt hoop op Donald Trump’, Friesch Dagblad 18 mei 2017

J. Ybema, ‘Trump laat vredesinitiatieven in Midden-Oosten aan anderen over’, Friesch Dagblad 24 mei 2017

Overig:

Lezen en becommentariëren manuscript, D. Smith, The Golden City (nog te publiceren roman). Overzicht aanleveren van internationale rechtsbepalingen met betrekking tot onderwijs (voor PASSIA-publicatie in de pijplijn)

Samenvattingen aanleveren van lezingen op PASSIA-congres ‘Fifty years of occupation’ en

(14)

14

DATUM OVERIGE RELEVANTE GEBEURTENISSEN

vele Bezoek aan talloze bezienswaardigheden in Jeruzalem (o.a. Himmelfahrtskirche, Mosque of Ascension, Joodse begraafplaats Olijfberg, Church of All Nations, Gethsemane, Tomb of Virgin Mary, St. Stephen’s, Abshalom Tomb, Jaffa Street en ‘Downtown Triangle’. In de Oude Stad, o.a. Heilig Grafkerk, Lutheran Redeemer Church, Armeense St. James Cathedral, Syr.Orth. St. Mark Church, Dormition Church, Via Dolorosa, Prison of Christ Church, Rotskoepel en Al Aqsa, Klaagmuur, Joodse wijk) 16 april Bezoek Ramallah (o.a. mausoleum Arafat, centrum)

23 april Bezoek Bethlehem (o.a. oude centrum, Geboortekerk, Milk Grotto church) 28 april ‘Hike’ Ein Gedi

7 mei ‘Hike’ Ovnat – Qumran

18 mei Traditionele Arabische muziek op terras Jemenitisch-Joods restaurant, West-Jeruzalem 20 mei Excursie naar vluchtelingenkamp Shuafat (vanuit de Himmelfahrtskirche, Olijfberg) 22 mei Filmavond ‘Bei abpfiff Frieden (café bij Himmelfahrtskirche, Olijfberg)

26 mei ‘Hike’ Wadi Qelt – St. Georgeklooster

1-6 juni Vakantiedagen met m’n vader, bestemmingen o.a.: Nebi Samuel NP, klooster Latrun, oude stad Jaffa, Masada, Makhtesh Ramon, Beit Sahour, Beit Jala, Caesarea, Mount Karmel en Druzisch dorp, Tel Megiddo, Jericho (Tel Sultan, Hisham’s Palace, doopplaats Jezus), Beit Shean, Golanhoogten, Meer van Tiberias, Capernaum, Mount Beatitude. 9 juni Excursie nederzetting Efrat (vanuit de Himmelfahrtskirche, Olijfberg)

17 juni Excursie Nablus-Jenin-Sebastia (Green Olive Tours)

25 juni Toneelstuk ‘Nathan der Weise’ bezocht in Redeemer Church

26 juni Filmavond ‘A story of Love and Darkness’, naar de roman van Amos Oz

RELEVANTE BOEKEN GELEZEN TIJDENS STAGEPERIODE

Baram, N., Land zonder grenzen (2017) Grossman, D., Angst vreet de ziel op (2003)

Grossman, D., De ander van binnenuit kennen (2007) Grossman, D., Leven en schrijven in tijden van oorlog (2016) Nusseibeh, S., What is a Palestinian state worth? (2011) Oz, A., Hoe genees je een fanaticus (2010)

(15)

15

Bijlage II. Sterkte-zwakteanalyse van P

ASSIA

STRENGTHS (internal) WEAKNESSES (internal)

- Connections in academia, diplomacy and journalism

- Lifelong experience, relentless dedication - Independence

- Reputation of being independent - Rooted in the city and in Palestine - Trusted by the public as an authority - Interfaith dialogue

- Deniz (critical, down to earth, research, writing, editing, programming, etc.) - PASSIA is singular in its kind

- Informing/educating Palestinian youth - Informing/educating Western public and

foreign diplomats

- Accessibility: door always open - Sustained relationship with FES - Digitization of PASSIA materials - PASSIA on Facebook

- Volunteers/interns - The building

- Limited funds, small staff - Impact difficult to assess

- No long term strategic plan (or maybe there is, then I’m sorry)

- No or little primary research - Website (soon to be resolved)

- Not so easy to find for new visitors (signs) - Some IT devices in need of replacement - Library not fully up to date

- Potentially nice, but currently uncultivated and polluted garden

- Ambivalence regarding engagement versus anti-normalisation

- Ambivalence regarding self-promotion versus staying under Israeli radar

OPPORTUNITIES (external) THREATS (external) - PASSIA’s raison d’être, the Palestinian

Question, is likely to stay around for a while - Crowdfunding from Palestinian business life - Small, but dedicated group of young

Palestinians, made ready to engage - Revive efforts on the educational front in

cooperation with other NGOs

- Rise of former Third World Countries to prosperity: potentially new donors

- Israeli interference, attempts to make things more and more difficult

- FES’ growing caution to accept PASSIA’s work and continue funding

- Other potential donors’ growing reluctance to fund

- Declining international interest for the Palestinian cause

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The Center for Muslim-Christian Understanding: His- tory and International Affairs (CMCU) was estab- lished in 1993 by Georgetown University and the Fondation pour l’Entente

Sociaal Werk Nederland wil weten of sociale technologie voor het sociale werk van toegevoegde waarde is, of kan zijn, en doet onderzoek naar de (h)erkenning en

Kinderen met een gegeneraliseerde angststoornis maken zich veel zorgen zon- der dat hier een echte reden voor is en kunnen het piekeren niet goed stoppen.. Er zijn bijvoorbeeld

In het Richtsnoer IER richting academische startups is in Bijlage 1 een begrippenlijst opgenomen. Onderstaande definities zijn een aanvulling daarop, uitsluitend bedoeld

Studenten creëren regelmatig uitvindingen, concepten, software of scripties (hierna samen 'idee' genoemd) die interessant zijn voor bestaande bedrijven of de basis kunnen vormen

Via SPSS zijn de resultaten van de enquête verwerkt en is gekeken of er zoals verwacht verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, hoog- en laagopgeleiden, medewerkers van de

• het aantal uren dat een student TV kijkt wel R2 de meest spitse en dus hoge normaalverdeling. R3 We moeten uitrekenen hoe groot de kans is om bij een steekproef een man aan

 het aantal uren dat een student TV kijkt wel R2 de meest spitse en dus hoge normaalverdeling. R3 We moeten uitrekenen hoe groot de kans is om bij een steekproef een man aan